You are on page 1of 5

1.

Kolonisatieproces

1.1. Oost-Indische Compagnie

Voordat de Britten een formele heerschappij hadden over India, bestond er een achtergrond van Indo-

Europese economische relaties. De Britse Oost-Indische Compagnie soms aangeduid als "John

Company", was een naamloze vennootschap opgericht in 1600. Ondertussen breidden andere

handelsmaatschappijen, opgericht door de Portugezen, Nederlanders, Fransen en Denen, zich in

dezelfde regio uit (National Institute of Open Schooling, 2020). De Britten ondervonden sterke

concurrentie van de Spanjaarden en Portugezen, die al handelsposten hadden in India. Ook was de

Nederlandse Oost-Indische Compagnie, opgericht in 1602, een grote rivaal (Roos, 2020).

Deze felle concurrentie met Nederlandse en Portugese handelsbelangen in Azië, zorgde voor het eerste

contact met India. De Britten waren vergeleken met andere landen, relatief laat met kolonisatie. Hun

enige overgebleven optie was het afnemen van anderen, in een poging een aandeel te krijgen in deze

rijke nieuwe ondernemingen (Welch, 2011).

Aan de noordwestkust in Surat in 1608 vonden de eerste handelspogingen van de Britten plaats. Maar

deze werden geblokkeerd als gevolg van Portugese inmenging aan het hof van de nieuwe Mogolkeizer

Jahangir (Welch, 2011). De Britse Compagnie kreeg uiteindelijk in 1612 voet aan de grond in India nadat

Mogolkeizer Jahangir de rechten had verleend om een fabriek (een handelspost) in Surat te vestigen aan

Sir Thomas Roe, een representatieve diplomaat van koningin Elizabeth I (National Institute of Open

Schooling, 2020).

De eerste periode van Britse invloed in India ging gepaard met commerciële uitbuiting en een gevoel van

paternalisme. Dit ging samen met een expansionistische beleid en rivaliteit met andere Europese staten,

zoals Frankrijk Portugal en Denemarken. De compagnie doorbrak uiteindelijk de Indiase oostkust door de

verwerving van land in de regio Madras, waarbij Fort St. George werd opgericht (Welch, 2011).
1.2. Britse heerschappij

De term Brits-Indië verwijst naar de Britse heerschappij over India van 1757 tot 1947 (Welch, 2011). De

formele Britse heerschappij in India zou zijn begonnen in 1757, na de Slag bij Plassey, toen de Nawab

van Bengalen zijn gebieden overgaf aan de Britse Oost-Indische Compagnie. De Britse Compagnie ging

van een commerciële handelsonderneming over tot een politieke entiteit die India praktisch regeerde met

ondersteunende gouvernementele en militaire functies (National Institute of Open Schooling, 2020).

Vanaf dat moment was de Brits Oost-Indische Compagnie de leidende macht in India (Classzone, z.d.).

De compagnie bezat enorme hoeveelheden land. Hiernaast had het zelfs een eigen leger dat werd geleid

door Britse officieren, bemand met sepoys (Indiase soldaten). India was de belangrijkste leverancier van

grondstoffen voor Engeland. De Britten noemden India “the Jewel of the Crown" omdat het hun meest

waardevolle kolonie was. Maar ook India genoot van een aantal voordelen van Britse heerschappij, zoals

het verbeteren van spoorwegsysteem, het bouwen van: telefoon en telegraaflijnen, dammen, bruggen,

kanalen, scholen en het verbeteren van sanitaire voorzieningen. Maar de Britse overheersing zorgde ook

voor enkele problemen. Veel rijkdom stroomde van India naar Engeland. De Britse handelswetten

zorgden ervoor dat de Indiase industrie uitstierf. Velen konden zichzelf niet langer voeden als gevolg van

de dwang om landbouwgewas te verbouwen. In de late jaren van 1800 leed India onder hongersnoden.

Hiernaast hadden de meeste Britse ambtenaren een racistische houding die de Indiase cultuur bedreigde

(Houghton Mifflin Harcourt Publishing Company, z.d.).

1.2.1. Opstand van 1857


Het bewind van militaire en economische uitbuiting eindigde in de bloedige opstand van 1857. Hierbij

kwamen duizenden Indiase soldaten uit het Britse leger in opstand tegen hun gezagvoerders. Het was de

eerste ernstige confrontatie tussen de Engelsen en de Indiërs die de overheersers deed beseffen dat ze

beter greep moesten krijgen op hun onderdanen (Verstraete, 1997).

1.2.2. Ondergang Compagnie

Het beleid van de Britten werd dus totaal niet gewaardeerd door de Indiërs. De protesten van de

bevolking leidde tot een ondergang van de compagnie in 1858. De Britse regering nam als gevolg van de

Government of India Act 1858, de taak op zich om India rechtstreeks te besturen (National Institute of

Open Schooling, 2020).

In de vroege jaren 1800 begonnen veel Indiërs meer modernisering en zelfbestuur te eisen. Ram Mohun

Roy, soms de ‘Vader van Modern India’ genoemd, was een modern denkende, goed opgeleide Indiër. Hij

begon een campagne om India af te brengen van traditionele praktijken en ideeën. Als deze niet zouden

veranderen, zou volgens hem India door buitenstaanders beheerst blijven worden. Roy richtte een sociale

hervormingsbeweging op die zich inzette voor veranderingen in India die voor modernisering en

verwesterlijking zouden zorgen. Op deze manier kwamen nationalistische gevoelens naar boven, Indiërs

haatten een systeem dat hen tweederangsburgers maakten in hun eigen land. Ze werden uitgesloten van

topfuncties in de Indiase ambtenarij. En als je erin slaagde om een baan in het middenniveau te krijgen,

kreeg je minder betaald dan een Europeaan. Het groeiende nationalisme leidde tot de oprichting van

twee nationalistische groepen, het Indiase Nationale Congres in 1885 en de Moslimliga in 1906. Deze

groepen concentreerden zich op specifieke belangen van de Indiërs. Ze streden voor zelfbestuur, maar

werden in 1905 verder aangewakkerd door de deling van Bengalen. Deze deling kwam er omdat de

provincie te groot was voor administratieve doeleinden. Daarom werd de provincie op 3 juli 1946 verdeeld

in een hindoe sectie in het Westen en een moslimsectie in het Oosten (Classzone, z.d.). Op deze manier
hoopten de Britten op een geografische herverdeling, maar dit zorgde echter voor een toenemende

spanning tussen de moslims en hindoes (Verstraete, 1997). Er braken terreurdaden uit. In 1911 namen

de Britten onder druk het bevel terug en verdeelden de provincie op een andere manier. Het conflict over

de controle over India bleef zich ontwikkelen tussen de Indiërs en de Britten (Classzone, z.d.).
Bronnenlijst:

Classzone. (z.d.). British Imperialism in India.

https://historywithmrgreen.com/page2/assets/CM6_357-361.pdf

Houghton Mifflin Harcourt Publishing Company. (z.d.). British Imperialism in India.

https://mrskrnichnhs.weebly.com/uploads/6/0/2/2/60227009/11.4_british_imperialism_in_india.pdf

National Institute of Open Schooling. (2020). ESTABLISHMENT OF BRITISH RULE IN

INDIA TILL 1857.

https://nios.ac.in/media/documents/SrSec315NEW/315_History_Eng/315_History_Eng_Lesson16

.pdf

Roos, D. (2020, 23 oktober). How the East India Company Became the World’s Most

Powerful Monopoly. History. Geraadpleegd op 10 februari 2023, van

https://www.history.com/news/east-india-company-england-trade

Verstraete, G. (1997). Over de culturele grenzen van mobiliteit [Scriptie]. Universiteit van

Amsterdam.

Welch, J. (2011). The British Raj and India: British Colonial Influence: 1612 - 1948

[Scriptie].

You might also like