You are on page 1of 3

Les 3 prof Nijs

Bij gewrichtsfracturen is absolute stabiliteit nodig. -> callusvorming vermijden. Naast


stabiliteit moeten we ook een goede doorbloeding hebben voor goede genezing ->
stabilisatie met een mergpen: metalen buis in het mergkanaal opschuiven -> stabilisatie:
wrijving ts cortex en metalen buis + door relatie ts cortex en mergnagel vastleggen -> door
het spier en het bot -> zorgt voor kromming in nagel, waardoor je niet door gat geraakt ->
gebruik maken van fotografische technieken -> …. -> in metafysaire gedeelte: stabiliteit zeer
beperkt door de verbreding

Toggling: Instabiliteit thv metafysair gedeelte leidt dus tot afwezige fractuurheling ->
secundair verlies van reductie: translatie, angulatie… (toggling heeft aanleiding tot instab)
(geen relatieve stabiliteit!!)

Reamen : uitfriesen van mergkanaal zodat je een meer uniforme diameter hebt -> naar
diafyse gaan: daar waar bot breder w ??(wel voor diafyse maar niet voor metafyse reamen)

…. Aanvullen

Poller schroeven: schroeven die niet door de nagel , maar langs de nagel naar binnen
gebracht worden om het mergkanaal te vernauwen

Hoe meer schroeven in verschillende richtingen, hoe meer stabiliteit

Goeie opl voor gewrischtsfract en schaftfract, maar probleem in diafyse

Osteoportisch bot aangbrengen: veel minder interactie ts schroef en bot (zowel voor platen
als voor grendelschroeven die doorheen de nagel gaan) (reden cortices minder dik) ->
metafysaire breuken frequenter dan diafysaire breuken (want cortices zijn er minder dik)

Meest freq fracturen: polsfractuur ( en heupfracturen: meer bij hoog bejaarden: reden:
handen niet meer uitsteken bij vallen door slechtere reflex) (+ prox humerusfract) ->
allemaal metafysaire fracturen

Prox tibiafract op foto pwp:


Links reductie is verloren gegaan (sec) -> knie gaat in varus
Rechts prim verlies van reductie door slechte nagel
Opl schroef verankeren in de plaat door een draad die correspondeert met elkaar (geen
beweging meer mogelijk)-> op dezelfde plaats steun geven in het bot zodat ze de kracht
kunnen absorberen -> opl tegen verlies van kracht van reductie (= hoek stabiele schroeven)
Maar ook nadeel: fractuurfragmenten kan je niet meer laten bewegen: nodig bij gebruik van
compressieplaat(dynamic compr unit) -> je kan geen compressie meer generen (noch ts
plaat , noch ts fractuurfragmenten)
<-> voordelen van hoek stabiele schroeven: geen sec verlies van reductie (bot kan niet meer
bewegen + Fragmenten kan je ook niet van je plaat trekken -> geen prim verlies van reductie
+ doordat je bot niet tegen plaat aan trekt -> geen necrose van bot en weerstandigheid aan
infectie veel groter (bescherming tegen bacteriën) (kan je dus ook gebruiken bij open
fracturen)

Alle fragmenen perfect anantomisch op de plaats krijgen -> ‘openmaken’ -> risico op infectie

Metafysair: capsularie BV -> binnen dringen om spongieus bot rijkelijk van bloed te voorzien
-> bloeduitstorting bij metafysaire fract ivm diafysaire fract: veel groter want meer BV ->
hematoom creeert druk -> druk op huid veel groter want geen absorptie van spieren ->
minder doorbloeding in huid -> blaarvorming: wijst erop dat er een probl is met
doorbloeding van huid -> daarop insnijden om alle fragmenten op elkaar te krijgen -> slechte
heling

 In metafyse mag je wel callusvorming hebben -> je hoeft geen incisie te maken ->
snee maken dist en prox van de fractuur -> zorgen voor fixatie van plaat rond het
gewricht en de diafyse -> een grote zone waar geen schroeven zitten =
overbruggende platen zone -> relatief stabiele fixatie (gebruik maken van hoek
stabiele schroeven)

In fractuurzone geen schroeven -> bridging -> relatief stabiel -> kan je vroegtijdig belasten
In fractuurzone wel schroeven -> absoluut stabiel -> geen vroegtijdige belasting , maar wel
oefening

Eerst reduceren en dan pas fixeren


Maar beperking:
 diafysaire fractuur: geen indicatie voor overbruggende plaat -> patiënt steunt erop
en plaat kraakt
 niet gebruiken bij geconcentreerde stress: geen perfecte reductie -> alle steun komt
op dezelfde plaats terecht

gewrichtsfracturen -> absolute stab


schaftfract -> relatieve stab + callusvorming (endomedullaire nagel) (oefenstabiel en
belastingsstabiel)
metafysefract -> relatieve stab: bridging: hoekstabiele schroeven gebruiken om te
voorkomen dat je prim reductie verliest (oefenstabiel maar niet belastingsstabiel)

gewrichtsprothese gebruiken
reden 1: het is onmogelijk om een perfecte fixatie te verkrijgen
reden 1: caputfracturen: ts trochanter major en minor is er een kapsel die ervoor zorgen dat
bv naar caput gaan -> maar bij verplaatste fractuur in het kapsel zorgt dit voor afsterven van
kleine BV -> caput w niet meer doorbloed: ischemie -> opnieuw vorming van BV (heling) met
bepaalde cellen -> opruimen van dode bot -> gaten in bot want meer osteoclasten dan
osteoblasten -> bij belasten van bot: afkraken van bot door collaps (vormverandering) of
fragmentatie -> avasculaire necrose -> opl collaps voorkomen: patient laten rusten zodat er
meer bot kan gevormd worden
problemen van gewrichtsprothese:
 het verslijt -> kans op luxatie
 krachten w totaal anders ingeleid via een metalen constructie dan wanneer bot op
bot -> ontkalkingszones en net meer verkalkte zones -> snellere fractuur (+ aanvullen
cement)
 loskomen van prothesen
 prothese is een vreemd materiaal -> biofilm van bacterien -> infectie

bij bejaarde personen: sneller een prothese plaatsen -> oefen en belastingsstabiel
bij adolescenten: osteosynthese

GEWRICHTSSTABILITEIT

Bij distorities (inscheuren van gewrichtskapsel en gewrischtsbundel?) en luxaties

Verstuiking:
Gewrichten moeten in Cte verhouding tov elkaar zitten om perfecte beweging te garanderen
-> lichaam past ifv informatie de spierspanning aan -> passieve stabilisatoren van een
gewricht (niet oiv proprioceptief systeem)(nl vorm van gewricht: kop-kom -> hoe meer
vergrendeld in elkaar, hoe hoger de stabiliteit, maar hoe minder beweeglijk) + actieve
stabilisatoren: spierpezen oiv proprioceptief systeem (nemen waar dat er een beweging
heeft plaatsgenomen)

Feed forward systeem

You might also like