Professional Documents
Culture Documents
2 Pathologie brandwonden
Algemeen.
Brandwonde is verwonding meestal ontstaat door verbranding huid door blootstelling aan
hitte gedurende bepaalde tijd, boven bepaalde temperatuur. Boven ±42°C treedt na enige
tijd beschadiging huid op.
Hypovolemische shock → bij wonden: bloedvaten vergroten, laten meer vocht weg, hierdoor
te weinig vocht in bloed.
Ernst.
Eerste graad → beschadiging epidermis.
Kenmerken: roodheid en pijn → vaak verdwenen na 24u. Warmte, zwelling.
Verloop: genezing na 1w, zonder littekens.
Derde graad → vernietiging gehele huid (epidermis en dermis tot in subcutane vetweefsel).
Kenmerken: wondgebied reageert niet op gevoelsprikkels, noch pijnprikkels. Wit, beige tot
donkerbruin, droog, leerachtig, stug.
Verloop: 1ste fase: kleur verbrande gebied grauw-wit, 2e fase: bruin, perkamentkleurig, 3e
fase: vaalrood/lichtrood gekleurde wondlaag (na loslating wondkorst, duurt lang, > 3 cm →
huidtransplantatie).
Fazen weefselherstel.
Inflammatiefase → ontstekingsfase: bij elke vorm van trauma.
Opruimende en voorbereidende fase voor wondheling: vasoconstrictie → vasodilatatie
(aanbrengen voedingsstoffen) → opruimen necrotisch weefsel → bloedvaten maken nieuwe
vertakkingen → bindweefselcellen vermenigvuldigen (voorbereiding collageenvorming) →
opruimen bacteriën door witte bloedcellen en macrofagen (pusvorming).
Verloop: Duurt 3 –5 dagen met piek op 48-72 uur. Behandeling van pijn en oedeem: wonden
laten rusten en positionerende spalken.
Kenmerken: Rubor (roodheid), calor (warmte), doloren (pijn) en tumor (zwelling), zo kort
mogelijk.
2
Brandwonden 2019-2020 Francis Meessen
3 Behandelingsmethode conservatief
Algemeen
Wondzorg (1ste en beperkte 2de graad brandwonden):
Voorbereidingen: koelen lauw water: verdieping voorkomen, snellere wondgenezing, kleding
indienmogelijk verwijderen. Oppassen voor onderkoeling! Wonde zuiver maken en
desinfecteren. Loskomende huiden blaren verwijderen: pijn verlichten, betere
wondbeoordeling, kleine blaren eventueel doorprikken, later re-evalueren (na 5 dagen)
Wondbedekking: wonde ALTIJD afdekken: barrière tegen infecties van buitenaf. Verband
dient: de wonde vochtig te houden → beter heling, pijn↓, ontstekingsreactie↓ én te veel aan
vocht kunnen absorberen. Verband mag niet in wonde kleven en liefst zo lang mogelijk op
wonde laten (tot 10 dagen)
Nazorg: geheelde wonde hydrateren: zalven, lotions. Jeuk behandelen: hydrateren, anti-
histaminicum, drukkledij. Beschermen tegen UV: zonnemelk met hoge beschermingsfactor
Littekenbehandeling: hydraterende of herstellende producten, littekenmassage,
endermotherapie een LPG-apparaat: diepe, mechanische bindweefselmassage, litteken voelt
nadien soepeler en zachter aan.
Kinesitherapie
Doel: handhaving ROM, bewegingsapparaat in optimale conditie houden, oedeemvorming
verminderen, bloedcirculatie onderhouden, huid en/of gewrichtscontracturen voorkomen,
ademhalingsfunctie verzorgen.
Mobilisaties: actief geassisteerd en/of passief, CPM (Continuous Passive Motion), ADL.
Oefentherapie: houdingscontrole, bed-fietsen, speltherapie, transfers → gekoppeld aan
activiteitenniveau.
Orthopedie
Drukkledij
Doelstelling: afremmen ontwikkeling litteken, huid tot rust brengen, sneller uitgerijpt.
Verbleken felle kleur, vlakker litteken, beter cosmetisch resultaat, vermindert jeuk en
hypersensitiviteit.
Proces: Fase 1: elastische verbanden (Tubigrip), lichte druktherapie.
Fase 2: ontwikkeling op maat gemaakte kledij (doorgaans huidkleurig), optimale en
gelijkmatige druk op alle littekens.
Fase 3: 1ste toepassing als huid sterk genoeg is, gevaar beschadiging huid bij aantrekken.
Richtlijnen: beste resultaat: 23u/dag dragen (geleidelijk opbouwen), alleen uittrekken bij
wassen/douchen/baden. Dagelijks wassen: verlies elastische eigenschappen, vuile drukkledij.
Drukoptimalisatie door orthese of siliconensheet (bevorderen hydratatie): theorie: > 24
mmHg druk, praktijk: 20 mmHg voor ten minste 18u/dag (initiële druk minstens 25 mmHg,
residuele druk minstens 15mmHg na 3 maanden). Cave: geen druk > 40mmHg!! Gevaar
maceratie of paresthesie.
Types: elastische tricot: biaxiale strech, minder initiële druk met langer behoud in tijd, betere
bescherming tegen UV. Powernet structuur: one-axial stretch, ademt meer.
Indicaties: spontaan herstel >3 weken, transplantatiegebieden, grotere TVLO.
3
Brandwonden 2019-2020 Francis Meessen
Contra-indicaties: morbide obesitas, hypersensitiviteit, ouderen, (psychiatrische patiënten).
Siliconen
Doel: occlusie met hydratatie tot gevolg, verbeterde soepelheid, minder roodheid, afname
dikte.
Bij goed gebruik: geen irritaties/kleine kans op allergie, waterbestendig, geur-/smaakloos,
goed reinigen.
Ontwikkeling: op maat knippen uit sheets, wel/niet zelfklevend, kleinere littekens. Op maat
gemaakte pads op basis van gipsafdruk, gelaatsmaskers, siliconen handschoenen.
Richtlijnen: nadruk op hygiëne van de huid! Onderhouden (afkoken, mechanische schrobben,
desinfecteren). Starten met 12u/dag → gezonde huid moet wennen aan occulsie. Opbouwen
met 2u/dag extra.
Combinatietherapie
Easy slide: drukkledij gemakkelijker over siliconen krijgen, dubbelwandige plastic zak,
verwijderen als drukkledij op plaats zit.
Druk en siliconen hebben elk hun eigen behandelingsdoel: druktherapie → maturatie/dikheid
huid.
Siliconetherapie → roodheid/plooibaarheid huid.
Klinische richtlijnen: kleine brandwonden: eerst silicone gelsheets → roodheid, eventueel
druktherapie als litteken uit zou dikken → afvlakken. Grote brandwonden: eerst druktherapie
(wonden dicht) → preventief voor littekenmaturatie/dikheid, later siliconetherapie →
jeuk/roodheid.
Drukmaskers
Siliconen maskers en kragen: gezicht en hals, vroeger maskers uit stof. Nadelen: sterk
opvallend, niet te verbergen, geen egale drukverdeling t.g.v. natuurlijke krommingen.
TFO (Transparent Facial Orthosis): voordelen: minder opvallend, doorzichtig, betere evaluatie
druk op juiste regio’s, significant efficiënter in uitrijping.
Richtlijnen: 18-20u/dag, enkel uitdoen bij zorg, eten of oefentherapie. 18-24 maanden, of tot
uitrijping.
Opbouw: soepele siliconenlaag, harde transparante UV-laag, beschermt de siliconen laag.
TNO (Transparent Neck Orthosis): littekens minimaliseren, ROM-nek behouden.
Mond splint: vaak op maat gemaakt door tandarts, ook prefab maten beschikbaar. Doel:
krimpen van mondopening vermijden. Toepassing: deeltijds, meestal gedragen onder TFO,
combinatietherapie met gelaatsoefeningen en wang stretching. Discomfort: vaak in begin van
dragen, beter na intens dragen.
Therabite: oefensplint voor de mond. Doel: stretchen mondopening. Toepassing: onderdeel
gehele gelaatsoefenprogramma, 2 tot 3 maal per dag, 12 tot 18 maanden lang.
Spalken
Immobilisatie: ondersteuning tijdens helingsproces.
Normalisatie: behoud of herstel normale positie lidmaat.
Correctie: stretching verkorte huid, versoepelen littekens.
RestingHand Splint: ondersteunen hand en pols en preventie contracturen en deformiteiten,
bij voorkeur ’s nachts en uitdoen bij oefeningen en activiteiten. Geen discomfort.
Fingerextension splints: ondersteunen vingergewricht en preventie contracturen en
deformiteiten, bij voorkeur ’s nachts en uitdoen bij oefeningen en activiteiten. Meestal geen
discomfort.
Interdigitalinserts: preventief en curatief, voorkomen huidkrimping tijdens genezing en
herstel ROM door huidstretching, full-timeonder compressie handschoen. Normaal geen
discomfort, tenzij huid scheurt.
Elleboog of hand: protectie graft (meestal 1 à 2 weken), preventie huidkrimping tijdens
heling en herstel ROM door huidstretching → serialcasting, weken aan één stuk, removable–
enkel ’s nachts.
4
Brandwonden 2019-2020 Francis Meessen
Kleinertspalken: bij letsel van pezen/zenuwen, diepe brandwonden aan de hand(palm).
Eerste fase: immobilisatiespalk. Tweede fase: Flexorpeesbeschermen: /p/ flexie, /a/ extensie
Reversed Kleinertspalk: gecontroleerd glijden van pees in schede, diepe brandwonden aan de
hand(rug). Eerste fase: immobilisatiespalk. Tweede fase: Extensorpeesbeschermen: /a/
flexie, /p/ extensie
4 Behandelingsmethode invasief
Chirurgie
Indicaties voor chirurgische behandeling in het brandwondencentrum
Alle 3de graad brandwonden. Uitgebreide (2de-3de graad) >10% TBSA. Diepe brandwonden
gelaat (ogen), handen, voeten, perineum, gewrichten. Alle 2de en 3de graad (bijna-)circulaire
brandwonden. Elektrische brandwonden (incl. bliksem). Chemische brandwonden (v.n.l. bij
zichtbare necrose, hoog geconcentreerd product, significant TBSA). Geen herstel binnen de 2-
3 weken post-burn.
Urgente brandwondenchirurgie:
Circulaire brandwonden = (bijna) circulaire 3de graad brandwonden (of diepe 2de graad) van
extremiteiten, thorax, hals: verbrande huid (= eschar) krimpt, wordt minder elastisch +
oedeem → doorbloedingsstoornissen.
Indicatiestelling: klinische tekenen: bleke, koude huid, sensatie (pijn, verminderd gevoel),
geen/ vertraagde capillaire refill, zwakke perifere pols. Verminderde O2-saturatie, verminderd
signaal Doppler. Voor thorax: moeilijkere beademing (hogere beademingsdrukken nodig).
Behandeling: escharotomie: chirurgische insnede doorheen eschar om oedeem omringende
weefsels te ontlasten. Fasciotomie: bij zeer diepe brandwonden, preventie
compartimentsyndroom. Insneden dieper dan bij eschartomie → ook door spierfascia.
Excisie en bedekking:
Tijdstip excisie: onmiddellijke excisie: indien zeker 3egraad (zwarte necrose).
Vroege excisie (na 2-3 dagen): evaluatie diepte brandwonden.
Late excisie (>5 dagen): patiënt nog niet stabiel genoeg, bij twijfel over diepte laesie.
Operatie richtlijnen excisie: geen strikt maximum percentage: rond 10-15% (zelden > 20%).
Frequentie operaties: max 1-2 keer per week, hangt af van genezing donorsites.
5
Brandwonden 2019-2020 Francis Meessen
Technieken excisie: elektrisch dermatoom (huidmes): voor excisie diepe 2e en 3e graad
brandwonden. Alleen als vetlaag intact is.
Versajet: enkel voor 2e graad. Dermis mag niet volledig verbrand zijn.
Avulsie: volledige verwijdering epidermis, dermis en subcutane laag tot op spierfasciën,
kortere operatie, minder bloedverlies. Zelden toegepast, vanwege het verlies gezond weefsel
en onesthetisch resultaat.
Technieken bedekking:
STG (Split Tichkness skin Grafts) = partiële dikte huidenten = autogrette:
Indicatie: meestal, bij voldoende donorsites.
Donorplaatsen: enkel beschikbare plaats, dij (voorkeur), gluteaal gebied (minder), scalp
(chirurg- en patiënt afhankelijk), gelaat, voetzool, handpalm, hand (bij voorkeur niet). Altijd
risico op slechte heling van donorsites → littekenvorming!
Techniek: meestal elektrisch dermatoom. Full sheet: gebruik in gelaat, hals, hand, soms ook
voor kleine brandwonden. 1/1 MESH: kleine openingen zonder vergroting: drainage
wondvocht, geen hematoomvorming, gelaat en functioneel belangrijke zones.
1/1.5 – 1/2 – 1/3 MESH: afhankelijk van aantal beschikbare donorsites en TVLO. < MESH
geeft beter estetisch resultaat.
Recropping: nieuwe huidenten nemen van zelfde donorsite na genezing, wanneer niet alle
verbrande gebieden volledig genezen/bedekt zijn. Vaak nodig bij >% TVLO. Timing: minstens
10d wachten, meestal pas na 2-3w. Max. % behandeld tijdens 1 operatie: 10-20%.
Flappen:
Indicatie: grote defecten functioneel/esthetisch belangrijke plaatsen, blootliggende vaten,
zenuwen, bot, reconstructies.
Gesteelde flappen: met steel aan lichaam verbonden (voor bloedtoevoer en bezenuwing).
Vrije flappen: axiale doorbloeding volledig losgesneden van donorsite, wordt gehecht aan
arteriën/venen op wondbed.
Algemeen: onderscheid in weefsels flap: huidflap, fasciocutane flap (huid + spierfascia),
myocutane flap (huid + spier). Donorplaats bij voorkeur primair gesloten, bedekking met
huident indien niet mogelijk.
Tijdelijke huidsubstituten:
Allogreffe of homogreffe (lijkenhuid): Indicatie: diepe brandwonden, excisie niet voldoende.
Biologisch verband 2de graad verbrandingen. Onvoldoende donorsites. Geïnfecteerde wonden.
Wondbedvoorbereiding: sandwich op grote MESH/patchwork met kleine stukjes autografts.
Techniek: MESH 1/1 – 1/1.5 – 1/2 of full sheet. Duur van de behandeling: homografts na 1w-
10d verwijderd (soms na 2-3w). Homograftsvroeger verwijderd worden bij kinderen (5d).
Soms herhaald tot wonde genoeg genezen is voor autografts of andere.
Xenografts (meestal varken): niet in België.
Synthetische ‘tissue engineerd’ wondenverbanden: niet vaak gebruikt in België.
Permanente huidsubstituten: Integra:
Indicatie: functioneel/esthetisch belangrijke zones, diepe brandwonden zonder dermale
resten. Hoog TVLO. Reconstructieve chirurgie. Soms overbruggen blootliggende pezen/bot.
Techniek: Aangebracht binnen de eerste 2 weken post-burn. Contra-indicatie: necrose van de
randen. Diepe excisie (avulsie). Tijdelijke wondbedpreparatie met donorhuid kan nodig zijn.
Siliconen laag moet na verwijderen onmiddellijk vervangen worden door autografts!
Duur van de behandeling: silicone laag blijft ±3w, tot goede vascularisatie. Soms bij < 3w:
applicatie VAC-systeem (vacuum), vascularisatie bespoedigd
6
Brandwonden 2019-2020 Francis Meessen
Chirurgische littekenbehandeling:
Indicatie: functionele problemen: ectropion, contracturen. Esthetische problemen: vnl.
brandwonden van gelaat en handen. Calcificaties die functioneren verhinderen.
Wanneer: correctie functionele problemen, vanaf probleem ontstaat. Correctie esthetische
problemen, vanaf uitrijping littekens, minstens 1 á 1.5 jaar post-burn en bij kinderen
minstens 1.5 á 2 jaar.
Technieken: excisie: litteken wordt uitgesneden en primair gesloten, herhaling na enkele
maanden bij grotere defecten, tissue-expanders voor meer gezonde huid om defecten mee te
sluiten. Split thickness skin grafts: (soms), full thinkness skin grafts: onstabiel litteken
uitgesneden, daarna FTG om defect te sluiten (indien primair niet mogelijk), flap, dermale
substituten: (integra, glyaderm, …).
Lasertherapie
Litteken moet uitgerijpt zijn; na 2 à 3 jaar, speciale fractionele CO2-laser, schurende werking;
littekens worden vlakker, structuur litteken verbetert.
Corticoïden-injecties
Infiltratie van een lokaal werkend corticosteroïd in het litteken, gebruikt voor kleinere
brandwonden.
Ultrasoon.
Cytokine injecties.