You are on page 1of 13

LESONTWERP

Educatieve bachelor Secundair Onderwijs

Campus Hertogstraat Naam: Kelly Croes Vakkencombinatie: Aardrijkskunde - Geschiedenis


Hertogstraat 178
3001 Heverlee Les(senreeks) te geven op: 5 mei 2023 Stagebegeleider LER: Arjan van der Star
tel. +32 (0) 16 375 600
ste
Lesuur/-uren: 8:35 – 9:25 (1 lesuur)
School: Sint-Angela Tildonk Onderwijsvorm / Finaliteit: Lokaal:C110

Vakmentor: Elise Mertens Richting: A-stroom Klas: 1A

Onderwerp: Bodemsoorten Vak: Aardrijkskunde Aantal leerlingen: 17

BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks
1ste les bodemsoorten
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)
Leerlingen weten dat er verschillende gronden zijn
Leerlingen weten wat landbouw is
Leerlingen weten hoe ze iets moeten opzoeken in de atlas
Leerlingen weten wat een horizontale relatie is en een verticale relatie
Leerlingen kunnen de relatie tussen landbouw en bodem uitleggen
Leerlingen kunnen de determineertabel correct gebruiken
Leerlingen weten wat de vruchtbaarste grond is voor een landbouwer
Belevings- en ervaringswereld & actualiteit
Leerlingen hebben zelf een moestuin of kennen iemand met een moestuin
Leerniveaus binnen de klasgroep, klassfeer, …
A-stroom
Iets drukkere klas
Komen goed overeen
Infrastructuur
Digibord, computer, beamer, digitale methode

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 1
DIDACTISCHE VERANTWOORDING
Welke breinprincipes of (vak)didactische principes en werkvormen komen in je les aan bod? Op welke manier? Waarom kies je voor deze aanpak? Wees concreet.
OLG: aan de hand van een gesprek komen leerlingen zelf tot een conclusie en antwoorden
Duowerk: de leerlingen zoeken samen in de atlas de bodemsoorten op van België
Proefje: leerlingen gaan aan de hand van een proefje de verschillende dichtheid van de bodemsoorten leren kennen.
Zintuigelijk rijk: leerlingen determineren zelf aan de hand van een proefje
Focus: leerlingen focussen doorheen de les en linken terug naar herhaalde delen.
Herhaling: doorheen de les worden zaken herhaald.
Creatie: leerlingen gaan bekijken welke bodemsoort ze hebben en determineren dit aan de hand van de determinatie tabbel.
Voortbouwen op: de hele les bouwt zich voort
DOELSTELLINGEN
EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN ALGEMEEN LESDOEL
Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) De leerlingen kunnen het verschil uitleggen tussen
AaA 9.8 De leerlingen gebruiken terreintechnieken en geografische hulpbronnen om bodem en ondergrond en kunnen de 4 soorten
landschappen te onderzoeken. (leem, klei, zand en grind) determineren en weten
AaA 9.1 De leerlingen situeren personen, plaatsen en patronen op relevante ruimtelijke wat de vruchtbaarste grond is.
schaalniveaus.
AaA 9.2 De leerlingen beschrijven kenmerken van landschapsvormende lagen.
AaA 9.3 De leerlingen onderzoeken relaties tussen landschapsvormende lagen van plaatsen om
verschillen tussen landschappen te verklaren.
Situering in het leerplan:
AARa 1 De leerlingen lokaliseren en oriënteren aan de hand van digitale en niet-digitale
hulpmiddelen personen, plaatsen en gebeurtenissen op het terrein, op de globe en op relevante
kaarten.
AARa 3 De leerlingen formuleren een onderzoeksvraag, voor een afgebakend probleem, aan de
hand van aangereikte criteria
AARa 4 De leerlingen formuleren een hypothese in functie van een onderzoeksvraag aan de hand
van aangereikte criteria.
AARa 5 De leerlingen verzamelen bij een onderzoeksvraag gegevens aan de hand van een
(terrein)waarneming, een meting, terreintechnieken of een experiment volgens een gegeven
werkwijze.
AARa 9 De leerlingen trekken conclusies door gebruik te maken van kaarten, GIS-viewers, atlas,
satellietbeelden, luchtfoto’s, schema’s, grafieken, tabellen, determineertabellen en diagrammen.
AARa 10 De leerlingen toetsen een gestelde hypothese af aan de resultaten van
(terrein)waarnemingen.
AARa 18 De leerlingen beschrijven eigenschappen van gesteenten, bodem en ondergrond.
AARa 24 De leerlingen onderzoeken relaties tussen landschapsvormende lagen om verschillen
tussen landschappen te verklaren.
(DIGITALE) SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)
Bodemsoorten
ANDERE
BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens APA.)

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 2
Gebruikte bronnen:
Digitale Methode. (n.d.). https://digitalemethode.be/nl-be/boekentas/041f7af5-7a79-449f-b2d3-f8eea9b715c0/hoofdstukken/b6d21a70-5060-419b-
9279-03306433d9fe/traject/59944244-a82a-4193-b338-6540abe3e184/0/omkadering/
Betekenis horizontale relatie. (n.d.). https://www.betekenis-definitie.nl/horizontale%20relatie
relaties in landschappen. (n.d.). Quizlet. https://quizlet.com/be/254026101/aardrijkskunde-relaties-in-landschappen-en-landbouw-types-
landschappen-flash-cards/
digitale atlas. (n.d.). Scoodle - Plantyn. https://apps.plantyn.com/atlas/theme/f012f02f-4c04-4bf4-ae84-08d9ebc7f5b7
LEERMIDDELEN & MEDIA
Digibord, computer, beamer, digitale methode

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 3
Didactisch lesontwerp
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Leerdoelen
Lesfasen
Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud
& timing
De leerlingen komen te Instapfase Onderwijsactiviteit: OLG Whiteboard
weten wat er in de 5” Lkr. Waaraan denken jullie bij het woord Zand, stenen, insecten, wortels, grond,
bodem en ondergrond bodem en ondergrond? dieren (mollen)
zit.
Lkr. Is bodem en ondergrond hetzelfde? De bodem (bovengrond) is het
bovenste, losse deel van de aardkorst
dat belangrijk is voor de plantengroei.
Planten groeien met hun wortels in de
bodem.
De ondergrond is het deel van de
aardkorst dat onder de bodem ligt. De
ondergrond kan zowel los als vast zijn.
Als de ondergrond uit vaste gesteenten
bestaat, moet die eerst veranderen in
losse gesteenten. Dan pas kan de bodem
Lkr. Wat zit er in de bodem en in de zich vormen.
ondergrond?

Lln. Geven hun ideeën


De leerlingen kennen het Lesfase 1: Onderwijsactiviteit: OLG Digitale methode Je hebt eerst een laag planten nadien
verschil tussen bodem 10” Opdracht 1: bodem of ondergrond Opdracht 1 een bodemlaag en hieronder heb je de
en ondergrond en losse Lkr. Jullie zien in jullie werkboek (laptop) Opdracht 2 ondergrond.
gesteente en vaste oefening 1 jullie mogen deze in stilte maken Beamer De wortels zetten zich vast in de bodem
gesteente. je gaat de woorden op de juiste plaats Het gesteente in de bodem zijn los zodat
zetten in de afbeelding, nadien ga je de wortels zich er doorheen kunnen
bekijken in welk deel van de grond de vastzetten.
wortels zich vastzetten. Welk soort Het gesteente in de ondergrond kan
gesteente zit er in de bodem en ondergrond zowel los als vast zijn.
een los of een vast?

Lln: maken de oefeningen


Opdracht 2: losse of vaste gesteente
Lkr. Duidt leerling aan om tekst te lezen en Parijs-Roubaix: er wordt kilometerslang
andere leerling om te beantwoorden op een kasseiweg gereden  vast
gesteente

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 4
Veldrijden: onverhard parcours door
bossen, velden en modder vooral
zandstroken  losse gesteente

Lkr. Conclusie je kan gesteente


onderverdelen in losse en vaste gesteente,
deze determinatietabel gaan we straks
gebruiken.
Leerlingen kunnen in de Lesfase 2: Onderwijsactiviteit: duo werk Digitale methode
atlas de 4 soorten 10” Opdracht 3: bodemsoorten in België + Opdracht 3
bodem opzoeken en opdracht 4: beste landbouwgrond Opdracht 4
benoemen. Lkr. Zoek een atlaskaart waar je de Beamer
bodemsoorten van België op kan Atlaskaart 18D In de legende vind je vooral zand, leem,
terugvinden? België klei en steen terug dat zijn vooral de
grondsoorten bodemsoorten die je over een groot deel
Lkr. Welke vier soorten komen vooral terug vereenvoudigd van België terugvindt.
in de legende?
Atlaskaart 8A Oostende heeft een kleiige bodem en ligt
Lkr. En op welke kaart vind je de België in de polders
geografische weergave van België terug? Geografische Waver heeft een leem bodem en ligt in
streek de Brabantse leemstreek
Lkr. Jullie mogen per twee opdracht 3 en 4 Sint-Niklaas heeft een zandbodem en ligt
maken, als het te luid wordt werk je alleen in het zandige Vlaanderen
verder! Aarlen heeft een stenige bodem en ligt in
het Lotharingen.

Je kan het beste tarwe telen in Oostende


en Waver er wordt voornamelijk in een
kleiige bodem en in een leembodem
geteeld
Leerlingen kunnen Lesfase 3: Onderwijsactiviteit: proefje Digitale methode Korrels zijn zichtbaar en je kan 1 korrel
gebruik maken van de 15” Opdracht 5: determineren Opdracht 5 vastnemen tussen twee vingers  grind
determineertabel en hier Lkr. Ik heb hier de meest voorkomende Beamer Korrels zijn zichtbaar maar je kan 1
uit concluderen welke gronden van België in deze vier potjes. We Leem, klei, zand korrel niet vastnemen tussen twee
grond het is. gaan determineren om te zien welke grond en grind vingers  zand
wat is. Flesjes, water, Korrels zijn niet zichtbaar en niet
Eerst gaan we ervoor zorgen dat de grond koffiefilter boetseerbaar  leem
mooi is aangedrukt en we geen klonters Korrels zijn niet zichtbaar maar wel
hebben. Nadien maak je je vingertop een boetseerbaar  klei
beetje nat tik je in het zand om te
determineren. En hiermee vul je opdracht
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 5
vijf voor in om te zoeken welke grond je
hebt

Opdracht 6: conclusie
Lkr. Welke conclusie stellen we hieruit?

Lln. Plaatsen de korrels van groot naar klein


en de juiste afbeelding erbij. De doorlatendheid van de grond is ook
een belangrijk onderdeel voor een
Lkr. De vruchtbaarheid van de bodem wordt vruchtbare grond.
niet enkel bepaald door de korrelgrootte,
maar door wat nog?

Lln. Beantwoorden den vraag


Opdracht 7: onderzoek determineren
Leerlingen kunnen de volgens doorlatendheid van water
bodemgrond Lkr. We gaan een onderzoeksvraag
determineren volgens de formuleren, door welke bodemsoort sijpelt
doorlatendheid van volgens jullie het water het traagst?
water
Lln. Formuleren een hypothese.

Grind heeft een heel snelle


Lkr. We gaan nu de kenmerken van doorlatendheid van water.
doorlatendheid bij de juiste bodemsoort Zand heeft een snelle doorlatendheid van
plaatsen. water
Leem laat matig water door
Klei heeft een trage doorlatendheid van
water
Lkr. Jullie mogen per twee opdracht 8
maken, dit is een conclusie van alles wat we
tot nu toe hebben gezien.
Leerlingen kunnen de Lesfase 4: Onderwijsactiviteit: OLG Digitale methode
verticale en horizontale 10” Opdracht 9: bodemsoorten in volgorde van Opdracht 9
relaties linken aan de geschiktheid voor de landbouw Opdracht 10
landbouw. Lkr. We gaan eens verdiepen op de Beamer
landbouw, welke grond is het meest Leem is dus de meest geschikte bodem
geschikt om aan landbouw te doen? om aan landbouw te doen: het houdt het
water lang genoeg vast zodat de wortels
van de planten het water en de
Lln. Vertellen wat de vruchtbaarste grond is voedingsstoffen kunnen opnemen.
en de minst vruchtbare Klei is ook geschikt om aan landbouw te

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 6
doen, maar het houdt het water te lang
vast. Daardoor kunnen planten soms
rotten. Dat kan opgelost worden door de
grond te draineren.
Zand en grind houden het water niet
voldoende vast, waardoor de wortels het
water niet kunnen opnemen en de
voedingsstoffen niet bij de planten
geraken.

Lkr. In landbouwlandschappen vind je zowel


horizontale als verticale relaties terug, wat
zijn horizontale relaties? Horizontale relatie de ligging en afstand
spelen een rol in de laag van de ruimte
Lln. Leggen uit wat horizontale relaties zijn. bv: de ligging van een bedrijfsterrein is
in de nabijheid van een autosnelweg
Lkr. En wat zijn dan verticale relaties?
Verticale relatie de landbouw wordt
Lln. Leggen uit wat verticale relaties. beïnvloed door de lagen daaronder de
landbouw is afhankelijk van de
Opdracht 10: horizontale en verticale onderliggende lagen bv: opp. gesteente,
relaties bodemvochtigheid, reliëf
Lkr. Bij welke landschapsvormende laag
hoort het landbouwlandschap? Een landbouwlandschap behoort tot
cultuurlandschappen
Lln. Beantwoorden de vraag

Lkr. Via Geopunt hebben jullie gezien dat


landbouwvelden vaak rond een
landbouwbedrijf liggen is dit dan een Omdat de ligging en afstand een
horizontale of verticale relatie? rolspelen en het dus een bedrijfsterrein
is, is dit een horizontale relatie
Lkr. Duid nu eens de horizontale relatie
tussen akkers en het landbouwbedrijf aan
op één van de tekeningen die je rechts ziet
afgebeeld.
Waarom heb je deze laag gekozen?

Omdat het terrein en dus de ligging de


Lkr. Bij welke landschapsvormende laag horizontale relatie is
hoort leem, klei, zand en grind?
En waarom behoort dit tot de bodem? Wat Leem, klei, zand en grind behoren tot de

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 7
gebeurt er in deze grond? bodem hier vestigen de wortels van de
planten zich in.

Lln. Vertellen bij welke landschapsvormende


laag dit hoort en waarom

Lkr. De bodem en landbouw hebben een


grote invloed op elkaar is dit een verticale of
horizontale relatie? Dit is een verticale relatie omdat de
landbouw wordt beïnvloed door de lagen
eronder. De landbouw is dus afhankelijk
Lkr. Duid nu met de juiste pijl de verticale van de onderliggende lagen.
relatie aan tussen bodem en landbouw.
Waarom plaatsen we deze pijl en niet de De landbouw is afhankelijk van de
andere? ondergrond.

Leerlingen kunnen de Slotfase Onderwijsactiviteit: Digitale methode


herhalingsoefeningen 5” Lkr. Jullie kunnen nu al beginnen aan de
zelfstandig maken oefeningen voor thuis in stilte.

Opmerkingen i.v.m. bijlagen:


 Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek.
 Indien gebruik gemaakt wordt van een digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit).
 Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 8
BORDSCHEMA

Onderzoeksvraag “door welke Waaraan denken jullie bij het woord


bodemsoort sijpelt volgens jullie het bodem en ondergrond?
water het traagst?” “mindmap”

Soorten gesteente
- Losse gesteente
- Vaste gesteente
Soorten bodem
- Leem
- Grind
- Zand
- Klei

Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 9
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 10
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 11
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 12
Lesontwerp Hogeschool UCLL – Lerarenopleiding – Vestiging Heverlee – Educatieve bachelor Secundair Onderwijs – Opleidingsfase 1 13

You might also like