You are on page 1of 5

Hoofdstuk 1: niemand is uniek

1. Weten waarover we praten: de juiste begrippen


1.1 Persoonlijkheid

Persoonlijkheid: Patroon van karakteristieke gedachten, gevoelens, gedragingen. onderscheidt de


ene persoon van de andere en blijft constant in de tijd.

Persoonlijkheidspsychologie:

Bestudeert verschillende aspecten van iemands persoonlijkheid

 temperament
 karakter
 constitutie

4kenmerken van begrip persoonlijkheid:

1. Gedragingen= we leiden de karakteristieke kenmerken van iemand af uit zijn gedrag


2. Uniek=mensen vertonen gelijkenissen met elkaar, maar we zijn uniek
3. Situatie=a.d.h.v. de situatie zullen andere eigenschappen tot uiting komen
4. Samenhangend geheel=persoonlijkheid is een geheel van persoonlijkheidseigenschappen

1.2temperament

Temperament: Aangeboren, typerend reactiepatroon, bepaalt iemands gedrag en blijft


grotendeels onveranderd tijdens het leven

MAAR: soms temperamentwijziging door ingrijpende veranderingen


Vb Overlijden familielid, moeder/vader worden

Temperament heeft te maken met:

 Intensiteit van gedrag (hevigheid)


 Bereidheid tot actie (snelheid ingaan op prikkel)
 Activiteitsniveau (energie in activiteiten)

Wordt mee bepaald door de cultuur waarin je geboren wordt

 Zuiden: emotioneler (warmer, meer betrokken)


 Noorden: koeler (afstandelijker, minder ingaan op prikkel)
Komt vb tot uiting bij gespreksafstand

1.3. karakter

Gedrag dat we bij een persoon waarnemen en benoemen


Waarnemen en benoemen = afhankelijk van omgeving, ingesteldheid van waarnemer/benoemer
Zelfde karakter kan anders benoemd worden in andere omgeving
1.4. Constitutie

Fysiek aspect van de persoonlijkheid:

 Lichaamsbouw
 Lichamelijk functioneren
 Verband tussen uiterlijk en persoonlijkheid
2.typologie: een middel om iemands persoonlijkheid te leren kennen

Typologie = Manier om personen te classificeren via hun karakteristieke gedragsstijl

3 methodes van typologie:

1. Hippocrates & Galenus: via verband tussen temperament & lichaamssappen


2. Kretschmer: op basis van constitutie
3. Sheldon: via verband tussen constitutie en temperament

Waarom iemands persoonlijkheid leren kennen?

1. Beter leren kennen in dagelijkse omgang


2. Iemands gedrag kunnen voorspellen in toekomstige situaties
3. Standvastigheid inschatten: iemands gedrag kunnen voorspellen in ALLE situaties
4. Ons eigen gedrag op dat van anderen afstemmen

Griekse arts Hippocrates van Kos:

 typologie volgens verhouding van vier lichaamssappen (humores):


1. Bloed
2. Gele gal
3. Zwarte gal
4. Slijm
 Lichaamssappen moeten in balans zijn om gezond te blijven
Uit balans = ziekte > dieet

Claudius galenus:

 Onderscheiden op basis van lichaamssappen 4 temperamenttypes:

1. Sanguinicus: meerderheid bloed > opgewekt (warm & vochtig)


2. Cholericus: meerderheid gele gal > opvliegend (warm & droog)
3. Melancholicus: meerderheid zwarte gal > zwartgallig (koud & droog)
4. Flegmaticus: meerderheid slijm > emotieloos (koud & vochtig)

Duitse psychiater Ernst Kretschmer in 1921: nieuwe kijk op persoonlijkheid:

 Patiënten met zelfde psychische aandoening:


hebben vaak zelfde lichaamsbouw (constitutie) & persoonlijkheid
 Bij mentaal gezonde mensen:
verband tussen lichaamsbouw en persoonlijkheid

Ernst Kretschmer: onderscheidt 3 persoonlijkheidstypes

pycnicus asthenicus athleticus


Dik Lang, mager Gespierd
Vriendelijk Nerveus Moedig
Manisch depressief Ziekte: schizofrenie Ziekte: gezond, maar soms
epilepsie
Kretschmers theorie nemen we nu NIET meer ernstig
Maar: wel nog in taalgebruik vb gezellige dikkerd
Sheldon: typologie via verband tussen constitutie en temperament

Amerikaanse psycholoog William Sheldon (20ste eeuw):

 Verband tussen constitutie & temperament


 Baseert zich op embryo & hoe dat zich ontwikkelt
 3 types lichaamsbouw – 3 ‘somatypes’:
1. Endomorfe type: zachte lichaamsrondingen > corpulent
2. Ectomorfe type: fragiel > mager
3. Mesomorfe type: vooral spieren > rechthoekige contouren
 3 temperamenttypes
1. Viscerotone type: = endomorf > kalm, sociaal, gezellig, tolerant
2. Cerebrotone type: = ectomorf > kwetsbaar, stil, introvert
3. Somatone type: = mesomorf > zelfverzekerd, moedig, overheersend

3. Persoonlijkheidsverschillen meten

Psychologen proberen menselijk gedrag te vatten in karakteristieke trekken = traits

Traits = blijvende persoonsgebonden karakteristieken die de ene mens onderscheiden van de andere

Trekbenadering = methodes om persoonlijkheidstrekken te meten

 Aanhangers van trekbenadering gaan ervan uit dat mensen van elkaar kunnen verschillen op
een kwantitatieve manier
 Persoonlijkheidsverschillen: deze persoon heeft meer x en minder y

3 theorieën van aanhangers van de trekbenadering:

1. Allport: adjectieven als persoonlijkheidstrekken


2. Cattell: 16 persoonlijkheidstrekken
3. Goldberg: The Big Five

Amerikaanse psycholoog Gordon Allport (20ste eeuw) :

 psychologisch onderzoek over de persoonlijkheid moet vertrekken vanuit adjectieven


waarmee mensen elkaar beschrijven
 Groepeert 4.500 veelgebruikte adjectieven
 Deelt die in in 3 categorieën (= 3 persoonlijkheidstrekken):
1. Centrale trekken: typeren hele persoonlijkheid
Vb Opgewekt
2. Gewone trekken: herkenbaar doorheen alle eigenschappen
Vb Eerlijk
3. Secundaire trekken: komen alleen in specifieke situatie voor
Vb Dapper bij een tegenslag

Engelse psycholoog Raymond Cattell (20ste eeuw):

 Werkt verder op adjectieven van Allport


 Gebruikt statistieken om in data patronen te zoeken
 Komt zo tot 16 persoonlijkheidstrekken/ factoren
 Maakt vragenlijst met scores om persoonlijkheidsprofiel op te stellen
Gebruikt voor personeelsselectie van het leger, maar deze systeem is niet meer in gebruik
Amerikaanse psycholoog Lewis Goldberg (20ste eeuw):

 Nieuw persoonlijkheidsonderzoek op basis van adjectieven waarmee mensen elkaar


beschrijven
 Komt tot 5 karaktertrekken: The Big Five
 Belangrijkste persoonlijkheidsmodel!
 Vijf persoonlijkheidstrekken: stabiel, maar kunnen evolueren met leeftijd vb altruïsme neemt
vaak toe

You might also like