You are on page 1of 3

Taal sessie 5

Taalbeschouwing – kijken naar taal en kijken naar taal als instrument.


Bv. Nadenken over wat je gebruikt? Wanneer je dialect gebruikt?

Kleuters - Juf, hond en kont dat rijmt

Doelenformulering
wat wil je met je aanpak/ activiteit stimuleren bij de kleuters?
= ontwikkelingsdoelen/ leerplandoelen (zie ook Krachtig Leren) geformuleerd per ‘net’
- vrije net: Katholiek onderwijs = ZILL
- Gemeenschapsonderwijs = GO
- Gemeentelijk/ stedelijk onderwijs = OVSG

ZILL

GO!

OVSG

 mondeling taaldoel KAN bij elke voorbereiding KA/ BA!


Verschil tussen spreken en verwoorden en in gesprek gaan.
Spreken en verwoorden
Bv. Iets zeggen als deze zijn te groot, deze zijn te klein.

In gesprek gaan
Bv. Wederkerigheid waar je informatie uitwisseld over wat je samen beleefd hebt.

2 groeiwijzers dus:
- TAALONTWIKKELING = ‘Ik leer in interactie gaan met anderen en ook nadenken over
taal’
- MUZISCHE ONTWIKKELING TAAL/DRAMA = ‘Ik leer muzisch omgaan met taal en
dramatisch spel’

Moppereend
3 jarige – meer op de woorden in gaan de eend word bozer dus de wolk word groter
4 jarige – heel veel elementen die niet hier en nu zijn
Via taal en KO
Megantisch is een goed voorbeeld van taalbeschouwing

Woeste willem
4 jarige – fantasierijk
5 jarige – lange teksten
Via taal en KO
Kraaiennest waarom noemt dat zo voorbeeld van taalbeschouwing

You might also like