Professional Documents
Culture Documents
4 : Zuur-base reacties
Stappenplan
1. Welke deeltjes zijn aanwezig?
2. Wat is het sterkste aanwezige zuur?
3. Wat reageert als base?
4. Noteer sterkste zuur + base links van de reactiepijl.
5. Is er sprake van meerwaardige zuur/base en wordt er gesproken over een
overmaat?
6. Reageer de deeltjes die ontstaan rechts van de reactiepijl en vul de juiste
coëfficiënten in.
Aandachtspunten
- Zouten : De negatieve ionen zijn bijna altijd de base in de reactie. Check wel
of het gebruikte zout oplosbaar is in water (Binas 45).
➔ Vb.1 : Iemand voegt een schepje CaCO3 toe aan zoutzuur. CaCO3 is een
slecht oplosbaar zout, dus in water splitsen de ionen niet en de formule is
dus CaCO3 (s).
➔ Vb. 2: Iemand voegt een schepje Na2CO3 toe aan zoutzuur. Na2CO3 is
een goed oplosbaar zout, dus Na+ (aq) en CO32- (aq) is aanwezig. In de
reactievergelijking links zet je CO32- als reagerend deeltje.
- Instabiele zuren: Er zijn 2 instabiele zuren, H2CO3 en H2SO3. Indien deze bij
een zuur-base reactie aan de rechterkant ontstaan moet je ze splitsen naar
respectievelijk H2O + CO2 voor H2CO3 en H2O + SO2 voor H2SO3.
Opdrachten om mee te oefenen - Stel zelf de juiste zuur-base reacties op.
5. Aanwezige deeltjes: H3O+ + NO3- (opgelost sterk zuur) en ZnS (slecht oplosbr.)
Let op! : Overmaat salpeterzuur en meerwaardige base!
Reactie : 2 H3O+ + ZnS → 2 H2O + H2S + Zn2+