Professional Documents
Culture Documents
Evidence-based pediatrics
de diagnose
Merit Tabbers,
Marc Benninga en
Marjolein Berger*
functionele
Drs. M.M. Tabbers, kinderarts
obstipatie
mdl, Emma Kinderziekenhuis/
amc, Amsterdam
Dr. M.A. Benninga, kinderarts
mdl, Emma Kinderziekenhuis/
amc, Amsterdam
Prof.dr. M.Y. Berger, huisarts,
Erasmus mc, Rotterdam, thans:
Universitair Medisch Centrum,
Groningen
Dr. N. Boluyt, kinderarts,
Emma Kinderziekenhuis/amc, Samenvatting
Amsterdam
(*Namens de richtlijnwerkgroep De diagnose obstipatie wordt gesteld op grond van een combinatie van
Obstipatie bij kinderen van 0 tot
18 jaar.)
symptomen en bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Bij twijfel wordt
regelmatig een buikoverzichtsfoto gemaakt. De kwalitatief betere studies
Leerdoelen:
laten echter geen meerwaarde zien van het maken van een buikover
Na het lezen van dit artikel:
−− kent u de toegevoegde zichtsfoto voor de diagnose obstipatie en de inter- en intraobserverva
waarde van het maken van riabiliteit is hoog. In de richtlijn obstipatie bij kinderen van 0 tot 18 jaar
een buikoverzichtsfoto voor
het stellen van de diagnose
wordt aanbevolen om geen buikoverzichtsfoto te maken om de diagnose
obstipatie; functionele obstipatie te stellen.
−− kent u de inter- en
intraobservervariabiliteit van
de buikoverzichtsfoto voor
Inleiding
het stellen van de diagnose Functionele obstipatie is de meest voorkomende gastro-intestinale aandoening
obstipatie; bij kinderen. Obstipatie is een klinische diagnose, bestaande uit een combinatie
−− kent u de landelijke van symptomen en bevindingen bij lichamelijk onderzoek. Er is geen gouden
aanbevelingen voor de
standaard om de diagnose te stellen, wat het onderscheid tussen ‘ziek’ en ‘niet ziek’
klinische praktijk ten aanzien
van het maken van een
minder duidelijk maakt. Internationale experts hebben daarom op basis van erva-
buikoverzichtsfoto voor ring en literatuur de rome-iii-criteria opgesteld waaraan kinderen moeten voldoen
het stellen van de diagnose om de diagnose obstipatie te kunnen stellen.
obstipatie. Soms heeft een kind te weinig kenmerkende symptomen om de diagnose obsti-
patie te kunnen stellen, maar is er toch een sterke verdenking. Dan ontstaat de
Trefwoorden
kinderen, functionele obstipatie,
vraag of aanvullend diagnostisch onderzoek zinvol is. Een veelgebruikte test is de
buikoverzichtsfoto, systematische buikoverzichtsfoto (boz). Er zijn verschillende scoringsmethoden om de diagnose
review, diagnostische test obstipatie op een buikoverzichtsfoto te kunnen stellen, waarvan de barr-score de
0 1 2 3 4 5
granulaire feces weinig of geen matig distaal veel distaal gehele colon
Tabel 1 Barr-score.
Een score ≥ 10 gaat in 80% van de gevallen gepaard met klinische klachten; een score van < 10 gaat niet met klachten gepaard.
meest gebruikte is (tabel 1). De vraag die gesteld wordt, is wat vooraf gedefinieerde klinische diagnose obstipatie of een goed
de waarde is van de buikoverzichtsfoto bij het stellen van de gedefinieerde uitkomst van follow-up.
diagnose functionele obstipatie. Deze vraag was onderdeel van
de richtlijn Obstipatie bij kinderen van 0 tot 18 jaar.1 Kwaliteitsbeoordeling van geselecteerde artikelen
Bij het interpreteren van de validiteit van de gemeten testkarak-
Methodologie teristieken in een onderzoek naar een diagnostische test, zijn de
volgende drie vragen relevant:
Zoekstrategie 1. Is de test getoetst in een groep patiënten bij wie de test
Er werd in eerste instantie gezocht naar systematische litera- in de praktijk gebruikt zal worden (klinisch relevante
tuuroverzichten van diagnostisch onderzoek. Gebruikte zoekter- populatie)?
men waren ‘constipation’ or ‘obstipation’ or ‘fecal impaction’ or Er kan een vertekenende selectie van patiënten zijn tenge-
‘coprostasis’ or ‘encopresis’ and ‘radiography, abdominal’. De volge van:
systematische literatuurstudies zijn beoordeeld op methodolo- −− selectie van de ‘sickest of the sick’ als patiënten (geeft een
gische kwaliteit (www.cochrane.nl). Wanneer een systematisch vertekend hoog percentage terecht positieven) en de ‘wellest
literatuuroverzicht als valide werd beoordeeld, werd aanvullend of the well’ als controles (geeft een vertekend laag percen-
naar diagnostisch onderzoek gezocht vanaf het jaartal waarin tage fout positieven);
de zoekactie in de review eindigde. Er werd naar (aanvullende) −− selectie van patiënten op basis van de uitslag van de index-
onderzoeken gezocht in de databases medline en embase tot juni test (vertekening onvoorspelbaar).
2008. Aanvullend werden de referentielijsten van de geïnclu- 2. Was de persoon die de uitslag van de indextest beoor-
deerde artikelen geraadpleegd. deelde geblindeerd voor de uitslag van de referentietest en
vice versa?
Selectie van artikelen Wanneer degene die een test interpreteert op de hoogte is
Gezocht werd naar (systematische literatuuroverzichten van) van de uitslag van de andere test, zal de overeenstemming
onderzoek naar de diagnostische waarde van de buikoverzichts- tussen beide uitslagen toenemen. Hierdoor neemt het
foto. Obstipatie moest gedefinieerd zijn. De indextest moest percentage terecht positieven toe en het percentage fout
vergeleken worden met een gouden standaard: een duidelijk positieven af.
Evidence-based pediatrics
Beckmann, 2001 A2/B cohort N=251 180/251 kinderen die zich presenteerden op de eerste hulp met
(71%) buikpijn waarbij boz werd verricht;
gemiddelde leeftijd 7 jr (range 4,4-11)
Leech, 1999 B Patiënt-controle N=100 33 cases, 66 kinderen (1 mnd-14 jaar) verwezen met obstipatie naar
controles tweede lijn
controlegroep: kinderen die ivp ondergingen i.v.m.
verdenking nierpathologie
Benninga 1995 A2/B Patiënt-controle N=206, waar- 57 cases; 44 kinderen (5-17 jaar) verwezen i.v.m. wisselend defecatie-
van 101 boz controles patroon, soiling, encopresis en buikpijn; 3 groepen:
1. Obstipatie: 2 van 4 criteria: defecatie < 3 per week,
> 2 soiling/encopresis per week, grote hoeveelheden
defecatie elke 7-30 dgn, een palpabele abdominale of
rectale massa (n=129, boz:57)
2. encopresis/soiling, geen andere criteria obstipatie
(n=54, boz 30)
3. controlegroep: recidiverend buikpijn (n=23, boz 14)
Barr 1979 B Patiënt-controle 30 cases; 12 30/42 kinderen verwezen i.v.m. obstipatie of recidiverende
controles buikpijn met volgende klachten: ‘pellet stools’, persen,
defecatiefrequentie < 3 per week, rectaal bloedverlies,
grote hoeveelheden, palpabele abdominale of rectale
massa.
Controles: kinderen van 3 tot 12 jaar verwezen op
verdenking van loodintoxicatie waarbij een boz was
gemaakt, die geen buikpijn of obstipatie hadden en een
serumloodspiegel van <50mg/ml
Exclusie: soiling
De Lorijn 2006 B Patiënt-controle N=89 52 cases; 37 Alle kinderen met obstipatie die voldeden aan rome-iii-
controles criteria verwezen naar 3e lijn
Controlegroep; kinderen met fecale incontinentie of
buikpijn
boz, obstipatie- symptomen (vg met gastro- 61% 55% n.v.t. sens./spec. zelf
score volgens intestinale problemen; duur berekend
Blethyn van buikpijn; defecatiepatroon;
persen bij defecatie; consisten-
tie; medicatie)
boz, score klinische diagnose obstipatie, 76% 75% intraobserverovereenstemming intra- en interob-
volgens Leech, niet nader gespecificeerd (Wilcoxon matched-pairs signed ranks serverovereen-
score > 8 test: p=0,12-0,69) stemming, door
obstipatie interobserver variabiliteit (Friedman drie beoordelaars
two-way analysis of variance) chi-square
= 44,205, df=2, p<0,05
boz (score klinische diagnose obstipatie: 2 60% 43% interobserverovereenstemming twee beoorde-
volgens Barr; > van 4 criteria: defecatie < 3 per voor twee verschillende boz waarbij laars; sensitiviteit
9 obstipatie) week, soiling/encopresis > 2 per verschillende segmenten van colon heeft betrekking
week, grote hoeveelheden defe- werden gescoord: κ=0,28 (1e beoorde- op obstipatie en
catie elke 7-30 dgn., palpabele laar), κ=0,60 (2e beoordelaar) soiling.
abdominale of rectale massa; interobserver overeenstemming barr-
klinische diagnose encopresis: score > 9: κ=0,22 (1e beoordelaar),
onwillekeurige defecatie in κ=0,25 (2e beoordelaar)
onderbroek of andere ongebrui-
kelijke locatie > 2 maal per week,
leeftijd > 4 jaar, geen andere
organische oorzaak
boz (score obstipatie volgens de 75% 59% PVW: 72% boz tweemaal
Leech) rome -iii-criteria NVW: 63% gescoord door drie
intraobserverovereenstemming 1,2,3 beoordelaars
resp. 0,7; 0,03; -1,6 (p resp.: 0,89;
0,0005; < 0,0001)
interobserver overeenstemming: mean
of difference: 2 t.o.v. 1: 2,9 (p<0,0001),
3 t.o.v. 1: 2,7 (p<0,0001).
Evidence-based pediatrics
3. Was de referentietest een goede maat voor de werkelijke symptomen van obstipatie. De beoordelaars van de buikover-
status (ziek of niet-ziek) van de patiënt? Bij het evalueren zichtfoto’s waren niet op de hoogte van de klinische informatie.
van tests die het onderscheid moeten maken tussen een De Leech-methode verdeelt het colon in drie segmenten, het
kind met en een kind zonder obstipatie treden verschil- rechter colon, het linker colon en het rectosigmoïd. Elk segment
lende problemen op. Wat is een goede referentietest? kan gescoord worden van 0-5. Bij 0 is er geen zichtbare feces, bij
Obstipatie is een klinisch syndroom, gedefinieerd door de 5 ernstige fecale retentie met darmdilatatie. Dit resulteert in een
aanwezigheid van klachten. De klinische diagnose zou dus score van 0 tot 15 (maximum). Een totale score van 9 of meer is
de referentietest moeten zijn. Maar de klinische definitie als afkapwaarde genomen voor de diagnose obstipatie. In dit
varieert en het is onbekend welke definitie het best voor- onderzoek zijn de sensitiviteit en specificiteit respectievelijk 75
spelt hoe het beloop van de klachten zal zijn; alleen het en 59% (lr 1,8). De positief voorspellende waarde en de negatief
beloop van de klachten kan uiteindelijk duidelijk maken of voorspellende waarde waren respectievelijk 72 en 37%.
het daadwerkelijk om obstipatie gaat. Daar er geen opti-
male referentietest voor obstipatie is, wordt slechts de eis Uit verschillende hiervóór genoemde onderzoeken blijkt dat
gesteld dat de referentietest goed beschreven is. Door in de reproduceerbaarheid van het scoren van fecale retentie op
een onderzoek naar een diagnostische test zieken te kiezen een buikoverzichtsfoto slecht is (tabel 3). Eenzelfde onderzoeker
met alleen maar obstipatie die voldoen aan de rome-iii- scoorde eenzelfde foto niet altijd gelijk en verschillende onder-
criteria en controles zonder een enkele obstipatieklacht, zoekers scoorden eenzelfde buikoverzichtsfoto verschillend.
kies je de ‘sickest of the sick’ en de ‘wellest of the well’ en zal
de terecht positieve ratio te hoog zijn en de fout positieve Conclusie
ratio te laag. Onderzoek waarin niet geblindeerd is, of waar Een systematische review van goede kwaliteit laat zien dat een
het onduidelijk is of er geblindeerd is, zijn beoordeeld als buikoverzichtsfoto geen aanvullende waarde heeft voor het
van slechte kwaliteit. Onderzoek waar wel geblindeerd is stellen van de diagnose obstipatie. Dit wordt bevestigd in een
maar waar de mogelijkheid van selectiebias bestaat, zijn onderzoek van goede kwaliteit (Lorijn) dat na de review werd
beoordeeld als van matige kwaliteit. gepubliceerd.