You are on page 1of 51

Onderzoeksverslag

Van A naar DiaBeter

Juni 2022, Amsterdam

Sacha de Boer, Farah May, Youri van der Kuij en


Lot Sturkenboom - 5 VWO
Informatie
Auteurs
Sacha de Boer (17 jaar), klas 5v2, groepsleider
Farah May (16 jaar), klas 5v3
Lot Sturkenboom (17 jaar), klas 5v3
Youri van der Kuij (15 jaar), klas 5v4

Opdrachtgever
Ancora Health, vertegenwoordigt door José Castela Forte,
co-oprichter van het bedrijf en hoofd van Health Science.
Ancora Health is een digital health start-up die preventieve gezondheidsplannen aanbiedt.
Dit willen zij bereiken door advies te geven over hoe zij hun leefstijl kunnen verbeteren.
E-mail: jose@ancora.health
Facebook/Instagram: ancorahealth

Expert
Antoinette de Koningh, praktijkondersteuner diabetes mellitus bij de huisartsenpraktijk
Amsterdam Slotervaart. Namens de huisarts houd ze de controle bij van de glucosewaarde
van patiënten en de behandeling die hier bij hoort. Verder zijn haar kwalificaties onder meer
het monitoren van diabetes, hart- en vaatziekten, astma, copd en het helpen van stoppende
rokers.
E-mail: Antoinette.praktijkslotervaart@gmail.com

Docenten
G. van Soelen, Technator & Docent O&O
E-mail: gvansoelen@calandlyceum.nl

D. Lembekker, Technator & Docent O&O


E-mail: dlembekker@calandlyceum.nl

Data
Dit project loopt van 7 februari 2022 tot 15 juni 2022

1
Samenvatting
Ancora Health is een bedrijf dat zorgprogramma’s levert die helpen met het voorkomen van
bepaalde ziekten. Momenteel zijn ze bezig met het ontwikkelen van een programma voor
leefstijlverandering waarmee (toekomstige) diabetespatiënten kunnen worden geholpen. Om
dat programma beter in te richten op de huidige Nederlandse diabeteszorg, moet er
onderzoek worden gedaan naar het zorgpad van iemand met diabetes type 2. Dat
onderzoek moet zich richten op zowel eerste- als tweedelijns behandelingen (zie pagina 3
voor de begrippenlijst) van diabetes type 2 die in Nederland worden gebruikt. Aan de hand
van de resultaten van dat onderzoek moet een flowchart opgeleverd worden waaruit
duidelijk op te maken is welk zorgpad de diabetespatiënten in Nederland doorlopen. Met die
flowchart kan Ancora hun leefstijlprogramma optimaliseren en meer mensen helpen.

2
Begrippenlijst
In dit hoofdstuk zijn enkele begrippen vermeld die van belang zijn bij het begrijpen van dit
Plan van Aanpak. Veel van deze begrippen zijn relevant in de wereld van diabeteszorg en
zijn daarmee ook relevant voor deze opdracht.

Comorbiditeit:
Comorbiditeit is een begrip dat wordt gebruikt bij een patiënt die op hetzelfde moment twee
of meer aandoeningen heeft. In het geval van diabetes type 2 komt comorbiditeit veel voor.
Patiënten hebben vaak last van aandoeningen als atriumfibrilleren en COPD.1

Diagnose:
Een diagnose is de medische oorzaak van symptomen. Als een dokter een diagnose heeft
gesteld, dan kan er een behandelplan worden opgesteld.2

Exacerbatie/escalatie:
Exacerbatie of escalatie is het toenemen van het aantal symptomen bij een persoon met een
chronische aandoening. De situatie van de patiënt verslechtert bij exacerbatie vaak vrij
plotseling. Dat kan komen doordat de patiënt niet meer of minder goed reageert op een
gegeven behandeling, of omdat de patiënt last krijgt van een comorbide aandoening.3

Eerstelijnsbehandeling:
De eerstelijnsbehandeling is een standaardbehandeling voor een ziekte of aandoening.
Deze behandeling is gericht op het genezen van de patiënt of op het afzwakken van
ziekteverschijnselen. Een eerstelijnsbehandeling is het primaire proces bij het behandelen
van de meeste aandoeningen.4

Tweedelijnsbehandeling:
De tweedelijnsbehandeling is als het ware een back-up-plan voor de eerstelijnsbehandeling.
Het is een zware behandeling die vaak veel bijwerkingen heeft. Het wordt daarom alleen
gebruikt indien strikt noodzakelijk. De tweedelijnsbehandeling wordt over het algemeen
alleen ingezet bij het falen van de eerstelijnsbehandeling.5

Preventieve gezondheidsplannen:
Preventieve gezondheidsplannen richten zich op het voorkomen van ziektes, in plaats van
op het genezen, bijvoorbeeld door het promoten van een gezonde leefstijl.6

1 Comorbiditeit bij diabetes type 2. (2022). Huisarts & Wetenschap. Geraadpleegd op 2 maart 2022,
van https://www.henw.org/artikelen/comorbiditeit-bij-diabetes-type-2
2 Diagnose. (2019, 27 mei). Simpto.nl. Geraadpleegd op 2 maart 2022, van
https://www.simpto.nl/diagnose/
3 Exacerbatie. (2022). Radboudumc. Geraadpleegd op 2 maart 2022, van
https://www.radboudumc.nl/patientenzorg/aandoeningen/copd/exacerbatie
4 Wikipedia-bijdragers. (2020, 19 augustus). Eerstelijnsbehandeling. Wikipedia. Geraadpleegd op 2
maart 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerstelijnsbehandeling
5 Wikipedia-bijdragers. (2021, 1 juni). Tweedelijnsbehandeling. Wikipedia. Geraadpleegd op 2 maart
2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweedelijnsbehandeling
6 Preventieve gezondheid. (2022). Dr. Rath Health Alliance. Geraadpleegd op 2 maart 2022, van
https://www.dr-rath-health-alliance.org/nl/preventieve-gezondheid/

3
Inhoudsopgave
Informatie 1
Auteurs 1
Opdrachtgever 1
Expert 1
Docenten 1
Data 1

Samenvatting 2

Begrippenlijst 3

Inhoudsopgave 4

1. Inleiding 6
§1.1 Probleemstelling 6
§1.2 Opdrachtgever 6
§1.3 Opdracht 7
§1.3.1 Hoofdvraag 7
§1.3.2 Deelvragen 7

2. Theoretisch kader 8
§2.1 Diabetes type 1 8
§2.2 Diabetes type 2 8
§2.3 Prediabetes 8

3. Onderzoeksopzet 9

4. Resultaten 10
§4.1 Hoe wordt diabetes type 2 gediagnosticeerd? 10
§4.2 Welke eerstelijnsbehandelingen zijn er voor mensen met diabetes type 2? 11
§4.3 Welke comorbiditeiten en exacerbaties komen in Nederland voor, bij
diabetespatiënten? 13
§4.4 Welke tweedelijnsbehandelingen zijn er voor diabetespatiënten met exacerbaties
en/of comorbiditeiten? 15
§4.5 Wat vinden artsen van het huidige zorgpad en wat zouden ze willen veranderen? 16
§4.6 Hoe ervaren diabetespatiënten het huidige zorgpad en wat zouden ze willen
veranderen? 17
§4.7 Hoe verschilt het Nederlandse zorgpad van iemand met diabetes type 2 van dat
van andere landen? 20
§4.8 Zorgpad diabetes type 2 20
Toelichting infographic: 23

5. Conclusie 27

6. Discussie 28

7. Aanbevelingen 29

8. Literatuurlijst 30

9. Bijlagen 31

4
§9.1 Interview Antoinette de Koningh (expert) 31
§9.2 Interview mevrouw en meneer K. 35
§9.3 Interview mevrouw D. 39
§9.4 Interview meneer H. 45

5
1. Inleiding
Het team bestaat uit Farah May, Sacha de Boer (teamleider), Youri van der Kuij
(waarnemend teamleider) en Lot Sturkenboom. Zij doen deze opdracht vanuit de vijfde klas
van het vwo van het Calandlyceum Technasium. Op dit Technasium volgen zij het vak
Onderzoeken en Ontwerpen, al vanaf de eerste klas. Binnen dit vak worden competenties
en vaardigheden ontwikkeld, zoals creativiteit, inventiviteit, het nemen van initiatief en
proces- en kennisgericht werken, belangrijke elementen voor de toekomst. Dit wordt gedaan
in projectvorm, waarbij de leerlingen een onderzoek uitvoeren of een ontwerp maken voor
een opdrachtgever. Daar is dit project uit voortgekomen. In opdracht van Ancora, over wie
onderstaand verder wordt uitgebreid, heeft het team een onderzoek uitgevoerd met
betrekking tot het zorgpad van diabetespatiënten in Nederland.

§1.1 Probleemstelling
Er komen steeds meer diabetespatiënten in Nederland. Dit is een groot probleem, de
volksgezondheid gaat hierdoor namelijk sterk achteruit. Gezien de vele negatieve gevolgen
van diabetes, zoals een constante droge mond en een sterk tekort aan energie, is het niet
wenselijk dat de hoeveelheid diabetespatiënten in Nederland toeneemt. Er wordt in
Nederland niet genoeg gedaan om deze hoeveelheid te verminderen. Het aantal patiënten is
met de huidige aanpak namelijk niet makkelijk te verminderen. Op dit moment worden er pas
aanpassingen gemaakt aan het leven van een patiënt op het moment dat ze
gediagnosticeerd worden met diabetes. Preventieve zorg kan ervoor zorgen dat mensen
hulp kunnen krijgen met het voorkomen van diabetes. Er is helaas online niet genoeg
informatie beschikbaar om mensen te kunnen helpen met preventieve diabeteszorg. Het is
erg moeilijk om aan deze informatie te komen zonder contact op te nemen met experts.
Preventieve zorgbedrijven hebben alleen geen tijd om een nauwgezet onderzoek uit te
voeren naar diabetes. Het is hierdoor in Nederland niet mogelijk om online een preventief
zorgprogramma te volgen om het krijgen van diabetes te voorkomen. Dat is zonde,
dergelijke programma’s kunnen namelijk de Nederlandse volksgezondheid sterk verbeteren.

§1.2 Opdrachtgever
Ancora is een digital health start-up
die preventieve gezondheidsplannen
aanbiedt. Ancora is in 2019 opgericht
in Groningen. Het contactpersoon
binnen het bedrijf is José Castela
Forte, één van de co-oprichters van
Ancora en het hoofd van Health
Science. José heeft een master
geneeskunde gecombineerd met een
doctoraat in machine learning,
anesthesiologie, intensive care en
thoraxchirurgie van de Universiteit
Groningen. Zijn passie is het
innoveren van de zorg en het
dichterbij brengen van intra- en
Figuur 1: De opdrachtgever; José Castela Forte

6
extramurale zorg door het combineren van menselijke factoren, kunstmatige intelligentie en
medische kennis.
Het doel van Ancora is om mensen te helpen met het voorkomen van ziektes en
aandoeningen door advies te geven over hun leefstijl (voeding, beweging en dergelijke). Het
is belangrijk om hierbij te realiseren dat voorkomen iets anders is dan genezen: waar veel
medische bedrijven zich bezighouden met medicijnen maken en adviezen geven zodat
mensen niet zieker worden, houdt Ancora zich bezig met het voorkomen dat mensen ziek
worden. In dat opzicht is het bedrijf vrij uniek in Nederland.

§1.3 Opdracht
De opdracht is om uit te zoeken hoe in Nederland het zorgpad van patiënten met diabetes
type 2 verloopt, van diagnose naar eerste- en tweedelijnsbehandeling bij eventuele
exacerbaties. Het belang van de opdrachtgever hierbij is het beter begrijpen van de huidige
diabeteszorg om erachter te kunnen komen hoe Ancora die zorg het beste kan aanvullen.
Om achter te komen hoe dit zorgpad eruit ziet wordt er contact opgenomen met experts op
het gebied van diabetes, er wordt ook contact opgenomen met diabetespatiënten. De
experts kunnen de vragen over het Nederlandse zorgpad beantwoorden en de patiënten
kunnen vertellen hoe zij dat zorgpad hebben ervaren. Met de informatie die vergaard wordt
uit de interviews worden de hier onderstaande deelvragen beantwoord. Op basis van de
antwoorden van deze vragen wordt er een infographic opgesteld van het zorgpad van
Nederlanders met diabetes type 2. Aan de hand van deze infographic en wat aanvullende
informatie uit de interviews wordt vervolgens de hoofdvraag beantwoord.

§1.3.1 Hoofdvraag
Hoe verloopt het huidige zorgpad van iemand met diabetes mellitus type 2 in Nederland en
op welke punten kan dat zorgpad worden verbeterd met preventieve zorg?

§1.3.2 Deelvragen
1. Hoe wordt diabetes type 2 gediagnosticeerd?
2. Welke eerstelijnsbehandelingen zijn er voor mensen met diabetes type 2?
3. Welke comorbiditeiten en exacerbaties komen in Nederland voor, bij
diabetespatiënten?
4. Welke tweedelijnsbehandelingen zijn er voor diabetespatiënten met exacerbaties
en/of comorbiditeiten?
5. Wat vinden artsen van het huidige zorgpad en wat zouden ze willen veranderen?
6. Hoe ervaren diabetespatiënten het huidige zorgpad en wat zouden ze willen
veranderen?
7. Hoe verschilt het Nederlandse zorgpad van iemand met diabetes type 2 van dat van
andere landen?
8. Welke verbeteringen in de preventieve diabeteszorg zijn er mogelijk voor het
Nederlandse zorgpad van diabetespatiënten?

7
2. Theoretisch kader
§2.1 Diabetes type 1
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte waarbij het afweersysteem van patiënten de
alvleeskliercellen die insuline aanmaken aanvalt. Daardoor heeft de patiënt niet meer
genoeg insuline, terwijl dat nodig is om de bloedsuikerspiegel te reguleren. Symptomen van
diabetes type 1 zijn onder andere veel dorst, vaak een volle blaas hebben en afvallen
zonder verklaring. Mensen die lijden aan diabetes type 1 moeten bij alles wat ze eten hun
bloedsuikerspiegel bekijken en berekenen hoeveel insuline ze nodig hebben, waarna ze de
juiste hoeveelheid moeten inspuiten.7

§2.2 Diabetes type 2


Diabetes type 2 is de meest voorkomende vorm van diabetes in Nederland. De kans op
deze vorm van diabetes wordt onder
andere groter naarmate een persoon
minder actief wordt. De voornaamste
oorzaken van diabetes zijn een tekort
aan beweging, overgewicht,
ongezonde voeding, ouderdom en
roken. Ook kan diabetes type 2
erfelijk zijn. Veel van deze oorzaken
hebben te maken met de levensstijl
van patiënten, waarbij Ancora kan
helpen. Zij kunnen mensen helpen
hun levensstijl aan te passen om hun
kans op diabetes type 2 te verlagen.
De lichamen van mensen met
diabetes type 2 reageren niet goed op
het hormoon insuline. Er blijft hierdoor
veel suiker in het bloed van de
patiënten zitten, met - soms fatale -
gevolgen voor de gezondheid van de
patiënt.

§2.3 Prediabetes
Prediabetes is een soort diabetes die voorafgaat aan diabetes type 2. In dit stadium reageert
het lichaam al zwakker op insuline dan gewoonlijk, maar nog niet zo slecht als bij diabetes
type 2. Bloedsuikerwaardes zijn ook hoger dan gewoonlijk, maar nog niet zo hoog als bij
diabetes type 2. Prediabetes gaat zonder behandeling vaak over in diabetes type 2. Met de
juiste aanpak is het echter mogelijk om dit te voorkomen. Symptomen van prediabetes zijn
een verhoogd bloedsuikergehalte en (lichte) oogschade.

7 Het Diabetes Fonds. (2022). Verschillende soorten diabetes. Diabetesfonds. Geraadpleegd op 16


maart 2022, van https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/soorten-diabetes

8
3. Onderzoeksopzet
Om het zorgpad van een diabetes type 2 patiënt in kaart te brengen, wordt er
literatuuronderzoek gedaan en worden er interviews afgenomen bij artsen en patiënten. In
het literatuuronderzoek worden de volgende vragen beantwoord:
1. Hoe wordt diabetes type 2 gediagnosticeerd?
2. Welke eerstelijnsbehandelingen zijn er voor mensen met diabetes type 2?
3. Welke comorbiditeiten en exacerbaties komen in Nederland voor, bij
diabetespatiënten?
4. Welke tweedelijnsbehandelingen zijn er voor diabetespatiënten met exacerbaties
en/of comorbiditeiten?
5. Hoe verschilt het Nederlandse zorgpad van iemand met diabetes type 2 van dat van
andere landen?
6. Welke verbeteringen in de preventieve diabeteszorg zijn er mogelijk voor het
Nederlandse zorgpad van diabetespatiënten?

Aan de hand van een semigestructureerd interview dat wordt afgenomen bij artsen en
patiënten worden de volgende vragen beantwoord. Dit houdt in dat een deel van de vragen
vaststaan voorafgaand aan het interview. De volgorde waarin de vragen gesteld worden is
flexibel, de respondenten kunnen volledig vrij antwoorden en de interviewer kan doorvragen
op antwoorden.
Vragen voor artsen:
1. Wat doet u met diabetes type 2?
2. Hoe wordt diabetes type 2 gediagnosticeerd in uw praktijk?
3. Hoe wordt duidelijk om welk type diabetes het gaat?
4. Wat raadt u meestal aan als eerstelijnsbehandeling?
5. Welke comorbiditeiten ziet u vaak bij diabetes en hoe behandelt u die?
6. Wat vindt u van het huidige zorgtraject voor diabetespatiënten en wat zou u willen
veranderen?
7. Zou u open staan voor een nieuw, online programma om diabetes tegen te gaan?

Vragen voor patiënten:


1. Hoe bent u gediagnosticeerd?
a. Probeer hier een goede beschrijving te krijgen: wanneer, op welke leeftijd,
hoe (per toeval, werden opgeroepen voor screening, etc. Kijk naar hoe het nu
in de richtlijnen staat: mensen boven de 45 jr met overgewicht, van enige
niet-Nederlandse afkomst, etc.)
2. Hoe begon uw behandeling? Hoe lang duurde het voordat u van orale medicatie naar
insuline ging (als dat het geval is)?
a. Wat gebeurde er daarna (probeer hier een duidelijk beeld te krijgen van de
ervaring van de patiënt)?
3. Hoe goed werd alles aan u uitgelegd?
4. Werd u geadviseerd om leefstijlverandering als eerstelijnsbehandeling te proberen?
5. Welke dingen zouden er volgens u kunnen worden verbeterd aan het traject van
diabetespatiënten?

9
4. Resultaten
§4.1 Hoe wordt diabetes type 2 gediagnosticeerd?
Om diabetes type 2 (DM2) te diagnosticeren moet eerst diabetes bij een patiënt
gediagnosticeerd worden. Dit wordt door een arts gedaan door twee keer een
bloedsuikermeting uit te voeren bij de patiënt. Voor deze bloedsuikermetingen moet de
patiënt eerst acht tot tien uur niks eten en alleen water drinken. Als er na deze acht tot tien
uur vasten uit beide bloedsuikertesten blijkt dat de patiënt een bloedsuikerconcentratie van
7,0 mmol/L of hoger heeft, dan heeft deze patiënt diabetes. Als iemand deze
bloedsuikerconcentratie heeft zonder eerst gevast te hebben, is er niet direct sprake van
diabetes. Wanneer een persoon die niet gevast heeft een bloedsuikerconcentratie boven de
11 mmol/L heeft, heeft deze persoon waarschijnlijk wel diabetes.
Als er vastgesteld is of een patiënt diabetes heeft is het vervolgens zaak om de soort
diabetes te bepalen. In het geval van DM2 kan dit bepaald worden aan de hand van
bloeddruktesten en testen op bloedvetgehalte. Bloeddruk kan gemeten worden met een
bloeddrukmeter en het bloedvetgehalte kan door een arts getest worden, net als
bloedsuikerconcentratie. Voor de test op bloedvetgehalte moet voorafgaand aan de test
twaalf uur gevast worden. Wanneer er sprake is van diabetes type 1 wordt dit waarschijnlijk
op jonge leeftijd gediagnosticeerd, omdat je het al snel merkt wanneer iemand geen insuline
aanmaakt. Type 2 komt vaak pas op latere leeftijd voor. Dan maakt iemand niet meer
genoeg insuline aan.8,9
Aanleidingen voor testen op diabetes kunnen klachten, screening of aandoeningen die door
diabetes veroorzaakt worden, zijn.10

8 BMC Health Services Research. (2020, mei). Diabeteszorg Oekraïne [Flowchart].


https://www.researchgate.net/figure/Schematic-indicating-the-pathways-through-care-for-type-2-
diabetes-cases-in-Poltava_fig1_341296043
9 Diabeteszorg VS. (2016). [Flowchart]. https://www.researchgate.net/figure/Care-pathway-for-
treatment-of-type-2-diabetes-1-A1c-glycated-haemoglobin-HbA-1c_fig1_290508258
10 Gezondheid en wetenschap. (2021, 20 oktober). Te veel cholesterol en vetten in het bloed ·
Gezondheid en wetenschap. gezondheidenwetenschap.be
https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/te-veel-vetten-in-het-bloed#:
%7E:text=Bloedonderzoek,moet%20je%2012%20uur%20vasten.

10
§4.2 Welke eerstelijnsbehandelingen zijn er voor mensen met diabetes
type 2?
Te weinig lichaamsbeweging en overgewicht spelen een belangrijke rol in het ontstaan en
de progressie van diabetes mellitus type 2 (DM2). Een gezonde leefstijl vormt daarom de
basis van de behandeling van DM2 gedurende het hele ziektebeloop. Dit wordt dan vaak in
samenwerking gedaan met de diëtist, fysiotherapeut en podotherapeut; iemand die zich met
de therapeutische of paramedische kant van de voetverzorging bezighoudt.
DM2 patienten krijgen over het algemeent het advies om niet te veel en gezond te eten en
tenminste drie kwartier per dag matig intensieve, lichamelijke inspanning te verrichten.
Daarnaast wordt sterk geadviseerd te stoppen met roken. Dat is omdat door diabetes je
bloedvaten stugger en dikker worden en daardoor beschadigen ze sneller. Aan die
beschadigingen blijven onder andere cholesteroldeeltjes hangen. Daardoor worden de
bloedvaten smaller en stroomt het bloed er minder goed doorheen. De nicotine in sigaretten
heeft hetzelfde effect. Het beschadigt de bloedvaten en zorgt ervoor dat ze eigenlijk
voortdurend in staat van lichte ontsteking zijn. Dit betekent dubbel zoveel kans op hart en
vaatziekten.11,12,13,14
Naast leefstijlverandering wordt er vaak ook gestart met medicamente behandeling om de
patiënten een stapje op weg te helpen. Hier wordt onderscheid gemaak tussen patiënten
met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en mensen zonder dit verhoogde risico (zie
tabel 1):
- HbA1c is hemoglobine (van de rode bloedcellen) waaraan glucose bindt, in plaats
van de zuurstof die het normaal bindt. Hoe hoger de concentratie glucose in het
bloed, hoe meer glucose er aan hemoglobine zal binden. Met behulp van
leefstijlverandering zal onder andere de waarde HbA1c in het bloed moeten dalen,
maar wanneer deze waarde boven de 53 mmol/mol ligt, zal er
bloedglucoseverlagende medicatie gebruikt worden. Elke 2 tot 4 weken kan de
dosering verhoogt worden aan de hand van glucosewaarden. Patiënten zonder
verhoogd risico krijgen metformine. Patiënten mét hoger risico starten met SGLT2-
remmers.
- Bij glucosewaarden hoger dan 20 mmol/L en klachten als gevolg van hyperglykemie
(dorst, polydipsie, polyurie, vermagering) op moment van diagnose kan direct gestart
worden met dagelijkse toediening van insuline.

11 LUMC. (2014, 18 augustus). Diabetes mellitus type 2 | LUMC.


https://www.lumc.nl/patientenzorg/praktisch/patientenfolders/Diabetes-mellitus-type-2#:%7E:text=De
%20diagnose%20diabetes%20mellitus%20wordt,is%20sprake%20van%20diabetes%20mellitus.
12 NGH-standaard. (2021, november). Diabetes mellitus type 2 [pdf].
13 Hasselaar, J. (2022). Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn | Nivel. Nivel. https://www.nivel.nl/nl/nivel-
zorgregistraties-eerste-lijn/nivel-zorgregistraties-eerste-lijn
14 UZ Leuven. (2021, oktober). Roken. https://www.uzleuven.be/nl/diabetes-mellitus/roken

11
Tabel 1. Verhoogd risico hart- en vaatziekten. Geraadpleegd van NGH-standaard.
(2021, november). Diabetes mellitus type 2 [pdf].

12
§4.3 Welke comorbiditeiten en exacerbaties komen in Nederland voor,
bij diabetespatiënten?
DM2-patiënten hebben een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen, ook wel
aandoeningen die iets te maken hebben met het hart. Vooral vrouwen met DM2 komen vaak
te overlijden als gevolg van hart- en vaatziekten. Mannen met diabetes type 2 zijn uiteraard
ook vatbaarder voor deze cardiovasculaire aandoeningen.
Ook kan DM2 in veel gevallen voor chronische nierschade zorgen. Helaas wordt er verwacht
dat diabetespatiënten steeds vaker last zullen krijgen van nierschade, omdat de groep
mensen met DM2 steeds jonger wordt. Door deze afname van leeftijd bij patiënten wordt de
kans op chronische nierschade als gevolg van DM2 steeds groter.
Daarnaast blijkt ook dat patiënten met diabetes type 2 een verhoogde kans hebben om last
te krijgen van vormen van neuropathie, de aantasting van het zenuwstelsel. DM2-patiënten
zullen vooral last krijgen van hun perifere zenuwen. Dat zijn de zenuwen die buiten het
centrale zenuwstelsel liggen.
Ook de hoeveelheid amputaties van de voeten en tenen is bij patiënten met diabetes type 2
veel groter dan bij mensen die niet aan de aandoening lijden. Dit komt door een
verslechterde doorbloeding in deze lichaamsdelen. De slechtere doorbloeding is gerelateerd
aan de verhoogde vatbaarheid voor hart- en vaataandoeningen.
Ten slotte heeft 14% van DM2-patiënten last van retinopathie. Deze aandoening aan de
ogen kan zorgen voor slechtziendheid of in extreme gevallen zelfs blindheid. Om dit te
voorkomen worden mensen met DM2 enkele keren per jaar gevraagd om een oogscan af te
laten nemen. Uit deze oogscan kan blijken dat de patiënt medische hulp nodig heeft om de
ogen te beschermen.

Bij mensen met DM2 komen bepaalde andere aandoeningen vaker voor dan bij de rest van
de mensen. In de onderstaande tabel worden enkele ziekten aangegeven die statistisch
gezien vaker voorkomen bij mensen met DM2, zoals overgewicht en adipositas (ernstig
overgewicht). In de kolom met het %-teken staat het percentage DM2-patiënten met de
aandoening en in de kolom met SMR staat de gestandaardiseerde morbiditeitsratio: een
getal dat aangeeft hoeveel vaker de aandoening voorkomt bij mensen met diabetes dan bij
mensen zonder diabetes met gemiddeld dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht. Een SMR
van 7,1 betekent dus dat de aandoening 7,1 keer zo vaak voorkomt bij een groep mensen
met diabetes als bij een groep mensen zonder diabetes in dezelfde leeftijdsgroep en met
dezelfde gender-verhoudingen.15

Omschrijving % SMR

Adipositas (BMI > 30) 8,3 7,1

Retinopathie (oogaandoening) 5,9 6,5

Zwangerschap met verhoogd risico 1,1 6,1

Multiple aangeboren afwijkingen 1,0 5,4

Mentale retardatie/intellectuele achterstand 2,8 4,4

15 Diabetes Vereniging Nederland. (2021, juni). Diabetes en roken. https://www.dvn.nl/diabetes-en-


roken

13
Schizofrenie 1,3 4,2

Ziekte(n) zweetklieren 1,1 4,0

Cirrose/andere leverziekte 4,2 4,0

Overgewicht (27 < BMI < 30) 2,6 3,6

Erfelijke hemolytische anemie (aandoening aan de 1,1 3,0


rode bloedcellen)
Tabel 2. Comorbiditeiten diabetes type 2

Andere comorbiditeiten die veel voorkomen, zijn depressie, seksuele disfunctie, infecties en
kanker:10
Depressie komt 2 keer vaker voor bij mensen die diabetes hebben, dan bij mensen die het
niet hebben. Ook komt diabetes-distress voor bij zo’n 10 tot 30 procent van de
diabetespatiënten. Dit is anders dan depressie. Voorbeelden van diabetes-distress zijn
bijvoorbeeld angst voor het ontwikkelen van complicaties, het zorgen maken over de
toekomst met de ziekte en het gevoel dat het leven met diabetes veel energie kost. Beide
depressie en diabetes-distress verminderen de kwaliteit van leven en vergroten de kans op
een slechte glykemische regulatie. Dit verhoogt vervolgens weer het risico op hart- en
vaatziekten, nierziekten en oogziekten.16
Erectiele disfunctie komt bij bijna de helft van de mannen met DM2 voor. Dit wordt onder
andere veroorzaakt door het gebruik van statines en bètablokkers. Bij vrouwen is vooral
depressie gerelateerd aan het verminderen van de seksuele functie.
Het risico op luchtweginfecties, urineweginfecties, bacteriële huid- en slijmvliesinfecties en
schimmelinfecties is voor DM2-patiënten 25 tot 45 procent hoger.
Kanker komt daarnaast bij diabetespatiënten vaker voor dan bij de rest van de bevolking.

16 Gallwitz, B., Guzman, J., & Dotta, F. (2012). Minerva. Minerva.


http://www.minerva-ebm.be/nl/article/102

14
§4.4 Welke tweedelijnsbehandelingen zijn er voor diabetespatiënten met
exacerbaties en/of comorbiditeiten?
Wanneer de leefstijlverandering en bloedglucoseverlagende middelen niet genoeg effect
hebben gehad, wordt de medicamente behandeling uitgebreid. Dit is opgedeeld in een
stappenplan voor mensen mét (tabel 3) en voor mensen zonder (tabel 4) verhoogd risico op
hart- en vaatziekten. Op deze stappenplannen zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, maar dit
zijn de twee meest voorkomende verlopen:10

Tabel 3. Medicamente behandeling zonder verhoogd risico. Geraadpleegd van NGH-


standaard. (2021, november). Diabetes mellitus type 2 [pdf].

Tabel 4. Medicamente behandeling met verhoogd risico. Geraadpleegd van NGH-


standaard. (2021, november). Diabetes mellitus type 2 [pdf].

Medicamente behandeling zonder verhoogd risico:


Stap 1. Metformine:
Wanneer de waarde HbA1c boven de 53 mmol/mol ligt, zal er metformine
voorgeschreven worden. Dit remt de gluconeogenese in de lever en verbetert
insulinegevoeligheid. Het zorgt voor lichte daling van LDL-cholesterol en totale
cholesterol en verlaagt mogelijk de mortaliteit en macrovasculaire en
diabetesgerelateerde morbiditeit.
Startdosering: Dagelijks 500 of 850 mg
Stap 2. Toevoeging sulfonylureumderivaat:
Sulfonylureumderivaat wordt gebruikt in combinatie met metformine om de
bloedglucoseconcentratie te verlagen. Het bevordert de afgifte van insuline uit de
bètacellen en vermindert mogelijk microvasculaire complicaties.
Startdosering: Dagelijks 30 of 80 mg
Stap 3. Toevoeging insuline (middel)langwerkend:
Hiermee lukt het bij zo’n driekwart van de diabetespatiënten om een goede
glykemische regulatie te bereiken.
Startdosering: Dagelijks 10 E
Stap 4. Insuline intensiveren

15
Medicamente behandeling mét verhoogd risico:
Stap 1. SGLT2-remmers:
Wanneer de waarde HbA1c boven de 53 mmol/mol ligt, zullen er SGLT2-remmers
voorgeschreven worden. Deze blokkeren de terugresorptie van glucose uit de
voorurine naar het bloed.
Startdosering: Dagelijks 10 mg
Stap 2. Aanvulling met metformine:
Dit remt de gluconeogenese in de lever en verbetert insulinegevoeligheid. Het zorgt
voor lichte daling van LDL-cholesterol en totale cholesterol en verlaagt mogelijk de
mortaliteit en macrovasculaire en diabetesgerelateerde morbiditeit.
Startdosering: Dagelijks 500 mg
Stap 3. GLP1-receptoragonist toevoegen:
Dit stimuleert de insulinesecretie en remt glucagonafgifte. Er zijn drie mogelijkheden:
Startdosering liraglutide: Dagelijks 0,6 mg en na een week 1,2 mg
Startdosering dulaglutide: Wekelijks 1,5 mg
Startdosering semaglutide: Wekelijks 0,25 mg
Stap 4. Toevoegen ander middel:
Wanneer de streefwaarden nog niet bereikt worden, kunnen er nog andere middelen
gebruikt worden.

§4.5 Wat vinden artsen van het huidige zorgpad en wat zouden ze willen
veranderen?
Om deze vraag te beantwoorden is er een interview gehouden met Antoinette de Koningh,
praktijkondersteuner diabetes mellitus bij de huisartsenpraktijk Amsterdam Slotervaart. Het
complete interview is te vinden in de bijlagen. Hier staat een samenvatting van het resultaat:

Wat doet mevrouw De Koningh met diabetes type 2?


Mevrouw De Koningh is praktijkondersteuner bij de huisartsenpraktijk Amsterdam. Ze houdt
namens de huisarts de glucosewaarden van de patiënten in de gaten, kijkt wat voor hulp zij
nodig hebben en let op of ze klachten hebben en of ze goed eten en bewegen.

Hoe wordt diabetes gediagnosticeerd in de praktijk?


Vaak komen ze er in de praktijk per toeval achter dat iemand diabetes heeft. Vaak komt er
iemand met klachten binnen of komen ze er via hart- en vaatscreening achter dat iemand
hogere bloedglucosewaarden heeft.

Hoe wordt duidelijk om welk type diabetes het gaat?


Wanneer er sprake is van diabetes type 1 wordt dit waarschijnlijk op jonge leeftijd
gediagnosticeerd, omdat je het al snel merkt wanneer iemand geen insuline aanmaakt. Type
2 komt vaak pas op latere leeftijd voor. Dan maakt iemand niet meer genoeg insuline aan.

Wat wordt er meestal aangeraden als eerstelijnsbehandeling?


Bewegen en gezond eten.

Welke comorbiditeiten komen er vaak voor en hoe worden die behandeld?


Vaak krijgen mensen last van de ogen. De zenuwen in de ogen gaan dan kapot en de
vaatjes sterven af. Ook komt er vaak nierschade voor en hart- en vaatziekten. Door

16
vaatschade moeten zelden voeten of tenen geamputeerd worden. Zodra er sprake is van
hart- of vaatziekten worden de patiënten doorgestuurd naar een specialist. De Koningh zelf
is veel bezig met preventiezorg. Dus zij regelt bijvoorbeeld dat er jaarlijks een foto van het
oog wordt gemaakt en dat de voeten goed doorbloed worden.

Wat vindt De Koningh van het huidige zorgtraject voor diabetespatiënten en wat zou
zij willen veranderen?
Ze vindt het al veel beter dan vroeger. De behandeling van diabetes is goed en er worden
steeds nieuwe dingen ontwikkeld. Zo is er net weer een nieuw medicijn tegen hart- en
vaatziekten gekomen. Wel mogen bepaalde dingen goedkoper of beter vergoed worden.
Ook kost het momenteel te veel tijd om aan insuline, naalden en meetapparatuur te komen.
Tot slot kan de preventie van diabetes nog erg verbeteren. Er wordt nu al veel gepromoot
over goed bewegen en gezond eten, maar het is moeilijk om mensen daar echt in aan te
sturen. Het is ook moeilijk om mensen tegen te houden in het kopen van ongezonde
producten, aangezien deze bijvoorbeeld erg verleidende verpakkingen en prijzen hebben.

Zou De Koningh open staan voor een nieuw, online programma om diabetes tegen te
gaan?
Zij geeft aan dat dit er erg vanaf hangt hoe dit is vormgegeven. Het is een goed idee, maar
misschien niet voor deze doelgroep. Veel oudere en allochtone patiënten zijn niet goed met
het internet, terwijl dit juist de groepen zijn waarin diabetes vaak voorkomt. Daarnaast kan
een deel niet lezen en schrijven en zij kunnen dan niet veel met zo’n programma.

Is de Nederlandse diabeteszorg anders dan die in het buitenland?


Het hele zorgsysteem is natuurlijk anders en de richtlijnen van de diabeteszorg verschillen.

§4.6 Hoe ervaren diabetespatiënten het huidige zorgpad en wat zouden


ze willen veranderen?
Om deze vraag te beantwoorden, zijn er drie interviews gehouden met diabetespatiënten.
De complete interviews zijn te vinden in de bijlagen. Hier staat een samenvatting van het
resultaat:

Interview 1 met mevrouw en meneer K.


Mevrouw K. is 77 jaar oud en was in 2018 voor controle-bloedonderzoek bij een
laboratorium. Hieruit bleek dat zij diabet heeft. Het enige wat ze gemerkt had, was dat ze
een beetje was aangekomen en dat ze veel dorst had, maar diabetes had ze nooit verwacht.
Door de huisarts werd ze direct doorgestuurd naar een diabetes deskundige en die gaf
adviezen waar zij en haar man zich al bewust van waren. Ook kreeg ze metformine
voorgeschreven. Hierna is haar man meteen in de materie gedoken en heeft alles uitgezocht
over de juiste voeding. Ze stopten na een week met het eten van koolhydraten. Na twee
maanden is mevrouw K. gestopt met de medicatie omdat haar HbA1c-waarden weer beter
waren. Vervolgens zijn deze waarden nog bijna twee keer zo klein geworden. Het dieet dat
de diëtist voorgeschreven had, was niet goed genoeg, aangezien het een normaal eetadvies
was. Een diabetespatiënt heeft echter een ingrijpender dieet nodig. Twee stuks fruit per dag
valt hier bijvoorbeeld niet binnen. Meneer K. geeft aan: ‘De diëtiste deed vanuit haar
achtergrond al het mogelijke wat ze adviseren kon en dat zal in z’n algemeenheid ook wel
opgaan als je je pillen blijft slikken. Maar als je zonder medicatie wil dan was de diëtiste niet

17
geschikt voor wat ze zat te doen. Dat heb ik haar ook verteld. In het begin was ze het daar
niet mee eens: dan krijgen we allemaal stofjes niet binnen die we wel moeten hebben. Maar
inmiddels weten we beter. Ze was ook verbaasd over de resultaten.’ ‘Als je echt zonder
medicatie door het leven wil, als je zo ernstig hebt als mijn vrouw, dan moet je elke dag
koken, dat kost tijd, het is een investering, je moet het willen doen. Je kan niet even naar de
Jumbo lopen en vers eten kopen, dat ligt er niet.’

Interview 2 met mevrouw D.


Mevrouw D. werd eind 2004 gediagnosticeerd met diabetes, maar dit ging op een gekke
manier. Uit bloedonderzoek bleek namelijk dat ze geen diabetes had. Ze begon zich na het
onderzoek steeds zieker te voelen en haar expertise in de zorg gaf haar toch het idee dat ze
diabetes had. Na een nuchtere vingerproef van 21 bleek het inderdaad dat dit het geval was.
Aangezien mevrouw in de zorg werkt, wist ze al wel wat diabetes had, maar van de arts
kreeg ze geen uitleg. Ze ging meteen aan de medicatie. Dit medicijn werd in 2009 van de
markt gehaald en toen is ze overgegaan op metformine, maar daar werd ze erg ziek van. Dit
hebben artsen proberen te behandelen met veel andere medicatie, maar zo werd ze nog
zieker en is haar bloedsuiker weer te hoog geworden, dus is ze in 2010 aan de insuline
gegaan. Ze was niet tevreden met haar eigen huisarts en is toen naar een andere huisarts
gegaan, die haar doorstuurde naar een internist die NovoRapid voorschreef. Mevrouw D.
werd steeds dikker en er is haar toen ook aangeraden haar leefstijl te veranderen. Hier had
ze echter geen interesse in, omdat ze zich hartstikke ellendig voelde. Toen, rond het jaar
2017 zag ze iets over een koolhydraatarm of ketogeen dieet en dat wilde ze ook proberen,
omdat mensen met diabetes daarmee wel eens van hun medicatie af konden. De internist
was het er niet helemaal mee eens en zei dat het allemaal niet wetenschappelijk bewezen
was, dus die stuurde haar door naar een diëtist. Deze gaf maar mild aangepaste adviezen
en dit werkte niet heel goed. Na veel gedoe is mevrouw D. zelf gestopt met insuline en in
2019 is heeft ze haar leefstijl veranderd. Ze zou willen dat artsen hier sneller naar wijzen en
niet meteen medicatie voorschrijven. Ook vindt ze dat er uitgezocht moet worden om wat
voor diabetes het gaat. Niet alleen welk type het is, maar ook waardoor het wordt
veroorzaakt.

In dit interview heeft mevrouw D. het over de verschillende groepen binnen diabetes type 2
die er bestaan. Uit onderzoek van Leif Groop, hoogleraar diabetes en endocrinologie van
Lund University in Zweden blijkt namelijk dat er binnen diabetes type 2 vier verschillende
groepen te onderscheiden zijn. Zo heb je de groep SIDD (severe insulin-deficient diabetes),
waarin mensen een te hoge waarde HbA1c hebben, verminderde productie van insuline en
matige insulineresistentie. Dan heb je de groep SIRD (severe insulin-resistant diabetes),
waarbij mensen vaak obees zijn en ernstige insulineresistentie hebben. De derde groep is
de groep MOD (mild obesity-related diabetes). Hieronder vallen de mensen die op jonge
leeftijd diabetes hebben opgelopen. Bij hen is de ziekte over het algemeen makkelijk te
behandelen met metformine en leefstijladvies. De laatste groep is de groep MARD (mild
age-related diabetes). Dit is de vorm die op oudere leeftijd ontstaat en net als MOB goed te
behandelen is met metformine en leefstijladvies. Deze verschillende vormen van diabetes
type 2 komen dus met andere behandelingen.17

17 Diabetesfonds. (2020). Comorbiditeit bij diabetes mellitus.


https://www.diabetesfonds.nl/media/contentpage/factsheet_2_comorbiditeit_diabetes_mellitus.pdf

18
Interview 3 met meneer H.
Rond het jaar 2017 werd meneer H. op 55-jarige leeftijd gediagnosticeerd met diabetes type
2 nadat hij naar de huisarts was geweest met andere klachten. Toen de huisarts hem
diagnosticeerde, heeft meneer H. drie jaar lang gedacht dat hij bijna diabetes had, tot hij
erachter kwam dat dat niet klopte. Sindsdien let hij op zijn voeding. Meneer H. heeft nooit
echt klachten gehad. Nadat hij erachter kwam dat hij diabeet was, heeft hij eerst vier weken
metformine gekregen, maar door koolhydraatarm te gaan eten kon hij daar al vrij snel weer
mee stoppen. Verder heeft hij nooit medicatie gehad. Meneer H. eet vrijwel geen
koolhydraten meer, dus geen brood of pasta, en in plaats daarvan veel onverzadigde vetten,
zoals in vis en avocado zitten. Hij wandelt ook elke middag en sport twee keer in de week.
Daardoor is hij in het begin heel snel afgevallen. Door corona werd zijn ritme een beetje
verstoord en daarna kreeg hij een blessure, waardoor het sporten ook weer minder goed
ging. Hij houdt alles bij in een app: wat hij precies eet en hoeveel hij sport en dat is ook
gekoppeld aan zijn FitBit. Toen meneer H. werd gediagnosticeerd, heeft de huisarts wel
uitgelegd wat er aan de hand is bij diabetes type 2, maar die heeft verder niks gezegd over
de invloed van een gezonde leefstijl. Toen meneer H. vervolgens via het internet zelf is
begonnen aan het ander dieet, waardoor zijn medicijnen niet meer nodig waren, was de
huisarts blij verrast. Meneer H. is toen doorgestuurd naar de praktijkondersteunster en die
wist wel veel van leefstijlveranderingen af en stimuleerde het ook. Tegenwoordig beginnen
ze volgens meneer H. gelijk met dat soort dingen, al zijn er nog steeds veel artsen die liever
‘gewoon medicatie voorschrijven’. Bij meneer H. is het zo geregeld dat hij én de
praktijkondersteuner kunnen inzien hoeveel hij sport en eet en wat zijn bloedwaardes zijn,
zodat de praktijkondersteuner ook kan ingrijpen als het tussen de driemaandelijkse
bloedmetingen door niet meer helemaal goed gaat. Hij zit momenteel ook in een traject van
twee jaar dat is bedoeld om een definitieve leefstijlverandering teweeg te brengen. Eerder
had hij al meegedaan aan een vergelijkbaar traject van een half jaar, maar dat bleek te kort.
Meneer H. vindt dat de Nederlandse diabeteszorg kan worden verbeterd door
gediagnosticeerde diabeten eerst te wijzen op leefstijlveranderingen en later pas medicijnen
voor te schrijven, als de patiënten zich niet goed aan de leefstijl kunnen houden of als die te
weinig vruchten afwerpt. Voor meneer H. is zijn diagnose eigenlijk alleen maar positief
geweest, want sindsdien is hij afgevallen, veel beter om zijn leefstijl gaan denken en
gezonder geworden.

19
§4.7 Hoe verschilt het Nederlandse zorgpad van iemand met diabetes
type 2 van dat van andere landen?
In Oekraïne wordt de soort behandeling gebaseerd op de schade die door de diabetes is
aangericht. De aangerichte schade wordt bepaald tijdens controles. In het extreemste geval
worden er tijdens het behandelingsproces in totaal dertien controles uitgevoerd.18

In de VS wordt begonnen met het gebruik van één soort medicijn, ze breiden steeds uit naar
meer verschillende soorten medicijnen naarmate de situatie van de diabetespatiënt
verslechtert. Op basis de doelen die ze willen bereiken wordt bepaald welke medicijnen er
gebruikt moeten worden. De gebruikte medicijnen hebben vaak namelijk meerdere
kenmerken en functies. De werkzaamheid, invloed op het bloedsuiker, invloed op het
gewicht, prijs en overige bijwerking kunnen sterk verschillen. Op basis van de
omstandigheden van de patiënt wordt er bepaald welk medicijn voorgeschreven moet
worden.19

§4.8 Zorgpad diabetes type 2


Uit de informatie die is verzameld voor alle voorgaande onderzoeksvragen, is een zorgpad
geconstrueerd als antwoord op de laatste onderzoeksvraag. Dit zorgpad is in de vorm van
een flowchart, waarin zo goed mogelijk alle stappen van de huidige diabeteszorg zijn
opgenomen. Om het overzichtelijk te houden zijn in de flowchart steekwoorden gebruikt en
wordt er vanuit de flowchart verwezen naar voetnoten, die onder de flowchart verder worden
toegelicht. Doorgetrokken pijlen in de flowchart geven het verloop van het zorgpad aan. Als
vanaf een rechthoekig vakje meerdere pijlen lopen, gebeuren ze vaak allemaal tegelijkertijd,
tenzij er bij de pijlen met tekst of in de vorm van een voetnoot staat aangegeven dat dat niet
zo is (bijvoorbeeld bij de pijlen vanaf bloedsuikermeting: bij de linkerpijl staat aangegeven
dat een gevonden waarde van 7 mmol/Liter of meer leidt tot de diagnose van diabetes terwijl
een gevonden waarde onder de 7 mmol/Liter leidt tot uitsluitsel van diabetes). Niet-
doorgetrokken pijlen die zijn aangegeven met een stippellijn zijn optioneel. In de voetnoot
van het vakje waar de stippelpijl heen leidt is aangegeven wat er precies optioneel is. Het
vakje met de groene achtergrond is het vakje waar mensen die geen diabetes hebben of wel
diabetes hebben maar nog niet zijn gediagnosticeerd zich bevinden. Een oranje achtergrond
betekent dat dat wat er in het vakje staat een meting is. Alle vakjes met “Leefstijladvies” erin
zijn donkerder blauw getint, omdat dat hetgeen is waar uiteindelijk alle patiënten naartoe
gaan in hun zorgpad, of het nou in combinatie is met medicatie of niet.

18 Schmidt, C. (2020, 6 maart). Diabetes-distress leidt tot slechtere glykemische controle en minder
kwaliteit van leven. SpringerLink. https://link.springer.com/article/10.1007/s12467-020-0127-y?
error=cookies_not_supported&code=c5b60c22-5788-4c5a-a75e-6c59c8b348ba

19 Paradigm shift in the diagnosis of diabetes. (2018, maart). Lund University.


https://www.lunduniversity.lu.se/article/paradigm-shift-diagnosis-diabetes

20
21
Figuur 3. Flowchart van het zorgpad van een diabetespatiënt

22
Toelichting infographic:
[1] Klachten: Veel voorkomende klachten bij diabetes zijn dorst, polyurie, vermagering,
pruritus vulvae op oudere leeftijd, recidiverende urineweginfecties en balanitis,
mononeuropathie, neurogene pijnen en sensibiliteitsstoornissen.

[2] Screening: Dit is een medisch onderzoek bij mensen die geen gezondheidsklachten
hebben, met het doel een ziekte, erfelijke aanleg voor een ziekte of risicofactoren voor een
ziekte op te sporen. Screening voor diabetes wordt gedaan:
1. bij spreekuurbezoekers > 35 jaar van Hindoestaanse afkomst;
2. bij spreekuurbezoekers > 45 jaar én:
- een BMI ≥ 27;
- diabetes mellitus (DM) type 2 bij ouders, broers of zussen;
- hypertensie (systolische bloeddruk > 140 mmHg of behandeling voor hypertensie);
- dyslipidemie (HDL-cholesterol ≤ 0,90 mmol/L, triglyceriden > 2,8 mmol/L);
- (verhoogd risico op) hart- en vaatziekten (HVZ) (zie de NHG-Standaard CVRM);
- van Turkse, Marokkaanse of Surinaamse afkomst.

[3] Aandoeningen: Er zijn aandoeningen die aanleiding kunnen zijn om te controleren of


iemand diabetes heeft. Een voorbeeld hiervan is eerder opgetreden zwangerschaps-
diabetes. Dan wordt de eerste 5 jaar jaarlijks gecheckt en daarna om de 3 jaar.

[4] Bloedsuikermeting: Een arts voert twee keer een bloedsuikermeting uit bij de patiënt.
Voor deze bloedsuikermetingen moet de patiënt eerst acht tot tien uur niks eten en alleen
water drinken.

[5] Diabetes: Als er uit de bloedsuikermetingen blijkt dat de patiënt een


bloedsuikerconcentratie van 7,0 mmol/L of hoger heeft, dan heeft deze patiënt diabetes. Als
iemand deze bloedsuikerconcentratie heeft zonder eerst gevast te hebben, is er niet direct
sprake van diabetes. Dit is wel het geval bij een nuchtere bloedsuikerconcentratie boven de
11 mmol/L.

[6] Type 1: Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte waarbij het afweersysteem van
patiënten de alvleeskliercellen die insuline aanmaken aanvalt. Daardoor heeft de patiënt niet
meer genoeg insuline, terwijl dat nodig is om de bloedsuikerspiegel te reguleren. Deze vorm
van diabetes wordt niet verder betrokken in dit zorgpad. Wanneer er sprake is van diabetes
type 1 wordt dit waarschijnlijk op jonge leeftijd gediagnosticeerd, omdat je het al snel merkt
wanneer iemand geen insuline aanmaakt.

[7] Type 2: Diabetes type 2 is de meest voorkomende vorm van diabetes in Nederland. De
voornaamste oorzaken van diabetes type 2 zijn een tekort aan beweging, overgewicht,
ongezonde voeding, ouderdom en roken. Wanneer er sprake is van diabetes type 1 wordt dit
waarschijnlijk op jonge leeftijd gediagnosticeerd, omdat je het al snel merkt wanneer iemand
geen insuline aanmaakt. Type 2 komt vaak pas op latere leeftijd voor. Dan maakt iemand
niet meer genoeg insuline aan.

23
[8] Uitzondering: Vooral bij mensen met een BMI < 27 moeten ook andere typen diabetes
worden overwogen: maturity-onset diabetes of the young (MODY) en latent autoimmune
diabetes in adults (LADA). Elk hebben eigen kenmerken waar hier niet verder op wordt
ingegaan.

[9] Risico-inventarisatie: Er wordt vóór behandeling een risico-inventarisatie gemaakt van


de risico’s op hart- en vaatziekten. De behandeling van een patiënt wordt als risicovol gezien
wanneer bij de patiënt één van volgende factoren een rol speelt:

Patiënten met eerder - Acuut coronair syndroom


doorgemaakte hart- en - Angina pectoris
vaatziekten - Coronaire revascularisatie
- TIA of beroerte
- Symptomatische aorta-iliofemorale atherosclerose
- Aorta-aneurysma
- Claudicatio intermittens of perifere revascularisatie
- Bij beeldvorming aangetoonde atherosclerotische
stenose of ischemie

Patiënten met chronische - eGFR ≥ 60 ml/min/1,73 m2 met ACR > 30 mg/mmol


nierschade met een matig tot sterk - eGFR 45-59 ml/min/1,73 m2 met ACR > 3 mg/mmol
verhoogd cardiovasculair risico - eGFR 10-44 ml/min/1,73 m2

Patiënten met hartfalen HFrEF met linkerventrikelejectiefractie < 40%


Tabel 5. Risico-inventarisatie hart- en vaatziekten

[10] Glucosemeting: Zie bloedsuikermeting.

[11] HbA1c-meting: HbA1c is hemoglobine (van de rode bloedcellen) waaraan glucose


bindt, in plaats van de zuurstof die het normaal bindt. Hoe hoger de concentratie glucose in
het bloed, hoe meer glucose er aan hemoglobine zal binden. Voor de streefwaarden van
deze HbA1c-concentratie, zie figuur 4.

[12] Leefstijladvies: Te weinig lichaamsbeweging en overgewicht spelen een belangrijke rol


in het ontstaan en de progressie van diabetes mellitus type 2 (DM2). Een gezonde leefstijl
vormt daarom de basis van de behandeling van DM2 gedurende het hele ziektebeloop. DM2
patiënten krijgen over het algemeent het advies om niet te veel en gezond te eten en
tenminste drie kwartier per dag matig intensieve, lichamelijke inspanning te verrichten.
Daarnaast wordt sterk geadviseerd te stoppen met roken.

[13] Insuline 1: Insuline wordt bij diabetes type 2 meestal niet als eerstelijnsbehandeling
ingezet, maar bij nuchtere glucosewaarden van boven de 20 mmol/L, in combinatie met
klachten als gevolg van hyperglykemie (dorst, polydipsie, polyurie, vermagering), kan een
huisarts ervoor kiezen gelijk te beginnen met insuline. Insuline stimuleert opname van
glucose door de cellen, verlaagt de afgifte van glucose door de lever, bevordert de
glycogeenvorming, vermindert de gluconeogenese, bevordert de eiwitsynthese en remt
lipolyse.

24
[14] Verhoogd risico: Patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (zie risico-
inventarisatie) hebben een ander verloop van het zorgpad dan patiënten zonder dit
verhoogde risico.

[15] Metformine 1: Wanneer de waarde HbA1c boven de 53 mmol/mol ligt, zal er


metformine voorgeschreven worden. Dit remt de gluconeogenese in de lever en verbetert
insulinegevoeligheid. Het zorgt voor lichte daling van LDL-cholesterol en totale cholesterol en
verlaagt mogelijk de mortaliteit en macrovasculaire en diabetesgerelateerde morbiditeit. De
startdosering is dagelijks 500 of 850 mg.

[16] SGLT2-remmers: Wanneer de waarde HbA1c boven de 53 mmol/mol ligt, zullen er


SGLT2-remmers voorgeschreven worden. Deze blokkeren de terugresorptie van glucose uit
de voorurine naar het bloed. De startdosering is dagelijks 10 mg.

[17] HbA1c-meting te hoog: Wanneer de HbA1c-streefwaarden niet worden bereikt, wordt


er medicatie voorgeschreven, dit staat in de rest van de flowchart aangegeven met een pijl
met de tekst ‘te hoog’. Een pijl met de tekst ‘OK’ betekent dat de streefwaarden bereikt zijn.
Er zijn verschillende uitzonderingen op de streefwaarden. Zie hiervoor onderstaande
afbeelding:

Figuur 4. HbA1c-streefwaarden

[18] Sulfonylureumderivaat: Sulfonylureumderivaat wordt gebruikt in combinatie met


metformine om de bloedglucoseconcentratie te verlagen. Het bevordert de afgifte van
insuline uit de bètacellen en vermindert mogelijk microvasculaire complicaties. De
startdosering is dagelijks 30 of 80 mg.

[19] Metformine 2: Er wordt aangevuld met metformine. Dit remt de gluconeogenese in de


lever en verbetert insulinegevoeligheid. Het zorgt voor lichte daling van LDL-cholesterol en
totale cholesterol en verlaagt mogelijk de mortaliteit en macrovasculaire en
diabetesgerelateerde morbiditeit. De startdosering is dagelijks 500 mg

25
[20] BMI-meting: Als behandeling met sulfonylureumderivaat de HbA1c-waardes nog niet
laag genoeg maakt, dan wordt in principe als volgende behandelingsstap insuline
voorgeschreven, tenzij dat niet wenselijk is vanwege externe factoren (zoals leefstijl,
therapietrouw, contra-indicatie, veiligheid op langere termijn en vergoeding). In dat geval
wordt door de huisarts een beslissing gemaakt over de volgende behandelingsstap.

[21] Insuline 2: Met insuline 2 wordt hier middellangwerkende insuline bedoeld, met
voorkeur NPH-insuline (insuline isofaan). Middellangwerkende insuline moet éénmaal daags
worden ingespoten. Hiermee lukt het bij zo’n driekwart van de diabetespatiënten om een
goede glykemische regulatie te bereiken. De pijl die vanuit ‘insuline 2’ terugwijst, geeft aan
dat wanneer de HbA1c-meting te hoog blijft, de dosis verhoogd wordt.

[22] GLP1-receptoragonisten: Aan patiënten met een verhoogd risico waarbij metformine
niet het gewenste effect heeft, worden GLP1-receptoragonisten toegeschreven. Er zijn vier
soorten waarvan een gunstig effect is aangetoond: liraglutide, dulaglutide, semaglutide en
exenatide. Deze GLP1-receptoragonisten werken door de insulinesecretie te stimuleren en
de glucagonafgifte te remmen op basis van de hoeveelheid aanwezige glucose.
Startdosering liraglutide: Dagelijks 0,6 mg en na een week 1,2 mg
Startdosering dulaglutide: Wekelijks 1,5 mg
Startdosering semaglutide: Wekelijks 0,25 mg

[23] Verhoging dosering: Als de gegeven hoeveelheid insuline niet het gewenste effect
heeft, wordt de dosering verhoogt. Dit proces herhaalt zichzelf tot een passende dosering
wordt gevonden. De pijl die vanuit ‘verhoging dosering’ terugwijst, geeft aan dat wanneer de
HbA1c-meting te hoog blijft, de dosis weer verhoogd wordt.

[24] Andere hulpmiddelen: Als GLP1-receptoragonisten niet het gewenste effect hebben,
zijn er nog een aantal andere hulpmiddelen die in specifieke gevallen kunnen worden
gebruikt. Deze zijn vaak afkomstig uit het stappenplan voor patiënten zonder zeer hoog
risico. Omdat deze stap enorm varieert voor verschillende patiënten, wordt er hier niet verder
op ingegaan. De pijl die vanuit ‘andere hulpmiddelen’ terugwijst, geeft aan dat wanneer de
HbA1c-meting te hoog blijft, er weer andere hulpmiddelen gebruikt worden.

[25] DPP4-remmer: Bij een BMI lager dan 30 wordt meestal gekozen voor een
dipeptidylpeptidase 4-remmer (ook wel DPP4-remmer genoemd), vanwege hun gunstige
vergoedingsvoorwaarden, kosten en toedieningsvorm. De DPP4-remmers werken door de
insulinesecretie te stimuleren en de glucagonafgifte te remmen op basis van de hoeveelheid
aanwezige glucose.

[26] 1. DPP4-remmer, 2. GLP1-agonisten: Bij een BMI van 30 - 35 hebben DPP4-remmers


vaak de voorkeur op basis van toedieningsvorm, vergoedingsvoorwaarden en kosten.

[27] 1. GLP1-agonisten, 2. DPP4-remmer: Bij een BMI van boven de 35 hebben GLP1-
receptoragonisten de voorkeur in verband met het gunstige effect op het gewicht.

26
5. Conclusie
De onderzoeksvraag luidt: hoe verloopt het huidige zorgpad van iemand met diabetes
mellitus type 2 in Nederland en op welke punten kan dat zorgpad worden verbeterd met
preventieve zorg?
Mensen met diabetes type 2 gaan momenteel van ongediagnosticeerd naar een
bloedsuikermeting, naar een diagnose met diabetes type 2 en dan via een risico-
inventarisatie en verschillende HbA1c-metingen op zoek naar de juiste medicatie, om die te
combineren met leefstijladvies. Die ‘juiste medicatie’ kan ook bestaan uit geen medicatie. Dit
hedendaagse zorgpad is verder in kaart gebracht op pagina 22 tot en met 23.
De eerste manier waarop dit huidige zorgpad verbeterd zou kunnen worden is met
een grotere focus op leefstijlverandering als eerstelijnsbehandeling. Er wordt volgens de
gesproken patiënten vaak te snel gegrepen naar medicatie, terwijl zij pas echte verbetering
ondervonden wanneer ze hiervan afstapten en hun leefstijl veranderden.
Ook zouden veel patiënten er baat bij hebben mee te kunnen doen aan
steunprogramma’s die langer lopen dan een paar maanden, om gemotiveerd en
geïnformeerd genoeg te blijven voor een permanente leefstijlverandering.
Daarnaast is het belangrijk dat veel mensen van diabetes type 2 afweten en dit
weten te voorkomen door het hebben van een gezonde leefstijl. Dit kan worden
waargemaakt met behulp van een online preventie-platform. Wat hierbij ook kan helpen is
meer wet- en regelgeving omtrent het aantrekkelijk maken van de etiketten van ongezonde
producten. Door ongezonde producten in de supermarkt minder aantrekkelijk te maken en
gezonde producten aantrekkelijker, zou het eetgedrag van mensen kunnen worden
beïnvloed.
In Nederland wordt er duidelijk onderscheid gemaakt tussen diabetes type 1 en 2,
maar dit is niet alles. Binnen diabetes type 2 zijn er namelijk vier groepen. Die groepen zijn
ingedeeld op verschillende oorzaken van diabetes. Tussen de groepen zitten er verschillen
in optimale behandelingsmethode, risico op comorbiditeiten en algemeen ziekteverloop.
Door hier meer onderzoek naar te doen, kunnen patiënten beter geholpen worden. Zo kan
de medicatie bijvoorbeeld gerichter uitgekozen worden.
Tot slot is het belangrijk dat er meer subsidies en beter geregelde systemen komen
voor meetapparatuur en medicatie. Vroeger werd insuline bijvoorbeeld vergoed en via de
apotheek geregeld, maar vandaag de dag wordt alles op een andere manier verkregen en
kost het huisartsen veel tijd en geld om het juiste middel bij de juiste patiënt te krijgen.

27
6. Discussie
Omdat het voor de onderzoekers vanwege privacywetgeving en het arts-patiënt vertrouwen
niet mogelijk was om via een ziekenhuis, zorginstelling, of anderszins via een arts in contact
te komen met diabetespatiënten voor het onderzoek, is via de opdrachtgever contact
opgenomen met patiënten die deelnemen aan de diabetes-facebookgroep van Wim
Tilburgs, de oprichter van Stichting Je Leefstijl Als Medicijn. Hij heeft door zijn leefstijl te
veranderen diabetes omgekeerd en inspireert met onder andere zijn facebookgroep andere
diabetes type 2 patiënten om met hun eigen leefstijlveranderingen aan de slag te gaan. Al
zijn volgers zijn bij de facebook-groep terecht gekomen omdat zij op zoek zijn gegaan naar
een medicatievrije methode voor het leven met diabetes type 2. Dat betekent dat alle
geïnterviewde patiënten al bekend waren met leefstijlverandering en daar zelfs behoorlijk
enthousiast over zijn en actief bezig zijn met leefstijl als medicijn. Voor de betrouwbaarheid
van het onderzoek heeft dat wel het gevolg dat er geen patiënten zijn geïnterviewd met een
negatieve mening over leefstijl als medicijn. De onderzoeksgroep was niet objectief en is ook
niet representatief voor alle diabetespatiënten in Nederland.
Daarnaast zijn de geïnterviewde diabetespatiënten jaren geleden gediagnosticeerd
(2018, 2004 en 2017), terwijl de richtlijnen voor het geven van leefstijladvies ondertussen
zijn veranderd. De slechte ervaringen die zij hebben gehad met betrekking tot
leefstijladviezen bij de diagnose zullen dus verschillen van recentere ervaringen, waarbij
artsen als het goed is meer aandacht geven aan het belang van leefstijlverandering.
De interviews waren niet kwantitatief maar kwalitatief, wat als voordelen had dat er
minder patiënten geïnterviewd moesten worden, wat vanwege de beschikbare tijd en
middelen de voorkeur had ten opzichte van meer patiënten, en dat er in de interviews meer
ruimte was voor diepgang, uitwijding, afwijking van de van tevoren opgestelde vragen en
meer persoonlijke meningen en ervaringen. De nadelen hiervan zijn wel dat er geen
statistische analyse op de resultaten kon worden uitgevoerd, omdat daar niet genoeg
reacties voor waren; dat er geen echte cijfers uit de interviews konden worden gehaald en
dat de respons-groep al snel niet representatief is voor de daadwerkelijke diabetespopulatie
in Nederland. Verder is er maar één medisch expert geïnterviewd, weliswaar in een
informatierijk diepte-interview, maar toch betekent dat wel dat de expert misschien niet
representatief is geweest voor de gemiddelde Nederlandse diabeteszorgverlener.
Het zorgpad is voornamelijk gebaseerd op de richtlijnen van het Nederlandse
Huisartsen Genootschap (NHG). Deze richtlijnen zijn opgesteld voor en door huisartsen en
patiënten en zijn de standaard voor Nederlandse huisartsen. Dat maakt de NHG-richtlijnen
een hele betrouwbare bron voor het onderzoek. Toch bestaat er de mogelijkheid dat artsen
afwijken van het protocol en een ander stappenplan volgen. Dan zou het opgestelde
zorgpad niet overeenkomen met dat van hun patiënten.
Om te voorkomen dat de flowchart te onoverzichtelijk werd, zijn bepaalde
uitzonderingen, minder vaak voorkomende gevallen en minder relevant geachte onderdelen
van het zorgpad weggelaten uit dit verslag. Dat beïnvloedt de nauwkeurigheid en de
specificiteit van het onderzoek.

28
7. Aanbevelingen
In de conclusie staan zes punten waarop het huidige zorgpad voor diabetespatiënten
verbeterd kan worden. Bij vier van deze punten kan Ancora een bijdrage leveren: een online
platform zou patiënten kunnen informeren over het nut van een gezonde leefstijl; zou
mensen die bezig zijn met leefstijlverandering kunnen steunen gedurende hun reis; maakt
bewustwording van de positieve gevolgen van een gezonde leefstijl ook bij mensen zonder
diabetes mogelijk en kan een rol spelen in het informeren van patiënten over het bestaan
van verschillende typen diabetes, waarna patiënten zelf daarover het gesprek kunnen
aangaan met hun huisarts of een andere specialist.

Uit het onderzoek is verder gebleken dat diabetespatiënten bij hun diagnose door de
huisarts vaak niet voldoende geïnformeerd worden over hun leefstijl en hoe het veranderen
van die leefstijl invloed kan hebben op hun gezondheid. Aangezien de richtlijnen voor deze
adviezen in 2021 zijn aangepast, zullen er tegenwoordig waarschijnlijk minder mensen zijn
die niet goed worden geïnformeerd. De mensen die echter voor de aanpassingen aan die
richtlijnen al gediagnosticeerd waren, zijn nog steeds niet goed ingelicht. Dat moet dus met
terugwerkende kracht nog gebeuren en daar kan Ancora een rol in spelen. Bij deze
adviezen zal er meer aandacht gegeven moeten worden aan de effecten van de
leefstijlverandering op het lichaam van het individu, wat tot nu toe nog niet duidelijk genoeg
is geweest.
Daarnaast is het aan te raden om het sociale netwerk van diabetespatiënten te
informeren over de leefstijladviezen. Hiermee worden de familie, huisgenoten en/of hechte
vrienden bedoeld. Als deze mensen voldoende geïnformeerd zijn over de situatie van hun
kennis kunnen zij namelijk makkelijker hulp bieden. Ook is het wenselijk om directe familie
niet alleen te informeren over de situatie van hun familielid, maar om ook hen te informeren
over een gezondere leefstijl. Aangezien diabetes erfelijke factoren heeft, zullen gezinsbrede
leefstijlveranderingsprogramma’s het aantal in de toekomst gediagnosticeerde diabeten
misschien verminderen.
De doelgroep van het programma bestaat voornamelijk uit ouderen en mensen met
een migratieachtergrond, de bevolkingsgroepen waarin diabetes het meeste voorkomt. Dit
zijn echter ook bevolkingsgroepen die vaak moeite hebben met het gebruiken van
technologie en het internet. Bij het maken van het online programma wordt dus aanbevolen
om die informatie in gedachten te houden en het programma daarop af te stemmen, met
bijvoorbeeld grote letters, een duidelijke online omgeving zonder al te veel ingewikkelde
knoppen en instellingen en verschillende vertalingen (naar bijvoorbeeld het Engels, het
Arabisch en het Turks).
Ten slotte is het wenselijk dat mensen met diabetes langere steunprogramma’s
krijgen. Huidige steunprogramma’s stoppen namelijk te vroeg. De aanpassingen op hun
leefstijl zouden van langere duur moeten zijn om terugkeer van complicaties te voorkomen.

29
8. Literatuurlijst
1. Comorbiditeit bij diabetes type 2. (2022). Huisarts & Wetenschap. Geraadpleegd op 2 maart
2022, van https://www.henw.org/artikelen/comorbiditeit-bij-diabetes-type-2
2. Diagnose. (2019, 27 mei). Simpto.nl. Geraadpleegd op 2 maart 2022, van
https://www.simpto.nl/diagnose/
3. Exacerbatie. (2022). Radboudumc. Geraadpleegd op 2 maart 2022, van
https://www.radboudumc.nl/patientenzorg/aandoeningen/copd/exacerbatie
4. Wikipedia-bijdragers. (2020, 19 augustus). Eerstelijnsbehandeling. Wikipedia. Geraadpleegd
op 2 maart 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerstelijnsbehandeling
5. Wikipedia-bijdragers. (2021, 1 juni). Tweedelijnsbehandeling. Wikipedia. Geraadpleegd op 2
maart 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweedelijnsbehandeling
6. Preventieve gezondheid. (2022). Dr. Rath Health Alliance. Geraadpleegd op 2 maart 2022,
van https://www.dr-rath-health-alliance.org/nl/preventieve-gezondheid/
7. Het Diabetes Fonds. (2022). Verschillende soorten diabetes. Diabetesfonds. Geraadpleegd
op 16 maart 2022, van https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/soorten-diabetes
8. Gezondheid en wetenschap. (2021, 20 oktober). Te veel cholesterol en vetten in het bloed ·
Gezondheid en wetenschap. gezondheidenwetenschap.be
https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/te-veel-vetten-in-het-bloed#:
%7E:text=Bloedonderzoek,moet%20je%2012%20uur%20vasten.
9. LUMC. (2014, 18 augustus). Diabetes mellitus type 2 | LUMC.
https://www.lumc.nl/patientenzorg/praktisch/patientenfolders/Diabetes-mellitus-type-2#:
%7E:text=De%20diagnose%20diabetes%20mellitus%20wordt,is%20sprake%20van
%20diabetes%20mellitus.
10. NGH-standaard. (2021, november). Diabetes mellitus type 2 [pdf].
11. Hasselaar, J. (2022). Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn | Nivel. Nivel.
https://www.nivel.nl/nl/nivel-zorgregistraties-eerste-lijn/nivel-zorgregistraties-eerste-lijn
12. UZ Leuven. (2021, oktober). Roken. https://www.uzleuven.be/nl/diabetes-mellitus/roken
13. Diabetes Vereniging Nederland. (2021, juni). Diabetes en roken. https://www.dvn.nl/diabetes-
en-roken
14. Gallwitz, B., Guzman, J., & Dotta, F. (2012). Minerva. Minerva.
http://www.minerva-ebm.be/nl/article/102
15. Diabetesfonds. (2020). Comorbiditeit bij diabetes mellitus.
https://www.diabetesfonds.nl/media/contentpage/factsheet_2_comorbiditeit_diabetes_mellitus
.pdf
16. Schmidt, C. (2020, 6 maart). Diabetes-distress leidt tot slechtere glykemische controle en
minder kwaliteit van leven. SpringerLink. https://link.springer.com/article/10.1007/s12467-020-
0127-y?error=cookies_not_supported&code=c5b60c22-5788-4c5a-a75e-6c59c8b348ba
17. Paradigm shift in the diagnosis of diabetes. (2018, maart). Lund University.
https://www.lunduniversity.lu.se/article/paradigm-shift-diagnosis-diabetes
18. BMC Health Services Research. (2020, mei). Diabeteszorg Oekraïne [Flowchart].
https://www.researchgate.net/figure/Schematic-indicating-the-pathways-through-care-for-
type-2-diabetes-cases-in-Poltava_fig1_341296043
19. Diabeteszorg VS. (2016). [Flowchart]. https://www.researchgate.net/figure/Care-pathway-for-
treatment-of-type-2-diabetes-1-A1c-glycated-haemoglobin-HbA-1c_fig1_290508258

30
9. Bijlagen
§9.1 Interview Antoinette de Koningh (expert)
Farah: Wat doet u precies met diabetes type 2?

Antoinette de Koningh: Ik ben praktijkondersteuner. Namens de huisarts hou ik de controle


bij van de glucosewaarde van patiënten en de behandeling. Drie of vier keer per jaar, dat
wisselt per patiënt, komen patiënten hier dan moeten we de suikers meten. Dan ga ik ze
beoordelen en dan ga ik kijken of de waarde klopt met de medicijnen, hebben ze hulp nodig,
eten ze goed en bewegen ze goed, hebben ze klachten.

Farah: Hoe wordt diabetes type 2 gediagnosticeerd in de praktijk? We hebben al wel wat
theorie gelezen, maar hoe gaat het precies?

Antoinette de Koningh: Eigenlijk zijn het toevalstreffers. Mensen komen met klachten. Die
klachten zijn vaak zich niet lekker voelen, veel plassen, erge dorst. Dan wordt het bloed
geprikt. We meten de bloedsuikerwaarde. Dan kijken we of er iets geks aan de hand is
waardoor de bloedsuikerwaarde zo hoog kan zijn. Dan meten we de bloedsuikerwaarde nog
een keer, voor de zekerheid. Daarna gaan we het behandelen, maar daar ga je denk ik zo
nog wel over vragen.

Farah: Ja.

Antoinette de Koningh: De andere manier, want dit is dus één manier, is ook een soort van
toevalstreffer. Als iemand hier komt voor een preventieve hart- en vaatscreening, dat
gebeurt bij mij een keer per jaar. Daar meten we altijd de suiker omdat diabetes ook een
verhoogde kans op hart- en vaatziekten geeft. Dus soms zie ik mensen elk jaar terug voor
een hart- en vaatspreekuur en ineens merk ik dat die suikers aanhoudend te hoog zijn en
dan ga ik daar op focussen.

Farah: Maar die hart- en vaatziekten, dat is dus alleen als je al ergens anders last van hebt
gehad.

Antoinette de Koningh: Ja, dan komen ze op dat spreekuur.

Farah: Hoe weet je of het diabetes type 1 of diabetes type 2 is?

Antoinette de Koningh: Type 2 komt vaak op oudere leeftijd voor. Hoewel we daar wel zien
dat de leeftijd jonger wordt. Dus dat was vroeger rond de zestig of zeventig,
ouderdomsdiabetes heette het ook. Nu zien we het ook alweer rond de vijftig. Bij type 1
maakt iemand eigenlijk helemaal geen insuline aan en dan heb je dat waarschijnlijk ook
nooit aangemaakt. Dus dat merk je vaak bij kinderen al, of op hele jonge leeftijd. Dus dat
merk je heel snel. En type 2 is heel duidelijk dat je niet genoeg insuline aanmaakt.

Farah: Wat raadt u vaak aan als eerstelijnsbehandeling?

Antoinette de Koningh: Gaan bewegen en gezond eten.

31
Farah: Welke comorbiditeiten ziet u vaak bij diabetes en hoe behandelt u die?

Antoinette de Koningh: Last van hun ogen, dus dan krijgen ze diabetes retinopathie. Dat is
eigenlijk dat de zenuwen in je ogen kapot gaan en dat de vaatjes daardoor afsterven. Dus
de doorbloeding is echt, nou dan heb je ellende. Je ziet ook veel nierschade, er ontstaat
nierschade. Schade in de vaten, mensen krijgen ook écht hart- en vaatziekten en je ziet
zelden nog de amputatie van voeten of tenen. Dat gebeurt nog wel, maar dan is de
tussenliggende oorzaak natuurlijk vaatschade.

Farah: En wat doet u daar precies tegen? Is daar een behandelingsplan voor of is dat
specifieker?

Antoinette de Koningh: Nou, zodra ze een hart- of vaatziekte krijgen gaan ze naar een
specialist. Dan worden ze ingesteld en dan komen ze weer terug en dan blijven ze wel
diabetespatiënt en niet hartpatiënt omdat diabetes de onderliggende oorzaak is. Maar ook
omdat je dan echt de diabetes behandelt.
Eigenlijk behandel ik ze niet, dat doet de specialist en ik krijg ze weer terug als ze stabiel
zijn. Maar ik help met preventiezorg dus ik controleer, ze starten voor oogschade een keer
per jaar een oogfoto. Een fundusfoto is dat. Daarna wordt het twee keer per jaar, maar als
het goed gaat wordt het eens in de twee jaar. En als dat goed blijft wordt het eens in de drie
jaar.
En ik controleer de voeten op doorbloeding, de enkels of hoe de doorbloeding is in de
voeten en de gevoeligheid van de voetzool controleer ik ook. En dat heeft weer te maken
met de zenuwafsterving in de voeten.

Farah: Wat vindt u van het huidige zorgsysteem voor diabetespatiënten en wat zou u willen
veranderen? Wat kan er beter?

Antoinette de Koningh: Ik vind het al veel beter dan het vroeger was. Als je al kijkt naar de
amputaties en de complicaties die optreden, dat is minder. Ik zie ook dat mensen daar beter
in zijn. En nu heb je het over de behandeling van diabetes, dan hebben ze het al. Ik vind de
behandeling goed, en er wordt nog steeds meer ontwikkeld. We hebben nu weer een nieuw
medicijn voor mensen die hart- en vaatziekten hebben gehad en diabeet zijn, dat wij ook
mogen voorschrijven. En dat zal weer beter zijn voor de hart- en vaatcomplicaties. Dus ik
vind dat het heel goed ontwikkeld wordt, de zorg op dit moment vind ik goed. Bepaalde
dingen zouden wel goedkoper mogen zijn of beter vergoed kunnen worden. Minder
bureaucratie. Een klein voorbeeld is dat we vroeger als mensen insuline moesten spuiten,
alles van de apotheek kregen. Nu is uit de de regering, de bureaucratie voortgekomen dat
de naalden en meetapparatuur komen van een online apotheek. Dus dat moet je op een
andere manier verkrijgen. Dus ik ben telkens een half uur aan het zoeken naar het juiste
formulier, dat moet ik dan weer invullen en dat kost allemaal tijd. Zij moeten dan iemand
gaan inschrijven, zij moeten dan alles gaan leveren bij de patiënt. Dus het kost heel veel
tijd.
En preventie zou wel kunnen verbeteren.

Farah: En hoe zou dat beter kunnen?

32
Antoinette de Koningh: Het is moeilijk om te zeggen. Ze zijn nu al bezig met bewegen en
gezond eten, daar wordt al heel veel voor gepromoot. Maar het is heel moeilijk om mensen
daarin te benaderen. Ik denk wel dat jongeren het al meer doen, bewuster zijn over het
algemeen. Bewuster zijn van gezonde levensstandaarden. En wat ik wel leuk vind is dat er
meer ouderen ook al naar de sportschool gaan. Er zijn echt mensen van zeventig en zestig
en tachtig die wekelijks naar de sportschool gaan. Nou, dat vind ik heel mooi want daar zijn
ze niet mee opgegroeid. Dat doen ze ook als preventie maar ook voor ondersteuning als ze
het hebben.
En in de supermarkten zou er rijke producten verkocht moeten worden. Als je daar naar kijkt,
de poster met de suikerklontjes. Wat ik opvallend vind is dat bijvoorbeeld water de minst
opvallende verpakking heeft. Dus in de schappen, de commercie is aan het schreeuwen om
alle slechte producten te verkopen. Dus dat zou, qua marketing, ook wel wat mogen
veranderen. Maar het is ook heel logisch.

Farah: Zou u open staan voor een nieuw online programma om diabetes tegen te gaan?
Dus een diabetes preventie programma. Een leefstijlprogramma waarin mensen leren om
een betere leefstijl te krijgen.

Antoinette de Koningh: Online?

Farah: Ja, het is online. Maar volgens mij ook met fysieke check-ups. Wij doen dit project
namelijk voor Ancora, dat is een start-up die dus hier mee bezig is. Dus wat zou u vinden
van zo’n programma?

Antoinette de Koningh: Dat hangt er heel erg vanaf hoe het is vormgegeven. Op zich is het
een goed idee, ik denk wel dat je je doelgroep doelgroep duidelijk moet stellen. Want
mensen, ik zie nog dat hier veel allochtonen zijn, veel mensen kunnen niet met hun internet
omgaan. Ze gebruiken hun telefoon om te bellen, er zijn veel oudere mensen die het
allemaal niet kunnen. Dus het zijn echte digibeten, er zijn nog heel veel mensen in
Nederland en ook in deze buurt die niet kunnen lezen en schrijven. Ook Hollanders. Die
kunnen daar ook niets mee. Maar mensen die het wel willen die moeten wel gemotiveerd
zijn om online te gaan kijken dus ik denk dat motivatie de eerste eis is, dat is met alles. Ook
met diabetes, ook met bewegen. Als het een reminder is, van hey heb je - want ik help ook
mensen stoppen met roken en er zijn programma’s die mensen elke dag een sms’je sturen:
“Heb je nog niet gerookt? Wat goed van je.” Dus een online motiverend programma doet
denk ik wel wat.

Farah: Dan hebben we nu alle vragen zo’n beetje gesteld. Youri heb jij nog een vraag?

Youri: Nee, niet echt.

Farah: Heeft u zelf nog iets wat u graag kwijt wil, waarvan u denkt dat het belangrijk is om te
weten.

Antoinette de Koningh: Niet echt en ik geef jullie dit boek mee maar het is best ingewikkeld,
ik kan je ook een diabetes standaard waar wij mee werken geven.

Farah: Die hebben we niet dat zou fijn zijn.

33
Antoinette de Koningh: Dat is wel een enorm papierwerk maar daar staan alle medicijnen in
die er gegeven kunnen worden.

Youri: Dat is ook echt precies wat we nodig hebben.

Antoinette de Koningh: Ja, dat zegt heel veel. Daar staan ook de nieuwtjes in met wat je
wanneer, wel en niet mag.

Youri: Dus wat wanneer gegeven mag worden aan patiënten.

Antoinette de Koningh: Ja, die staan er in en wat je wel kan, want je maakt een presentatie
of iets?

Farah: Ja, wij mogen voor Ancora dus duidelijk precies in kaart brengen wat nou het
zorgpad is van diabetespatiënten. Dus één hoe het een beetje wordt ontdekt en twee hoe
het daarna verloopt. En online is daar wel veel over te vinden maar niet zo samenhangend.
Dus we hebben wel soort van al een idee maar het is nog niet heel duidelijk wat we hebben
gevonden.

Antoinette de Koningh: Oh ja, dat is er nog eentje. Die zie ik hier staan. Bij hoe je dus
diabetes ontdekt. Tijdens zwangerschappen zijn er vrouwen en die worden dus diabeet, en
als je tijdens zwangerschap diabeet wordt loop je een verhoogd risico om het buiten je
zwangerschap ook te krijgen.

Farah: Dat is diabetes gravidarum ofzo…

Antoinette de Koningh: Ja! Dat klopt.

Youri: Ik heb trouwens nog wel een vraag. Op welke manier verschilt uw baan van hetzelfde
werk in het buitenland? Dus is de Nederlandse diabeteszorg anders dan de diabeteszorg in
het buitenland, denkt u?

Antoinette de Koningh: Ja, ik denk dat de standaard waar wij naar werken ander is. En ik
ben geen diabetesverpleegkundige, die zijn er in het ziekenhuis. Ik weet niet of er mensen
opgeleid zijn in het buitenland zoals ik. Ik was verpleegkundige maar voor mijn functie hoef
je niet verpleegkundige te zijn. Kijk in het buitenland heb je niet overal huisartsen. Dus, ja,
dan is het hele systeem al anders. Ik denk wel, bijvoorbeeld in Suriname daar is de zorg
heel slecht. Wij beginnen hier de behandeling met bewegen en eten en dan bouw je het
langzaam op, stap 3 of 4 is pas insuline. En daar gaan ze meteen vol aan de insuline. Dus
de zorg is anders in het buitenland en de richtlijnen zijn daar anders.

34
§9.2 Interview mevrouw en meneer K.
Lot: Ik ben Lot, dit is Youri, wij zijn dus een onderzoek aan het doen over diabetes, en vooral
over het zorgtraject dat daarbij hoort. Dat doen we voor Ancora, dat is een bedrijf dat vooral
doet aan lifestyle verbeteringen en willen daarmee een nieuwe manier van diabetes
behandeling maar ook voor de preventie van diabetes regelen. En daar doen wij dus een
klein stukje voor nu.

Meneer: Is het voor jullie een afstudeeropdracht, of een service voor Ancora?

Lot: Wij doen nu 5 VWO en wij doen Technasium, dat is een bepaalde opleiding net zoals
gymnasium en daar krijg je het vak O&O en moet je een eigen opdrachtgever zoeken, dat is
in ons geval Ancora. Dus als ze een probleem hebben of iets willen gaan wij dat probleem
oplossen.

Meneer: Dus dat is een stukje praktijk voor je opleiding.

Lot: Inderdaad. Want omdat VWO zo theoretisch is, is dat wel goed. En toen zijn we zelf bij
Ancora gekomen en zij hebben gezegd dat ze onze hulp wel konden gebruiken. Zullen we
beginnen met de vragen? Hoe bent u gediagnosticeerd?

Mevrouw: In december 2018. Ik was voor een controle-bloedonderzoek bij een laboratorium.
De uitslag daarvan was 2 dagen later en de assistente vertelde mij dat ik diabetes had,
diabetes type 2 en een blaasontsteking. En dat kon ik me allebei niet voorstellen want pijn
had ik niet. Dus dat was een verrassing.

Lot: En hoe oud bent u?

Mevrouw: 77, bijna 78

Lot: En als u terugdenkt naar afgelopen jaren, voor 2018, denkt u dan Ik had al langer
diabetes? Want dit verklaart dat ik dit of dat niet meer goed kon

Mevrouw: Nou wij waren net terug van vakantie, veel eten, beetje veel drinken, allemaal
buiten huis, paar kilo aangekomen, en ik had veel dorst. Heel veel dorst. En dat kende ik niet
van mijzelf. Normaal vond ik anderhalve liter vocht per dag al een heleboel maar toen vond
ik 3 liter nog niet voldoende. Dus achteraf gezien denk ik dat ik toen al diabetes had.

Meneer: Ik weet nog dat je op het terras in Kroatië zat en zo een liter bier opdronk. Normaal
drinkt ze nooit bier maar nu had ze zo’n dorst dat ze een biertje nam omdat het zo goed is
voor de dorst. Toen hadden we eigenlijk wakker moeten worden want dat was al bijna een
jaar daarvoor.

Lot: En hoe begon uw behandeling. Want u zei de assistente sprak u 2 dagen daarna, maar
moest u toen naar de dokter toe?

Mevrouw: De huisarts heeft mij direct doorgestuurd naar een diabetes deskundige, een
assistente of zoiets, een dag of 2 later zijn wij daar al geweest en die heeft mij geadviseerd
wat voor ons niet nieuw was. Zo leefden wij al. Twee sneden brood per maaltijd, twee

35
stukken fruit per dag, geen aardappels, of weinig. Jam vermijden tenzij er weinig suiker in
zit.

Meneer: Van die voedingsmiddelen, van dat Becel spul, allemaal van dat soort producten.
Wat voor veel geld in de winkel ligt maar voor diabetes niet zo heel veel helpt.

Mevrouw: Voor die tijd, thee en koffie dronk ik zonder suiker, extra suiker gebruikte ik ook
niet. Aardappels at ik nooit. Of op z’n tijd, niet overmatig veel. En oja ik kreeg ook medicatie.

Lot: Wat kreeg u voor medicatie?

Mevrouw: Oh dat weet ik niet meer. Oh, metformine.

Lot: Dat slikt u nu niet meer?

Mevrouw: Nee allang niet meer. Toen wij hoorden wat die assistent te vertellen had is mijn
man in die materie gedoken, heeft alles uitgezocht, zonder koolhydraten, hoe ik kan koken.

Meneer: Eigenlijk een week na die diagnose hebben we gezegd we stoppen alles. In het
begin ben je dan nog even zoekende. In december heb je toen die diagnose gekregen en ik
denk dat wij half januari niets meer van koolhydraten aten. Wat we overigens nu wel weer
doen, maar dan heel anders dan vroeger en heel erg met mate.

Lot: En hoe lang had u de medicatie geslikt?

Mevrouw: Hooguit 2 maanden. Want wij hadden voor kerstmis al afspraken bij restaurants
en dat kan je niet zomaar afzeggen. We zijn in januari begonnen en tot het einde van het
jaar, in 2019 heb ik die medicatie gebruikt. Oh nee, 2 maanden. En toen is hij gaan
zoeken…

Lot: En was dat stoppen met medicatie was dat jullie plan of was dat door de dokter
gezegd?

Mevrouw: Mijn waarden waren goed, die waren beter.

Meneer: Je bent toen gestopt, je had toen een HBa1c van 98 en die had je in een maand al
terug naar 70 en na nog 2 maanden was ‘ie iets van 50. In 3 maanden tijd waren de
waarden voor een vrouw van haar leeftijd acceptabel. Nu is het nog lager, maar door
‘rücksichtslos’ door diabetes-diëtisten die allerlei etensplannen hebben en toen kwam ik op
internet bij Leefstijl als Medicijn terecht en daar heb ik me nogal erg in verdiept. En achteraf
ook veel deelgenomen aan recepten die ik zelf uitgedokterd had. En dan merk je op een
gegeven ogenblik dat als je heel anders gaat eten het ingrijpend invloed kan hebben. Want
in 3 maanden zat je op een waarde van 40-45. Dat is voor een normaal mens. Daar houden
we ons nu heel strak aan. We gaan wel regelmatig een keer uit eten maar dan gaan we wel
oppassen met echt koolhydraatrijke dingen vermijden, bij de Chinees nemen we geen rijst,
alleen bami-gerechten en zoeken gerechten uit waar niet van die zoete sausjes bij zitten. Zo
gaan we daar dan een beetje mee om. We proberen wel zoveel mogelijk normaal te leven.
Thuis hebben we toen alles wat slecht is de deur uitgedaan. Opnieuw uitvinden wat we eten.
En dat werkt als een trein. Verder doen we er ook niets meer aan.

36
Mevrouw: We eten twee keer per dag, normaal is dat drie keer.

Meneer: We eten twee keer in 8 uur. We eten eigenlijk 16 uur niet. Enkele keren een
pijnboompitje of een nootje als we daar ’s avonds trek in hebben. Verder snoepen enzo dat
doen we niet meer. Dat deden we voor de tijd ook al niet.

Lot: U zei dat u naar diabetesspecialist bent gegaan, heeft zij ook iets gezegd over sporten?

Mevrouw: Ja dat heeft ze wel, haha, veel beweging, maar dat is voor mij niet weggelegd. Wij
hebben 4 jaren geleden een zwaar auto-ongeluk gehad, oh dat is inmiddels al 8 jaar
geleden, maar in 2018 was het 4 jaar geleden. En om daar bovenop te komen zijn er 4 jaren
geweest met allemaal vervelende dingen, beweging was daar niet bij, lang lopen… Daarna
kreeg ik een nieuwe heup dus dat was weer een struikelblok wat bewegen betreft. En ik heb
een hartritmestoornis dus alles was te inspannend is al gauw te veel, dus dan houdt het al
gauw op. Maar ze heeft het wel geadviseerd.

Lot: Wat zei zij toen u zei dat het niet kon, dat het niet ging lukken.

Mevrouw: Daar had zij geen mening over. Aangenomen voor wat het is.

Meneer: We proberen wel veel te bewegen maar dat kan alleen maar met mate, kleine
stukjes. Ze kan niet 3-4 kilometer gaan wandelen, we kunnen dan wel een rondje van 2
kilometer door de stad lopen, dat lukt dan net. Dat soort dingen doen we wel maar echt
sporten dat lukt niet meer. Maar we zijn ook wel een dagje ouder, op gegeven moment wordt
het allemaal minder.

Lot: Hoe werd er uitleg gegeven over diabetes? U werd gelijk doorgestuurd naar de
assistente, wat vertelde zij over wat diabetes is, hoe het is gebeurd, wat is daarover aan
jullie verteld?

Meneer: Niet zoveel. Maar we wisten zelf al wat diabetes inhoudt maar we hebben er nooit
rekening mee gehouden dat een van ons dat zou treffen.

Mevrouw: Als je zoiets hoort dat je leven gaat veranderen. Het eerste wat in mij opkwam
was dat ik geen suiker meer kon gebruiken. Nou dat vind ik niet erg. We hadden al zoveel
informatie van internet van Leefstijl als Medicijn weggehaald. En later die diabetesgroep van
Wim Tilburg. Ik denk dat we op een gegeven moment meer informatie hadden dan de
praktijkondersteunster van de huisarts had. Die gaf ik op een gegeven moment informatie
over ‘je moet dat eens lezen of je moet daar kijken als je wil weten hoe het in elkaar zit’. Ik
heb een paar boeken waar het goed in beschreven stond, een alternatieve manier om van je
diabetes af te komen en dat heeft mij ook heel veel geholpen. Door heel veel zelfonderzoek
zijn we zover gekomen.

Mevrouw: Ik ben blij dat hij dat doet, want ik ben daar een beetje slordig in. Ik vind het
allemaal een beetje… het is wel gemakkelijk zo.

Lot: Als u terugdenkt aan het hele traject van diagnose tot aan nu eigenlijk, zegt u dan ‘dit

37
zou veranderd moeten worden’? Dit had anders aangepakt moeten worden, en zo ja wat
had anders aangepakt moeten worden?

Meneer: De diëtiste deed vanuit haar achtergrond al het mogelijke wat ze adviseren kon en
dat zal in z’n algemeenheid ook wel opgaan als je je pillen blijft slikken. Maar als je zonder
medicatie wil dan was de diëtiste niet geschikt voor wat ze zat te doen. Dat heb ik haar ook
verteld. In het begin was ze het daar niet mee eens, dan krijgen we allemaal stofjes niet
binnen die we wel moeten hebben. Maar inmiddels weten we beter. Ze was ook verbaasd
over de resultaten. Ze zei ‘jullie bereiken zoveel resultaten, jullie kunnen daar zelf wel mee,
daar kan ik jullie niet in adviseren’. Maar goed, daar ligt dus wel een hele grote taak in de
diëtisten-sfeer, dat die mensen beter voorgelicht worden over alternatieven in de voeding.

Lot: Zegt u ook dat dat moet? Ik had gisteren een ander interview met een andere
diabetespatiënt en die zei ‘het is zonde dat mensen met diabetes medicijnen
voorgeschreven krijgen als het ook op een betere manier kan’. Zegt u dat ook, dat
medicijnen een noodgreep moeten zijn.

Mevrouw: Als ik naar een diëtiste ga waren mijn waarden zo opgelopen, want ze dacht al
over twee pillen per dag. Dus dat, als zij meer kennis had gehad, over dit traject, was dit niet
nodig geweest. Die adviezen die zij gaven waren algemene dingen die iedereen eigenlijk
weet. Ja twee stukken fruit per dag dat is wel leuk, maar niet gezond. Wij hebben voor die
tijd sinaasappels gekocht, we dachten dat we iets goeds deden. Die hebben we uitgeperst,
elke morgen. We hadden 144 sinaasappels, in een maand waren die weg. Wij dachten dat
we het goed deden, voldoende vitaminen binnenkregen. Zij adviseerde die sinaasappels wel
te eten, maar niet te persen want dan gaat het minder snel in je bloed over. Dat is het enige
advies waarvan ik zeg ja dat kan kloppen.

Meneer: Maar goed, dan nog steeds is sinaasappel niet gezond, in de hoeveelheid dat wij ze
aten. Maar dat moet zo’n diëtiste weten, want de vraag kwam op een gegeven moment van
‘wat eet jij? Wat eten jullie, hoe ziet jullie voedselpatroon eruit?’ Om daar dus verandering in
te brengen. Op een rijtje zetten. Dan sluiten we de dag af met een glaasje sinaasappelsap.
En een broodje van dit en een broodje van dat. Mijn vrouw is erg van het brood. Wat je niet
moet eten als diabetespatiënt dan is het wel brood. Ja we eten wel brood maar dat bakken
we zelf. Zonder tarwe erin. Zonder koolhydraten. Maar dan vertellen ze ‘nee u moet ‘s
morgens twee sneetjes brood, en ’s middags twee en ’s avonds twee’, dat kon prima. En
boter was ook geen probleem, alleen roomboter moesten we laten staan, Becel gebruiken.
Ik denk dus dat inderdaad dat als ze je dat adviseren en je je leefstijl zo wijzigt dat je die
dingen achterwege laat, dat dat je de mogelijkheid geeft om zonder medicijnen door het
leven te kunnen. Daar zou veel meer aandacht voor moeten zijn, daar zou veel harder op
gestuurd moet worden. Maar ik denk dat dat zo is met het hele voedsel is in de maatschappij
op dit moment want kijk in de supermarkten, je zult er zelf ook weleens komen voor een zak
chips ofzo, dat deden wij vroeger dus ook, niet zo verstandig. Dat is zo normaal, dat is zo
vreemd, wij waren op internet aan het kijken wat voor interventies je kon doen om weer in
het gareel te komen. Het was voor mij ook wel goed want ik was redelijk corpulent en had
last van hoge bloeddruk. En daar had ik ook medicatie voor en daar heeft het ook allemaal
positieve effecten op. Ik denk dat er veel meer aandacht kan zijn voor de leefstijl. En wij zijn
een voorbeeld van dat het goed gaat.

Mevrouw: Het vervelende is, van diabetes merk je niks, je hebt er geen last van.

38
Meneer: Van je teennagels.

Mevrouw: Ja tot dan, maar voor die tijd merk je niks, je voelt je niet ziek, en dat is eigenlijk
normaal een struikelblok. Als het erg zeer deed zou je voorzichtiger zijn. Mits je er op
gewezen wordt.

Lot: Wij zijn een beetje door onze vragen heen, is er nog iets dat jullie willen vragen of
toevoegen?

Meneer: Het is een tijdrovende hobby geworden, als je echt zonder medicatie door het leven
wil, als je zo ernstig hebt als mijn vrouw, dan moet je elke dag koken, dat kost tijd, het is een
investering, je moet het willen doen. Je kan niet even naar de Jumbo lopen en vers eten
kopen, dat ligt er niet.

§9.3 Interview mevrouw D.


Farah: Hoe bent u gediagnosticeerd?

Mevrouw: Ja dat is een beetje een raar verhaal. Dat was eind 2004 maar dat is op een hele
slechte manier gegaan. Want ik had medicatie via de psychiatrie, ik was toen heel erg
psychisch ziek zeg maar, en ik had daar medicijnen voor. En toen zeiden ze laten we ook
bloedonderzoek doen en daar zat ook diabetes bij en dat had ik dus niet. En ik ging me
steeds zieker voelen en ik weet wat diabetes is want ik werkte zelf in de zorg en ik denk ‘goh
de klachten die ik heb dat lijkt wel op diabetes’ maar goed ik denk ‘ik heb het niet want dat is
toen gecontroleerd’ maar ik werd steeds zieker en zieker en viel tijdens gesprekken gewoon
neer. Ik had steeds heel veel dorst, ik had al die klachten en ik viel gewoon. Dus op een
gegeven moment kreeg ik ook ergens last van wat schimmel en jeuk en ik dacht ‘ik ga maar
naar de huisarts’ en die gaf me een vingerprik en hij had niet eens gevraagd of ik nuchter
was of niet. En ik was er gewoon heen gegaan, ik had nog niet gegeten en had een
nuchtere vingerproef van 21!

Farah: Zo! Nou.

Mevrouw: Ja, en toen zei ‘ie dus dat ik het al lange tijd had, nou ja dat klopt want ik voelde
me al een lange tijd ellendig dus dat was gewoon heel slecht gegaan en het volgende
moment had ik een griepinjectie in mijn arm, zonder te vragen, maar ik voelde me al heel
ziek dus ik voelde me al niet helemaal helder. Want met die vingerprik van 21 kan je nagaan
wat ik de rest van de dag na het eten niet allemaal had dan. Dus ja zo is dat gegaan. Ik
stond al weer snel buiten. Toen kreeg ik glucofagen. Dus ik denk ‘ik hoop dat ik me snel
beter ga voelen’. Dus dat is allemaal raar gegaan, zo is dat gegaan dus eigenlijk heel slecht.

Farah: Ja ik hoor het, nou.

Mevrouw: Ja dat is echt heel slecht gegaan en verder ook geen uitleg niks erbij. Maar ja
goed ik wist in principe wat diabetes was. Maar op dat moment was ik blij want ik kreeg
medicatie en voelde me op dat moment echt hartstikke ziek.

39
Farah: Ja daar wilde ik gelijk verder over vragen. Want hoe begon de behandeling. Dus
medicatie?

Mevrouw: Ja volgens mij gewoon glucofagen. Ik weet niet meer of ik ook een ander pilletje
erbij kreeg, maar dat was het. En dan gewoon af en toe moest je controle. Maar ik voelde
me op zich vrij snel wel beter. En ik deed het goed op de glucofagen. En rond eind 2009
ofzo zijn die glucofagen uit de handel genomen. En toen moest ik op metformine , maar dat
ging niet goed, ik had eigenlijk met glucofagen ook al wat last van mijn darmen maar dat
was te doen. Want dat is eigenlijk ook metformine maar daar deed ik het op zich ook redelijk
goed op. En ik moest dus op metformine en dat ging niet ik werd daar hartstikke ziek van. Ik
kreeg heel veel last van mijn buik van, heel veel buikpijn. Last van mijn darmen. Ik kon het
niet meer ophouden, diarree, alles. Ik werd daar hartstikke ziek van. Toen heb ik allerlei
andere pillen gekregen, alles wat er maar bestaat. Maar ik ging me steeds zieker voelen
want mijn suiker werd te hoog. Ik ging een studie doen maar dat ging helemaal niet goed
omdat ik me moe voelde als een hond. Toen heb ik op gegeven moment zelf om insuline
gevraagd want ik had al zoveel pillen gehad en elke keer pillen en dan maar weer afwachten
of het werkt. En ondertussen ga je je steeds ellendiger voelen. Dus toen vroeg ik om
insuline. En toen kreeg ik 24 uurs insuline, een goedkoop merk, nou dat ging niet goed. En
toen kreeg ik insuline die ik twee keer per dag moest doen, ik weet niet meer de naam
daarvan. Die werkte 12 uur, dus twee keer op een dag. Maar dat ging ook niet goed. Maar ik
vond die huisarts die ik had ook helemaal niet goed. Maar je kan heel moeilijk van huisarts
wisselen. Daar doen ze heel moeilijk over want dan moet je echt een klacht indienen, nou ja
daar had ik allemaal geen zin in. En ik had die tijd een vriend in Purmerend en ik werkte in
die tijd in Purmerend en ik was meer in Purmerend en ik denk ‘hé wacht eens even dat ik
vind ik een mooi iets om daar gewoon een huisarts te nemen’. Dan hoef ik ook niet moeilijk
te doen met een klacht indienen. Dus ik ben daar naar de huisarts gegaan en die stuurde
me naar de internist want ik was nogal een moeilijk geval want het was heel moeilijk om mij
in te stellen. Dat ging niet. En zo kwam ik bij de internist terecht en kreeg ik drie keer op een
dag Novorapid en een keer op een dag die 24-uurs insuline

Farah: En dat ging wel goed?

Mevrouw: Uiteindelijk ging dat op een gegeven moment goed ja, dan moet je even ingesteld
worden. Maar dat ging goed. Alleen het vervelende aan insuline is dat je heel snel hypo’s
krijgt. Dus je voelt je eigenlijk best heel vervelend, het is eigenlijk een groot drama eigenlijk.
Je bent de hele dag aan het eten. Als je wat doet dan zak je weer gewoon, het is niet fijn.

Farah: Mag ik vragen hoe oud u was toen u werd gediagnosticeerd?

Mevrouw: Nou heel jong, ik was toen 39 maar waarschijnlijk had ik het al op mijn 38e en dat
had niet zo hoeven zijn want dat kwam gewoon van die medicijnen waarvan ik twee en halve
kilo per week aankwam. Daar werd ik vanzelf gewoon moddervet van. Ik wist dat ik gevoelig
was om dik te worden maar ik was altijd nogal trots omdat ik best wel slank was. Na je
dertigste, dat zit bij ons in de familie, krijg je best een buik. Maar ik probeerde dat gewoon
zelf goed te houden, maar als je medicijnen krijgt dan is dat klaar. Dus toen hadden ze het
ook wel over beweging en doe je wat aan je voeding maar dat interesseerde me allemaal
niet meer want ik voelde me zo ellendig. En er viel toch niets aan te doen. Als je medicijnen
krijgt waar je dik van wordt.

40
Farah: Dat krijg je er niet af met een beetje bewegen.

Mevrouw: Nee.

Farah: Hoe goed werd alles aan u uitgelegd? Want u zei al u wist al wat van diabetes.

Mevrouw: Er werd niet veel van uitgelegd nee. Maar op zich wist ik ook wel wat het was,
diabetes. Dus ja.

Farah: Dan hoeft het ook niet.

Mevrouw: Wim had gevraagd of ik dit wilde doen en dankzij die leefstijl-groep heb ik nog
veel meer geleerd over diabetes. Want je schijnt ook verschillende typen Diabetes 2 te
hebben. Daar kun je ook allerlei onderzoeken naar laten doen. Nou dat is ook nooit gebeurd.
Het kan met een vervette lever. Ja dat had ik wel, maar al die onderzoeken die ik zie in de
leefstijl-groep, zoals c-Peptide meten en nuchter insuline is nooit gedaan, dat doen ze bij mij
allemaal niet. Ze stoppen er meteen medicatie in en dat is het.

Farah: Er is u bij de diagnose niet voorgesteld om uw levensstijl te veranderen?

Mevrouw: Helemaal niet.

Farah: En later ook niet? Heeft de huisarts niet gezegd ‘misschien is dit een goed plan’.
Gelijk maar medicijnen?

Mevrouw: Alleen maar controle over medicijnen, af en toe moest er iets omhoog. De
medicijnen die ik al had, waarvan ik zo dik werd, was ik sowieso al niet blij mee. Maar ik heb
heel veel last als ik van pillen af wil, ik krijg zeer ernstige onttrekkingsverschijnselen. Dus
dan voel ik me heel erg ziek. Eind 2012 ben ik heel erg ziek geworden en toen dacht ik dat
het een mooie kans was om van die pillen af te komen. Want ik word dan nog zieker en ik
kon toch niet werken. Zo ben ik van die andere medicijnen afgekomen. En toen had ik ook
minder insuline nodig. Toen werd mijn suiker ook meteen een beetje beter, omdat ik daar
ook van afviel.

Farah: Gebruikt u nu nog medicatie?

Mevrouw: Nee, ik zat vanaf 2010 aan de insuline. In 2019 ben ik met leefstijl begonnen, in
januari. En er zit nog een verhaal achter. Ik had twee jaar daarvoor ongeveer een of ander
programma gezien op de televisie waaronder mensen met diabetes die met leefstijl van hun
medicatie af konden. En over dat koolhydraatarm en ketogeen. En ik had zoiets van ‘dat wil
ik’. Dus dat ging ik zelf meteen even uitproberen. Ik denk ‘verdomd het werkt, ik heb minder
insuline gespoten’. Dus ik hartstikke blij. En toen moest ik naar de internist in het
Waterlandziekenhuis. Ik zeg ‘ik wil dit doen, er zijn mensen die zijn er vanaf gekomen, dat
wil ik ook en bla bla’. Dat was in het ziekenhuis. ‘Nou’ zegt die internist ‘dat is allemaal niet
wetenschappelijk bewezen. Maar ik zal u een diëtist geven van het ziekenhuis’. Nou ik kreeg
een diëtist van het ziekenhuis, en normaal krijgt iemand bijvoorbeeld 200 gram aardappelen,
dat mag dan aan koolhydraten, dat is dan normaal en ik werd gezet op 150. Dat was dan het
dieet. Van dat soort dingetjes. Overal wat minder van. En ik moest meer eten op een dag.
Want ik nam geen tussendoortjes, je krijgt allemaal vragen, ‘eet je dit en dat?’. Dus ik moest

41
wel zes keer op een dag eten ofzo. Nou viel ik wel iets af, iets van 8 kilo ofzo maar dat ging
heel langzaam en ik was nog bezig met die andere medicijnen, om dat af te bouwen. Ik
dacht ‘wacht maar, als ik dat heb ga ik dat wel doen’. Want ik had het wel allemaal
onthouden, ik dacht dat wil ik gewoon doen in de toekomst. En toen ben ik op gegeven
moment weer naar een ander ziekenhuis gegaan want ik ben weer teruggegaan hier in
Zaandam en toen heb ik daar aangegeven ‘ik wil dat doen, ik wil ervan af’. Nou ging dat ook
heel moeilijk. Je krijgt heel veel tegengeluid. Die artsen, dat gaat heel moeilijk. Dus ik heb er
voor geknokt en doordat ik lid was van Wim Tilburg wist ik wat ik kon doen. Dus op een
gegeven moment, het ging veel te langzaam, ik ging koolhydraatarm eten maar ik wilde
eigenlijk dat ketogeen doen maar dat kon niet want die internist liet me pas veel weken later
terugkomen. Dus op een gegeven moment was ik al wat minder aan het doen, ik moest nog
twee of drie weken wachten en ik dacht ‘verdorie’ Dus ik ben zelf gestopt met die insuline. Ik
denk ‘bekijk het maar’. Toen kon ik meer los, met dat eten. Dus toen kwam ik terug bij de
internist en zei dat ik geen insuline meer gebruikte en toen was hij een partij kwaad. Hij was
boos. Je wordt behandeld als een klein kind, dat is werkelijk verschrikkelijk. Dankzij die
groep heb ik het gedaan. Als ik het niet had geweten had ik nog aan de insuline gezeten.
Want artsen gaan je dat niet vertellen hoor. Dus doordat ik wist dat het allemaal kon dacht ik
‘bekijk het maar’. Nou toen heb ik gewoon het heft in eigen hand genomen. En er waren wel
wat dingen die ik nog moest weten maar daar kon Wim me antwoord op geven en toen was
het goed. Behalve de insuline, wat je ook krijgt, als je diabetes krijgt, dat ben ik vergeten te
zeggen, toen ik gediagnosticeerd werd kreeg ik niet alleen glucofagen maar ik kreeg ook
bloeddrukpillen en ik kreeg meteen cholesterolpillen. Dus ik had meteen van alles en nog
wat aan medicatie. En er word je niks gevraagd. Dat krijg je gewoon. En je doet het ook nog.
Je bent ook bang dat je ernstige dingen krijgt.

Fara: Had u ook bètablokkers?

Mevrouw: Nee, bloeddruk had ik en statines.

Farah: Bloeddrukverlagers kunnen bètablokkers zijn.

Mevrouw: ik had Diovan. Ik weet niet of dat een bètablokker is. In het begin kreeg ik van die
merk pillen. Later werden dat allemaal van die goedkope middelen en die werken allemaal
veel slechter. Daar word je alleen maar nog ellendiger van.

Farah: Gaat het nu goed met u?

Mevrouw: In principe redelijk. Ik ben blij want ik heb jarenlang insuline gebruikt en toen ik
dus in 2019 begon met die leefstijl, daar was ik in januari mee begonnen en was in april
klaar. Dus ik ben eigenlijk vanaf april 2019 helemaal medicijnloos. Qua diabetes.

Farah: En dat gaat verder goed?

Mevrouw: Ja.

Farah: Top. Fijn om te horen. Dan heb ik nog een vraag. Welk ding zou er volgens u
verbeterd kunnen worden aan het traject van diabetespatiënten?

42
Mevrouw: In ieder geval als iemand gediagnosticeerd wordt; hier in het Westen weten ze
helemaal niets over leefstijl enzo maar dat zou wel heel mooi zijn. En uitzoeken wat voor
diabetes heb je. En niet alleen maar 1 of 2 maar waardoor wordt het veroorzaakt? Heb je
een vervette lever, kortom dat ze al die testen doen. Die testen doen ze ook niet, dat kost
natuurlijk allemaal een hoop geld, het is makkelijker om er een pil in te douwen. Maar het
zou wel goed zijn als al die onderzoeken die bij dat leefstijl zit. Want bij mij is er bijvoorbeeld
nooit nuchter insuline gemeten. Ik weet niet hoe dat zit bij mij. Toen ik in die leefstijl groep
zat heb ik maanden moeten vechten voordat ik een c-Peptide meting kreeg. Nou dat is toch
schandalig. Maar ik weet dus dat mijn pancreas maar voor 30% werkt. Maar dat komt ook
niet van de artsen uit. En als je er zelf mee komt krijg je ook nog ‘nee nee nee nee nee’ te
horen. Het is gewoon afschuwelijk. Het is alleen maar medicijnen erin gooien en voor de rest
niks.

Farah: En weet u hoe het bij u zit, welke type diabetes type 2 u heeft?

Mevrouw: Nee dat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat mijn buik heel snel dik wordt. En ik
heb in het verleden ook een vervette lever gehad.

Farah: Ik heb al mijn vragen gehad. Heeft u nog iets dat u wilt toevoegen, waarvan u denkt
dat u dat nog even wil vertellen?

Mevrouw: Dat ik de diabeteszorg hier, in mijn ervaring, heel slecht vind. Artsen moeten zich
aan protocollen houden maar het zou mooi zijn als er meteen gekeken wordt wat de oorzaak
is. En niet zomaar andere pillen geven waar mensen afschuwelijke ziektes van krijgen. Want
dat is ook gewoon ontkend. Want ik heb dat toen gezegd. ‘Nee hoor, dan had u het
misschien even goed gehad’. Maar ze kennen mij niet. Ik wilde nooit dik worden. Dat ze bij
elke probleem, bijvoorbeeld ook bij hoofdpijn, naar leefstijl kijken. Want ik weet dat dat ook
werkt. Ze geven dan een pilletje maar als ze merken dat iemand daar hartstikke dik van
wordt, let dan op als arts. ‘Ik heb een pilletje gegeven voor hoofdpijn, straks krijgt diegene
diabetes, dat moeten we niet hebben’. Het beste is dat er ook meteen naar de leefstijl
gekeken wordt. Maar dat werkt bij artsen niet zo, die zijn beïnvloed door de farmaceutische
industrie. Maar als ze een medicijn geven, kijk dan dat iemand niet andere ziektes krijgt. En
als iemand diabetes heeft dan veel meer richten op wat is de oorzaak bij die persoon, en de
leefstijl.

Farah: U zit nu in die diabetes groep van Wim. Gaat dat goed, dat vindt u fijn, zo’n online
support-groep?

Mevrouw: Ja, ik doe er wel minder mee dan in het begin Maar af en toe kijk ik er nog wel
eens op. En ik doe nog wel eens mee met de “ZWEM”. Weet je wat dat is? Dan moet je elke
zaterdag meten wat je glucose nuchter is, wat je buikomvang is en je gewicht. Dus als je
daaraan meedoet kan je zelf in de gaten houden of je niet te zwaar wordt. Of wordt mijn buik
niet al te dik, of mijn glucose te hoog. En zo kunnen zij ook zien of er iets niet goed gaat.
Dus dat is op zich wel fijn. Zelf ben ik vrij streng op mezelf, maar het is wel een houvast.

Farah: Doet u de diabeteszorg ook via de huisarts, of alleen via de groep?

Mevrouw: Nou ik heb ruzie gekregen met de internist in het ziekenhuis omdat het helemaal
niet goed ging en die dacht het beter te weten dan ik. Zo arrogant zijn ze ook wel. Ze weten

43
niets van leefstijl, ze weten niets van ketogeen eten en dat is eigenlijk het belachelijke. Dat is
vroeger gebruikt bij mensen die epilepsie hadden, bij kinderen, voor neurologisch, waarbij de
medicijnen niet werkten. Dus eigenlijk kennen ze het wel maar dat is helemaal weg, daar
weten ze niks meer van. En ik kreeg toen ruzie met die internist dus ik ben toen naar de
huisarts gegaan en daar doe ik alleen de controles. Ze weten dat ze me niks hoeven aan te
smeren. Dus het is alleen voor mij dat ik weet wat is mijn Hba1c, af te toe ook cholesterol
enzo. En gaat het een beetje goed en dat soort dingen.

Farah: OK. Dan wil ik u heel erg bedanken.

Mevrouw: Ja is het een beetje duidelijk? Ik ben heel erg negatief over hoe het gegaan is bij
mij.

Farah: Ik ben inderdaad blij dat ik een huisarts heb die dit bij mij niet heeft gedaan want dit
klinkt niet goed nee.

Mevrouw: wat ik ook belachelijk vind, is dat als je gediagnosticeerd wordt, je voor dat je het
weet met een injectie buiten staat. Maar dat heb je op dat moment ook helemaal niet door.
Er wordt niet eens iets gevraagd, of gezegd van ‘mevrouw u heeft risico ofzo’, nee. Dus dan
ben je buiten en dan denk je ‘wat is er nou gebeurd, ik heb een injectie gehad?’ Heel gek.

Farah: Dus u wilt beter worden geïnformeerd?

Mevrouw: Ja sowieso. Kijk het is een tijd geleden en dat was gewoon een slechte huisarts,
ik weet niet of dat bij alle huisartsen zo gaat. Maar ik vind sowieso als je iets mankeert hoeft
je niet meteen met pillen buiten te staan. Stel dat ik nu nog geen diabetes zou hebben en ik
voel me niet lekker en ik ga morgen naar de huisarts en die zou tegen mij zeggen ‘oh
mevrouw, even onderzoek, het lijkt erop dat u diabetes heeft’. Dan zou het zo moeten zijn
dat er niet meteen medicatie komt. Maar dat ze zeggen ‘als u aan leefstijl doet, dit en dat is
leefstijl, minder koolhydraten minder dit’ weet je wel, ‘dan komt u over een maand terug en
dan kijken we hoe de glucose is en dan kijken we of dat aanslaat. Als dat werkt hoef ik u
geen pillen te geven’. Zo zou het moeten zijn. En niet meteen een potje pillen en een injectie
in je arm en klaar. Ik hoop dat jullie het op die manier kunnen veranderen, het systeem.
Doen jullie het alleen voor diabetes of is het voor alle ziektes?

Farah: Wij doen het voor Ancora, dat is een bedrijf dat een programma aan het maken is
voor diabetes, dat mensen kan helpen hun leefstijl te verbeteren. In plaats van medicatie. En
dit willen ze dan gaan gebruiken in samenwerking met huisartsen. Dit is ook meer voor het
voorkomen van diabetes in plaats van het alleen maar medicijnen geven als het er is. En we
hebben het nu alleen over diabetes, maar misschien in de toekomst

Mevrouw: Dan zal ik nog wat vertellen. Ik heb namelijk ook nog een auto-immune oogziekte
gekregen. En daar hebben ze ook allemaal medicijnen voor gedaan. Nou, ik kan niet meer
tegen medicijnen, ik gebruik daar ook niks meer voor. Ik probeer het zelf middels deze
leefstijl onder controle te houden. Ik ben helemaal klaar met medicijnen. Maar het werkt voor
heel veel ziektes hoor, dat leefstijl.

Farah: We zijn er doorheen, ik wil u heel erg bedanken, dit is precies wat we nodig hebben.

44
§9.4 Interview meneer H.
Farah: Dan beginnen we met onze eerste vraag. Hoe bent u gediagnosticeerd?

Meneer: Ja dat was eigenlijk bij toeval. Ik was bij de huisarts geweest voor iets anders. Had
ik bloed moeten prikken en toen zag hij dat ik DM2 had… Eigenlijk zelf besefte ik dat pas
een jaar of drie daarna, want ik dacht dat hij had gezegd dat ik bijna diabeet was. En dat
vertelde ik ook aan iedereen. Ja want mijn vrouw had iedere week wat. Toen zei hij ineens
nee je bent echt diabeet, kijk maar hier in dat vakje, daar staat een vinkje. Ja dat was dus
pas jaren later en eigenlijk had ik ook niets gedurende die jaren niks aan gedaan. Achteraf
gezien vond ik dat wel…. Ja het was dus bij toeval.

Lot: Hoe oud was u toen? Toen u gediagnosticeerd werd?

Meneer: Uuuhm

Lot: Of hoeveel jaar geleden was het?

Meneer: Ik schat een jaar of vijf geleden.

Lot: Ja

Meneer: Dus twee jaar ben ik er wel mee bezig, met voeding, toen ik pas besefte dat ik het
echt had. Dus pas twee jaar geleden.

Farah: Hoe oud bent u nu dan. Beetje onbeleefd, sorry.

Meneer: Nee hoor, ik ben nog niet zo lang zestig, dus ja.

Farah: OK

Lot: Als u er op terugdenkt, denkt u dan ik was al veel langer diabetes, ik had

Meneer: In ieder geval die drie jaar

Lot: Ja ik weet niet, misschien als u nu terugkijkt dat u nu denkt, oooooh

Meneer: Nee want ik heb helemaal geen klachten gehad, nooit, nergens. Nog altijd niet, dus
dan weet je het niet he, geen flauw idee. Aan de ene kant gelukkig, aan de andere kant
misschien jammer. Dan had ik er eerder iets aan kunnen doen.

Farah: Wordt u behandeld voor diabetes nog? Heeft u medicijnen of iets.

Meneer: Nee ik heb eerst vier weken metformine gehad. Maar ik ben toen ook begonnen
met koolhydraatarm eten. En vier weken later kon ik al stoppen met de medicatie. Dus dat
is het enige wat ik aan medicatie gehad heb.

Farah: En ja, u had dus nooit insuline

Meneer: Nee dat al helemaal niet.

Farah: Dus u doet alleen gezond eten.

Meneer: Gezond eten en bewegen. Ja ja.

Farah: Kunt u ons misschien iets vertellen over wat u wel en niet mag eten? Hoe u dan moet
bewegen en dat soort dingen.

45
Meneer: Ja eigenlijk zijn er 5 pijlers met betrekking tot leefstijl, begint met de voeding,
beweging, stress, natuurlijk bioritme met voldoende en goede slaap en de laatste is relaties
slash zingeving.. En ik heb me voornamelijk op de eerste twee gefocust, voeding en
beweging. Dus ik ben behoorlijk koolhydraatarm gaan eten. Ik ben bij een Facebook-groep
terecht gekomen. Diabetes Omkeren en nog een tweede groep Leefstijl als Medicijn. En via
hun ben ik ook in dit onderzoek terecht gekomen. Dan ga je ja ketogeen of koolhydraatarm
eten, het belangrijkste is geen pasta, geen brood, uh gezonde vetten. Vetten hoef je
eigenlijk niet druk om te maken zolang het maar gezonde vetten zijn, zoals avocado en vette
vis, zalm en dergelijke, en noten. Uhm ja goed pakjes lezen he, of eigenlijk niets uit pakjes
eten en als je groente hebt toch goed de verpakking lezen, in sommige groenten zitten toch
veel koolhydraten in, daar kun je je nog wel eens in vergissen. Ja voornamelijk geen brood
en geen pasta, dat is wel wennen. Ik denk ook dat ik het mede daardoor gekregen heb, te
veel pasta eten. We hebben vroeger echt wel een periode gehad, toen de kinderen nog klein
waren. Dan kocht je van die ovenschotels van de Honing/Knor met macaroni en spekjes en
kaassaus en ik weet niet wat daar allemaal, veel van dat soort dingen, en veel pasta, en
allemaal troep natuurlijk wat daar allemaal in zit, dus dat heb ik best veel gegeten, dus eh ja
dat zal mede de oorzaak zijn geweest. Ja in het weekend toch ook wel genoeg alcohol
gedronken, alcohol is ook niet echt goed ervoor, zeker niet als je al diabeet bent. Ik neem
aan van tevoren ook niet, want dat zijn ook veel koolhydraten. Ja. Als je kijkt, mijn vrouw die
heeft hetzelfde eetpatroon als ik die heeft totaal geen aanleg voor het diabeet-gebeuren.
Zoals hoge bloeddruk en daar heb ik weer totaal geen aanleg voor.

Farah: Ja een beetje genetisch bepaald dan.

Meneer: Ja, want mijn vader had een hoge bloeddruk, dusseh. Die was hartstikke mager
enzo. Die had niks met, die was niet te dik ofzo. Dus het is ook een deel genetisch bepaald.

Lot: Als u kijkt naar de stamboom: had u er zelf genetische aanleg voor?

Meneer: Mijn vader had het op het laatst ook, maar ja die was alcoholist dus dat krijg je dat
al gauw. Als je zoveel drinkt wordt je vanzelf ook wel diabeet. Niet goed. Dus. Maar nee,
voor de rest eh. Ja en nichtje van mij heeft het ook. Misschien is het dan toch van dezelfde
kant van de familie. Want zij is een dochter van mijn oom, van mijn vader, dus misschien
komt het dan wel van die kant, zou zomaar kunnen. Dat is allemaal gissen. Ik heb ook meer
nichtjes, van mijn zussen hebben het allemaal niet, maar die zijn ook niet klein, terwijl mijn
nichtje die is flink afgevallen toen ze diagnose diabeet 2 kreeg, maar die was ook vroeger
flink, net als ik. Afvallen wordt altijd aangeraden dat is het makkelijkste, en uiteraard het
afvallen door het gezond eten he, ja kan ook crash diëten en toch nog ongezond blijven
eten. Dus ja dat is de pijler gezond eten. En dan bewegen, een paar jaar geleden ben ik
begonnen met wandelen, tussen de middag, ik sportte al twee keer in de week, squash, en
toen ben ik gaan wandelen op een hoog tempo en toen viel ik een kilo per week af. In
combinatie met de koolhydraten, minder calorieën, 500 per dag., dus 3 en half duizend per
week, en dan nog het wandelen dat is ook 500 per dag, dan zit je op duizend, maal zeven,
dat is samen 7000 per week. Ja dat is me toen 7 weken gelukt. En daarna kwamen de
feestdagen, toen ging het minder, toen kwam Corona, ook weer een excuus, dus ik ben de
helft van die 10 of 12 kilo die het was er weer bij, dus ik ben alweer een tijdje bezig en nu
lukt het om de een of andere reden niet en ik snap niet goed waarom.

Lot: Het afvallen niet, of het weer terug in het ritme komen?

Meneer: Nee het afvallen, ik ben alweer een tijdje, drie maanden, bezig met op eten letten
en bewegen maar ik was flink geblesseerd aan mijn achillespees daardoor kon ik niet
wandelen en dus ook niet squashen en toen ben ik een aantal weken geleden ben ik gaan
fietsen, een maand geleden ofzo. en dat ging wel, had ik geen last van de blessure. En toen
kreeg ik weer ook af en toe een beetje last, schoot het in mijn hiel, ook weer voor naar de
fysio geweest, ik loop altijd al bij de fysio dus wat dat betreft met bewegen gaat het op dit

46
moment niet zo goed. Voeding wel, maar ik merk er helemaal niks van. Ik ben op vakantie
geweest vorige week, kilo bijgekomen, had ik ook wel ingecalculeerd, dus dat hoop ik dat ik
deze week of volgende week eraf heb, van de week moet ik weer bloed prikken dus dan
hoop ik dat het beter gaat. Maar ik snap dus niet waarom het nu niet zo goed lukt als
voorheen. Ik hou bij wat ik eet. Dat heb ik toen gedaan, bijhouden wat je gegeten hebt. Dan
zie je gewoon heel goed hoeveel koolhydraten je gegeten hebt, hoeveel kilocalorieën je
gehad hebt, ja dan weet je dat je goed zit. Als je dan toch niet afvalt dat snap je niet hoe dat
kan, dan denk je toch van… Op dit moment een beetje frustrerend.

Farah: U heeft het over een app, welke app is dat precies?

Meneer: Ik gebruik op dit moment ???

Lot: Dan kunt het gewoon opzoeken en voor het ontbijt gewoon invullen

Meneer: Ja ja. De meest gebruikte is denk ik My Fitness , een veel gebruikte app, maar
deze is ook heel fijn. Die kun je dan ook nog koppelen met mijn FitBit. En als ik dan
gewandeld of gefietst heb dan die app die leest dat uit, dan zie je dus ook hoeveel
kilocalorieën je gebruikt hebt en hoeveel je tot je hebt genomen en dan zie je dat het verschil
bijvoorbeeld duizend is, dan zit je goed.

Farah: Ja, u zei al eerder dat u drie jaar lang niet heeft geweten dat u diabeet was. Toen u
werd gediagnosticeerd, hoe goed werd alles toen uitgelegd?

Meneer: Ja er werd in ieder geval uitgelegd wat het was, de alvleesklier die niet goed werkt
en degelijke. Maar dat was het volgens mij een beetje. Toen heb ik die medicatie gekregen
en toen ben ik gaan googelen en de Facebook groep terecht gekomen en zodoende kwam
ik op het koolhydraatarm eten. Maar dat werd me door de arts helemaal niet verteld. Pas
toen ik hem vertelde dat ik dat dus was gaan doen en toen bleek dus dat ik van die
medicatie af kon. Toen was hij heel verbaasd, maar wel heel tevreden zo van ja ja ja ga
door. Ik weet niet of hij zichzelf er toen ook meer in is gaan verdiepen maar hij heeft me toen
naar de praktijkondersteunster gestuurd. En die was er wel heel goed van op de hoogte.
Dus die stimuleerde dat ook en wist er ook best wel veel van. Die was daar heel positief
over. En ik denk ook dat nu, als er op dit moment iemand gediagnosticeerd wordt, dat die
gelijk met dit soort dingen beginnen. Keto is vrij nieuw, er zijn ook best wel veel artsen die er
helemaal niet aan willen, die gewoon medicatie voorschrijven.

Lot: Daar bent u geen fan van, van het medicatiepompen?

Meneer: Nee helemaal niet. Dat is totaal niet nodig.

Lot: Nee zeker als er zo’n gezonde manier is.

Meneer: Diabetes 1 is anders hoor, ook daar is Keto ook goed voor maar dat is een heel
ander type. Dus sommige mensen komen daar ook vanaf, met een Keto-dieet maar dat is
misschien maar 10 procent ofzo. Dat is een heel ander verhaal. Daar kun je wel, dat heb ik
net gelezen, als je Keto doet dat je dan veel minder medicatie nodig hebt, dat je dan veel
minder moet spuiten. Dus dat is ook wel prettig, lijkt mij. Mijn praktijkondersteunster heeft me
ook doorgestuurd, ja ik heb van alles gekregen, ik heb apparatuur gekregen, om bloed te
prikken, had ik toevallig ook wel eens gekocht, maar ook een bloeddrukmeter, ik heb zo’n
dingetje, ja hier heb ik een Fitbit maar hier heb ik ook een dingetje, een stappenteller. Het is
allemaal verbonden met een router, via bluetooth in de portal kan ik het inzien maar zij ook
dus als een keer tussentijds, tussen de bloedmetingen door, dat een keer in de drie
maanden is, helemaal de verkeerde kant op zou gaan, dan zou ze kunnen ingrijpen,
bijvoorbeeld mij op gesprek roepen van hee he, ik vind dat het niet goed gaat, wil je
misschien toch maar even langskomen? En ja de terugval die ik heb gehad, dus dat heb ik

47
ook bij haar aangegeven, dat is een stok achter de deur, ik heb aan een traject meegedaan
via TNO, en ik heb een coach gehad, een half jaar lang. Dat is in de periode dat ik zo goed
ben afgevallen, toen viel ik af qua waardes en toen corona kwam ben ik weer begonnen
terug te vallen naar mijn oude ritme, een beetje. Het ging in ieder geval toch helemaal
verkeerd en toen gingen mijn waardes langzaam weer omhoog. En de laatste keer was het
zelfs helemaal mis, was het zo erg dat de praktijkondersteunster zei als het volgende keer
niet goed is ga je aan de medicatie. Nee daar schrok ik wel van, als ik iets niet wil…

Lot: Een stok achter de deur dan.

Meneer: Ja ik mis die stok achter de deur en nu zit ik een traject, bij een fysiotherapeut, een
hele groep doet daar aan mee, we komen een keer per week bij elkaar en dat traject duurt
twee jaar. We komen een half jaar lang bij elkaar en daarna wat minder en het is de
bedoeling, ja daar doen ze het ook voor, dat die leefstijl wijziging eigenlijk definitief is, dat je
dan niet meer terugvalt. dat is echt de bedoeling ervan. En dat was dus de vorige keer bij mij
blijkbaar te kort, die 6 maanden. Dat is heel positief geweest maar ik ben toch teruggevallen,
dat is net wat je moet voorkomen. In zo’n traject zit ik nu dus ik hoop dat dat…

Lot: En bent u zelf op zoek gegaan naar zo’n traject, ben u zelf gaan zoeken, dat u zo’n
traject…

Meneer: Nee nee, dat is voorgesteld door de praktijkondersteunster. Ik had dus aangegeven
dat ik die coach heel erg miste, dat ik die stok achter de deur nodig had en toen kwam zij
met dit begeleidingstraject.

Lot: En bent u er positief over?

Meneer: Ja ja zeker. Dat is pas een maand, ik ben eigenlijk pas net begonnen. Dus maar ja
ik ben er zeker positief over, ja.

Lot: Fijn.

Farah: En toen u voor het eerst bent gediagnosticeerd, bent u toen ook al geadviseerd om u
levensstijl te veranderen? Of was het echt gelijk medicatie?

Meneer: Gelijk medicatie. Ik weet ook niet wat mijn waardes toen waren. Ik heb geen idee.

Lot: Krijgt u de waardes, u moet om de drie maanden prikken, krijgt u de waardes dan zelf te
zien?

Meneer: Ja die laat ik printen en die neem ik dan mee naar huis. Dan zie je de laatste zes
metingen.

Farah: Een heel algemene vraag: welke dingen denkt u dat er kunnen worden verbeterd aan
het traject van diabetespatiënten?

Meneer: Al in een vroegtijdig stadium al wijzen op die leefstijlaspecten en de vijf dingen die
ik daarstraks noemde, voeding, beweging, stress, slapen, zingeving. Als je daar gelijk mee
begint, mensen op wijst, maar ja dan moet je daar wel informatie over krijgen, er moet een
website zijn waarop mensen zich kunnen inlezen, naar presentaties gaan, bijeenkomsten
waar dat allemaal uitgelegd wordt. En ze wijzen op de apps, voor de voeding. Je en echt
aan het verstand brengen dat dat de oplossing is, gezond leven. Dus dat lijkt heel makkelijk
maar het is niet voor iedereen evident, voor iedereen om het te doen, om het toe te passen.
Dus ja. Kijk de praktijkondersteunster zegt ook, ik ga heel graag uit eten en drink dat graag
lekkere wijn bij en zij zegt ook je moet niet te streng zijn voor jezelf. Als je de 80-20 regel
hanteert dan is het ook goed. En dat heb ik ook altijd gedaan. In de periode dat ik flink afviel
ging ik ook nog uit eten. Ja niet elke week, en zelfs we hebben ook periodes gehad dat we

48
veel uit eten gingen en dan ging ik bijvoorbeeld naar de Griek. En de Griek ja, die heeft
alleen maar vlees en groenten, die mag ik perfect hebben. En als ik naar de Italiaan ga, ja
pasta, dat is nou net het verkeerde. Ja bij de Griek kan zoiets wel en als je naar een
restaurant op niveau gaat, wat we ook graag doen, dan krijg je ook bijna niks van rijst of
aardappelen. Dan krijg je vlees of groenten met een sausje. Alleen het toetje ja dat is dan
een ramp, een calorieënbom. Maar dat laat je dan staan. Maar kaas, het zoete dessert laat
ik voorbijgaan, wij nemen altijd kaas. Maar dan kun je toch nog van heel veel dingen
genieten. Natuurlijk gaat het dan niet zo snel dan wanneer je heel streng voor jezelf bent,
maar de vraag is of je dat kunt volhouden als je zo streng bent en de voorzitter van die
Facebookgroep voor diabeten, ja die drinkt totaal geen alcohol en die had mij al diverse
keren aangesproken van waarom stop je niet met alcohol, maar nee sorry, dat ga ik niet
laten. Ik drink zo graag een glas goede wijn. Kijk we drinken door de week niet, alleen in het
weekend. Ja en als je het dan toch op die manier kunt volhouden. Ja waarom zou je er dan
helemaal mee stoppen. Ja het is gezond maar een glaasje dat zal gezond zijn maar als het
op deze manier wel kunt volhouden. Ja waarom zou je dan zo streng voor jezelf zijn. Hij kan
prima zonder. Ja en kijk als de dokter tegen mij zou zeggen als je nog een druppel alcohol
drinkt dat ga je dood, ja dan drink je ook niet meer natuurlijk he. Dan is het vrij simpel. Maar
zolang het nog gaat zal ik er niet mee stoppen. Maar ja als het maar met mate is denk ik ook
niet dat het een probleem is.

Lot: Fijn. Ja je moet realistisch blijven he. Dus u zegt eigenlijk als verbetering dat de huisarts
dat die eerst kiest voor een gezonde levensstijl en als laatste pas naar de medicijnen moet
grijpen.

Meneer: Ja eigenlijk zijn geen medicijnen nodig, tenzij de patiënt de leefstijl niet kan., dan
zal het op een gegeven moment wel moeten. Er zijn genoeg huisartsen die gewoon heel
graag medicijnen voorschrijven. Die zullen dat wel goed vinden. Laten we er toch vanuit
gaan dat veel huisartsen tegenwoordig wel meer gevoelig zullen zijn voor een gezonde
leefstijl. De begeleiding die ik heb gekregen, die coach van TNO, dat was een huisarts, in
opleiding, die moest nog 1 jaar, die was helemaal gefascineerd door leefstijlgeneeskunde.
Ook goed, mijn huisarts is niet zomaar een pillenvoorschrijver, die probeert het eerst op
andere manieren. En ja de oorzaak te ontdekken en dat weg te halen en niet zomaar lukraak
pilletjes voor te schrijven. De hele oude garde, van laat zeggen 65-75 jaar, ik weet niet of
niet of die nog zullen meegaan, er zullen er vast wel wat bij zitten.

Lot: Mag ik misschien nog een controversiële vraag stellen? Denkt u dat diabetes misschien
een goed ding is geweest in uw leven? Dat u dacht, he ik heb diabetes, nu moet ik mijn
lifestyle gaan aanpassen?

Meneer: Ja zeker, ja. Ik was veel te zwaar, ik ben altijd te zwaar en dat is natuurlijk
ongezond. Ik sportte wel altijd veel maar ik was veel te zwaar en ik als ik trappen moest
lopen, als ik dan boven was, nu begint het weer een klein beetje terug te komen, maar toen
ik was 10 kilo kwijt, uiteindelijk was ik wel 17 kilo kwijt vanwaar ik kom he, ik was al eerder
afgevallen maar een kilo of 7, maar nu loop ik trappen naar boven, ook al zijn het 5 etages
en ehm nergens last van. Als je veel te dik bent, dat is wel een dingetjes waar ik me af en
toe zorgen over maak, bij mij zit het vet, hoe noemen ze dat, vasculair, bij de organen, dus
als ik nu op mijn buik druk, daar zit geen vet. Dat zit dus nu op de organen. Dat is heel
gevaarlijk. Daar wil ik eigenlijk vanaf. Ik heb wel eens gedacht aan liposuctie zelf, maar dat
is gevaarlijk als ze dat dan tussen die organen moeten weghalen. Ik zou het niet eens
durven denk ik. Dus ja dan maar op de moeilijke manier, ha ha. Maar als me dat dan
eindelijk lukt, dat ik dan alles kwijt ben dat je dan weer een stuk gezonder bent. Wil niet
zeggen dat er dan niets kan gebeuren. Maar dan heb je er in ieder geval alles aan gedaan.
Dus ik denk dat dat het zeker goed voor me is geweest, absoluut. Dus jullie weten ook dat je
dat moet voorkomen.

Lot: Ja dat zullen we proberen.

49
50

You might also like