You are on page 1of 3

les 23: de goede volgorde

Vul de woorden in.


Schrijf zinnen achter de plaatjes,
Leer alles uit je hoofd.

de ................................. het ................................. de .................................

Kan jij de letters in de goede volgorde zetten ?

Eerst ................................................................................

Dan ..................................................................................

Tenslotte ..........................................................................
Kan jij de woorden in de goede volgorde zetten ?

Eerst ................................................................................

Dan ..................................................................................

Daarna .............................................................................

Tenslotte ..........................................................................

les 23: de goede volgorde -1-


vul in:

betaalt - kaartje - leest - Tenslotte - terug

De man wil een ____________ kopen.


De man ____________ de informatie.
Hij kiest eerst een kaartje.
Daarna ____________ hij.
Fout ?
Dan kan hij zijn geld ____________ krijgen.
____________ krijgt hij het kaartje.

Kan jij de huizen in de goede volgorde zetten ?

Eerst ................................................................................

Dan ..................................................................................

Daarna .............................................................................

Tenslotte ..........................................................................

les 23: de goede volgorde -2-


Kan jij de woorden in de goede volgorde zetten ?

Eerst ................................................................................

Dan ..................................................................................

Daarna .............................................................................

Tenslotte ..........................................................................

vul in:

kookt - olie - schaal - open - recept - Zij

De vrouw leest een ______________.


Zij wil een salade maken.
Zij heeft boontjes nodig.
Zij heeft ______________nodig.
Zij heeft knoflook nodig.
Eerst ______________zij de boontjes.
Dan snijdt zij de tomaten.
______________schilt de aardappelen.
Daarna kookt zij de aardappelen.
Zij maakt het potje met olijven ______________.
Tenslotte doet zij alles in een ______________.

les 23: de goede volgorde -3-

You might also like