You are on page 1of 16

Een notitie over Hiram, de cassia en de

acacia in de Hiramlegende*
GUY L.J. LIAGRE

De acaciatak is in de Vrijmetselarij een


Hiram, koning van Tyrus
bekend symbool.' In het rituaal van de 3de
graad (de Meestergraad) legt men een aca- Het personage van Hiram gaat terug op de
ciatak op het zwarte doek dat het lichaam Bijbel. Het hoeft nog nauwelijks gezegd te
van de inwijdeling bedekt. We verraden worden dat deze naam wordt toegekend aan
geen Meestergeheimen als we er met de twee bijbelse figuren, van wie het de vraag
voor allen toegankelijke compendia van P. is of ze al dan niet mogen worden verward.
Van Brabant, E.J.P. Beekes en E. Saunier op De eerste, de koning van Tyrus, komen we
wijzen dat dit gebruik verwijst naar de ont- tegen in 1 Koningen 5 en in 2 Kronieken 2.
dekking van het lijk van Hiram door één der Het volstaat beide verhalen naast elkaar te
negen meesters die waren uitgezonden om leggen, teneinde te ontdekken dat dit bijbel-
zijn stoffelijk overschot te zoeken.2 verhaal niet los van enige literaire en imagi-
[In deze bijdrage wordt ingegaan op het naire compositie tot ons is gekomen. Gaat in
ritueel voor de 3de graad.] 1 Koningen 5 de onderhandeling van koning
De meester greep heel toevallig een acacia- Salomo met Hiram (er zijn verschillende
tak, die tot zijn verbazing in zijn handen schrijfwijzen: Nederlands Bijbel Genoot-
bleef hangen. Zo geeft de acaciatak de schap en Willebrord 'Chiram', de Leidse
sacrale plaats aan waar Hiram uit de dood vertaling 'Hirom', andere schrijfwijze is
herrijst en is de acacia meteen het teken van 'Churam') vooraf, Kronieken keert deze fei-
de onsterfelijkheid van de ziel, of, zoals J.D. ten om.6 Overigens ligt in beide passages
Ninck Blok het uitdrukt, 'symbool van de ook het initiatief voor de ontmoeting in ver-
continuïteit van het leven door de (uiter- schillende handen. Het initiatief voor het
lijke) dood heenV contact met koning Hiram van Tyrus gaat in
Sindsdien is de acaciatak zelfs buiten de 2 Kronieken 2 uit van Salomo, anders dan in
loges, gedrukt op stropdassen, vlinderdas- 1 Koningen 5, waar de Tyrische vorst de
sen of gedragen als een reversspeldje, tot eerste is om gezanten te sturen. Die wensen
een maconniek herkenningsteken gewor- Salomo geluk met zijn koningschap.7
den.4 Toch zijn er in de oorspronkelijke - Bovendien gaat in Koningen de ontmoeting
ook operatieve - maconnieke ritualen geen van Hiram met Salomo vooraf aan het bevel
sporen van de acacia.5 Hij verschijnt pas in een tempel te bouwen, terwijl in Kronieken
de Vrijmetselarij op het moment van het de zaken precies omgekeerd worden voor-
ontstaan van de Hiramlegende. En wat gesteld.
betreft die verschijning, valt er bovendien Uit Kronieken volgt dat koning Salomo
onduidelijkheid vast te stellen over de pre- geldt als de eigenlijke architect van de tem-
cieze betekenis van deze vermelding. Enige pelbouw. Eerst Eupolemos (midden 2de
toelichting. eeuw vóór onze jaartelling) zou Hiram van
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE 99

Thoth schrijft de naam van Ramses II op de levensboom. Schildering in de tempel van Ramses II te
Gurnah

Tyrus als de architect hebben aangeduid.8 binnen." Volgens vers 7 had Salomo ge-
Diens betekenis is in het geheel van de vraagd om een ervaren en bekwaam man
maconnieke Hiramlegende eerder margi- voor het vervaardigen van de kunstwerken
naal. Vermeldenswaard in de ritualen is aan de tempel. Nu wordt dit verzoek door
alleen zijn bevoorrechte band met koning koning Hiram van Tyrus gehonoreerd. Hij
Salomo en de koningin van Sheba. De ont- geeft er officieel en uitvoerig antwoord op.
moeting tussen deze beide vorsten wordt De kunstenaar heet volgens de Hebreeuwse
ons verhaald in 1 Kon. 10 : 1-13 en 2 Kron. (masoretische) tekst in Kronieken Huram-
9 : 1-12. Abi. In 1 Kon. 7 : 1 3 heet hij Hiram, een
verschil in schrijfwijze dat we ook al tegen-
kwamen bij koning Hiram van Tyrus. Het is
Hiram Abi
hoogstwaarschijnlijk dat de Kronist er om
Een naamgenoot van Hiram van Tyrus wan- verwarring te voorkomen 'Abi' heeft achter-
delt in 2 Kronieken 2 via vers 13 het verhaal gevoegd, evenals in 1 Kron. 4 : 1 6 .
100 GUY L.J. LlAGRE

16 de naam wordt gespeld als 'Huram-Abif'


Een fictieve dubbelganger?
(letterlijke transcriptie: 'Abiw' in plaats van
Ondertussen is in kringen van exegeten al 'Abif').12 De titel 'Abi' (Ab betekent letter-
enkele decennia geleden de vraag gerezen lijk: 'vader' en het suffix 'i' wijst op de 1ste
of men wel degelijk met twee verschillende persoon enkelvoud, m.a.w. 'mijn vader',
personen te maken heeft. De oudtestamenti- terwijl het suffix 'if' wijst op een bezit in de
cus Martin Noth meent van niet.10 Hij 3de persoon mannelijk enkelvoud, dus 'zijn
beschouwt de kunstenaar als een reeds door vader'. Vgl. het nieuwtestamentische
de schrijver van 1 Koningen bedachte fic- 'Abba') was volgens W. Rudolph in de
tieve dubbelganger van de koning. Noth gewone omgangstaal, gezien het respect en
meent dat de naamsvorm Huram-Abi in het de eer die men de 'pater familias' toebracht,
boek Kronieken berust op een verschrijving. ook het woord waarmee 'meester' werd aan-
Blijft dan natuurlijk de vraag waarom de geduid (vgl. de woorden 'Pope' of 'Pater').
Kronist er 'Abi' aan toevoegde. Heeft hij Dat het een titel moet zijn, volgt volgens K.
misschien de oorspronkelijke naam willen Roubos uit het feit dat dezelfde man elders
herstellen? Zou de koning zo geheten heb- in 2 Kronieken gewoon Hiram (Huram)
ben en werd zijn naam eerder in het verhaal heet, zoals in 4 : 11." We komen dit woord
afgekort? We weten het niet, maar één van 'Ab' als titel trouwens ook tegen op andere
de mogelijkheden is dat er een andere plaatsen in het Oude Testament: in Gen.
bedoeling achter schuilt. 45 : 8 ten aanzien van een raadsman; in
2 Kon. 5 : 1 3 jegens een geestelijke vader;
in Ri. 17 : 10 wordt het woord gebruikt voor
Meester Hiram
iemand die de priesterlijke functies vervult
Hiram is zelf een afkorting van 'Ahiram', en in 2 Kon 2 : 12 ten aanzien van een pro-
wat betekent: mijn broeder is verheven." feet.
Het is een samenstelling van 'ach' [alef-
chet] (broeder) en de stam 'rom' [resj-wav-
Afkomst van 'meester Hiram'
mem] (hoog zijn, verheven). De laatstge-
noemde wortel komen we o.a. tegen in Gen. Meester Hiram is volgens de Kronist de
7 : 1 7 ('De wateren wiesen en hieven de ark zoon van een Danitische vrouw en een
op'), Ps. 18 : 47 ('Verhoogt zij de God mijns Tyrische vader. 1 Kon. 7 : 14 spreekt even-
heils'), Ps. 2 1 : 1 4 ('Verhef U o Here, in uw eens van een Tyrische vader, maar be-
kracht') en Neh. 9 : 5 ('Uw heerlijke Naam, schouwt hem als de zoon van een weduwe
die verheven is boven alle lof). De vertel- uit Naftali. Exegeten die zich de vraag heb-
ler zou er 'Abi' aan toegevoegd hebben ben gesteld waarom de Kronist de negatief
omdat hij de kunstenaar zo de titel geeft die beladen naam 'Dan' niet heeft vermeden,
hem toekomt. Het Hebrew and English wijzen op Aholiab (Oholiab), een groot
Lexicon of the Old Testament, based on the kunstenaar en medewerker van Bezaleël bij
Lexicon ofW. Gesenius spreekt daarom over de bouw van de tabernakel, die een Daniet
'Ahiram' als 'Brother of (the) lofty'. was en wordt genoemd in Ex. 31 : 1-11. Het
Ook hier duiken echter verschillende is echter evenzeer mogelijk dat de Kronist
schrijfwijzen op. In 2 Kron. 2 : 14 wordt hiermee een andere bedoeling had, waarbij
gesproken over 'Huram-Abi', terwijl in 4 : men dan echter nog niet heeft verklaard
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE 101

waarom 1 Koningen zegt dat Hirams moe- rieerd.15 Het is het eerste van een reeks ver-
der een weduwe was, terwijl de Kronist dit radersgeschriften die een volledig beeld
woord ('almana' achter 'isja' of vrouw) geven van het werken in een drie-graden-
weglaat. systeem.'6 Over dit geschrift is al veel gepu-
Ik laat dit in het midden en verwijs hierover bliceerd en bovendien vormt dit niet het
naar de literatuur terzake. Ik stap thans over onderwerp van dit artikel. Ik spits mijn aan-
naar de latere maconnieke legendevorming dacht toe op de passage waarin sprake - of
rondom zijn persoon. beter: juist geen sprake! - is van de acacia.
In Prichards geschrift wordt namelijk -
zoals door Andréa Kroon in een voetnoot
Maconnieke Hiramverhalen
wordt opgemerkt -, niet de acacia genoemd,
Reeds vroeg in de maconnieke geschiedenis maar de cassia.17 De vraag die ik dan nu wil
wordt naar Hiram gerefereerd. Zijn naam stellen, is: waarom? En: wat kan hiervan de
valt in de Constitutions van 1723 en in de betekenis zijn?
2de druk uit 1738 wordt hij opnieuw opge-
voerd, dit keer met de melding van de droe-
Masonry Dissected
fenis die volgt op zijn dood. In de tussen-
periode verschijnt omstreeks 1727 het Laten we om te beginnen het oor even te
Wilkinson Manuscript, waarin de vorm van luisteren leggen bij Prichards tekst. Ik citeer
de loge in verband wordt gebracht met het uit The Early Masonic Catec.hisms.n Aan-
graf van meester Hiram. vankelijk is er geen sprake van een bij name
Drie jaar later, in 1730, ziet het eerste echte genoemde struik:
Hiramverhaal het licht. Het staat in Samuel
Prichards Masonry Dissected, dat verscheen 'One of the Brothers being more weary than
op 20 oktober 1730.14 Het werk werd aange- the rest, sat down to rest himself, and taking
kondigd in de Daily Journal van 20 oktober hold of a shrub, which easily came up' etc."
1730 en kende ontelbare uitgaven en verta-
lingen, waaronder dertig in Engeland en Er wordt niet gezegd welke struik het
acht in Schotland. Masonry Dissected was betreft. Een acacia, berucht om zijn doorns,
niet alleen het langste document in zijn allicht niet. Wie zou zich immers aan een
soort, maar Prichard produceert bovendien doornstruik overeind willen trekken?
voor elk van de drie graden een soort vraag- Na het graf blootgelegd te hebben - ze vin-
en-antwoordspel of catechismus, een oefe- den Hiram 'decently buried, in a handsome
ning en uitleg in het rituaal van een bepaal- grave, which surprised them' - gooien ze
de graad. het dicht, 'and as a farther ornament placed
De Nederlandse vertaling van dit verraders- a sprig of Cassia at the head of his grave'.
geschrift, Het collegie der Vrije Metselaars
ontleedt uit het Engels vertaalt volgens den
'Traduttore traditore'
Vijfden Druk, 't Utrecht, daterend uit 1733,
werd in 1954 gepubliceerd in Thoth (blz. 79 'Traduttore traditore', vertalen is verraden,
e.v.). Het werd later o.a. in het jaarboek van luidt het gezegde. Masonry Dissected wordt
de Belgische studieloge, 'Ars Macionica nr. in het Nederlands vertaald, en het is deze
30', overgenomen en grondig becommenta- Nederlandse tekst die later als basis zal die-
102 G U Y L.J. LIAGRE

nen voor de Franse vertaling. We zullen ons o.a. als laxeermiddel gebruikt, om eraan toe
niet verdiepen in het verraad dat zo aan de te voegen dat de plant niet in Palestina voor-
oorspronkelijke tekst werd gepleegd, daar F. kwam:
De Backer hiervan al meerdere elementen
heeft belicht.20 Waar het mij in dit artikel om 'Wij zullen dus van dit woord afzien en ons
gaat, is dat ook latere uitleggers met de ver- houden aan de echte acacia, die in het oude
taling van bepaalde woorden kennelijk geen Egypte als goddelijk werd vereerd'."
weg hebben geweten. J.P. van Loo geeft
hiervan in het kader van ons onderwerp een H.H. Zeijlstra heeft dit later in een voetnoot
mooi voorbeeld. In de oorspronkelijke bij een in Thoth verschenen artikel rechtge-
Nederlandse vertaling is sprake van 'een zet. Het gaat volgens hem wel degelijk om
takje cassia' - waarbij in het origineel het de cassia:
woord 'cassia' zelfs met nadruk in een ander
lettertype wordt weergegeven -, maar Van 'Het is (...) niet uitgesloten, dat in het toen-
Loo acht dit blijkbaar een detail. De moei- maals gebruikte rituaal wel degelijk van de
lijkheid dat hier geen sprake is van een aca- Cassia gesproken werd (zoals Prichard in
cia maar van een cassia, wordt zonder com- 1730 dit doet) en niet van de Acacia'.24
mentaar wegvertaald:
De anonieme struik bij Vergilius
'Daarna bedekten zij hem zorgvuldig en als
verdere versiering plaatsten zij een tak aca- Ook een zeer erudiete anonieme commenta-
cia aan het hoofdeinde van het graf en gin- tor die op Prichard reageert in A defence of
gen en deelden (het) Koning Salomo Masonry (1730-1731) maakt onderscheid
mede.'2' tussen de anonieme struik die de moorde-
naars planten en de cassia van de broeders.25
Dat het gebruik van het woord 'cassia' in de Voor het eerste (een plant die meegeeft en
daarop volgende catechismus wordt het graf van de dode aanwijst) citeert hij de
bevestigd, had voor Van Loo een waarschu- Latijnse schrijver Publius Vergilius Maro in
wing moeten zijn: Aeneïs, boek III, 22-68. Het verhaal vertelt
hoe Aeneas na veel omzwervingen aankomt
'What's a Master-Mason nam'd? Cassia is op Sicilië, waar zijn vader Anchises stierf en
my name...' begraven werd. Ik citeer, om de context te
schetsen en vanwege de opvallende parallel-
Hem schijnt de herhaling niet op te vallen, len van sommige elementen uit het macon-
want hij probeert de tweemaal expliciete nieke rituaal, dit keer vrij uitvoerig en doe
vermelding van de cassia weg te verklaren dat voor de leesbaarheid uit de Nederlandse
in een voetnoot, waarin het woord 'cassia' vertaling van M.A. Schwartz:
(ook in de vertaling dit keer in hoofdletters
afgedrukt) als uitleg meekrijgt 'een ver- (...) 'Niet ver vandaar ligt een land aan
bastering van acacia'.22 Blindelings neemt Mars gewijd, wijde vlakten, bouwland der
J.D. Ninck Blok deze opvatting een jaar Thraciërs, eenmaal bestuurd door de felle
later in een artikel over. Hij situeert de cas- Lycurgusi, door gastvriendschap en ver-
sia in de familie van medicinale planten, wantschap vanouds verbonden met Troje,
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE 103

Acacia seyal Delile

zolang dit een bloeiende stad was. Hier ging grond en wilde ik de verborgen oorzaak
ik aan land en in een bocht van de kust zoeken: ook van deze stroomde het zwarte
begon ik een stad te bouwen, die ik naar bloed uit de bast. Hevig bewogen bad ik tot
mijn eigen naam Aeneadae wilde noemen. de nimfen van het veld en tot vader
Maar het noodlot was mij vijandig. Ik Gradivus, die de Getische akkers regeert, of
bracht een offer aan mijn moeder, Dione's hij het wonder ten gunste mocht keren en
dochter en aan de goden, de begunstigers het voorteken wenden. Maar toen ik met
van mijn werk en op het strand slachtte ik grotere kracht een derde struik aangreep,
een glanzende stier voor de opperste koning met mijn knieën mij schrap zettend tegen de
der goden. Dicht daarbij was een heuvel, op zandgrond, toen (moet ik het verzwijgen of
de top begroeid met kornoelje en ruig door zeggen?) werd gehoord uit het diepst van de
dichte bosjes van myrte. Ik ging er op af en heuvel een droevige klacht en een stem trof
trachtte het groene gewas uit de grond te mijn oren: "Waarom, Aeneas, verscheurt ge
trekken om het altaar met loof en takken te mij ongelukkige? Spaar een begravene,
sieren. Toen geschiedde een wonder, huive- bezondig niet uw vrome handen. Ik ben
ringwekkend en ontstellend om te vertellen. geen vreemdeling, maar in Troje geboren.
Want aan de struik die het eerst uit de grond Niet vreemd bloed vloeit van deze wortel.
werd gerukt en losgescheurd van zijn wor- Ach, ontvlucht deze wrede grond, dit heb-
tels ontvloeiden druppels donker bloed, de zuchtige land. Ik ben Polydorus. Een ijzeren
aarde bezoedelend. Een kille huivering oogst van speren doorboorde mij en dekte
schokte mijn leden, het bloed scheen mij in mij hier, opgroeiend tot puntige schachten."
de aderen te stollen. Opnieuw trok ik van Ik stond ontsteld, bevangen door onzekere
een andere struik een taaie twijg uit de angst; mijn haren rezen te berge, de stem
104 G U Y L.J. LIAGRE

stokte mij in de keel. Toen de ongelukkige ming the dead, in which operation Cassia is
Priamus reeds niet meer geloofde aan de always used, especially in preparing the
overwinning van Troje en zag dat de stad head, and drying up the brain, as Herodotus
werd belegerd, had hij heimelijk zijn zoon (in Euterpe) more particularly explains.'
Polydorus met een grote voorraad goud naar
de Thracische koning gezonden, opdat deze De toedracht zou dus ongeveer de volgende
hem groot zou brengen. Maar toen Troje's kunnen zijn. Om te beginnen geven de
macht was gebroken en de fortuin was moordenaars Hiram een behoorlijk graf,
geweken, koos de koning Agamemnons par- louter uit eigenbelang overigens, om de
tij en diens overwinnende wapens en schond geest van de vermoorde aan banden te leg-
alle recht: hij vermoordde Polydorus en gen. Het planten van een struik is daarbij
maakte zich meester van 't goud. Vervloekte essentieel; men gelooft in die tijd namelijk -
gouddorst, waartoe dwingt gij niet het men- dat wordt door Morgenstern in zijn Rites of
selijk hart! - Nauwelijks was ik van mijn Birth, Marriage, Death and Kindred
vrees bekomen, of ik riep samen de eersten Occasions among the Semites beschreven -
van het volk en vertelde hun, het eerst aan dat de geest van de dode in de plant over-
mijn vader, de wondertekens der goden en gaat. Daarna planten de ontdekkers op het
ik vroeg naar hun mening. Zij hadden allen graf een cassia, die in de Bijbel o.a. wordt
dezelfde gedachte om het misdadige land te geroemd om zijn welriekendheid. Mogelijk
verlaten, de grond waar gastvriendschap is het verband verloren gegaan doordat kwa-
was geschonden, en de wind aan de zeilen te lijke geuren in onze riten niet (meer?) expli-
geven. Wij gaven een nieuwe begrafenis aan ciet meespelen.
Polydorus en stapelden aarde op tot een
hoge heuvel, wij omwonden de altaren voor
Het stinkt
de schimmen met donkere linten en guir-
landes van zwarte cipres, rondom stonden Bij de verheffing wordt aan de pas verheven
Trojaanse vrouwen, volgens gebruik met Broeder een woord meegegeven dat, in
loshangend haar. Wij offerden uit schuimen- tegenstelling tot voorgaande graden, in zijn
de schalen en bekers lauwe melk en heilig geheel en met luider stem in Open Loge
bloed; zo gaven wij rust aan de schim in het wordt uitgesproken. Dit woord bestaat in de
graf en wij riepen met luide stem tot hem Engelse Emulation ritus uit twee woorden:
een laatste vaarwel...' 'Makaben' en 'Mak Benah', waarvan het
eerste het oude en het tweede het nieuwe
Meesterwoord is.26 'Mok-ha-boin', het
De cassia van de broeders
woord van de Antients (ook hier weer ver-
Voor het tweede schrijft de anonieme com- schillende schrijfwijzen in het Hebreeuws,
mentator die op Prichard reageert in A wat de zaak niet vereenvoudigt omdat -
defence of Masonry: zoals we zien - meer dan één betekenis
wordt gegenereerd), houdt verband met 'it
'We are told that a sprig of Cassia was stinketh', zoals in de maconnieke teksten
placed by the Brethren at the head of volkomen correct staat.27
Hiram's Grave, which refers to an old Een woordje uitleg is hier noodzakelijk. In
custom in those Eastern countries of embal- het Hebreeuws kan een woord als stam-
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE 105

'Dan zal er in plaats van balsemgeur vuns-


heid zijn, in plaats van een gordel een touw,
in plaats van haarvlechten kaalheid, in
plaats van een pronkgewaad omgording met
een rouwkleed, een brandmerk in plaats van
schoonheid.'

De Leidse vertaling (1906) loopt vrijwel


geheel parallel, doch een touw wordt hier
een strop en een pronkgewaad een 'keurs'.28
De Statenvertaling (1619) laat niets aan de
talige verbeelding over en vermeldt
gewoon:

'Dat er voor specerij stank zal zijn, en los-


sigheid voor een gordel, en kaalheid in

Dubbel-even-geveerde bladeren van een acacia;


hier ontbreken topblaadjes Iste en 2de orde

woord worden gebruikt of in een verbinding


worden geplaatst omdat het bijvoorbeeld
een bezit, een plaats, een oorsprong aan-
duidt. Het eerste woord leunt hierbij steeds
op het tweede, d.w.z. dat de schrijfwijze
hiervan kan worden ingekort of aangepast.
Wat nu de samenstelling betreft waarover in
deze paragraaf sprake is: het Hebreeuwse
'maq' (let: maq met een kof aan het einde)
betekent: (stank van) rotheid. De stam
'maqoq' betekent rotten. 'Maq' wil dus zeg-
gen: rottigheid, corruptie. We komen in de
Bijbel de uitdrukking mistens twee keer
tegen. Om te beginnen in Jes. 3 : 24. Deze
tekst is om enkele redenen, niet in het minst
vanwege de opmerkelijke parallellen met Oneven-geveerde bladeren van Robinia, met
bepaalde maconnieke gebruiken, interessant topblaadje
genoeg om hem in extenso te citeren. Eerst
Afbeeldingen bij H.H. Zeijlstra, in: Thoth 1956.
de vertaling van het NBG (1952):
106 GUY L.J. LIAGRE

plaats van haarvlechten, een omgording betekent. Het is, zoals hierboven werd uit-
eens zaks in plaats van een wijden rok, en eengezet, een samengestelde uitdrukking.
verbranding in plaats van schoonheid'. Bénah (h hier weergegeven als transcriptie
van hé) komt van de stam 'bouwen', wat
Ten slotte slaan we nog even de King James ook betekent 'stichten', 'oprichten', 'vesti-
Version open: gen'. De woorden 'ben' (zoon) en 'banim'
(meervoudsvorm) zowel als 'benei' (in
'And it shall come to pass, that instead of samenstelling) zijn hiervan afgeleid. In het
sweet smell there shall be stink....' Hebreeuws wordt de 'bouwer' een 'bou-
wende'. Ziehier twee voorbeelden uit de
Deze tekst komt uit een passage waarin we Bijbel. Om te beginnen Ps. 118 : 22:
een opsomming van de inhoud van de gar-
derobe en de bijouteriekistjes van de dames 'De steen die de bouwlieden ('bonim') ver-
van Jeruzalem aantreffen. Uit de verschillen smaad hebben, is tot een hoeksteen gewor-
in de vertalingen blijkt dat de vertaler echter den.'
in het onzekere verkeert over wat de vertel-
ler precies op het oog heeft. Minutieus Een ander belangrijk magonniek citaat vin-
archeologisch, taalkundig en cultuur-histo- den we in 1 Kon. 5 : 22:
risch onderzoek is nodig, wil men in de ver-
taling de tekst geen geweld aandoen. Om 'De bouwlieden van Salomo (Bonéï-
die reden verkiest L.A. Snijders bij wijze Shelomo) en van Hiram (Bonéï-Hiram) en
van uitzondering deze tekst in zijn bijbel- de Giblieten behieuwen de boomstammen
commentaar in zijn geheel - en niet vers na en de stenen, en maakten ze pasklaar voor
vers - aan de orde te stellen.29 de bouw van het huis.'
Een tweede tekst waarin we het woord
'maq' tegenkomen, vinden we in Jes. 5 : 24. Vanuit deze teksten lijkt het moeilijk te aan-
Het NBG vertaalt hier verkeerdelijk: vaarden dat 'bénah' zoiets betekent als
'architect' of 'bouwer', want dan had er
'Daarom zal, zoals een vuurtong stoppelen moeten staan: 'maq-bonéh'. Gaat men er
verteert en brandend stro ineenzinkt, hun echter van uit dat 'bénah' moet worden uit-
wortel als molm worden...' gesproken als een guturaalklank (er staat
immers een puntje in de 'hé' aan het slot
Maar de King James Version vertaalt van het woord), dan is het best mogelijk dat
terecht: de 'k' aan het slot van het woord dit in som-
mige ritualen heeft willen onderstrepen. In
'Therefore as the fire devoureth the stubble, dat geval staat er dus het woord 'ben' met
and the flame consumeth the chaff, so their een vrouwelijk suffix, wat dan zou beteke-
root shall be as rotteness...' nen: 'de zoon van haar' of in beter
Nederlands: 'haar zoon'. Maq-bénah kan in
dit geval worden vertaald als 'de rottigheid
maq-bénah van haar zoon', waarbij dan wordt gedacht
Nu is er nog iets, nl. het probleem wat 'maq- aan de eerder ter sprake gekomen weduwe
bénah' (maq met kof aan het einde) dan uit Naftali.
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE 107

Acacia tortiles Hayne syn. A. raddiana Savi

In het Hebreeuws komt echter nog een het boek Exodus op de rots slaat. Niet min-
andere vorm voor. Ik bedoel die vorm waar- der dan vier keer komt het woord voor in
in 'mak' wordt geschreven met een 'kaf' (k) 1 Sam. 6 : 19:
aan het einde en niet met een 'kof' (q). Dat
woord is waarschijnlijk afkomstig van 'En hij richtte een slachting (lett: God sloeg)
'makah', dat zoiets betekent als: wonde, aan onder de mannen van Beth-Semes,
slag, doodslag. Deze wortel komt in de omdat zij de ark bekeken hadden; Hij sloeg
Bijbel in totaal zo'n 500 keer voor. Het is van het volk zeventig man, vijftig op de dui-
het werkwoord dat bijvoorbeeld wordt zend. Het volk bedreef rouw (lett.: vanwege
gebruikt wanneer de Egyptenaar de de slag) omdat de Heer zulk een grote slach-
Hebreeér doodslaat of wanneer Mozes in ting had aangericht.'
108 GUY L.J. LlAGRE

dienst in zijn bezit had, dit bracht'.32


'Makaben' betekent in dat geval 'de ver- Iedereen wordt m.a.w. aan het werk gezet
wonding van haar zoon', maq-bénah de rot- bij het verzamelen van het nodige hout voor
heid van haar zoon. Het verbasterde 'mok- de bouw van de tent der ontmoeting (de
ha-boin' (van 'bonim' of bouwlieden) kan tabernakel). Volgens de joodse midrash was
dus best betekend hebben: 'de bouwer dit nodig, vermits de stam van de in de
stinkt'. Gepaard met het uitspreken van dit Negev-woestijn bloeiende acacia doorgaans
woord gaat het afwenden van het gelaat, wat erg dun is. Waar konden de Israëlieten in de
in het 3de-graadsteken walging uitdrukt. woestijn dan hout voor de bouw vinden?
Beide vormen staan in de oudste macon- Eén van de verhalen vertelt dat de bomen
nieke bronnen. werden aangevoerd uit de bossen in de buurt
van Migdal Zeo'aya in de Jordaan-vallei,
bij de monding van de Yarmuk.33 Wat er ook
Acacia of ceder?
van zij, we treffen het Hebreeuwse woord
Tijdens het rituaal van de 3de graad speelt acacia verder ook aan in Jes. 41 : 19, een
de accaciatak een belangrijke rol. Over de profetische passage, waarin sprake is van de
achtergronden hiervan gaat wat nu volgt. God van Israël, die het volk niet zal verla-
De acacia wordt in de Bijbel 'sjitah' hjv ten:
(sjin-thet-hé) genoemd.30 Hetzelfde woord
komt voor waar sprake is van een 'Ik zal in de woestijn ceder, acacia, mirt en
Egyptische peuldoorn, met de oude naam olijfwilg zetten' (NBG).
mimosa. Maarten Luther vertaalde dit
woord met 'cederhout'. Het komt maar Ten slotte zij ook verwezen naar Deut. 10 :
liefst 26 keer voor in Ex. 25 : 5 tot 38 : 6. 3. In deze passage is sprake van de bouw
Deze passage vormt een onderdeel van de van de ark des verbonds:
cultische voorschriften waarin de bouw en
inrichting van de tabernakel worden 'En ik maakte een ark van acaciahout en
beschreven. hieuw twee stenen tafelen gelijk de eer-
Wat het NBG hier vertaalt met 'acaciahout', ste...'
de King James Version met 'shittim wood'
(meervoud van 'sjitah' is 'sjittim', waaraan
De kassie
het dal Sittim zijn naam ontleent), de verta-
ling Louis Segond met 'bois d'acacia', J.N. Naast het in de Bijbel genoemde 'sjitah' hjv
Darby met 'du bois de sittim', de Leidse (sjin-thet-hé) komt ook een qidah' hdq
vertaling met 'acaciastammen', de Latijnse (qoef-dalet-hé) voor. Ook de betekenis hier-
Vulgaat met 'ligna setthim' en Luther dus van is niet evident. In het Duits spreekt men
met 'cederhout', is volgens F.C. Fensham van een Veilchenwurzel, in het Engels van
een waardevolle harde boomsoort, die een orris-root en in het Latijn van flores
geschikt is voor houtsnijwerk en vooral cassiae. Slaat men de Bijbel open, dan ont-
voorkomt in Egypte.31 dekt men echter dat in Ex. 30 : 24, waar het
In Ex. 35 : 24 komt een interessante passage woord wordt gebruikt, sprake is van 'kassie'
voor, waarin men leest dat 'ieder die aca- (NBG, Leidse vertaling en Statenvertaling);
ciahout voor al het werk ten behoeve van de 'cassia' (King James); 'casse' (J.N. Darby
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE 109

Acacia nilotica (L.) Forsk., syn. A. arabica var.


nilotica (L) Asch. & Schweinf., syn. Mimosa
nilotica L.

en L. Segond). Voor de enige andere bij- lagen op uwe markt' (Leidse vertaling);
belse referentie dienen we Ez. 27 : 19 op te 'Ook leverden Dan en Javan, de omreizer,
slaan. In deze tekst is sprake van een klaag- op uwe markten; glad ijzer, kassie en kal-
lied over Tyrus: mus was in uwen onderlingen koophandel'
(Statenvertaling).
'Wedan en Javan uit Oezal leverden
gesmeed ijzer voor uw waren; kassie en In de voorliggende teksten is volgens het
kalmoes behoorden tot uw koopwaar' Hebreeuws woordenboek sprake van de ver-
(NBG); koop van de kostbare viooltjeachtige wortel
'Vedan et Javan d'Uzal fournissaient tes van de irissoort. Ook hier stelt de vertaling,
marchés de fer ouvragé; la casse et Ie roseau zoals uit de bovenstaande citaten mocht blij-
aromatique étaient dans ton traffic' (J.N. ken, ons voor een probleem. De tekst in
Darby); Exodus 30 beschrijft de samenstelling van
'... Dan also and Javan going to and fro een vloeistof waaruit de welriekende zalf-
occupied in thy fairs: bright iron, cassia olie gemaakt moet worden, en verder aller-
and calamus, were in thy market' (King lei bepalingen in verband met het gebruik
James); daarvan. Olie, vermengd met allerlei soor-
'wijn van Heibon en wol uit Uzal leverden ten specerijen, is in het Nabije Oosten
zij u als waren; ijzer, staal, kassie en kalmus gebruikt bij speciale gelegenheden en als
110 GUY LJ. ÜAGRE

geneesmiddel. De 'zeer fijne specerijen' zalfmengers (Statenvertaling: 'apothekers')


waaruit de zalfolie samengesteld moest verwerkt tot een geurige zalfolie. Ook in het
worden, stond doorgaans in waarde gelijk bereiden van parfums hadden de Israëlieten
aan goud en waren derhalve ook geschikt het ver gebracht, waarschijnlijk dankzij hun
als gave aan een koning. verblijf in Egypte. Cassia, waarover hierbo-
J.C. Fensham brengt de kassie hier in ver- ven sprake was, werd hierbij gebruikt op
band met de bast van de kaneelboom waar- verschillende wijzen. Enkele voorbeelden
uit hij vervaardigd zou worden en die wer- heb ik al aangehaald: soms werd het
den ingevoerd uit het Verre Oosten.34 Hij gebruikt als geneesmiddel of als bestand-
wijst er ook op dat de met de zojuist deel van allerlei oliën en zalven en soms als
genoemde ingrediënten bereide olie slechts parfum, zoals in laatstgenoemde tekst uit de
gebruikt mocht worden voor specifiek reli- Psalmen. Dat de geur erg op prijs werd
gieuze doeleinden. De scherpe scheiding gesteld, blijkt wel uit het feit dat Job zijn
tussen heilig en profaan kwam zijns inziens tweede dochter Kezia (= kassia) noemde
tot uiting in de bepaling dat wie dit soort (Job 42 : 14).35 Niet onbelangrijk lijkt mij
zalfolie bereidt en daarmee een onbevoegd ook dat de geur van de kassia tevens werd
persoon zalft, moet worden uitgeroeid, dat gebruikt om in een tijd waarin het met de
wil zeggen gedood of verbannen. Hij ver- persoonlijke hygiëne nog niet best gesteld
wijst hiervoor o.a. naar vers 33. was, het bed geurig te maken.36 En is Hiram
niet 'de doodsslaap ontheven' ?

De cassia
Conclusie
Een derde en laatste in de Bijbel genoemd
woord is 'qetsi' yycq (qoef-tsadé-jod-ajin). Een mogelijke conclusie die uit de hierbo-
Het betekent zoiets als: voor reukwerk ven beschreven overgang van cassia naar
gedroogde bladeren. Dit vierletterwoord is acacia kan worden getrokken, is dat acacia
een afgeleide term van de radix 'atsa' ycq, waarschijnlijk van latere datum is, en -
hetgeen 'afsnijden' betekent. Het kan dus in voorzover ik kan zien - één van de vele ver-
principe elk blad van elke boom zijn dat anderingen is die in-de loop van de macon-
wordt afgesneden en als 'kassia' wordt ver- nieke traditie werden ingevoerd. Zoals ook
taald. Deze hapax (d.i. een woord dat in de met sommige andere elementen in het allu-
Bijbel maar één keer voorkomt) treft men sieve spel van de Vrijmetselarij het geval is
aan in Ps. 45 : 9 en wordt in de King James - ik denk aan de invoering van het touw op
Version (waarop de maconnieke ritualen het Tableau en aan de ontkoppeling van de
voor de bijbelse reminiscenties hoogstwaar- maconnieke tekens en eden van de fysieke
schijnlijk teruggaan) vertaald in de zin: straffen - hebben ook de rol en de betekenis
van de cassia waarschijnlijk een verschui-
'All thy garments smell of myrrh, and aloes, ving ondergaan.
and cassia, out of the ivory palaces...' Toch is het, voorzover ik nu kan zien, niet
helemaal zeker dat de 'cassia' snel uit het
spreekwoordelijk maconniek woordenboek
Het bed geurig maken... is verdwenen. In het in 1826 door William
De 'Cinnamomum cassia' werd door de Morgan in Amerika uitgegeven Illustrations
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE

ofmasonry by one of the fratemity who has van Carlisle maakt melding van 'cassia' in
devoted thirty years to this subject is in elk plaats van 'acacia'.
geval nog steeds sprake van cassia en niet Het zou het bestek van deze eerste verken-
van acacia.37 Nu is met de naam Morgan een ning echter te buiten gaan en mij te ver
zeer donkere bladzijde in de geschiedenis brengen om hierover systematisch onder-
van de Vrijmetselarij, of exacter: de anti- zoek te verrichten. In elk geval ligt hier een
Vrij metselarij, verbonden, waarover nog interessant comparatief maconniek studie-
altijd niet voldoende licht is opgegaan. Het veld braak. Als de gelegenheid zich voor-
is m.a.w. de vraag waar hij de spreekwoor- doet, hoop ik dat op een later tijdstip eens
delijke mosterd gehaald heeft. Ook het in op te pakken.
1825 in Engeland verschenen manuscript

Noten
Zie ook R.M. Ulmann: 'De betekenis van de acacia in de 3de graad', in: Thoth 2002, nr. 1, blz. 3 e.v.
Br.'. Chris Impens zette mij in de studieloge 'Ars Macionica' op het spoor van dit onderwerp. Br.-. Wim van
Keulen van het CMC heeft mij (meer dan!) geholpen in het opsporen van een aantal artikels over dit onder-
werp. Mijn dank aan hem is groot. J. Temmerman hielp mij met de controle van de Hebreeuwse citaten. Zie
voor het symbool het mooie gedicht van M. ten Doesschate 'De Acacia', in: Thoth 1957, blz. 82-83.
In het Engelse rituaalverhaal worden 15 gezellen uitgezonden, wordt het graf gevonden door een struik die
los daarop groeit en de gezellen steken er een acaciatak op. 15 = 5 x 3 . Vijf is het getal van de gezel in de
wereld, en het getal drie staat centraal in de Leerlinggraad. De gezellen die neerslaan, de zogenoemde 'boze
gezellen', zijn 15 in getal, maar slechts drie van hen verrichten de daad. - P. Van Brabant: Lexicon van de
Loge, Antwerpen 1993. - E.J.P. Beekes: Lexicon voor de vrijmetselaar, Mac. Stichting Ritus en Tempelbouw
1999. - E. Saunier (ed.): Encyclopédie de la Franc-Maqonnerie, Parijs 2000.
Vroeger werden bij maconnieke begrafenissen acaciatakken in het geopende graf geworpen, om te wijzen op
het onsterfelijke deel van de Broeder. G. Sauer brengt de acacia als zinnebeeld van de onsterfelijkheid in ver-
band met de Griekse naam 'xulon asepton' (d.i. niet rottend hout, onbederfelijk hout). Deze naam slaat zijns
inziens op het feit dat het zeer harde en door insekten en schimmels niet of zelden aangetaste hout van de
acacia zeer duurzaam is. Het Nederlandse Meesterrituaal van 1820 zegt met nadruk dat het in de Meester-
graad gaat om onsterfelijkheid, en deze overtuiging leefde nog aan het einde van de 19de en het begin van de
20ste eeuw. - R. Dosch: 'Akazia', in: Deutsches Freimaurer-Lexikon, Bonn, blz. 18. - J.D. Ninck Blok: 'Het
funeraire karakter van de mythe uitgedrukt in de gehele ritus van drie graden', in: Thoth 1951, blz. 144-156.
- G. Slothouwer: 'De Acaciatak', in: Thoth 1952, blz. 97-101.
Er bestaan ongeveer 500 verschillende soorten acacia. In maconnieke regalia verwijst men meestal naar de
Robinia pseudo-acacia, een Amerikaanse variant die volgens sommigen pas in Engeland werd geïmporteerd
na de introductie van de speculatieve Vrijmetselarij, en volgens anderen in 1601 in Europa bekend werd door
J. Robin, tuinman van koning Hendrik IV van Frankrijk. De Robinia behoort volgens G. Sauer tot de familie
van de papilionaceae en de acacia tot de familie van de mimosaceae. Wat in Nederland en België wordt ver-
kocht als mimosa, zou dus feitelijk acacia zijn. In de ritualen van de Meestergraad is uitdrukkelijk sprake
van een 'tak'. J.G. Slothouwer brengt dit, evenals J.D. Ninck Blok - die er vanuit de Egyptische traditie de
god Thoth aan toevoegt (ook de levensboom waarop Thoth de naam van Ramses II schrijft, is een acacia) -,
in verband met het 'skeptron' uit het oude Griekenland, dat we bijna uitsluitend terugvinden in de vorm van
een korte boomtak. Vooral de figuur van Hermes spreekt hem hierbij aan: die was de god van het woord.
Zijn welsprekend woord was de kracht van het leven der aarde, d.i. het scheppende leven. En daarom droeg
hij de scepter, het 'skeptron', in de vorm van een tak, de rhabdos, in de hand wanneer hij deze functie ver-
vulde. Bij de voltrekking van de Meestergraad is volgens Thoth een groene tak echter voldoende om aandui-
ding te geven. H.A. Wise: 'The Acacia', in: AQC 90 (1977), blz. 292. - G. Sauer: 'De Acacia-tak', in: Thoth
1983, blz. 67-69. - G. Slothouwer: ibidem, blz. 99. - J.D. Ninck Blok: 'De Acacia-tak in het rituaal van de
Meester', in: Thoth 1952, blz. 242. - 'De acaciatak', in: Thoth 1981, blz. 65. -Voor een overzicht van de
verschillende soorten: H.H. Zeijlstra: 'De Acacia', in: Thoth 1956, blz. 86-98.
112 GU YL .J. LIAGRE

5 De ga hier voorbij aan de discussie over het al dan niet bestaande verband tussen de operatieve en de specula-
tieve Vrijmetselarij.
6 Een overzicht van de verschillende schrijfwijzen is te vinden in E.J.P. Beekes: Lexicon, blz. 85.
7 K. Roubos: // Kronieken, Nijkerk, POT, 1972, blz. 18-30.
8 Th.A. Busink: 'Les origines du temple de Salomon', in: Jaarber. Ex Or. Lux VI (1959-1966), blz. 191.
9 M. Rosenbaum: 'M. Hiram Abiff; de mac. . overlevering in het licht van de bijbelse gegevens', in: Thoth
1965, Meesternr. I, blz. 1. - A . Horne: 'Nog enkele opmerkingen over Hiram Abiff', in: Thoth 1966,
Meesternr. I, blz. 3 7 ^ 5 . - J. Cohen: 'Hiram-Huram' (pro Rosenbaum en contra Horne), in: Thoth 1967,
Meesternr. II/III, blz. 87 e.v.
10 M. Noth: 1 Könige 1-16, BKAT K / l , Neukirchen 1968, ad 1 Kon. 7 : 13.
11 Cl. Mouret: 'La racine d'un nom', in: Renaissance Traditionnelle 43-bA (1980), blz. 204-206.
12 Deze vorm komt hier voor als hapax, d.w.z. dat in het Oude Testament geen andere voorbeelden te vinden
zijn van het gebruik van deze nominale vorm voor deze titel van respect. De Griekse Septuagint-vertaling
verklaart het probleem weg door er een werkwoord van te maken en hier een nieuwe zin te beginnen.
13 J. Temmerman heeft mij erop gewezen dat volgens een andere (meer plausibele?) etymologie 'achiram' als
radix misschien 'charam' (chet-resj-mem) heeft, dat 'toewijden' ('to be dedicated') betekent. De alef die er-
vóór is gezet, wijst dan op de 1ste pers. enkelvoud, waardoor 'achiram' betekent: 'ik ben toegewijd'. De af-
korting 'chiram' maakt er een participium van = 'de toegewijde'. Op deze wijze zou de vocaliseringsver-
schuiving van 'chiram' naar 'churam' misschien verklaard kunnen worden, want het participium passief
wordt gevormd met de 'u'-vocaal. 'Churam' betekent dan: 'degene die wordt toegewijd'. Dat klopt met de
context, want 'churam abi' wordt inderdaad uitbesteed aan Salomo om aan de tempel te werken. Hij is dan
'degene die wordt toegewijd van (aan) zijn vader', kortweg: 'churam abi'. De consequentie van deze analyse
is wel dat Hiram, koning van Tyrus, en Huram Abi niet dezelfde zijn. De eerder geciteerde Martin Noth
wordt zo dus tegengesproken, maar zijn argument van een 'verschrijving' is uiteraard vatbaar voor kritiek.
Bovendien is in het tekstkritisch apparaat geen vermelding van iets dergelijks. Het laat tevens de toevoeging
'abi' onverklaard.
14 Samuel Prichard als persoon is vrijwel onbekend. Na uitgave van zijn werk werd hij op 15 december 1730 in
de Grootloge vierkant bestempeld als een bedrieger, een 'overtreder van zijn obligatie als vrijmetselaar'.
Prichards loge wordt niet genoemd en het is niet zeker dat hij deel uitmaakte van de Orde, al stelt hij zichzelf
voor als een 'gewezen lid van een geconstitueerde loge'. In elk geval bezat hij veel kennis van de Vrijmetse-
larij en haar achtergrond. - F. De Backer: 'Prichard op de Hollandse en Franse toer met een Vlaamse zij-
sprong', in: Acta Macionica 8 (1998), blz. 441.
15 F. De Backer: a.w. - G. Schrans en D. Van der Bauwhede: 'Het "Manuscript van Heusden". De 18de eeuwse
vertaling van Prichard's Masonry Dissected door een Vlaamse parochiepastoor', in: Acta Macionica 1
(1997), blz. 205-211.- 'Het beginsel ende de verclaeringhe van de Francs=ma9ons, behelsende Eene waere
ende generale relatie door vraegen en antwoorden van hunne Ceremoniën, opgestelt door Samuel Prichard,
voortijdts een deel van eene Camer van de selve confrerie gehauden te Londen', in: Acta Macionica 7
(1997), blz. 212-252. - 'Het collegie der Vrije Metselaars ontleedt. Of een Algemeene en opregte Beschry-
ving van alle derzelver Soorten, van desselfs Oorsprong, tot op de tegenwoordige Tyd. Uyt het Engels ver-
taalt, volgens den Vyfden Druk (...), 't Utrecht', in: Acta Macionica 7 (1997), blz. 254-269.
16 P.J. van Loo: De geschiedenis van onze ritualen tot het einde van de 18de eeuw, Maf. Stichting Ritus en
Tempelbouw 1951, blz. 30.
17 Andréa Kroon: 'De beeldentaal van het schootsvel (1735-1835)', in: Thoth 2001, blz. 231 noot 56. - B.J.C.
te Heneppe jr.: 'Een en ander over Acacia, Cassia en Casia', in: Maconniek Weekblad 66 (1917), blz. 216.
18 D. Knoop, G.P. Jones and D. Hamer: The Early Masonic Catechisms, Londen 1943 (reprint H. Carr, 1975),
blz. 169.
19 'Eén van de broeders die meer vermoeid was dan de anderen zat neer om uit te rusten en een struik vastgrij-
pende, die gemakkelijk (uit de grond) getrokken werd en opmerkende dat de aarde omgewoeld was...'
20 F. De Backer, a.w., gaat in zijn artikel na hoe bepaalde zinswendingen en uitdrukkingen van het Engels in het
Nederlands en van het Nederlands in het Frans werden vertaald (en dus door foutieve vertaling werden 'ver-
raden'!).
21 Van Loo: a.w., blz. 109.
22 Ibidem, b\z. 113.
23 J.D. Ninck Blok: 'De Acacia-tak in het rituaal van de Meester', in: Thoth 1952, blz. 240. Een reactie op dit
artikel: K.V.: 'Een oud gegeven aangaande de Acacia', in: Thoth 1955, blz. 112-116.
EEN NOTITIE OVER HIRAM, DE CASSIA EN DE ACACIA IN DE HIRAMLEGENDE 113

24 Zeijlstra: ibidem, blz. 97.


25 D. Knoop, G.P. Jones and D. Hamer: The Early Masonic Catechisms, Londen 1943 (reprint H. Carr, 1975),
blz. 210-225. Drie plaatsen uit de klassieken worden aangehaald in 't Vrije Metzelaars Zakboekje van 1733:
Vergilius waar sprake is van de gouden tak, Vergilius waar sprake is van de struik, en ten slotte Ovidius waar
wordt gesproken over het reukwerk en het kruid. - K.V.: ibidem, blz. 116.
26 Cl. Mouret: 'Rite anglais Emulation. Les trois mots sacrés du troisième grade', in: Renaissance Traditionelle
46 (1981), blz. 106-110. Emulation is één van de 'workings' in de Engelse Vrijmetselarij.
27 Antients is de betiteling van de 'Grand Lodge of England according tothe Old Institutions', gesticht in 1751,
ter onderscheiding van de Modems, de eerste Grootloge (the Premier Grand Lodge), te Londen gesticht in
1717. Beide Grootloges werden in 1813 verenigd tot de United Grand Lodge of England. De Antients wer-
den zo genoemd omdat zij pretendeerden de oorspronkelijke en aloude traditie van de Vrijmetselarij beter te
hebben bewaard dan de Grootloge van 1717, die zij betichtten van nieuwlichterij.
28 Keurs, o. (keurzen, -en) 1. (gew.) vrouwenrok; oorspr. een kleed ten voeten uit. 2. om het bovenlijf sluitend
kledingstuk voor vrouwen, zowel opper- als onderkleed, lijfje, resp. rijglijf: een nauwsluitend keurslijf.
29 L.A. Snijders: Jesaja deel 1, Nijkerk, POT, 1969, blz. 65-66.
30 Biblia Hebraica Stuttgartensia, Stuttgart 1967-1987. - L. Koehler en W. Baumgartner: Lexicon in Veteris
Testamenti Libros, Leiden 1985.
31 Er bestaan verschillende plaatsen die dezelfde naam dragen: Shittim bij Gilgal (Num. 25 : 1), de Sittim-val-
lei (Joel 4 : 18) en ook Beth-Shittah bij Beisan (Ri. 7 : 22).
32 Mijn aandacht werd op dit specifieke vers gevestigd door een notitie van L. Zeldis: 'The Acacia', in: AQC
88(1975), blz. 194-195.
33 'Acacia', in: Encyclopaedia Judaica, Jeruzalem 1982, blz. 198-199.
34 F.C. Fensham: Exodus, Nijkerk, POT, 1977, blz. 208-209.
35 De Nouveau dictionnaire biblique, Vevey 1961, blz. 433: 'Ketsia: casse (parfum). La 2e des 3 filles de Job
nées après son épreuve (Job 42:14).'
36 'Kaneel', in: Christelijke encyclopedie, deel 4 (1961), blz. 151-152.
37 'Le courrierdes lecteurs', in: Renaissance Traditionnelle 7 (1971), blz. 250.

Dr. G.L.J. Liagre is lid van de Loge 'Het Gulden Vlies', O. Brussel, van de Reguliere Grootloge van België. Hij
is predikant van de protestantse kerk 'Samen op weg' te Brussel.

You might also like