1.

opstaan
2. aankleden
3. klaarmaken
4. afruimen
5. aandoen
6. uitdoen
7. aankomen
8. afspreken
9. invullen
10. aanraden

 Mijn dag…

Ik ….... 1. opstaan

Ik …... 2. aankleden

Ik …... 3. klaarmaken

Hij ….... 4. afruimen

Wij ….... 5. aandoen

Zij ….... 6. uitdoen

Ik ….... 7. aankomen

Jullie ….... 8. afspreken

Ik ….... 9. invullen

Hij ….... 10. aanraden

Vaak gebruikte scheidbare werkwoorden :

opstaan aankleden klaarmaken afruimen opruimen

aandoen uitdoen aankomen afspreken invullen
meebrengen thuiskomen afwassen afdrogen uitspreken

Minder gebruikte scheidbare werkwoorden :

aanraden afwerken vastmaken uitnodigen voorstellen

binnenkomen oversteken innemen meedoen terugkomen
oplossen opendoen feestvieren nadenken opzoeken