Hoofdstuk 2:

Delegeren
Wat is delegeren?
 Overdragen van een taak
 Aan een passende medewerker
 Met nodige middelen én bevoegdheden
 Met behoud van eindverantwoordelijkheid
2 soorten delegatie
 Taakdelegatie: activiteiten en eindresultaat nauw
omschreven
 Situatiedelegatie: grotere mate van vrijheid

 Situatiedelegatie
vraagt stuk meer
verantwoordelijkheid!
Delegeren in 10 stappen

 Waarom en wat houdt je tegen

 Welke taken
 Besluit tot delegeren
 Aan wie
 Voorbereiden gesprek
 Delegeringsgesprek met afspraken
 Laat los en controleer op afgesproken momenten
 Evalueer eindresultaat
 Toekomst?
 Evalueer jezelf
Waarom zou jij delegeren?
 PRO
 CONTRA
STAP1: Waarom wel of niet?
WEL:
 Beter omgaan met werkdruk
 Motiveren van medewerkers
 Ontwikkeling van medewerkers
 Kwaliteiten van anderen benutten
 Concentreren op echt belangrijke zaken
 Belangrijk voor je carrière
NIET:
 Zelf doen gaat veel sneller
 Ik kan het zelf beter
 Ik wil niet door de mand vallen
 Ik weet niet aan wie te delegeren
STAP2: welke taken delegeren?
WEL
 Ook door een ander
 Beter door een ander
 Wat anderen moeten leren
 Wat anderen leuk vinden

NIET
 Wat gevoelig ligt
 Kerntaken als leidinggevende
 Houden van overzicht
 Eindverantwoordelijkheid
STAP3: besluit om te delegeren
 DIT GA IK NIET MEER ZELF DOEN!
STAP4: Aan wie?
 Taakanalyse: welke competenties en
vaardigheden?
 Analyse van de medewerkers
 Wie heeft ruimte?
 Kies o.b.v. bekwaamheden, interesses,
ontwikkelingmogelijkheden
 Welke invloed op jou? Mogelijk? Geduld?
STAP5: Voorbereiden gesprek
 Bepaal doel of resultaat
 Welke instructie?
 Welke bevoegdheden delegeer je?
 Met welke middelen?
 Welke tussencontroles?
 Hoe motiveren?
STAP6: delegeringsgesprek
ONDERWERPEN
 Taak
 Resultaat
 Belang van de taak
 Waarom die persoon
 Welke bevoegdheden
 Welke info nodig
 Evaluatieafspraken
 Afspraken controlepunten
STAP7: Laat los en controleer op
afgesproken momenten
 Neem afstand!!
NIET
 Te pas en te onpas bemoeien
 Ongevraagd met tips komen
 Op de vingers kijken
 Zelf overnemen bij vragen
 Omhoog laten delegeren
 Perfectie of identieke manier verwachten
WEL
 Afgesproken zaken op papier laten zetten
 Coachen en aanmoedigen
 Neem afstand, enkel ingrijpen in noodsituaties
 Reminder sturen bij deadlines
 Evaluatiemomenten au sérieux nemen
STAP8: Nabespreking
 Beoogde resultaat bereikt?
 Wat is goed gegaan?
 Wat zijn aandachtspunten volgende keer?
 Hoe meegevallen voor beide partijen?
 Wat in toekomst? Opnieuw of niet?
STAP9: Ontdelegeren??
KAN NODIG ZIJN INDIEN
 Persoon ander werk gedelegeerd zal krijgen
 Ontgroeid, doorgeven om medewerker zich verder
te laten ontwikkelen
 Niet tevreden en weinig kans op beterschap
STAP10: reflectie
OP JEZELF EN HET DELEGERINGSPROCES
 Wat ging goed?
 Wat ging minder goed?