1.

Verschillende betaalbewijzen
4.1 De kassabon of het kasticket.

Een kasticket is een papieren betaalbewijs dat uit de kassa rolt. Je krijgt dit documentje wanneer
je een aankoop van een goed of dienst hebt betaald. Een kasticket moet je in principe
gedurende 1 maand bijhouden. Dit is handig als er gebreken aan het product zijn, je wilt iets
omruilen omdat je het bijvoorbeeld te klein gekocht hebt. Vergeet niet dat kastickets vaak het
bewijs van aankoop kunnen leveren bij schade of diefstal van de aangekochte goederen.

Wie krijgt het document?

Waarom?

Voorbeeld
Je koopt bij MediaMarkt een nieuwe gsm van 250 euro met het geld dat je voor je verjaardag
gekregen hebt. Jij zal, na het opzoeken van de verschillen tussen het aanbod van de
verschillende smartphones, beslissen welke toestel je zal aanschaffen. Je gaat naar de winkel,
zoekt de smartphone die je wenst te kopen en gaat naar de kassa. De winkelbediende scant het
product in en zegt hoeveel je moet betalen. Je zoekt in je portefeuille, vindt het geld en geeft het
aan de winkelbediende. Jij krijgt in ruil een kasticket als bewijs van betaling maar je moet het
ticketje ook bewaren als bewijs voor de garantie.

4.2 De kwijting
De kwijting is een geschreven tekst (vaak handgeschreven) op een reeds bestaand document. De tekst
moet aantonen dat iets is betaald.

IS BETAALD
Op 10 maart 2016
L. De Craene

4.3 Het kwijtschtift of kwitantie

Definitie: Kwijtschrift of Kwitantie

Een kwijtischrift of kwitantie is een afzonderlijk document dat opgemaakt wordt door de
schuldeiser als bewijs dat de schuld vereffend is door de schuldenaar.
De schuldenaar bewaart de kwitantie als bewijs van zijn betaling.