You are on page 1of 11

Modelantwoorden open vragen tentamen 22 maart 2021

In dit bestand kan je de modelantwoorden vinden voor de open vragen van het tentamen van 22
maart 2021. Bij enkele vragen hebben we een additionele toelichting tussen haakjes gezet. Deze
informatie is niet noodzakelijk voor het beantwoorden van de vraag.

De vraagnummering in dit document wijkt af van de vraagnummering in Remindo. Iedere student


heeft namelijk de vragen in een andere volgorde gemaakt. Verder zijn er twee verschillende
casusvarianten per onderwerp. De inhoudsopgave hieronder kan je helpen om snel te navigeren
naar de juiste casusvariant (CRTL + linkermuisklik).

Inhoudsopgave
1.a Personenvennootschappen – Geraldine & Kayleigh (10 pt) ............................................................. 2
1.b Personenvennootschappen – Simone en Nick (10 pt) ...................................................................... 2
2.a Herstructurering – Maudi NV (15 pt) ................................................................................................ 3
2.b Herstructurering – Comware NV (15 pt)........................................................................................... 5
3.a Concernverhoudingen & jaarrekeningen – Tech BV (10 pt) ............................................................. 6
3.b Concernverhoudingen & jaarrekeningen – Hospitality NV (10 pt) ................................................... 7
4a Interne aansprakelijkheid – Laura (15 pt) .......................................................................................... 9
4b Interne aansprakelijkheid - Yousef (15 pt) ....................................................................................... 10
1.a Personenvennootschappen – Geraldine & Kayleigh (10 pt)
Geraldine en Kayleigh besluiten samen een huisartsenpraktijk op te richten met de naam
‘Huisartsenpraktijk GK’. Omdat zij elkaar goed kennen, vinden zij het niet nodig om een
overeenkomst op schrift te stellen. Ze stoppen allebei 80.000 euro in een gemeenschappelijke kas.
Ze verdelen de winst die uit deze activiteiten voortvloeit op gelijke basis.

A. Toets of ‘Huisartsenpraktijk GK’ voldoet aan de vereisten van een maatschap. Geef aan of
het hierbij uitmaakt dat er geen maatschapsovereenkomst ondertekend is. (7 pt)
- Zie art. 7A:1655 BW: ‘Maatschap is eene overeenkomst, waarbij twee of meerdere
personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het
daaruit ontstaande voordeel met elkander te deelen’
- Vijf kenmerken: (1) overeenkomst, (2) samenwerking (3) twee of meer personen, (4)
gericht op vermogensrechtelijk voordeel, (5) inbreng (7A:1662 BW) (noemen plus
toetsen).
- Vraag is of het uitmaakt dat er geen schriftelijke overeenkomst is (kenmerk 1). Het
antwoord hierop is negatief. Er zijn twee mogelijke argumenten:
1. Overeenkomsten zijn vormvrij. Een mondelinge overeenkomst volstaat ook.
2. Als er geen schriftelijk stuk is kan het bestaan van een maatschapsovereenkomst
ook blijken uit de feitelijke situatie.
- Een schriftelijke maatschapsovereenkomst is dus geen noodzakelijke voorwaarde voor
het ontstaan van een maatschap.
- Conclusie: ’Huisartsenpraktijk GK’ is een maatschap.
- Kern 2.6, HC 8 slide 10-15.

(Vervolg casus) Kayleigh koopt een elektrische fiets van Nazri om in het weekend uitstapjes te
maken. Ze spreken af dat Kayleigh een maand de tijd krijgt om het afgesproken bedrag van 1.500
euro te betalen. Na het verstrijken van de termijn verzoekt Nazri om betaling. Kayleigh betaalt niet.
Nazri heeft kort daarvoor nog van Kayleigh gehoord dat er 6.000 euro in de kas van
Huisartsenpraktijk GK zit.

B. Kan Nazri de 1.500 euro verhalen op het vermogen van Huisartsenpraktijk GK? (3 pt)
- Het vermogen van de vennootschap is afgescheiden.
- Nazri is een privé-crediteur van Kayleigh.
- Privé-crediteuren van de vennoten kunnen zich niet verhalen op het afgescheiden
vermogen.
- Conclusie: Nazri kan de 1.500 euro niet verhalen op het vermogen van
Huisartsenpraktijk GK.
- Kern 3.7, HC 8 slide 16 & 17.

1.b Personenvennootschappen – Simone en Nick (10 pt)


Simone en Nick willen samen een schildersbedrijf starten, onder de naam ‘vof de Schilders’. Ze
stellen een samenwerkingsovereenkomst op. Hierin spreken zij af dat Simone 12.000 euro zal
inbrengen. Nick zal geen geld inbrengen, maar hij zal ter compensatie meer uren werken. Simone en
Nick spreken ook af dat eventuele winsten gelijk verdeeld zullen worden.

A. Toets of ‘vof de Schilders’ voldoet aan de vereisten van een vof. Geef aan of het hierbij
uitmaakt dat Nick geen geld ingebracht heeft. (7 pt)
- Zie art. 7A:1655 BW: ‘Maatschap is eene overeenkomst, waarbij twee of meerdere
personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het
daaruit ontstaande voordeel met elkander te deelen’. Zie tevens art. 16 WVK: ‘De
vennootschap onder eene firma is de maatschap, tot de uitoefening van een bedrijf onder
eenen gemeenschappelijken naam aangegaan’
- Zeven kenmerken: (1) overeenkomst, (2) samenwerking, (3) twee of meer personen, (4)
gericht op vermogensrechtelijk voordeel, (5) inbreng, (6) uitoefening van een bedrijf, (7)
gemeenschappelijke naam (noemen plus toetsen).
- Nick heeft geen geld ingebracht. Hij zal wel (extra) arbeid verrichten. De vraag is of (extra)
arbeid gezien kan worden als inbreng. Het antwoord hierop staat in art. 7A:1662 BW: ‘de
inbreng van de vennoot kan bestaan in geld, goederen, genot van goederen en arbeid’.
Arbeid is dus ook een (voor de personenvennootschap) toegestane vorm van inbreng. Het
inbrengen van geld is dus geen noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van een vof.
- Conclusie: ‘vof de Schilders’ voldoet aan de vereisten van een vof.
- Kern 2.6, HC 8 slide 10-15)

(Vervolg casus) Nick koopt, namens de vennootschap, een rolsteiger van Skyworks BV. Na levering
van de rolsteiger blijkt dat de vof de rekening van 1.200 euro niet kan betalen. De directeur van
Skyworks BV heeft recentelijk een krantenbericht gezien waaruit duidelijk blijkt dat Simone de loterij
gewonnen heeft.

B. Kan de directeur van Skyworks BV de 1.200 euro verhalen op het vermogen van Simone?
(3 pt)
- De directeur van Skyworks BV is een zaakscrediteur.
- Zaakscrediteuren kunnen zich verhalen op het vermogen van de personenvennootschap
en op het privévermogen van de vennoten (via hoofdelijke aansprakelijkheid o.g.v. art.
18 K).
- Conclusie: De directeur van Skyworks BV kan de 1.200 euro verhalen op het
privévermogen van Simone.
- Kern 3.7, HC 8 slide 16 & 17.

2.a Herstructurering – Maudi NV (15 pt)


Maudi NV drijft een onderneming waar auto’s geproduceerd worden. Het bestuur van Maudi NV
ontwikkelt een plan om een juridische fusie aan te gaan met Coach BV, die een onderneming drijft
waar bussen geproduceerd worden. Maudi NV zal hierbij optreden als verkrijgende vennootschap.

A. Kunnen Maudi NV en Coach BV juridisch fuseren? (4 pt)


- Art. 2:310 lid 1 BW: rechtspersonen kunnen fuseren met rechtspersonen die dezelfde
rechtsvorm hebben.
- Art. 2:310 lid 3 BW bepaalt dat de NV en de BV aangemerkt worden als rechtspersonen met
dezelfde rechtsvorm voor de werking van art. 2:310 BW.
- Conclusie: Maudi NV en Coach BV kunnen juridisch fuseren.
- Zie Kern p. 217 e.v.

B. Welk(e) orgaan of organen van Maudi NV is/zijn bevoegd tot het nemen van het besluit
tot fusie? (4 pt)
- Maudi NV is de verkrijgende vennootschap, Coach BV is de verdwijnende vennootschap.
- In beginsel wordt het besluit tot juridische fusie genomen door de
aandeelhoudersvergadering (art. 2:317 BW). De aandeelhoudersvergadering van Maudi NV
is dus bevoegd tot het nemen van het besluit tot fusie.
- Art. 2:331 BW: Het bestuur van de verkrijgende vennootschap kan in beginsel tot een
juridische fusie besluiten. Dus het bestuur van Maudi NV is tevens bevoegd.
- (Een juridische fusie is immers minder ingrijpend voor de verkrijgende vennootschap. Grote
aandeelhouders kunnen dan alsnog verlangen dat de algemene vergadering over de fusie
besluit. Deze aandeelhouders moeten dan wel 1/20ste van het geplaatste kapitaal
vertegenwoordigen. Deze uitzondering geldt in beginsel (zie art. 2:331 lid 4 BW) niet voor de
verdwijnende vennootschap. De bevoegdheid van de AVA vloeit echter voort uit art. 2:317
BW en niet uit 2:331 lid 3 BW, dit laatste artikel biedt pas weer een oplossing als het bestuur
voornemens is te besluiten over de fusie).
- Zie Kern p. 219.

(Vervolg casus) Na de fusie wil Maudi NV (de verkrijgende vennootschap) Park BV overnemen, ook
door een fusie. Park BV bezit twaalf commerciële parkeerterreinen. Het bestuur van Maudi NV
twijfelt over de wijze van fuseren. De bodem van één van de parkeerterreinen is verontreinigd.
Maudi NV wil niet opdraaien voor de hoge kosten die gepaard gaan met de onvermijdelijke reiniging
van de bodem.

C. Adviseer het bestuur van Maudi NV. Welke fusievorm is het meest geschikt, zodat Maudi
NV de kosten die gepaard gaan met de reiniging van de grond vermijdt? (7 pt)
- De bedrijfsfusie is het meest geschikt.
- Uitleg bedrijfsfusie: Tijdens een bedrijfsfusie worden de activa en passiva van de
onderneming overgedragen. Elk vermogensbestanddeel wordt daarbij apart overgedragen in
ruil voor contanten of aandelen in de overnemende vennootschap.
- Motivering: Het voordeel van de bedrijfsfusie is dat een selectie mogelijk is van welke
vermogensbestanddelen worden overgenomen. Zie Hoorcollege 9 slides 27 en 30 over de
voor-en nadelen van de bedrijfsfusie. Hierdoor kan Maudi NV alle vermogensbestanddelen
van Park BV over nemen (tegen betaling in contanten), behalve het verontreinigde
parkeerterrein, zodat kosten voor de reiniging van de grond worden vermeden. Park BV blijft
achter met een zak met geld en met het vervuilde parkeerterrein dat niet is overgenomen.
- (N.B. bij een juridische fusie of aandelenfusie is selectie van vermogensbestanddelen niet
mogelijk. Een keuze voor deze fusievormen is dus moeilijk verdedigbaar).
2.b Herstructurering – Comware NV (15 pt)
Comware NV drijft een onderneming waar twee grote divisies computersoftware, respectievelijk
medische apparatuur ontwikkelen. Het bestuur van Comware NV ontwikkelt een plan om een
zuivere splitsing aan te gaan, waarbij beide divisies worden ondergebracht in twee afzonderlijke
bestaande vennootschappen: Softwarehouse BV en Medicapp BV. Comware NV is dus de
verdwijnende vennootschap.

A. Kan Comware NV zich opsplitsen in Softwarehouse BV en Medicapp BV? (4 pt)


- Art. 2:334b lid 1 BW: De partijen bij een splitsing moeten dezelfde rechtsvorm hebben.
- Art. 2:334b lid 3 BW bepaalt dat de NV en de BV aangemerkt worden als rechtspersonen
met dezelfde rechtsvorm voor de werking van art. 2:334b BW.
- Conclusie: Comware NV kan zich opsplitsen in Sofwarehouse BV en Medicapp BV.
- Zie Kern p. 221-222 en Hoorcollege 9 slide 39.

B. Welk(e) orgaan of organen van Medicapp BV is/zijn bevoegd tot het nemen van het besluit
tot splitsing? (4 pt)
- Comware NV is de verdwijnende vennootschap, Medicapp BV is de verkrijgende
vennootschap.
- In beginsel wordt het besluit tot splitsing genomen door de aandeelhoudersvergadering (art.
2:334m BW). De aandeelhoudersvergadering van Medicapp BV is dus bevoegd tot het
nemen van het besluit tot splitsing.
- Art. 2:334ff BW: Het bestuur van de verkrijgende vennootschap is in beginsel tevens
bevoegd tot het nemen van het besluit tot splitsing. Dus het bestuur van Medicapp BV is
bevoegd tot het nemen van het besluit tot splitsing.
- (Een splitsing is immers minder ingrijpend voor de verkrijgende vennootschap. Grote
aandeelhouders kunnen dan alsnog verlangen dat de algemene vergadering over de splitsing
besluit. Deze aandeelhouders moeten dan wel 1/20ste van het geplaatste kapitaal
vertegenwoordigen. Deze uitzondering geldt in beginsel (zie art. 334ff lid 4 BW) niet voor de
verdwijnende vennootschap. De bevoegdheid van de AVA vloeit echter voort uit art. 2:334m
BW en niet uit 2:334ff lid 3 BW, dit laatste artikel biedt pas weer een oplossing als het
bestuur voornemens is te besluiten over de fusie).
- Zie Kern p. 221-222 en Hoorcollege 9 slide 38.

(Vervolg casus) Na de splitsing wil Softwarehouse BV fuseren met Laptopdesign BV. Marloes houdt
75% van de aandelen in Laptopdesign BV en Harold 25%. Softwarehouse BV wil de gehele
onderneming van Laptopdesign BV overnemen. Softwarehouse BV wil niks te maken hebben met
Harold. Harold geeft aan dat hij absoluut geen afstand doet van zijn aandelen. Het bestuur van
Softwarehouse BV twijfelt over de wijze van fuseren.

C. Adviseer het bestuur van Softwarehouse BV. Welke fusievorm is het meest geschikt, zodat
Softwarehouse BV na de overname niks te maken heeft met Harold, maar wel de gehele
onderneming van Laptopdesign BV is overgenomen? (7 pt)
- De bedrijfsfusie is het meest geschikt.
- Uitleg bedrijfsfusie: Tijdens een bedrijfsfusie worden alle activa en passiva van de
onderneming overgedragen. Elk vermogensbestanddeel wordt daarbij apart overgedragen in
ruil voor contanten of aandelen in de overnemende vennootschap.
- Motivering: Het voordeel van de bedrijfsfusie is dat de overdracht geschiedt per
vermogensbestanddeel. Softwarehouse BV neemt in dit geval alle activa en passiva van
Laptopdesign BV over tegen een betaling in contanten. Zo is Softwarehouse BV verlost van
Harold. Zie Hoorcollege 9 slides 27 en 30 over de voor-en nadelen van de bedrijfsfusie.
Laptopdesign BV blijft achter met een zak met geld. Harold blijft aandeelhouder van
Laptopdesign BV. De gehele onderneming (alle activa en passiva) bevindt zich nu bij
Softwarehouse BV.
- (N.B. Bij een juridische fusie of aandelenfusie blijft Harold aandeelhouder. Een keuze voor
deze fusievormen is dus moeilijk verdedigbaar.)

3.a Concernverhoudingen & jaarrekeningen – Tech BV (10 pt)

Corp NV is een vennootschap die zich richt op de ontwikkeling van hardware en softwareapplicaties.
Corp NV bezit alle aandelen in Biz BV. Biz BV bezit 20 % van de aandelen in Tech BV en 60% van de
aandelen in Dev BV. Dev BV houdt vervolgens weer 20% van de aandelen in Tech BV. Alle aandelen
betreffen ‘gewone’ aandelen. In de statuten is niks bijzonders geregeld ten aanzien van deze
aandelen.

A. Is Tech BV een dochter van Corp NV? (4 pt).

Schematisch overzicht concern:

20% Tech BV
Corp NV Biz BV 20%

60%
Dev BV
- Artikel 2:24a BW omschrijft het begrip ‘dochtermaatschappij’. Voor de kwalificatie als
‘dochtermaatschappij’ is doorslaggevend of (1) een NV of BV, al dan niet samen met een
dochter, de meerderheid van de stemrechten in de aandeelhoudersvergadering kan
uitoefenen of (2) meer dan de helft van de bestuurders/commissarissen kan benoemen.
- In deze casus gaat het om sub (1). Alle aandelen zijn ‘gewone aandelen’. Het percentage van
de totale aandelen correspondeert daardoor met het percentage van de stemrechten (zie
art. 2:228 lid 2 en 3 BW). Biz BV en Dev BV zijn volgens deze regel wel dochters van Corp NV.
Biz BV en Dev BV hebben minder dan de helft van de stemrechten in Tech BV. Tech BV is
daardoor geen dochter van Corp NV.
- Kern 9.1, 5.2.

(Vervolg casus) Corp NV heeft onmiddellijk na de oprichting van Biz BV een 403-verklaring
afgegeven. In 2020 blijkt dat Biz BV in rap tempo een belastingschuld opbouwt.
B. Is Corp NV aansprakelijk voor de belastingschulden van Biz BV? Betrek in uw antwoord de
uitleg van een 403-verklaring. (6 pt)
- In beginsel moeten alle vennootschappen een eigen jaarrekening vaststellen en openbaar
maken, ook als ze onderdeel uitmaken van een groep. Een uitzondering hierop is als een
moedervennootschap een 403-verklaring uitgeeft ten behoeve van een of meer van de tot
haar groep behorende rechtspersonen. De moedervennootschap neemt dan de verplichting
op zich om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en wordt hoofdelijk aansprakelijk
voor de schulden uit rechtshandelingen van deze rechtspersonen
(dochtervennootschappen).
- Dit geldt alleen voor schulden uit rechtshandelingen. Belastingschulden vallen niet onder
schulden uit rechtshandelingen. Corp NV is dus niet aansprakelijk voor de belastingschuld
van Biz BV.
- Kern 9.6/9.7

3.b Concernverhoudingen & jaarrekeningen – Hospitality NV (10 pt)


Hospitality NV bezit alle aandelen in Hotel BV. Hotel BV bezit 40 % van de aandelen in Motel BV en
60 % van de aandelen in Hostel BV. Hostel BV houdt 35 % van de aandelen in Motel BV. Alle
aandelen betreffen ‘gewone’ aandelen. In de statuten is niks bijzonders geregeld ten aanzien van
deze aandelen.

A. Is Motel BV een dochter van Hospitality NV? (4 pt).

Schematisch overzicht concern:

40%
Motel BV
Hosp. NV Hotel BV 35%

60%
Hostel BV
- Artikel 2:24a BW omschrijft het begrip ‘dochtermaatschappij’. Voor de kwalificatie als
‘dochtermaatschappij’ is doorslaggevend of (1) een NV of BV, al dan niet samen met een
dochter, de meerderheid van de stemrechten in de aandeelhoudersvergadering kan
uitoefenen of (2) meer dan de helft van de bestuurders/commissarissen kan benoemen.
- In deze casus gaat het om sub (1). Alle aandelen zijn ‘gewone aandelen’. Het percentage van
de totale aandelen correspondeert daardoor met het percentage van de stemrechten (zie
art. 2:228 lid 2 en 3 BW). Hotel BV is een dochter van Hospitality NV, Hostel BV is een
dochter van Hotel BV en van Hospitality NV. Hotel BV en Hostel BV kunnen gezamenlijk meer
dan de helft van de stemrechten uitoefenen in Motel BV. Motel BV is dus ook een dochter
van Hospitality NV.
- Kern 9.1, 5.2.

(Vervolg casus) Hospitality NV heeft op 15 juni 2016 een 403-verklaring afgegeven ten behoeve van
Hotel BV. In de jaren erna gaat het financieel steeds slechter met Hotel BV. In juni 2020 stopt Hotel
BV met het betalen van de huur van een pand dat zij huurt van Vastgoed BV. Op 25 augustus van
datzelfde jaar trekt Hospitality NV de 403-verklaring in via een intrekkingsverklaring bij het
handelsregister. Op 10 september besluit Vastoed BV om haar vordering (achterstallige huur) te
verhalen op Hospitality NV.

B. Kan Vastgoed BV haar vordering verhalen op Hospitality NV? Betrek in uw antwoord de


uitleg van een 403-verklaring. (6 pt)
- In beginsel moeten alle vennootschappen een eigen jaarrekening vaststellen en openbaar
maken, ook als ze onderdeel uitmaken van een groep. Een uitzondering hierop is als een
moedervennootschap een 403-verklaring uitgeeft ten behoeve van een of meer van de tot
haar groep behorende rechtspersonen. De moedervennootschap neemt dan de verplichting
op zich om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en wordt hoofdelijk aansprakelijk
voor de schulden uit rechtshandelingen van deze rechtspersonen
(dochtervennootschappen).
- De intrekking van de 403-verklaring heeft (in beginsel) geen gevolgen voor
aansprakelijkheden (uit rechtshandelingen) die aangegaan zijn voorafgaand aan de
intrekking (zie art. 2:404 lid 2 BW). Dit wordt pas anders indien voldaan is aan de
voorwaarden van art. 2:404 lid 3 BW. Aan deze voorwaarden is niet voldaan. De
intrekkingsverklaring ligt nog maar twee weken bij het handelsregister (en niet twee
maanden). Ook na twee maanden zijn er geen gevolgen voor de overblijvende
aansprakelijkheid, daarvoor is (ook) vereist dat de vennootschap de groep heeft verlaten.
Let dus op het verschil tussen de intrekking van de verklaring en beëindiging van de
overblijvende aansprakelijkheid.
- Kern 9.6/9.7
4a Interne aansprakelijkheid – Laura (15 pt)
Laura drijft een onderneming in de vorm van een besloten vennootschap met de naam
FietsSpecialist BV. Laura is enig aandeelhouder en tevens enig bestuurder van de BV. Laura heeft
namens FietsSpecialist BV aan haar zoon Wim een lening verstrekt waarvan de kans groot is dat Wim
de lening niet kan terugbetalen, zonder dat deugdelijke zekerheden zijn bedongen. De lening en de
aan de lening klevende grote risico’s zijn opgenomen in de boekhouding. Gert volgt Laura op als
bestuurder. De algemene vergadering heeft de jaarrekening nog niet vastgesteld op het moment dat
Gert enig bestuurder wordt van FietsSpecialist BV. FietsSpecialist BV ziet uiteindelijk geen enkele
euro van de aan Wim verstrekte lening.

A. Kan bestuurder Gert namens FietsSpecialist BV Laura met succes aansprakelijk stellen? (6
pt)
- Interne aansprakelijkheid (art. 2:9 BW)
- Voor aansprakelijkheid is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden
gemaakt. (Geen punten: dit blijkt uit Staleman/Van de Ven).
- Het aangaan van de risicovolle lening met weinig kans op terugbetaling en zonder
zekerheden kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen.
- Geen sprake van kwijting (decharge), dus dat staat aansprakelijkheid niet in de weg.
- Zie Kern p. 171, 181-182.

B. Hoe luidt het antwoord op vraag a indien de jaarrekening op de algemene vergadering is


vastgesteld voordat Gert Laura heeft vervangen als bestuurder? (3 pt)
- Art. 2:210 lid 3 BW: In beginsel strekt vaststelling van de jaarrekening niet tot kwijting.
- Art. 2:210 lid 5 BW: Indien alle aandeelhouders tevens bestuurder van de vennootschap zijn,
geldt ondertekening van de jaarrekening tevens als vaststelling in de zin van lid 3. In
afwijking van lid 3 strekt deze vaststelling tevens tot kwijting aan bestuurders.
- Toepassing casus: Laura is enig aandeelhouder en bestuurder op het moment dat de
jaarrekening wordt vastgesteld door ondertekening, dus is kwijting/decharge verleend voor
het aangaan van de risicovolle lening. Het antwoord op vraag 1a is dus anders, aangezien nu
sprake is van decharge en dit aan de interne aansprakelijkheid in de weg staat
- Zie Kern p. 168-171.

(Vervolg casus) Aangezien Laura nog steeds enig aandeelhouder is, besluit zij dat de vennootschap
een winstuitkering zal doen van alle vrije reserves aan Laura. Gert geeft tijdens de algemene
vergadering (waar Laura bij aanwezig is) aan dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen
blijven voldoen aan haar opeisbare schulden en wil geen goedkeuring geven. Nadat Laura heeft
gedreigd Gert als bestuurder te ontslaan als hij geen goedkeuring verleent, verleent Gert toch de
goedkeuring. Na de uitkering blijkt dat de vennootschap inderdaad niet kan voldoen aan haar
opeisbare schulden.

C. Kunnen Laura en/of Gert succesvol aansprakelijk gehouden worden jegens de


vennootschap voor het tekort dat door de winstuitkering is ontstaan? (6 pt)
- Gert kan jegens de vennootschap succesvol hoofdelijk aansprakelijk gehouden worden voor
het gehele tekort. Laura is jegens de vennootschap aansprakelijk voor ten hoogste het
bedrag van de uitkering (art. 2:216 lid 2 en lid 3 BW)
- (Op grond van art. 2:216 BW is het mogelijk een winstuitkering te doen. Het bestuur weigert
goedkeuring te verlenen aan de uitkering indien het weet of redelijkerwijs behoort te
voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het
betalen van haar opeisbare schulden art. 2:216 lid 2 BW. Gert is jegens de vennootschap
hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele tekort (lid 3), aangezien de vennootschap door de
goedgekeurde uitkering niet kan voldoen aan haar opeisbare schulden en Gert dit ten tijde
van de uitkering wist. Laura is als aandeelhouder jegens de vennootschap aansprakelijk voor
ten hoogste het bedrag van de uitkering. Zij wist dat de vennootschap na de uitkering niet
zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden doordat Laura op de
algemene vergadering aanwezig was waar Gert de algemene vergadering heeft ingelicht
over de gevolgen, waarna aan Laura de uitkering is gedaan.)
- Zie Kern p. 184-185

4b Interne aansprakelijkheid - Yousef (15 pt)


Yousef houdt 85% van de aandelen in KoopjesJager BV. Maria bezit 15% van de aandelen en is enig
bestuurder. In de statuten is bepaald dat Maria niet zonder goedkeuring van de algemene
vergadering overeenkomsten mag aangaan boven 1.300.000 euro. Desondanks gaat Maria zonder
goedkeuring te vragen aan de algemene vergadering namens de vennootschap over tot de aanschaf
van een villa ter waarde van 1.500.000 euro. Maria twijfelt geen moment aan de staat van de villa en
vindt een inspectierapport niet nodig. De aankoopprijs van de villa is te hoog, nu blijkt dat de houten
fundering ernstig is aangetast. Hierdoor lijdt KoopjesJager BV bij verkoop van de villa een verlies van
250.000 euro, waardoor KoopjesJager BV in financiële problemen komt. Dat Maria geen
toestemming heeft gevraagd aan de algemene vergadering voor de aanschaf van de villa, neemt zij
niet op in het jaarverslag. Maria treedt wegens ziekte terug als bestuurder en Daisy volgt haar op. De
algemene vergadering heeft de jaarrekening nog niet vastgesteld op het moment dat Daisy
bestuurder is geworden.

A. Kan bestuurder Daisy namens KoopjesJager BV Maria met succes aansprakelijk stellen
voor de door KoopjesJager BV geleden financiële schade? (6 pt)
- Interne aansprakelijkheid (art. 2:9 BW)
- Voor aansprakelijkheid is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden
gemaakt.
- Het handelen in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te
beschermen is ernstig verwijtbaar handelen.
- Geen sprake van kwijting (decharge), dus dat staat aansprakelijkheid niet in de weg.
- Zie Kern p. 171, 181-182.

B. Hoe luidt het antwoord op vraag a indien de jaarrekening op de algemene vergadering is


vastgesteld voordat Daisy Maria heeft vervangen als bestuurder? (3 pt)
- Art. 2:210 lid 3 BW: Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting.
- Decharge moet apart worden geagendeerd en er moet apart over worden besloten door de
algemene vergadering.
- Doordat geen decharge is verleend luidt het antwoord op vraag 1a niet anders.
- Zie Kern p. 168-171.
- (N.B.: Onjuist als de student stelt dat decharge is verleend, maar dat decharge zich alleen
uitstrekt over de daden van het bestuur voor zover deze uit de jaarrekening en het
bestuursverslag naar voren komen of uitdrukkelijk in de algemene vergadering zijn
besproken (Kern p. 170-171). Het gaat er immers om dat in casu geen decharge is verleend.)

Vervolg Casus

Paul, de vader van Yousef, is nauw betrokken bij KoopjesJager BV, zodanig dat hij het beleid mede
bepaalt, als ware hij bestuurder. De algemene vergadering besluit dat de vennootschap een
uitkering zal doen van alle vrije reserves aan aandeelhouders Yousef en Maria. Bestuurder Daisy
geeft tijdens de algemene vergadering aan dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen
blijven voldoen aan haar opeisbare schulden, maar onder druk van de algemene vergadering
verleent zij toch goedkeuring aan het besluit. Na de uitkering blijkt dat KoopjesJager BV niet kan
voldoen aan haar opeisbare schulden.

C. Kunnen Daisy en/of Paul succesvol aansprakelijk gehouden worden jegens de


vennootschap voor het tekort dat door de winstuitkering is ontstaan? (6 pt)
- Daisy kan als bestuurder jegens de vennootschap succesvol hoofdelijk aansprakelijk
gehouden worden voor het gehele tekort. Paul kan als mede beleidsbepaler (als ware hij
bestuurder) jegens de vennootschap succesvol hoofdelijk aansprakelijk gehouden worden
voor het gehele tekort art. 2:216 lid 2, lid 3 en lid 4 BW.
- (Op grond van art. 2:216 BW is het mogelijk een winstuitkering te doen. Het bestuur weigert
goedkeuring te verlenen aan de uitkering indien het weet of redelijkerwijs behoort te
voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het
betalen van haar opeisbare schulden art. 2:216 lid 2 BW. Daisy is jegens de vennootschap
hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele tekort (lid 3), aangezien de vennootschap door de
goedgekeurde uitkering niet kan voldoen aan haar opeisbare schulden en Daisy dit ten tijde
van de uitkering wist. Paul is nauw betrokken bij de onderneming waardoor ‘hij het beleid
mede bepaalt, als ware hij bestuurder’. Paul wordt daarom op grond van art. 2:216 lid 4 BW
gelijkgesteld met een bestuurder. Op grond van art. 2:216 lid 2 en lid 3 BW geldt voor Paul
hetzelfde als voor bestuurder Daisy. Paul is jegens de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk
voor het gehele tekort, aangezien de vennootschap door de uitkering niet kan voldoen aan
haar opeisbare schulden en Paul dit ten tijde van de uitkering wist (Paul wist dit al toen hij
het beleid formuleerde)).
- Zie Kern p. 184

You might also like