Vak en lesonderwerp: Wereldoriëntatie: Lichtbronnen

student school en klas les

naam student: Justine Ameloot school: Sint-Benedictus datum: dinsdag 14 november
lesgroep: 2LD01 mentor: juffrouw Veerle tijdstip: 13 u 30 – 14 u 45
e-mailadres: klas: 2A
justine.ameloot2@student.vives.be

Doelstellingen
Leerplandoelen
1 OWna8: Natuurlijke verschijnselen en gangbare materialen waarnemen, onderzoeken en herkennen in de omgeving
2 OWte6: In de toepassingsgebieden van techniek eenvoudige technische systemen, het technisch proces , hulpmiddelen en keuzes herkennen

Lesdoelen
1 De leerlingen kunnen in hun omgeving elektrische gevoede toestellen opnoemen.
2 De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen een natuurlijke lichtbron en een kunstmatige lichtbron.
3 De leerlingen kunnen voorbeelden opnoemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Beginsituatie
Voorkennis
- De leerlingen kennen de gevoelens rond licht en donker.
- De leerlingen weten wat je moet doen om gezien te worden in het verkeer.
Kenmerken klasgroep
- De klasgroep telt 16 leerlingen.
- De leerlingen zitten in het tweede leerjaar.
Kenmerken individuele leerling
- Zie aparte lijst

Bronnen

Bijlagen
INSTAP – VERWERVING – VERWERKING – SLOT
Titel: de leerlingen prikkelen Timing: 15 minuten
Lesdoelen: /
Materiaal: Werobundel, PowerPoint, kleurpotloden

Lesinhoud (wat?) Methode (hoe?)

ONDERWIJSLEERGESPREK
- Vandaag gaan we verder met ons werothema licht en donker.
- We zullen vooral ontdekken wat lichtbronnen zijn.
- Dit zullen we eerst doen aan de hand van een tekening.
VRAGEN - Neem allemaal jullie werobundel op pagina 5.
- Wat zien jullie op die bladzijde? - Wat zien jullie op die pagina?
 Een straat
 Gebouwen
 Voertuigen
 Weggebruikers
 lichtjes
- We zien vooral heel wat lichtbronnen.
- Een lichtbron is een object dat licht uitzendt.
- voorbeelden lichtbronnen - Wie kan mij een voorbeeld geven va een lichtbron op de tekening?
 kaars
 straatlantaren
 zwaailicht
 lichten van een voertuig
INSTRUCTIE
- Jullie mogen nu jullie kleurpotloden nemen. Het is de bedoeling dat
jullie de lichtbronnen een juiste kleur geven.
- De leerkracht en leerlingen doen dit klassikaal.
- De leerkracht noteert de lichtbronnen ondertussen in twee
Natuurlijke lichtbronnen Kunstmatige lichtbronnen kolommen aan het bord. De leerkracht maakt zo een onderscheid
Vuur Zwaailicht tussen natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Bliksem Lichten van voertuigen
Verkeerslicht
Kerstlampjes, sfeerverlichting
bureaulamp
Tuinverlichting
Lampen
Zaklamp
Lantaarn
Straatverlichting
Kaarslicht
INSTAP – VERWERVING – VERWERKING – SLOT
Titel: kennismaken met natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen Timing: 25 – 35 minuten
Lesdoelen: 1, 2 en 3
Materiaal:

Lesinhoud (wat?) Methode (hoe?)

INSTRUCTIE
- Jullie mogen zo meteen allemaal eens rechtstaan.
- Jullie gaan rondwandelen in de klas, en terwijl gaan jullie opzoek
naar een voorwerp dat licht, warmte, geluid uitzendt wanneer het
elektrische stroom krijgt.

NATUURLIJK EN KUNSTAMTIG LICHT

ONDERWIJSLEERGESPREK
NATUURLIJK LICHT KUNSTAMTIG LICHT - Welke voorwerpen hebben jullie gezien?
De zon bureaulamp - Welke voorwerpen geven licht?
Laptop - De leerkracht noteert de voorwerpen in 2 kolommen aan het bord.
Het bord - De leerkracht legt het verschil uit tussen natuurlijk en kunstmatig
licht en vult de tabel aan met voorbeelden van de leerlingen.
NATUURLIJK LICHT
- Lang geleden leefden er mensen die net zoals dieren geen vuur
konden maken. Ze moesten toen gebruik maken van het licht die er
was in de natuur. Ze waren afhankelijk van het natuurlijk licht.

- Zonlicht overdag, de maan, de sterren, bliksem - Welk licht zouden ze toen gebruikt hebben?
- Vuurvliegjes, glimwormen, vissen,… - Zijn er ook dieren en planten die licht geven?
- Natuurlijk licht komt van natuurlijke bronnen zoals de zon,
maanlicht, licht dat ontstaat door bliksem,….
KUNSTMATIG LICHT
- De mensen hebben later ontdekt dat ze zelf licht konden maken. Dit
- Kunstmatig licht is licht dat op kunstmatige wijze wordt opgewekt, wordt het kunstmatig licht genoemd.
vaak aan de hand van elektrische stroom. - Kunnen jullie zelf nog voorbeelden geven van kunstmatig licht?

VERSCHIL
 Het verschil tussen natuurlijk licht en kunstmatig licht is dus de - De leerkracht duidt nog eens het verschil tussen de verschillende
bron waar het licht vandaan komt. lichtbronnen.
INSTAP – VERWERVING – VERWERKING – SLOT
Titel: verwerken in de werobundel Timing: 20 minuten
Lesdoelen: 2 en 3
Materiaal: werobundel, kleurpotloden

Lesinhoud (wat?) Methode (hoe?)

INHOUD WEROBUNDEL INSTRUCTIE
- Lichtbronnen - Neem jullie werobundel op pagina 6.
 Verkeerslicht - Wie kan mij enkele lichtbronnen opsommen?
 Vuur - Jullie mogen meeschrijven op pagina 6 bij oefening 2.
 Sfeerverlichting
 Straatlantaren
 Zaklamp

- Wat was het verschil ook al weer tussen een natuurlijke en een
- Kunstmatig licht is licht dat op kunstmatige wijze wordt opgewekt, kunstmatige lichtbron?
vaak aan de hand van elektrische stroom. - Kunstmatig licht is dus licht dat op een kunstmatige wijze wordt
 Bureaulamp opgewekt.
 Laptop - Wie kan mij enkele voorbeelden geven van kunstmatig licht?
 Het bord - De leerkracht schrijft de voorbeelden op aan het bord.
- Je kiest er nu 3 uit en je mag deze tekenen in de voorziene hokjes.

- Natuurlijk licht komt van natuurlijke bronnen zoals de zon,
maanlicht, licht dat ontstaat door bliksem,….
- Het verschil tussen natuurlijk licht en kunstmatig licht is dus de
bron waar het licht vandaan komt.
- Natuurlijk licht is licht dat van natuurlijke bronnen komt.
- Wie kan mij enkele voorbeelden geven van natuurlijk licht?
- De leerkracht schrijft de voorbeelden op aan het bord.
- Je kiest er nu 3 uit en je mag deze tekenen in de voorziene hokjes.
INSTAP – VERWERVING – VERWERKING – SLOT
Titel: aanvullen werohoek Timing: 5 minuten
Lesdoelen: /
Materiaal: materiaal werohoek

Lesinhoud (wat?) Methode (hoe?)

AANVULLEN WEROHOEK
- De leerkracht en leerlingen vullen de werohoek aan en herhalen zo
nog eens de geziene leerstof rond lichtbronnen.
Bijlagen
Bordplan
PowerPoint

Andere