You are on page 1of 7

Taalbeschouwing – Academische taal

HELP IK BEGRIJP DE PROF NIET!

1
LEUVEN - REPORTAGESTUDENTEN-IN-SPE VOLGEN CURSUS 'ACADEMISCH TAALGEBRUIK'
Voor veel studenten is het schrikken, die eerste les aan de universiteit. Niet alleen omdat de
leerstof niet evident is, maar ook door het taaltje dat er gesproken wordt. Een zomercursus
'Academisch taalgebruik' aan de KU Leuven wil dat probleem verhelpen. 'Wat ben je met een
student die niet kan antwoorden omdat hij de vraag niet begrijpt?'
Van onze redactrice

'Mevrouw, een syllabus, wat is dat eigenlijk?' Anton(18) vraagt het zoals hij ook al andere
vragen heeft gesteld, maar professor Lieve De Wachter schrikt. Het leek haar zo'n evident
woord, 'syllabus', ze had het de hele les al argeloos gebruikt ('Je vindt de oplossingen
achteraan in je syllabus.')

Maar zelfs een docente 'Academisch taalgebruik' kan zich vergissen: de studenten kennen
het woord niet. Zoals ze ook zoveel andere 'academische' woorden niet kennen. Daarvoor
zítten ze ook hier, in een duffe klas van het Instituut voor Levende Talen, terwijl ze eigenlijk
nog vakantie hebben: om hun woordenschat bij te spijkeren vóór ze aan de universiteit
beginnen. Want de taal die proffen spreken, is voor veel nieuwbakken studenten Chinees.

Zelfs woorden als 'arbitrair' zijn niet evident, blijkt tijdens een multiplechoice-oefening. De
studenten kunnen uit meerdere verklaringen kiezen, maar de juiste eruit halen, is geen
sinecure. 'Negatief', zegt de een, 'verrassend', denkt de ander. 'Nochtans wordt die term
voortdurend door proffen gebruikt', zegt De Wachter. Hetzelfde geldt voor 'plausibel' en
'significant', maar ook daarvan kennen veel studenten niet precies de betekenis. Als ze even
later een tekst uit de cursus 'Inleiding tot de psychologie' te lezen krijgen, gaat hier en daar
zelfs een alarmbelletje af.

Gevecht

'Oef, dat was even slikken', zegt Tim (18). 'Wat voor woorden stonden in die tekst:
“geïnhibeerd,, “fenomenologisch,. Ik had het toch wat makkelijker verwacht.'

Tim studeerde in het middelbaar Latijn-Moderne Talen en wil nu rechten doen. Hij kreeg
weet van de cursus toen hij zich aan de KU Leuven ging inschrijven. Yves, handelsingenieur-
in-spe, botste erop toen hij op het net naar andere zomercursussen zocht. 'Ik volgde eerder
al een cursus wiskunde en volgende week doe ik nog de cursus Frans. Allemaal in mijn
vakantie, ja. Maar ondertussen zit ik al even op kot en leer ik het studentenleven kennen. Ik
had mijn vrienden trouwens gevraagd om mee te komen, en de zomercursus wiskunde
zagen ze zitten. Maar “academisch taalgebruik,: dat niet.'

'Het blijft een gevecht', geeft Lieve De Wachter tijdens de pauze toe. 'Iedereen vindt het
evident dat er zomercursussen chemie en wiskunde worden gegeven, maar een cursus
“academisch taalgebruik,: daar kijken ze van op. Terwijl het absoluut geen overbodige luxe
is. Proffen verpakken hun leerstof in taalpapier waar de studenten door moeten. Maar voor
veel beginners is dat papier vaak te complex. Ik sta er zelf soms van versteld welke
woorden ze niet kennen. Er is trouwens veel vraag naar de cursus: we hadden honderd
plaatsen en meer dan tweehonderd aanvragen.'

Leerkrachten

Onder die cursisten ook heel wat studenten met een andere thuistaal dan het Nederlands.
Fatima is Tsjetsjeense en kwam tien jaar geleden naar ons land. Ze wil rechten studeren en
spreekt vloeiend Nederlands, maar toch is ze er niet gerust in. 'Bij mijn inschrijving hadden
ze me aangeraden online een taaltest te doen. Toen ik het resultaat zag, ben ik goed

2
geschrokken: ik was op bijna alles gebuisd. Bovendien heeft mijn buurmeisje me
examenvragen laten zien, waarvan ik haast achteroverviel. Ik dacht: als ik nu geen hulp
zoek, zal het me niet lukken.'

Overigens komt in de cursus niet alleen de taal van de proffen aan bod. Na de pauze krijgen
de studenten op video een hoorcollege te zien, met de vraag hoe ze het exposé van de prof
zouden noteren. Maar vooral de nood aan praktische tips blijkt groot. Heeft het zin om na de
les je notities nog eens 'in het net' over te schrijven, wil Anastasiya weten. 'Neen', zegt De
Wachter kort maar krachtig. 'Nalezen: prima, overschrijven: te veel werk.' Hoe kunnen ze
weten óf er bij de cursus een syllabus hoort, vraagt Laure wat bezorgd. 'Dat wordt tijdens de
eerste les gezegd', aldus De Wachter. 'Altijd naar de eerste les gaan - naar de andere liefst
ook, maar zeker naar de eerste.' En kun je 'de leerkrachten' gewoon een mail sturen met
een vraag? 'Leerkrachten heb je in het middelbaar onderwijs, hier zijn het docenten of
proffen', zegt De Wachter meteen. 'En ja, je kunt hen een mail sturen, maar let er op dat die
niet te familiaal is. Sommigen zijn daar erg gevoelig voor.'

Is het niet betuttelend om nieuwe studenten die dingen te leren? En klopt het dan wat
gezegd wordt, dat het niveau op de middelbare school daalt? 'Ik vind het absoluut verkeerd
om het middelbaar onderwijs met de vinger te wijzen', zegt De Wachter. 'Als wij als
universiteit ons onderwijs democratischer willen maken - en we lokken ook steeds meer
studenten uit allerlei richtingen - dan moeten we die ook begeleiden. Je kunt studenten niet
zeggen schrijf je maar in, betaal maar en hen dan aan hun lot overlaten. Bovendien eisen
we veel van onze studenten: in mijn tijd hoefde je pas in juni examens af te leggen, nu
moeten ze er al in januari staan. De tijd om zich aan te passen, is erg kort. Dan kan een
cursus van twintig uur al heel wat doen.'

Doe de taaltest van de KU Leuven:

https://ilt.kuleuven.be/taalvast_demo/

3
Opdracht 1 – Terminologie in het hoger
onderwijs
1.1. Onbekende woorden
Test jezelf: ken je de volgende woorden?

(1)Chocolade is een dubieus geval: de ene krijgt er energie van, de andere


diarree.

a. duidelijk
b. twijfelachtig
c. vreemd
d. speciaal

(2)Hij behandelde de zaak consciëntieus.

a. uitstekend
b. onmiddellijk
c. snel
d. zorgvuldig

(3)De K.U.Leuven was met een honderdtal vertegenwoordigers prominent


aanwezig op de begrafenis.

a. opvallend
b. onmiddellijk
c. zeker
d. principieel

(4)De conclusies die uit die onderzoeksresultaten getrokken worden, zijn zeer
arbitrair.

a. duidelijk
b. verrassend
c. willekeurig
d. negatief

(5)De burgemeester acht het plausibel dat er een verband bestaat tussen het
gevoerde beleid en de immigratie in zijn stad.

a. mogelijk
b. wenselijk
c. wezenlijk
d. waarschijnlijk

4
(6)Als je met deze test geen significant verschil kunt aantonen , is de test
niet valide.

a. minimaal
b. veelbetekenend
c. groot
d. verrassend

(7)Als je met deze test geen significant verschil kunt aantonen , is de test
niet valide.

a. geschikt
b. waardevol
c. uitstekend
d. betrouwbaar

(8)In een tendentieus artikel haalde de journalist uit naar de betrokken


minister.

a. vlijmscherp
b. vooringenomen
c. objectief
d. kritisch

(9)Ik ben ervan overtuigd dat het huidige debat over territoriale cohesie ons
kan helpen om de problematiek te begrijpen.

a. samenhang
b. grenzen
c. chaos
d. overeenkomsten

(10) Leerprestaties van scholieren correleren vaak met hun


slaagpercentage.

a. beïnvloeden
b. verklaren
c. gaan…samen met
d. verhogen

5
1.2. Tekstbegrip

(1)Lees de tekst hieronder. Onderstreep alle woorden die je in een


woordenboek zou moeten opzoeken als je deze tekst voor een college zou
moeten leren. De tekst komt uit ‘Inleiding tot de psychologie’

De Russische reflexologie: Sechenov (1829-1905) en Pavlov (1849-


1936)

Zoals reeds vermeld, lag Descartes aan de oorsprong van een dualistische visie;
In zijn lichamelijkheid was de mens een bundel reflexen, in niets verschillend
van het dier of eventueel van een robotachtige machine. Op dit niveau werd elke
reactie volkomen gedetermineerd door een externe stimulus. Maar de menselijke
‘geest’ kon deze robot ook beïnvloeden en dit resulteerde dan in arbitraire
bewegingen die niet stimulus- gebonden waren, en dus zonder aanwijsbare
fysische oorzaak tot stand kwamen. Uiteraard had deze positie van Descartes
heel wat controverse uitgelokt. De beroemde Russische fysioloog Sechenov
naam later een andere positie in. Wat sinds Descartes ‘arbitrair gedrag’ genoemd
werd, is volgend Sechenov een illusie: het zijn gedragingen die ontlokt worden
door externe of interne stimuli die we wellicht (voorlopig) niet onderkennen,
maar die zuiver op neurologische basis hun oorsprong vinden. Elke externe of
interne stimulus geeft aanleiding tot bepaalde hersenimpulsen die meestal
aanleiding geven tot observeerbare musculaire reacties. Maar soms kunnen
deze laatste geïnhibeerd worden en dat resulteert dan in wat fenomenologisch
overeenkomt als ‘zuivere gedachten’.
Sechenov was ervan overtuigd dat heel het ideeëngoed uit de associatiefilosofie
zijn materiële onderbouw had in fysiologische processen en dat dus niet de
filosofen (of de latere psychologen) maar de fysiologen het best geplaatst waren
om het mysterie van de menselijke geest te ontsluieren. Deze overtuiging was
echter niet gebaseerd op empirisch onderzoek . Het was meer een
programmaverklaring dan een eindrapport.

(2)Wat zouden de onderstreepte woorden kunnen betekenen? Gebruik de


context om de betekenis te achterhalen.

6
1.3 Remediëring
Het is mogelijk dat je de vorige opdrachten niet eenvoudig vond. Dat is niet abnormaal want in het hoger onderwijs
worden vaak specifieke woorden gebruikt:
 wetenschappelijke woorden zoals : impulsen, empirisch, stimulus, …
 specifieke vaktermen zoals : fenomenologisch, associatiefilsofie, …
het komt erop aan snel een manier te vinden om met onbekende woorden om te gaan. Heb je zelf al een strategie?
Vul volgende vragenlijst in:

Wat is voor jou van toepassing? Nooit of soms Altijd of


bijna bijna
nooit altijd
1. Vind je het moeilijk om de betekenis van een woord te zoeken met
behulp van een context?
2. Vind je makkelijk de informatie die je zoekt bij een woord in het
woordenboek terug?
3. Heb je het er moeilijk mee om aan anderen te vragen wat een woord
betekent?
4. Vind je veel (studie)teksten moeilijk omdat je niet alle woorden kent?
5. Hoor je vaak uitdrukkingen en zegswijzen die je niet kent?
6. Begrijp je een woord vaak maar half en weet je niet precies wat het
betekent?
7. Vind je het moeilijk om op het juiste woord te komen als je spreekt?
8. Vind je het moeilijk om de juiste stijl te vinden?
9. Kan je gemakkelijk beslissen of een woord schrijftaal of eerder
spreektaal is?
10. Vind je het gebruik van de juiste voorzetsels moeilijk?
11. Vind je het gebruik van de juiste lidwoorden moeilijk?
12. Gebruik je gemakkelijk de correcte uitdrukking op de juiste plaats?
13. Krijg je soms te horen dat je een woord niet op de” juiste manier
gebruikt?
14. Heb je voldoende variatie in je woordgebruik?
15. Gebeurt het soms dat je de woorden wel kent, maar toch de inhoud
van een tekst niet begrijpt?
16. Vind je het moeilijk om woorden correct te schrijven?

Hoe remediëren?

Hieronder vind je een aantal manieren om aan je woordenschat te werken:

 Een woordenlijst maken met alle nieuwe woorden. Daarin schrijf je zo veel mogelijk dingen bij het woord
op: een omschrijving, een voorbeeldzin, een synoniem,..
 Tijdens het lezen zo weinig mogelijk woorden opzoeken in het woordenboek. Te veel specifieke woorden
opzoeken, vertraagt het leerproces en bovendien verlies je het zicht op het geheel. Enkel vaak
terugkerende moeilijke woorden zoek je best wel op in een woordenboek. Als je een woordenboek
gebruikt, gebruik dan een goed verklarend woordenboek zoals Vandale.
 De context gebruiken: de zin waarin het woord staat heel goed lezen, kijken welke functie het woord in de
zin kan hebben, kijken welke voor- en achtervoegsels het woord heeft.
 Vaste voorzetselcombinaties leren (zie volgende oefenreeks)
 Synoniemen leren
 Bij twijfel over de spelling in een woordenboek of spellinggids kijken
 Voor vaktermen een vakspecifiek woordenboek raadplegen (woordenboek met filosofische, juridische,
psychologische, … terminologie)
 Het internet gebruiken om de betekenis te vinden, maar wees wel kritisch. Volgende sites kunnen je
helpen:

 www.vandale.be
 www.google.com
 http://scholar.google.be
 www.wikipedia.com
 www.encyclo.nl
 www.woordenlijst.org
 http://synoniemen.net (hier kan je synoniemen ook grafisch laten voorstellen)

You might also like