ARGUMENTATIEVE

VAARDIGHEDEN

5HV
Les 2 – soorten argumenten
 LEERDOELEN

1. Aan het eind van de periode

kan ik verschillen in mening
herkennen en categoriseren.
2. Je weet wat het verschil is
tussen objectieve en
subjectieve argumenten en je
kan deze herkennen.
3. Je (her)kent de verschillende
soorten argumenten.
 ARGUMENTER EN
IN HET WILD!
NIET ALLEEN IN TEKSTEN KUN
JE ARGUMENTEN HERKENNEN…

PROPOSITIE EN
STANDPUNT?
TERUGBLIK
 • Els heeft veel geld. Ze is getrouwd met
Jasper.

• Els heeft veel geld want ze is getrouwd

met Jasper.
WAT IS HIER HET
STANDPUNT? • Els heeft veel geld dus ze is getrouwd
met Jasper.

• Els heeft veel geld maar ze is getrouwd

met Jasper.
 • Een standpunt wordt vaak
aangekondigd met signaalwoorden als 
• Ik vind …, Volgens ons …, Zij denkt dat
…, De auteur stelt ..., Ik ben van
mening dat ..., Onze conclusie is …,
HOE HERKEN JE Dus …, Daarom …, Kortom … (Het is)
EEN STANDPUNT dan ook ...
EN ARGUMENT?
• Argumenten herken je vaak aan
signaalwoorden als 
• dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat,
de reden hiervoor is en want.
LET GOED OP MET HET GEBRUIK VAN
OMDAT

• Ik kwam vandaag te laat omdat de bus

te laat was.

• Ik vind de nieuwe Arthur Japin niet zo

goed omdat hij alweer met een
historisch verhaal komt.

• Grapperhaus moet een aantekening

krijgen op zijn strafbald omdat we
consequent naar iedereen moeten zijn.
10
 2 SOORTEN ARGUMENTEN

OBJECTIEF SUBJECTIEF
 SOORTEN
ARGUMENTEN

1. Feiten
2. Onderzoek of wetenschap
3. Normen en waarden
4. Vermoedens
5. Geloof of overtuiging
6. Gezag of autoriteit
7. Nut
DOOR HET GEBRUIK VAN ALARMSYSTEMEN
DAALT HET PERCENTAGE INBRAKEN.

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
IK VIND DAT JE IN NEDERLAND
ELKAAR MOET RESPECTEREN.

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
 U I T O N D ER ZO E K I S G EBL E K EN D AT 60 % VA N D E
V I TE S SE S U P P O RT E RS E EN S EI Z O E N K A A RT H E EF T.
D I T BL EE K U I T EE N EN Q U Ê TE D I E A FG EN O M EN I S .

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
AUTO SCHRIJF JE MET AU. KIJK MAAR IN
HET WOORDENBOEK

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
 H E T I S B E T E R D AT M O B I E LT J E S I N D E L E S W O R D E N
A F G E PA K T WA N T D A N K U N N E N K I N D E R E N Z I C H B E T E R
CONCENTREREN.

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
I K A LS MO SL I M E E T G E EN VA RK E N S V L EE S O M D AT
I K D EN K D AT H ET O N REI N E D I ER EN Z I J N .

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
IK DENK NIET DAT JE EEN 10 GAAT HALEN,
JE HEBT NIKS GEDAAN EN HET IS VEEL TE
MOEILIJK.

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
 D E A U TO MO BI L I S T M O ET Z I J N RI J BE W I J S K W I J T
ZI JN , WA N T H I J RE ED E EN F I E TS ER D O O D , O M D AT
H I J H A D G E D RO N K E N . J E M A G TO CH N I ET RI J D E N
M E T D R A N K O P!

•Feiten
•Onderzoek of
wetenschap
•Normen en waarden
•Vermoedens
•Geloof of overtuiging
•Gezag of autoriteit
•Nut
 LEERDOELEN
CHECK?!

1. Aan het eind van de periode

kan ik verschillen in mening
herkennen en categoriseren.
2. Je weet wat het verschil is
tussen objectieve en
subjectieve argumenten en je
kan deze herkennen.
3. Je (her)kent de verschillende
soorten argumenten.