You are on page 1of 6

Astronomische Navigatie

Voor het tekenen van een sfeerfiguur worden vooraf de definities van de diverse astronomische begrippen gedefinieerd. Als men consequent de definities hanteert is het tekenen van een sfeer figuur vrij eenvoudig. Definitie: Sfeer: is een bol met als middelpunt het middelpunt van de aarde en een zeer grote doch eindige straal, waarop vanuit het aardmiddelpunt alle hemellichamen worden geprojecteerd. Voor het beschrijven van de beweging van de hemellichamen aan de sfeer voeren we drie cordinatenstelsels in: 1. Top- voetpunt - ware horizon cordinatenstelsel 2. Hemelas hemelequator cordinatenstelsel 3. Ecliptica-as ecliptica cordinatenstelsel 1. Top-voetpunt - ware horizon cordinatenstelsel. Normaal: de richting van het schietlood ter plaatse van de waarnemer. Top- Voetpuntlijn: de lijn in de richting van het schietlood die aan de bovenzijde de sfeer snijdt in het punt T = toppunt en aan de onderzijde in het punt V = voetpunt. Opmerking: andere benamingen voor Toppunt = Zenith Voetpunt = Nadir Hemelmeridiaan: is een grootcirkelvlak door T-V Ware Horizon: is de doorsnijding van het grootcirkelvlak met de sfeer loodrecht aangebracht op de normaal van de waarnemer. Opmerking: Indien we de ware horizon evenwijdig verschuiven naar de waarnemer op het aardoppervlak wordt dit de lokale horizon. De afstand tussen beide vlakken is derhalve de lengte van de aardstraal. Lokale Horizon: is het vlak door het oog van de waarnemer loodrecht op zijn normaal De hemelmeridiaan is in de figuur het vlak van tekening. De hemelmeridiaan en de ware horizon staan loodrecht op elkaar.

Noordpunt: is het punt waar de Noord-Zuidlijn aan de ene kant de sfeer snijdt. Zuidpunt: is het tegenpunt van het Noordpunt op de Noord-Zuidlijn. Hoogtecirkel (of Vertikaalcirkel) :is de doorsnijding van het grootcirkelvlak met de sfeer door de Top-Voetpuntlijn en door het middelpunt van het hemellichaam. Hoogte: is een boog van de hoogtecirkel gemeten vanaf de ware horizon tot aan het middelpunt van het hemellichaam. Topsafstand: is de boog van de hoogtecirkel gemeten vanaf het middelpunt van het hemellichaam tot aan het Toppunt. Dus de begrippen hoogte en topsafstand zijn elkaars complement Azimut: is de kleinste boog van de ware horizon gemeten op noorderbreedte vanaf het Noordpunt (op zuiderbreedte vanaf het Zuidpunt) tot aan het snijpunt van de hoogtecirkel van het hemellichaam met de ware horizon. Dus het azimut ligt tussen 0 - 180 ; rechtsom of linksom gerekend. We zeggen doorgaans voor noorderbreedte: gerekend vanaf noord over oost of noord over west en voor zuiderbreedte zuid over oostof zuid over west Voorbeeld: N.br.: N 046 E of N 124 W Z.br.: S 007 E of S 173 W etc. Tegen woordig vooral WP ipv Azimut

Oost- Westpunt: zijn de doorsnijdingspunten van de snijlijn van het Eerste Vertikaalvlak met de ware horizon, waarbij met een rechtsomdraaiend cordinatenstelsel het punt 90 rechts van het Noordpunt het Oostpunt heet en het daarbij behorende tegenpunt Westpunt. Symbolen: Hoogte = Hw Azimuth =T Topsafstand = 90 - Hw Ware Peiling: is een boog van de ware horizon gemeten vanaf het noordpunt rechtsom tot aan het snijpunt van de hoogtecirkel met de ware horizon. Symbool : Ware peiling = WP WP wordt ongeacht de breedte rechtsom gerekend, lopend van 000 - 360.

Vergelijk de roos van het kompas. Voorbeeld: N.br. : T = N 085 E dan is WP = 085 T = N 147 W dan is WP = 213 Z.br. : T = S 104 E dan is WP = 076 T = S 034 W dan is WP = 214 2. Hemelas Hemelequator cordinatenstelsel. De cordinaten van dit stelsel is gebaseerd op de Hemelas en de Hemelequator. De cordinaten van een hemellichaam worden aangegeven door Uurhoek en Declinatie. Hemelas: is het verlengde van de aardas die aan de noordpoolzijde de sfeer snijdt de Hemelnoordpool en aan de zuidpoolzijde in de Hemelzuidpool. Hemelequator: is de doorsnijding van de grootcirkel met de sfeer loodrecht op de hemelas. Symbolen: Hemelnoordpool = Pn Hemelzuidpool = Ps Hemelequator = H..Q Bovenmeridiaan: is de halve hemelmeridiaan gerekend van Pn tot Ps waarin het Toppunt ligt. Benedenmeridiaan: is de halve hemelmeridiaan gerekend van Pn tot Ps waarin het Voetpunt ligt. Praktische opmerking: Voor een waarnemer op Nbr. is de plaats van Pn te schatten door de positie van de poolster. Bovenmeridiaansdoorgang: is het moment dat een hemellichaam door de bovenmeridiaan gaat . Men spreekt van: bovenmeridiaansdoorgang of moment van bovenculminatie. Benedenmeridiaansdoorgang: is het moment dat een hemellichaam door de benedenmeridiaan gaat. Men spreekt van: benedenmeridiaansdoorgang of moment van benedenculminatie. Poolshoogte: is de boog van de hoogtecirkel gemeten vanaf het Noordpunt tot aan de Hemelnoordpool. Dus de poolshoogte is een boog van de hemelmeridiaan gelijk aan bg. N-Pn. Ook: = de hoek die de hemelas maakt met het horizonvlak.

Aardrotatie: de aarde draait een keer om haar as in n sterredag. De duur van een sterredag = 23u 56m 04s wat overeenkomt met een hoeksnelheid van a = 15,0411 per uur . De aarde draait om de aardas, vanaf de noordpool gezien linksom, derhalve zien wij de hemelsfeer schijnbaar in tegengestelde richting draaien. Schijnbaar dagelijkse beweging (=sdb): is de omwentelingsrichting van de sfeer rond de hemelas gezien vanaf de hemelpool noord (=Pn) rechtsom , met een periode van n sterredag. Voor het vastleggen van een hemellichaam in dit cordinatenstelsel worden de begrippen declinatie en uurhoek ingevoerd. Declinatiecirkel: is de doorsnijding van het vlak door de hemelas met de sfeer. Declinatie: is een boog van de declinatiecirkel gemeten vanaf het middelpunt van het hemellichaam tot aan het snijpunt met de hemelequator. Uurhoek (Hour Angle = HA): is de boog van de hemelequator gerekend vanaf de bovenmeridiaan in de richting van de schijnbaar dagelijkse beweging tot aan het snijpunt van de declinatiecirkel van een hemellichaam met de hemelequator.

Voor een waarnemer is zijn bovenmeridiaan de meridiaan van deze waarnemer. Bevindt de waarnemer is op een lengte (L), dan is de genoemde boog de Local Hour Angle (=LHA). Is de meridiaan van de waarnemer de meridiaan van Greenwich dan is de uurhoek de Greenwich Hour Angle ( = GHA). Dus het verschil tussen GHA en LHA is de lengte L van de waarnemer. Zie figuren 10 en 7.13 in het boek De GHA is een boog die loopt van 000 tot 360 . We noemen dit de Westelijke Uurhoek. Echter in een boldriehoek is de max. waarde van een hoek 180. Daarom wordt de GHA>180 omgezet in een Oostelijke uurhoek derhalve is: Oostelijke Uurhoek = 360 - Westelijke Uurhoek. Als het hemellichaam in de bovenmeridiaan staat is dus de LHA = 000. 3. Ecliptica as Ecliptica cordinatenstelsel. De baan die de zon in een jaar tijd aan de sfeer beschrijft is een grootcirkel die de hemelequator snijdt onder een hoek van 23,5. De snijlijn is de lijn die de sfeer snijdt in de punten Ram en Weegschaal. Eclipticavlak: is het vlak door het middelpunt van de aarde waarlangs de zon zich aan de sfeer beweegt in een (tropisch) jaar. De polen van de ecliptica zijn de ecl. noordpool met symbool n en ecl. Zuidpool, s.

Ecliptica-as: is de lijn gaan de door het middelpunt van de sfeer die loodrecht staat op het eclipticavlak en de sfeer snijdt aan de Noorpoolzijde in n en aan de zuidpoolzijde in s. Punt Ram (Aris of Lentepunt): is het snijpunt van de snijlijn hemelequator en ecliptica war de zon noorderdeclinatie krijgt. Punt weegschaal (Libra of Herfstpunt) is het tegenpunt van Ram waar de zon zuiderdeclinatie krijgt. Schijnbaar jaarlijkse beweging (sjb) is de richting waarin de zon zich beweegt langs de ecliptica in een jaar tijd. Dus de sjb is tegengesteld gericht aan de sdb ! De positie van een hemellichaam wordt in dit assenstelsel bepaald door de begrippen astronomische breedte en astronomische lengte weergegeven door de symbolen resp. en . Astronomische breedtecirkel: is de doorsnijding van een vlak door de ecliptica as met de sfeer Astronomische breedte: een hemellichaam is een boog van de breedtecirkel gemeten vanaf het middelpunt van het hemellichaam tot aan de ecliptica. Astronomische lengte: is een boog van de ecliptica gemeten vanaf het punt Ram in de richting van de sjb tot aan het snijpunt van de breedtecirkel over het hemellichaam . Rechte Klimming: is een boog van de hemelequator gemeten vanaf het punt Ram in tegengestelde richting van de sdb tot aan het snijpunt van de declinatiecirkel over het hemellichaam. Bovendien wordt dit begrip niet meer gebruikt in de astronomische plaatsbepaling, daarvoor in de plaats is het beter bruikbare begrip SHA gekomen. Siderial Hour Angle (SHA): is een boog van de hemelequator gemeten vanaf het punt Ram in de richting van de sdb tot aan het snijpunt van de declinatiecirkel over het hemellichaam. Zie figuur 6. Parallaktische Boldriehoek. De boldriehoek T Pn S noemen we de parallaktische boldriehoek. De elementen zijn: - bg T Pn = 90 - b - bg T - S = 90 - Hw - bg Pn S = 90 - dec - PnTS = azimut - SPnT = LHA 5

Deze boldriehoek is de basis voor astronomische berekeningen.

You might also like