Professional Documents
Culture Documents
Hoorcollege 1:
Waarom leren we Filosofie van de economie?
- Om de Modellen die we leren te bekritiseren/begrijpen
- Bepaalde economische gebeurtenissen verklaren
Wat later:
- Economie is het meeste uit het minste halen, ook wel een efficitentiestreven (Viner
1917)
Uiteindelijk is Economie een wetenschap van welvaart en welzijn, waar weer verschillende
opvattingen in mogelijk zijn. De ene econoom vindt het een morele wetenschap, terwijl de
ander zegt dat er helemaal geen moraliteit aan te pas komt.
Als aan deze 4 voorwaarden voldaan wordt, is er een economisch keuzeprobleem die
opgelost moet worden.
Economie dient een objectieve wetenschap te zijn, gevoelens van economen zouden hun
bevindingen niet moeten beïnvloeden.
Vaak wordt er van economen verwacht dat ze biased zijn richting de markt. Economen
geloven altijd in de positiviteit van een marktbestaan.
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
Hoorcollege 2:
Wat is ideaal gedrag? Carl Menger veronderstelde dat beheersen ook een van de doelen van
de economie is. Uiteindelijk is bijna alles tegenwoordig gericht op beleidsadviesen. Met het
beheersen wordt bedoeld dat je gedrag in de goede richting wil sturen.
“Er is alleen een normatieve economie mogelijk mits je eerst een goede positieve economie
hebt”
Is dit crowding-out?
B&T: Ja, maar van geven omwille van sociale imago, en niet van intrinsieke motivatie, omdat
ze inzien dat goed gedrag dan door anderen begrepen kan worden als teken van eigengewin
(anderen denken dat je iets alleen voor het geld of glorie doet) -> “noisy signalling”.
Het maximaliseren van de sociale welvaart wordt vaak gezien als het groter maken van de
totale economische ‘taart’. Hoe deze taart vervolgens verdeeld wordt, is echter weer een
ander vraagstuk. Tegenwoordig wordt steeds meer onderzocht of het wel ethisch is om de
twee losse vraagstukken zo scherp van elkaar te scheiden
De onzichtbare Hand
- Wordt gezien als een van de belangrijkste ideeën in de economie
- Wordt ook wel gezien als het begin van de economische wetenschap (Adam Smith 1776)
- Doorbraak in denken: handelen uit eigenbelang hoeft niet tot lage sociale welvaart te
leiden
Wat zijn nou de ideeën achter de onzichtbare hand? Adam Smith stelt dat wanneer er
vrijhandel is, het helemaal niet zo erg is als mensen uit eigenbelang handelen. Dit zou zelfs
tot een hogere sociale welvaart kunnen leiden dan wanneer sociale welvaart wordt
nagestreeft. Het is echter geen lofzang op eigenbelang/greed.
Belangrijk voor de onzichtbare hand is dat er vrijhandel is. Nu kijken we hoe het dat zit
volgens de welvaartstheorie
Walrasiaans Evenwicht
Een Walrasiaans (competitief) evenwicht is een allocatie van goederen en een prijsvector die
ervoor zorgt dat consumenten hun nut maximaliseren (bedrijven maximaliseren winsten) en
alle markten ruimen (er is geen aanbod- of vraagoverschot)
Pareto Verbetering
Een Pareto verbetering is een verandering van een gegeven allocatie naar een nieuwe,
waarvoor geldt dat de nieuwe allocatie voor ten minste 1 agent beter wordt, en voor
niemand slechter. Een allocatie is Pareto-efficient als er geen Pareto verbetering meer
mogelijk is.
Sociale welvaartsfuncties moeten aan het Pareto-principe voldoen: sociale welvaart is hoger
als een Pareto-verbetering heeft opgetreden. Dit wil niet zegen dat dit een eerlijke verdeling
is. Dit zou juist met extreme ongelijkheid gepaard kunnen gaan. Neem bijvoorbeeld een
situatie S waarbij miljoenen mensen verhongeren. Als er geen mogelijkheid is om deze
mensen iets beter af te maken zonder dat er ergens een miljardair iets slechter af is, dan is S
pareto-efficient.
2 Fundamentele Theorema’s:
1. Ieder Walrasiaans (competitief) evenwicht is Pareto-efficiënt.
2. Iedere gewenste Pareto-efficiënte allocatie kan gerealiseerd worden als een
Walrasiaans evenwicht (via markten dus), als een passende herverdeling van de
initiële middelen (endowments) wordt gerealiseerd.
De laatst genoemde was voor Sen(1993) een reden om te stellen dat deze in een
revolutionary’s handbook thuishoort.
Hoorcollege 3
Coase Theorema
Coase theorema helpt met het beantwoorden van de vraag wat de beleidsimplicaties van
marktfalen zijn, en dan specifiek gericht op externaliteiten.
Pigouviaanse belasting: belasting die op iedere unit productie van een vervuiler wordt
geheven, en die gelijk is aan de marginale schade die deze productie toebrengt tov het
efficiënte productie niveau
Coase impliceert: Marktfalen kan opgelost worden door nieuwe markt te creëren:
Maak 1 van 2 private partijen aansprakelijk voor kosten, maakt niet uit welke van de twee.
Nieuwe onderhandelingen zullen dan vanzelf leiden tot een efficiënte deal, waardoor de
sociale kosten zijn geïnternaliseerd. Dit kan bijvoorbeeld door een markt in overdraagbare
vervuilingsvergunningen te creëren.
Belangrijke Aanname: onderhandelen is kosteloos/ geen transactiekosten.
Vaak is de markt echter niet kosteloos, wat Coase eerder ook al benadrukte
Eigendomsrechten (ER)
OH neemt impliciet aan dat eigendomsrechten gerespecteerd worden
Eigendomsrechten worden vaak gezien als de sleutel tot economische voorspoed
Bij eigendom wordt vaak aan fysieke zaken gedacht. Het feit dat efficiënte markten
bescherming van eigendomsrechten voor niet-fysieke zaken nodig hebben is minder
duidelijk.
Gebaseerd op persoonlijkheid:
- Gebaseerd op Hegeliaanse idee dat eigendom het symbool is van persoonlijkheid
Iemands recht om zijn eigen persoonlijkheid uit te drukken in een boek, opname of
design -> recht om eigenaar te zijn van je eigen ideeën
- Werkt dit argument voor IER?
Misschien voor toeschrijvingsrechten (mijn naam moet op het boek komen
Maar niet noodzakelijker wijs een goed argument om iemand ervan te weerhouden
mijn idee te gebruiken
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
Deugdetici veronderstellen dat alles tot koopwaar maken zorgt voor uitholling van onze
deugden
Burni en Sugden (2013) veronderstellen juist dat markten bepaalde deugden aanwakkeren
Er kan worden geredetwist over wat precies deugden/ondeugden zijn
3 argumenten voor stelling “Er zijn dingen die niet te koop zouden moeten zijn”
Utilitaristisch argument:
Het vervangen van soorten uitwisselingen door marktuitwisselingen kan welzijn/welvaart
verminderen
Monetaire prikkels kunnen leiden tot crowding-out
- Bloed doneren
- Kinderdagverblijf experiment
Markt deugden
Universaliteit
Ondernemerschap en alertheid
Respect
Vertrouwen en betrouwbaarheid
Acceptatie van competitie
Zelf-hulp
Niet-rivaliteit
Stoïcijns over beloning
Hoorcollege 4
Welzijn
Evaluatieve term (je kan niet teveel welzijn hebben)
- Iets wat het waard is om na te streven (waardeoordeel)
- Beoordeling van hoe goed het met iemand gaat (een normatieve maatstaf)
In de filosofie: ‘Dat wat uiteindelijk goed is voor een persoon’
- Gereinigde voorkeuren
Niet alle feitelijke voorkeuren dienen bevredigd te worden. Slechtgevormde, niet
goed doordachte en inconsequente voorkeuren moeten niet in overweging gebracht
worden
“Laundered” voorkeursvolgorde
Feitelijke voorkeuren
Veel economen kiezen dit, aangezien het gemakkelijk te meten is. Mensen kiezen wat ze
prefereren, dus welzijn kan gemeten worden in wat ze kiezen.
Echter, kunnen mensen ook verkeerde keuzes maken
- Mensen kunnen verkeerd geïnformeerd over de dingen waar ze voorkeuren over
hebben of gevolgen verkeerd inschatten
- Mensen zouden kunnen falen in uitvoeren van hun voorkeuren (wilszwakte)
- Mensen zouden een voorkeur kunnen hebben om dingen te doen die hun welzijn niet
verbeteren (bijvoorbeeld dingen waar je verslaafd aan kan raken)
Als keuzes niet altijd toevoegen aan het welzijn van een persoon, dan schiet de feitelijke
voorkeur visie te kort
Gereinigde Voorkeuren
Nadruk ligt op wat rationeel is voor mensen om te kiezen
Voordeel is dat de slechte keuzes in dit geval eruit worden gefilterd
Nadeel is dat het lastiger te meten is
Problemen bij Gereinigde Voorkeuren:
- Soms prefereren volledig geïnformeerde mensen niet altijd wat goed is voor henzelf,
bijvoorbeeld wel voor een ander
- Mensen kiezen niet altijd wel uiteindelijk goed voor ze is (bijvoorbeeld keertje drugs en
vervolgens verslaafd, of conflict tussen korte en lange termijn voorkeur)
- Volledig geïnformeerde mensen kiezen soms niet wat goed voor ze is (obsessief gedrag,
voorkeuren die niet te behalen zijn)
Daarnaast bestaan er ook kwaadwillende voorkeuren (sadisme, anderen pijnigen), wat weer
een probleem is voor de preference satisfaction view:
- Kwaadwillende voorkeuren zijn problematisch vanuit een moreel standpunt vanuit het
beleid
- Verhoogt beleid welzijn zelfs in het geval van kwaadwillende voorkeuren
- Kan een gereinigde voorkeur visie dit probleem vermijden? (nee!)
Dure smaak. Er is niks mis met het hebben van dure smaak, maar zou beleid dan
geëvalueerd moeten worden door alle voorkeuren even zwaar te wegen?
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
Hedonisme
Welzijn bestaat uit een mentale toestand zoals genieten of geluk.
Jeremy Bentham (1789): Welzijn is de mate waarin genoegen pijn overtreft (pain-pleasure
calculus)
Problemen:
1 Alle genoegen worden op 1 lijn geplaatst:
- Vanuit een moreel en praktisch standpunt zijn niet alle genoegens even waardevol
- John Stuart Mill probeerde dit op te lossen door hogere en lagere genoegens te
onderscheiden, maar dit levert weer nieuwe problemen op
2 De Ervaringsmachine:
Stel er bestaat een machine die je geestelijk kan laten meemaken wat je maar wil, denk aan
een vriend maken of een goed boek schrijven. Zou je dan voor levenslang inpluggen?
3 redenen waarom niet:
- Je wilt bepaalde dingen doen, niet alleen de ervaring ervan hebben
- Daarnaast wil je een bepaald soort mens zijn. Iemand die in een machine geplugd zit is
eigenlijk niet echt meer als mens te beschrijven. Is hij stoer? Aardig? Slim? Enzovoorts
- Bovendien limiteert het je naar een door mensen gefabriceerde realiteit, die niet dieper
of belangrijker is dan wat mensen kunnen produceren. Het is heel oppervlakkig
Andere soorten: Het mogelijk zijn om te kunnen gaan met andere soorten, zoals
dieren en planten
Spelen: Mogelijk zijn om te kunnen lachen en spelen
Controle over eigen omgeving: Dat je niet een speelbal bent van je omgeving maar
dat je je omgeving een beetje kan kiezen en zo kan plooien dat het bij je past, zowel
politiek als materieel
Voordeel van de lijst: ze willen welzijn niet reduceren tot slechts 1 eigenschap
Nadeel:
- Hoe kan je zo’n lijst rechtvaardigen? (weten filosofen het beter?)
- Hoe bepalen we wat er op de lijst moet?
- Hoe kunnen we het welzijn van verschillende mensen vergelijken en rangschikken
Hoorcollege 5
Ongelijkheid en verdelende rechtvaardigheid
Naast het idee van de koek zo groot mogelijk maken (besproken HC 1 welvaartseconomie),
vinden we het ook belangrijk hoe deze koek verdeeld wordt. Theorieën over de verdelende
rechtvaardigheid hebben dus implicaties voor economische kwesties (belastingheffing bijv).
Deze implicaties begrijpen is erg belangrijk voor economen.
Theorieën over verdelende rechtvaardigheid hebben implicaties op het ontwerp van
instituties die op hun beurt economische uitkomsten beïnvloeden. Een minimaal begrip van
deze theorieën is daarom essentieel.
Als het gaat over groeiende ongelijkheid en over manieren om deze tegen te gaan, dan
hebben we het feitelijk over (verdelende) rechtvaardigheid
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
Utilisme
Een situatie (beleid) is gerechtvaardigd als het collectieve nut wordt gemaximaliseerd
3 verschillende opvattingen:
- Consequentialistisch: Alleen gevolgen tellen, niet intenties
- Welfaristisch: Alleen gevolgen voor het welzijn (nut) van de betrokkenen tellen
- Sum-ranking: Alleen totale nut (ongewogen optelsom) telt. Etisch element: gelijke
weging van belangen van alle betrokkenen
Afnemend marginaal nut impliceert dat bij grote ongelijkheid herverdeling van rijkdom van
rijk naar arm collectief nut kan verhogen
2 aannames:
1. Afnemend marginaal nut
2. Herverdeling verkleint grootte van de koek niet
Problemen: bij 1, hoeft niet voor alles te gelden en is moeilijk meetbaar.
Bij 2, ontmoedigt productieve inspanning
Kritiek op Utilisme:
- Negeert rechten van mensen
Veronderstelt: rechten hebben geen eigenstandige waarde
Rechten zijn hooguit van belang voor zover ze totaal welzijn/nut beïnvloeden
Is het moreel toelaatbaar om rechten op te offeren puur voor verhoging van
collectief welzijn?
- Negeert het belang van verdeling
Verdeling is hooguit indirect van belang; alleen voor zover het totale welzijn
beïnvloedt
De ongelijkheid in een situatie van maximaal totaal nut kan erg groot zijn, omdat
sommige mensen beter zijn in omzet van middelen in nut dan anderen
- Interpersoonlijke nutsvergelijkingen zijn problematisch
Als nut en welzijn worden begrepen in termen van voorkeursbevrediging, dan zijn
interpersoonlijke nutsvergelijkingen zeker problematisch.
De reactie van economen: gebruik pareto-optimaliteit!
- Paretop optimaliteit als vervangend criterium zelden toepasbaar
Moelijk operationaliseerbaar
De meeste beleidsmaatregelen leiden tot winnaars en verliezers, en zijn dus niet
Pareto-vergelijkbaar
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
Leidende ideeën van Rawls zijn dat mensen eigenlijk met geluk of pech geboren worden.
Met geluk als je heel slim bent bijvoorbeeld, dan kom je vaak ook uit een slim welvarend
milieu, dan zijn je kansen veel hoger om goed terecht te komen dan wanneer je in een
minder goed milieu geboren wordt. Echter is totale gelijkheid ook niet goed, want dit leidt
tot minder motivatie/productiviteit.
Libertarisme
Standen van zaken zijn rechtvaardig als ze de uitkomst van een proces waarin individuen
vrijwillig handelen en waarin hun rechten niet worden geschonden
Acties zijn goed zolang deze niet de vrijheden van iemand anders aantasten. Overheid treedt
eigenlijk alleen op als iemand iets tegen zijn wil moet doen
Een persoon is rechtmatig eigenaar van iets als hij deze volgens the principle of justice of
acquisation heeft verkregen, of van iemand anders via the principle of justice of transfer
heeft verkregen.
De overheid moet ingrijpen wanneer iemand iets verkrijgt op een manier die in strijd is met
beiden principles. Dit heet the principle of rectification of injustice. Belasting wordt gezien als
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
diefstal. Alleen belastingen die nodig zijn voor het functioneren van een minimal state (law
and order) zijn gerechtvaardigd.
Problemen:
- Eigendomsrechten zijn moeilijk te verdelen
- Externaliteiten worden genegeerd
Derden kunnen lijden onder vrijwillige transacties
Marktimperfecties en negatieve externaliteiten kunnen meer dan een minimal state
vereisen
- Huidige ongelijkheden stammen waarschijnlijk af van onrechtmatigheden in het
verleden
Het is niet makkelijk de bronnen te achterhalen
Nozick levert geen theorie van rechtzetten van onrechtmatigheden uit verleden
Capability approach van Sen is redelijk vergelijkbaar met dat van Rawls. Verschil zit hem erin
dat bij rawls geld wordt zien als een proxy voor nut, wat problematisch is. Sen ziet het als
volgt:
- Inkomen is een middel (geen doel)
- Verschillende individuen hebben verschillende mogelijkheden om middelen om te
zetten in nut/welzijn. Mensen verschillen qua
Persoonlijke karakteristieken
Omgeving waarin ze leven
Sociaal klimaat waarin ze leven
Relationele perspectieven
Verdelingen binnen de familie
Sen: mensen moeten het soort leven kunnen leiden dat ze willen leiden. Hiervoor hoeven
formele vrijheden (het hebben van primary goods) niet toereikend te zijn. Iets anders is
nodig: “Capabilitiets”.
Om welvaart te evalueren: richt je op wat mensen in hun eigenlijke leven kunnen zijn en
kunnen doen:
- Functionings zijn ‘beings and doings’: verschillende toestanden van mensen en
activiteiten die iemand kan ondernemen
Beings: goed gevoed zijn, of juist ondervoed zijn, onderwezen of juist niet enz
Doings: reizen, voor een kind zorgen, stemmen, deelnemen aan debat enz.
- Capabilities: Zijn de reële vrijheden en mogelijkheden van een persoon om functionings
te behalen (alternatieve combinaties van functionings die haalbaar zijn voor een
persoon)
Hoorcollege 6 Verklaren
Verschil tussen verschillende vormen verklaringen
- Singulier : Gaat over 1 bepaalde gebeurtenis
- Algemeen : Gaat over een bepaald principe of concept in het algemeen
- Gedeeltelijk: beschrijft maar een deel van de verklaring
- Schets: Denkt het ongeveer te weten, maar not sure
- Potentiële: Geeft een paar mogelijkheden
Interventionistisch model
- Model probeert objectieve afhankelijkheidsrelaties te verklaren
- Verklaringen zijn antwoorden op counterfactual vragen: wat-als-dingen-anders-
geweest-waren
- Intervariante generalisaties i.p.v wetten. Vb: Als Y gebeurt vanwege X: Y hangt af van X,
zo dat Y niet gebeurd zou zijn als X ook niet gebeurd is.
Uitdaging:
Er zijn teveel verklarende factoren, en ook teveel uitzonderingen. Antwoord geven op de
vraag vereist uitgebreide kennis van de kenmerken van de landen (geschiedenis, cultuur,
instituties enz). Het verklaren van het verschil is dus niet zo makkelijk.
Goed om te hebben:
Algemeen menu van verklarende factoren die uit verchillende modellen komen.
Land-specifieke details over cultuur politiek geschiedenis economie enz.
Hoorcollege 7 Modellen
Verschillende economische modellen bekend:
- Circular Flow Model (soort kringloop tussen bedrijven en huishoudens)
- MOnetary National Income Analogue Computer (MONIAC)
- IS-LM model
In het Hotellings Locatie Model worden een aantal (onrealistische) aannames gebruikt:
1. Begrensde lineaire markt (strand)
2. Twee verkopers, identieke producten, verschillende locaties
3. Productiekosten 0
4. Consumenten uniform verdeeld
5. Iedere consument kan maar 1 product kopen
6. Vraag perfect inelastisch
7. Consumenten hebben (lineaire) transportkosten (10 keer zo kut om 10 meter te
lopen dan om 1 meter te lopen)
8. Consumenten kopen van goedkoopste verkoper
9. Verkopers willen winst maximaliseren
10. Elke verkoper neemt aan dat de prijs en locatie van de anders vaststaat
11. Verkopers kunnen niet gezamenlijk de prijzen vaststellen
Ondanks dat bekend is dat eigenlijk bijna al deze aannames niet juist zijn, blijft het
interessant om te onderzoeken waarom die twee ijskarren dan zo dichtbij elkaar gaan staan
En toch lijkt het alsof het model wel inzicht verschaft, met name hoe het kan dat
producten/locaties vaak zo weinig van elkaar verschillen.
De Verklaring Paradox
Economische modellen zijn onwaar
Economische modellen zijn toch verklarend
Alleen ware modellen kunnen verklaren
Vaak veel (simplistische) kritiek op modellen: “Economie is stom, want er wordt verwacht
dat mensen altijd rationeel handelen”. Onaannemelijke aannames, dus slaagt er niet in om
echte wereld te beschrijven -> probleem P1
P1 + P2 = Geavanceerde Kritiek
Onrealistisch op de verkeerde manier.
Zijn ook filosofen die zeggen dat “Alleen ware modellen kunnen verklaren” vervangen moet
worden door “Verklaring heeft geen waarheid nodig” Geloofwaardige werelden (Sugden)
Hotellings locatie model is dus ‘uitbreiding van menu’ in de theorie van imperfecte
competitie doordat het:
- Veronderstellingen van implicaties van winst-maximalisatie betwist
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
- Een nieuwe theoretische verklaring van stabiliteit competitie in modellen van imperfecte
competitie voorstelt
- De set van explanantie vergroot door nieuwe factoren te suggereren
- Set van explananda vergroot door te wijzen op observaties die een verklaring nodig
hebben
- Te functioneren als een werkmodel/raamwerk voor modellen dat nuttig bleek te zijn
voor analyse van andere aspecten van imperfecte competitie
2 opvattingen:
- Veel economen willen zo min mogelijk verwijzen naar niet-waarneembare mentale
toestanden
- Mensen laten hun voorkeur zien in hun keuzes -> voorkeuren afgeleid uit keuzegedrag
Voorkeuren helpen keuzes te verklaren, maar ze zijn niet identiek. Het definiëren van
voorkeur als keuze sluit per definitie tuit dat mensen tegen hun voorkeur in kunnen gaan.
Daarnaast verwijzen economen ook naar overtuigingen en verwachtingen om keuzes te
verklaren. Dus keuzes worden verklaard door overtuigingen/verwachtingen en voorkeuren.
Stel persoon verkiest appel > kiwi, kiwi > banaan en banaan > appel. Dan zou een slimme
verkoper bijv een banaan kunnen verkopen voor x, maar dan voor een kiwi net iets meer
vragen, en voor een appel weer net iets meer, en dan vervolgens voor een banaan weer
net iets meer, totdat de koper blut is. Dit kan niet
Argument tegen Geldpomp: Veronderstelt dat je handelt naar je voorkeuren, hebben eerder
gezien dat dit niet per se hoeft. Bovendien zouden je voorkeuren kunnen veranderen.
2. Transitivteit definieert voorkeur: slap argument
Framing: manier van beschrijven van het probleem kan keuze van mensen, ook als feitelijk
dezelfde informatie wordt gegeven
Allais Paradox
Loterij A Loterij B
Kans Prijs Kans Prijs
1 1 miljoen 0.89 1 miljoen
0.10 5 miljoen
0.01 0
Loterij A of B?
Loterij C Loterij D
Kans Prijs Kans Prijs
0.11 1 miljoen 0.10 5 miljoen
0.89 0 0.90 0
Loterij C of D?
Meeste mensen kiezen loterij A in experiment 1 en loterij D in experiment 2.
Niks irrationeel aan keuze A los en keuze D los.
Maar als zelfde mensen voor A kiezen en voor D kiezen is dat in strijd met
onafhankelijkheidstheorema
Als iemand A>B kiest, zou deze volgens onafhankelijkheidstheorema ook C>D moeten kiezen
Spijt theorie
In het geval dat ik niet voor de gegarandeerde prijs ga en ik niks win, krijg ik spijt
Als ik kies tussen 2 gokken (er is geen gegarandeerde prijs), dan krijg ik geen spijt.
Speltheorie
Kan speltheorie gezien worden als een theorie over rationaliteit (ideaal rationeel gedrag:
normatief)
Zijn speltheoretische verklaringen goede verklaringen van feitelijk gedrag?
(beschrijvend/positief)
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
Kan speltheorie een nuttig kader zijn voor analyse, modellen bouwen, verklaren (van
interacties tussen individuen en macro-sociale fenomenen) en voor het ontwerpen van
instituties - ondanks het feit dat het geen theorie over rationaliteit is?
Nash evenwicht: Een set van strategieën zodanig dat geen enkele speler zijn payoff kan
verbeteren door eenzijdig zijn strategie te veranderen, gegeven de (onveranderde)
strategieën van de andere spelers
Nash evenwicht volgt niet uit de aanname van rationaliteit van de spelers, maar vereist nog
sterkere aannames.
Nash evenwicht is gebaseerd op de aanname dat spelers (op de een of andere manier) in
staat zijn om acties van andere spelers te anticiperen
Meeste spelen hebben meerdere evenwichten, hoe wordt het evenwicht geselecteerd dan:
- Focuspunt evenwicht / Opvallendheid:
- Gecorreleerd evenwicht
- Gecoördineerde verwachtingen
- Pareto dominantie / risico dominantie
Hoorcollege 9 Gedragseconomie
Gedragseconomie stelt dat mensen helaas vaak niet rationeel handelen. Kritiek op /
tekortkomingen van rationelekeuzetheorie (homo economicus), met name in de
beschrijvende vorm. Normatief wordt de rationele keuze theorie wel (redelijk) geaccepteerd:
- Beschrijvend
Is rationele keuze theorie een goede beschrijving van menselijk gedrag?
Stelling claimt dat gedragseconomie individueel gedrag beter beschrijft
Bepertke rationaliteit
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
- Normatief
Hoe zou een individu zich moeten gedragen om zijn geluk/welzijn te maximaliseren,
zoals zelf beoordeeld/ gezien door beleidsmakers?
Gedragseconomie accepteert de rationale keuze theorie als een juiste normatieve
theorie.
Hoe zouden we onze instituties moeten ontwerpen om sociale welvaart in het algemeen
te vergroten gegeven dat mensen niet altijd rationeel handelen?
Wat zijn alternatieve beleidsopties (Paternalistisch, Libertijns, Libertijns paternalisme)?
Probleem 3:
Naast was je nu bezit, heb je €1000 euro gekregen. Nu moet je kiezen
a) 50% kans om €1000 te winnen
b) Gegarandeerd €500 winnen
Probleem 4:
Naast wat je nu al bezit, heb je €2000 euro gekregen. Nu moet je kiezen
a) 50% kans om €1000 te verliezen
b) Gegarandeerd €500 verliezen
Probleem 3 en 4 zijn exact hetzelfde, alleen anders geformuleerd. Kahneman vond dat het
voor mensen erg belangrijk is wat het referentiepunt is. Uitkomsten die beter zijn dan het
referentiepunt worden gezien als winsten, deze wil je dus gegarandeerd. Uitkomsten onder
het referentiepunt zijn verliezen, die wil je niet gegarandeerd.
Samenvatting Hoorcolleges Filosofie van de Economie
Er is ook sprake van afnemende gevoeligheid. Het verschil tussen €900 en €1000 is veel
kleiner dan tussen €100 en €200.
Vooruitzichttheorie (prospect theory) zegt dat beslissingen bestaan uit een editing en een
evaluation fase:
Editing fase: Een ‘neutraal referentiepunt’ wordt vastgesteld waarmee de
uitkomsten worden vergeleken als winsten of verliezen
Evaluation fase: Dit evalueert de versimpelde vooruitzichten en kiest het hoogst
gewaardeerde vooruitzicht.
Paternalisme: Bemoeienis van een overheid of individu met een ander persoon (tegen hun
wil) en verdedigd door de bewering dat die persoon beter af zal zijn
Libertijns: Een beleid is libertijns als “mensen in het algemeen vrij zijn om te doen wat ze
willen, en om zich terug te trekken uit onwenselijke regelingen als ze dat willen.
Libertijns Paternalisme (Nudging): Ontwerpen van een choice architecture op zo’n manier
dat:
- Een consument eerder zal kiezen wat goed voor hem is (paternalistisch)
- Zonder het aantal mogelijkheden in te perken (libertijns)