You are on page 1of 5

H3 De Republiek in de Gouden Eeuw

Hoe handhaafde de Republiek zich tijdens de Gouden Eeuw in de


internationale politiek en hoe waren de sociale verhoudingen binnen de
Republiek?
3.1 Het bestuur van de Republiek

Hollandse Staten had 19 Gelderland en Overijssel helft


zetels; 18 voor steden en 1 zetels voor adel, andere helft
voor de adel voor steden
Met welke problemen heeft de
Staten Generaal (S.G.) te maken?
 Particularisme gewesten en steden→ grote
verdeeldheid in S.G.
 Besluiten in S.G. moeten eensgezind
worden genomen, elk gewest vetorecht
 tegengestelde economische belangen
Wel overeenstemming binnen S.G.
over:
 Handelsbelangen; oprichting VOC en WIC
regenten via familieverbanden nauw verbonden met
handel en nijverheid of waren er zelf actief in→ besef
dat macht en welvaart Republiek als geheel afhankelijk
was van zeehandel
 Bescherming koopvaardijschepen
 Opbouw leger; na Spanje grootste leger van Europa.
Betaald door :
 gewesten, vaste verdeelsleutel waarbij Holland
58% van de kosten betaalde
 Leningen (obligaties)
Wederzijdse afhankelijkheid:

Overheid
Gunstige voorwaarden
Geld lenen handel en nijverheid
door middel
Bescherming schepen
Rente-inkomsten van obligaties
Produceren wapens

familiebanden
en oorloggsschepen

financiers producenten

ondernemers

Ook bij sociale conflicten leunden ondernemers op overheid→ overheid kiest


kant ondernemers

You might also like