Professional Documents
Culture Documents
V5
INTRODUCTIE
THEMAKATERN ‘’SAMEN
LEVEN’’
De ‘’sociale geschiedenis’’
Wat zou dat zijn? En waarom is dat anders dan ‘’politieke geschiedenis?’’
Sociaal-culturele geschiedenis
SOCIALE GESCHIEDENIS
Meer nadruk op de ‘’gewone mens’’
Een andere kant van de elite
Wat waren destijdse normen en waarden? Hoe zag het dagelijks leven van mensen eruit?
Onderbelichte groepen en culturen in de geschiedenis
Probleem: deze groepen hebben weinig bronnen achter gelaten
Oplossing: creatief zijn
Dit thema: de verschillende soorten gezinnen in de geschiedenis
VOORBEELDEN
Kunnen jullie nog meer voorbeelden bedenken?
INTRODUCTIE
Wat is een typisch Nederlands huisgezin?
1,1 BOEREN EN BURGERS;
LEERDOELEN
• Je kunt het dagelijks leven van het kerngezin van boeren in de vroege en de late
middeleeuwen beschrijven, met behulp van de volgende begrippen: traditionele
taakverdeling, ambacht, nijverheid, horigheid, landbouwsamenleving en landbouwstedelijke
samenleving.
• Je kunt uitleggen waarom het leven van boerengezinnen veranderden in de late
middeleeuwen en hoe hun leven er beter uitzag dan in de vroege middeleeuwen.
• Je kunt het dagelijks leven van het kerngezin van burgers in de late middeleeuwen
beschrijven.
• Je kunt uitleggen waarom het leven in de stad zwaar was, maar verbeterde rond de
14e eeuw.
• Je kunt uitleggen hoe burgers hun bestaan probeerden te verbeteren in de middeleeuwse
steden met behulp van de volgende begrippen: maatschappelijke verbanden en gilden.
• Je kunt de economische en sociale functie van gilden beschrijven.
• Je kunt de gevolgen van de pest beschrijven aan de hand van een genuanceerd argument.
1,1 BOEREN EN BURGERS;
K.A.
• De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door
een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
• De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een
agrarisch-urbane samenleving
• De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
RITME VAN DE NATUUR
Wanneer vinden de meeste feestdagen plaats?
Werken op het platteland en oorlogen vonden vooral in de zomer plaats
Wie weet wanneer de klok is uitgevonden?
Het is dan ook geen toeval dat handel toenam in diezelfde eeuw
HET DAGELIJKSE
LEVEN VAN BOEREN
In de middeleeuwen werkte boeren volgens een traditionele taakverdeling.
Mannen:
Vrouwen:
(Kinderen:)
Mensen die niet meer nodig waren in de landbouw legden zich toe op een ambacht.
Dit leidde tot een forse bevolkingsgroei en een landbouwstedelijke samenleving met
handel.
De horigheid verdween.
DE GEWONE BURGER
Geef een omschrijving van een eenvoudige woning, waar de gewone burger in woonde:
KERNGEZIN
In de late middeleeuwen was het
kerngezin in de stad een veel
voorkomende samenlevingsvorm.
Dit was vader, moeder en een paar
kinderen.
Door contacten met het Midden-Oosten werden ook de normen en waarden onder de adel
‘verfijnder’ in Europa.
Ondertussen werd de (hoge) adel nog rijker en rijker door de verstedelijking. Men verkocht
stadsrechten.
ZIJDEROUTE EN
KRUISTOCHTEN
ETIQUETTE MIDDELEEUWEN
Zoek op internet d.m.v. telefoon naar twee bijzondere Etiquette in de middeleeuwen en schrijf
ze hierover op:
DE ADEL IN DE VROEGE
MIDDELEEUWEN
Relatief weinig verschil met de boeren
Eén ruimte voor slapen en eten
Beveiligde, vochtige toren
Beter dan de boerderijen
Weinig luxe
Maar ze hadden wel bedienden
HOGE EN LAGE ADEL IN DE
LATE MIDDELEEUWEN
Hoge adel Lage adel
Grootgrondbezitters Weinig tot geen grondbezit
Dicht in rang (en qua bloedlijn) bij de Afstammelingen van zelfstandige
vorst van een land koninkrijkjes
Hoge welvaart: kasteel, personeel, ‘’Grof en boers’’
feesten, etc.
Ondertussen werd de (hoge) adel nog rijker en rijker door de verstedelijking. Men verkocht
stadsrechten.
Filmpje: dagelijks leven in de middeleeuwen
1,2 LEVEN ALS EEN VORST;
AFSLUITING
• Je kunt uitleggen waarom het leven van de adel in de middeleeuwse steden rond
1200 begon te veranderen en hoe die verandering eruit zag.
• Je kunt de normen en waarden van de Europese (hoge en lage) hoofse cultuur
beschrijven en verklaren.
• Je kunt uitleggen waarom landsheren macht uit handen gaven met het begrip:
stadsrechten.
HERHALING 1,1 EN 1,2
Samen leven in de middeleeuwen: boeren, burgers en de (hoge en lage) adel
1.1 BOEREN EN BURGERS;
LEERDOELEN
• Je kunt het dagelijks leven van het kerngezin van boeren in de vroege en de late
middeleeuwen beschrijven, met behulp van de volgende begrippen: traditionele
taakverdeling, ambacht, nijverheid, horigheid, landbouwsamenleving en landbouwstedelijke
samenleving.
• Je kunt uitleggen waarom het leven van boerengezinnen veranderden in de late
middeleeuwen en hoe hun leven er beter uitzag dan in de vroege middeleeuwen.
• Je kunt het dagelijks leven van het kerngezin van burgers in de late middeleeuwen
beschrijven.
• Je kunt uitleggen waarom het leven in de stad zwaar was, maar verbeterde rond de
14e eeuw.
• Je kunt uitleggen hoe burgers hun bestaan probeerden te verbeteren in de middeleeuwse
steden met behulp van de volgende begrippen: maatschappelijke verbanden, gilden.
• Je kunt de economische en sociale functie van gilden beschrijven.
• Je kunt de gevolgen van de pest beschrijven aan de hand van een genuanceerd argument.
In de vroege middeleeuwen was het
leven voor boeren enorm zwaar door
de horigheid
VERBETERIN
GEN IN
Steden ontstonden weer
LANDBOUW, in Europa
OPKOMST
VAN STEDEN
Hoe was het dagelijks
leven voor burgers:
gevaarlijk en ongezond
Maatschappelijke
verbanden
• Gilden: economisch en
HOE
sociaal
WERDEN DE
• Buurtplicht
LEVENS VAN
BURGERS • Gezin
VERBETERD?
De pest
• Bevolkingsafname
1.2 LEVEN ALS EEN VORST;
LEERDOELEN
• Je kunt uitleggen waarom het leven van de adel in de middeleeuwse steden rond
1200 begon te veranderen en hoe die verandering eruit zag.
• Je kunt de normen en waarden van de Europese (hoge en lage) hoofse cultuur
beschrijven en verklaren.
• Je kunt uitleggen waarom landsheren macht uit handen gaven met het begrip:
stadsrechten.
HOGE EN LAGE ADEL IN DE
LATE MIDDELEEUWEN
Hoge adel Lage adel
Grootgrondbezitters Weinig tot green grondbezit
Dicht in rang (en qua bloedlijn) bij de Afstammelingen van zelfstandige
vorst van een land koninkrijkjes
Hoge welvaart: kasteel, personeel, ‘’Grof en boers’’
feesten, etc.
Ondertussen werd de (hoge) adel nog rijker en rijker door de verstedelijking. Men
verkocht stadsrechten.
De hoge adel ging zich steeds meer onderscheiden door hun hoofse cultuur; hetgeen
versterkt werd door de kruistochten
1.3 HET HUWELIJK;
LEERDOELEN
Je kunt het huwelijkse moraal in de middeleeuwen uitleggen en verklaren vanuit de invloed van het christendom.
Je kunt voorbeelden van de invloed van de kerk op het dagelijks leven van middeleeuwse mensen uitleggen.
Zoals het sacrament, de doop en het celibaat.
Je kunt een beargumenteerd standpunt bij de grote invloed van de kerk plaatsen (enerzijds, anderzijds)
Zie om tegenargumenten te formuleren: het afwijken van de seksuele moraal en de huwelijkspolitiek van
middeleeuwse vorsten.
HOE ZAG HET KERNGEZIN ER OOK
ALWEER UIT IN DE MIDDELEEUWEN?
HET HUWELIJK
In de middeleeuwen hielden monniken en nonnen
zich aan het celibaat. Dit houdt in……
Dopen
Ziekenzalving
Biechten
Je kunt een beargumenteerd standpunt bij de grote invloed van de kerk plaatsen (enerzijds, anderzijds)
Zie om tegenargumenten te formuleren: het afwijken van de seksuele moraal en de huwelijkspolitiek van
middeleeuwse vorsten.
1.4 DE JONGE JAREN;
LEERDOELEN
Je kent de argumenten van de historicus Philippe Ariès over de behandeling van kinderen tijdens de
middeleeuwen.
Je kunt hierbij kritische punten benoemen
Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen evalueren door de representativiteit van de bron te onderzoeken.
Je kunt uitleggen dat de geschiedenis een interpretatie is op basis van bronnen en daardoor soms een incompleet
verhaal kan zijn.
Je kunt uitleggen dat kinderen als ‘’kleine volwassenen’’ werden gezien in de middeleeuwen.
Je kunt uitleggen hoe de opbloei van handel en nijverheid langzamerhand de scholing van kinderen verbeterde
in de late middeleeuwen.
1.4 DE JONGE JAREN; K.A.
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-
urbane samenleving
DE JONGE JAREN
Historicus Ariès is van mening dat moederliefde een 19e-eeuwse uitvinding was. Hierover
ontstonden in het historische circuit heftige discussies.
Zoek eens op, welk wetenschappelijk bewijs JIJ kan vinden over het bestaan van
moederliefde (en eventueel vanaf wanneer).
Kritische vraag: hoe representatief zijn jouw bronnen?
DE JONGE JAREN
Naast discussiepunten, waren er ook een aantal feitelijkheden over kinderen in de
middeleeuwen te vinden.
Oorzaken
Oostzeehandel (moedernegotie)
Sterke positie in de wereldeconomie door de vloot
Scheepvaart en de industrie daaromheen
Domino-effect
Enorm verstedelijkt gebied, veel handel
Het economische hart van de Republiek voelde de
negatieve effecten van de Tachtigjarige Oorlog amper
WAT BETEKENDE DIT Handelar-en
en regenten
VOOR DE
Kleine
BEVOLKING? burgerij
(Boeren)
EINDE VAN DE
GOUDEN EEUW
Staatsschuld door oorlogen
Ingehaald door Frankrijk en Engeland
Grotere bevolkingen
Hoe zag het dagelijks leven van burgers eruit van 1500-1800 in de Republiek?
2.2 EEN HUISHOUDEN VAN
JAN STEEN; K.A.
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van
de Nederlandse Republiek
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
HET HUISHOUDEN
Buitenlanders ervaarden de Nederlands veelal als ‘proper’. Vrouwen hielden zich bezig met
tijdrovende bezigheden.
Hoe kon het dat vrouwen zich met slechts deze zaken konden bezig houden?
Het verzorgen van de maaltijd was een belangrijk onderdeel van de dag. Geef een beschrijving
van een gemiddelde maaltijd in de 17e eeuw.
Gezinnen in de 17e eeuw waren veelal niet
GERINGE groot.
Er was sprake van een hoog percentage
GEZINSOMVANG kindersterfte, de hoge huwelijksleeftijd en het
grote aantal alleenstaanden.
JE WIJF
Vanaf de 15e eeuw kwamen er prenten in omloop met als thema de strijd om de broek. Daarin
werd een man afgebeeld, die alle vrouwentaken deed. Door dit belachelijk te maken, werd de
burgerlijke gezinsideaal langzaam verspreid.
Jacob Cats: ‘Het wijf doet over al, naer dat de man gebiedt’.
Buitenlanders keken echter anders tegen de Nederlandse vrouw aan. De praktijk bleek
genuanceerder:
Rijkdom betekende dat de vrouw meer te besteden had
Armoede betekende dat de vrouw mee moest werken
EEN CALVINISTISCH
HUWELIJKSRECHT
Door de reformatie en de Tachtigjarige Oorlog
heerste in de Republiek een protestantse norm.
Geen sacrement
Seks binnen het huwelijk: minder nadruk op
schaamte en zondigheid
Meer nadruk op de band tussen man en
vrouw binnen het huwelijk
Erasmus
2.2 EEN HUISHOUDEN VAN
JAN STEEN; AFSLUITING
Je kunt uitleggen hoe het persoonlijke, dagelijkse leven van mensen tijdens de
vroegmoderne tijd eruit zag, in het bijzonder in Nederland. Denk aan:
Voedsel en drinken
Gezinsomvang
Huizen
Wolff:
De theorie over de werking van de menselijke geest van de Britse filosoof Thomas Hobbes
(1588–1679)
Basis voor opvoedkunde en onderwijs
HOBBES (1588-1679)
Hobbes:
indrukken uit kindertijd zijn bepalend voor gedachten en
gevoelens als volwassene
Dus: opvoeding en onderwijs waren cruciaal
Opvoedkundige adviesliteratuur
Hoe zien we hier de invloed van de verlichting in terug?
LOCKE (1632-1704)
Locke: geen aangeboren kennis, elk kind wordt geboren als
een ‘’tabula rasa’’
Beïnvloed door Hobbes: opvoeding en onderwijs zouden
het ‘’blad’’ goed ‘’volschrijven’’
LOCKE
Ieder mens is egocentrisch
Eigenbelang
Zowel Wolff als Locke hechtten veel waarde aan deugdzaamheid en zedelijkheid. Hun
advies: voed kinderen op met het idee dat geld niet gelukkig maakt en dat ieder mens van
waarde is.
Wie is opgevoed met zulke waarden?
Welke verschillen herkennen we?
OPVOEDING
Bij de opvoeding in de Republiek speelde de
humanistische idealen een grote rol. Mensen
werden niet geboren, maar gemaakt (Erasmus)
Wegens het calvinisme speelde dit, in combinatie met de verlichte ideeën, een rol in de
Republiek
HET NUT
Aan het einde van de 18e eeuw was er veel kritiek op het lager onderwijs.
Kritieken waren……
In 1784 werd de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen opgericht. Deze maatschappij legt de
nadruk meer op het aanleren van vaardigheden in een rustige omgeving i.p.v. het aanleren van
platte kennis.
Onderwijs moest gericht zijn op het verstand, het gevoel en het geweten.
2.4 SOO VOER GEZONGEN;
AFSLUITING
Je kunt uitleggen dat er sprake is van veel continuïteit tussen de pedagogische ideeën die
ontstonden in de vroegmoderne tijd en die van vandaag de dag, maar je kunt ook
voorbeelden van verandering opnoemen.
Je kunt uitleggen dat de invloed van humanisten en de verlichting voor discontinuïteit
zorgden met betrekking tot kinderopvoeding.
Je kunt de volgende voorbeelden uitleggen: tabula rasa; de natuur als leermeester;
Je kunt uitleggen hoe de gereformeerde leer anders dacht over kinderopvoeding dan
verlichte pedagogen.
Je kunt uitleggen hoe de Maatschappij tot Nut van het Algemeen streefden naar een betere
opvoeding van kinderen.
Je kunt de invloed van de verlichting herkennen in de ideeën van de Maatschappij tot Nut
van het Algemeen.
CONTINUÏTEIT EN
VERANDERING
1. vul het schema in (ja, je mag je boek gebruiken)
Onderwerp/tijd Middeleeuwen VMT
Man-vrouw
Kinderen en opvoeding
Je krijgt een beschrijving te horen, die kan passen bij één of meerdere
onderwerpen die jij hebt gekozen
Geestelijkheid Middenklasse
uitvinding van James Watt. Wat was die uitvinding en waarom was dat het
begin van de industriële revolutie?
Lange dagen
Weinig loon
Vieze straten
Kapotte rioleringen
Beesten op straat
Nauwelijks scholing
KLASSENHAAT
In een aantal grote steden was er sprake van klassenhaat (bvb. Manchester)
Emancipatie:
Kapitalisme:
DE INDUSTRIE GAAT VOOR
SOCIALE Gevolgen:
Arbeidswet (1889): werkdag voor vrouwen en
Man en vrouw
Fabrieksvrouwen
Vrouwen uit hoge burgerij
HOEKSTEEN VAN DE
SAMENLEVING
In de 19e eeuw gold het moederschap als het hoogst bereikbare in een vrouwenleven.
Deze rol werd beschouwd als voorwaarde voor een stabiel gezinsleven. De verschillen tussen
mannen en vrouwen werden benadrukt in uiterlijk en scholing.
Op welke wijze?
FEMINISME
Vanaf 1890 werden er feministische thema’s
aangesneden. Bijvoorbeeld: de verveling
waartoe ongehuwde vrouwen veroordeeld
worden.
Bovendien: geen serieuze carrièreopties
Strijd om het kiesrecht
SEKSUELE MORAAL
19e eeuw: burgerlijke privacycultuur
Taboes op seks
Artsen dreigden dat zelfbevrediging tot
akelige kwalen kon leiden
LIBERALEN EN
CONFESSIONELEN
Liberalen Confessionelen
De Nieuw-Malthusiaanse Bond Zedelijkheidswet
Mensen moeten niet meer kinderen nemen Voortzetting seksueel taboe
dan dat ze kunnen verzorgen Beperkt succes
Waarom namen mensen toch zo veel
kinderen?
3.2 HOEKSTEEN VAN DE
SAMENLEVING; AFSLUITING
Je kunt het grote contrast tussen het leven van arbeiders en burgers uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe en waarom het rolpatroon van arbeiders en burgers verschilden.
Je kunt uitleggen waarom het feminisme opkwam onder de gegoede burgerij.
Je kunt uitleggen hoe het seksuele moraal onder de burgerij veranderde.
3.3 OORLOG EN CRISIS;
LEERDOELEN
Je kunt uitleggen waarom er rond de eeuwwisseling (1900) veel optimisme heerste onder de
bevolking.
Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met ‘’the age of anxiety’’ in de historiografie en hoe dit
het dagelijks leven van burgers beïnvloedde.
Je kunt de veranderingen in welvaart in Nederland in de periode 1900-1950 in het algemeen
beschrijven.
Je kunt uitleggen waarom het leven in Nederland voor en na de Eerste Wereldoorlog vanuit
sociaal perspectief veel continuïteit vertoonde, met het begrip: verzuiling.
3.3 OORLOG EN CRISIS; K.A.
Het voeren van twee wereldoorlogen
De crisis van het wereldkapitalisme
VOORKENNIS: NEDERLAND
EN WOI
Rond 1900 waren
veel burgers in Eerste
West-Europa Wereldoorlog:
optimistisch. morele crisis
Waarom?
OORLOG EN
CRISIS
Morele waarden van > De totalitaire
burgerij hadden hun massabeweging
betekenis verloren kwam op in Europa.
EEN BRAAF LAND
Nederlands was tijdens WOI neutraal. Hierdoor kwam de morele crisis in mindere mate voor.
Nieuwe ontdekkingen
Relativiteitstheorie
Economische crisis
Oftewel: de oude wereld stond op zijn kop (breuk met het verleden /grote
verandering, discontinuïteit)
3.3 OORLOG EN CRISIS;
AFSLUITING
Je kunt uitleggen waarom er rond de eeuwwisseling (1900) veel optimisme heersten onder de
bevolking.
Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met ‘’the age of anxiety’’ in de historiografie en hoe dit
het dagelijks leven van burgers beïnvloedde.
Je kunt de veranderingen in welvaart in Nederland in de periode 1900-1950 in het algemeen
beschrijven.
Je kunt uitleggen waarom het leven in Nederland voor en na de Eerste Wereldoorlog vanuit
sociaal perspectief veel continuïteit vertoonde, met het begrip: verzuiling
VOORKENNIS: NEDERLAND,
EEN RIJK EN TOLERANT
LAND?
3.4 DE VERZORGINGSSTAAT;
LEERDOELEN
Je kunt de oorzaken van de toenemende westerse welvaart uitleggen.
Je kunt de volgende sociaal-culturele gevolgen/veranderingsprocessen van de toenemende
westerse welvaart uitleggen:
Consumptiemaatschappij
Jeugdculturen
Tweede Feministische Golf
Ontzuiling
Seksuele revolutie
Multiculturele en pluriforme samenlevingen
3.4 DE VERZORGINGSSTAAT;
K.A.
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding
gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen
OORZAKEN VAN ECONOMISCHE GROEI IN DE LATE
JAREN 1950
Wederopbouw en de gepaarde industrialisatie
Geleide loonpolitiek en het loslaten daarvan
Aardgas in groningen
GEVOLGEN: SOCIAAL-
CULTURELE
VERANDERINGSPROCESSEN
Je kunt de volgende sociaal-culturele gevolgen/veranderingsprocessen van de toenemende
westerse welvaart uitleggen:
Consumptiemaatschappij
Jeugdculturen
Ontzuiling
Tweede Feministische Golf
Seksuele revolutie
Multiculturele en pluriforme samenlevingen
DE VERZORGINGSSTAAT
Toenemende welvaart: mensen kunnen consumeren
De welvaart moet gedeeld worden. Hoe?
West-Europa: verzorgingsstaten
Effect kerngezin: minder kinderen
CONSUMPTIEMAATS
CHAPPIJ
Mede door de verzorgingsstaat ontstond een
consumptiemaatschappij
Enkel nog relatieve armoede in Nederland,
geen absolute
JAREN 60
KRITIEK OP DE
MAATSCHAPPIJ EN ANDERE
VERANDERINGEN
De babyboomers provoceerden het gezag in de jaren 1960
Verwerpen van materialisme