You are on page 1of 11

SCHEIKUNDE

V W O 3 F D E H O O F D S T U K 2 , P A R A G R A A F 1
MACRONIVEAU EN MICRONIVEAU
• Als je een proef doet noteer je vaak je waarnemingen. Je noteert wat je ziet met het blote oog. Als
je het kan meten en met je zintuigen kan waarnemen noemen we dit macroniveau.
• Je kunt deze waarnemingen ook noteren op microniveau. Dan beschrijf je wat er gebeurt met de
deeltjes, dit kan je doen aan de hand van het deeltjesmodel. Je kunt het dan niet meer waarnemen
met je zintuigen maar zal het wel moeten verklaren.

<-- Macroniveau

Microniveau -->
D E 3 FA S E N O P M I C R O N I V E A U
• De toestand waarin een stof zich bevindt noemen we een fase.
• Een stof kan voorkomen in 3 fasen; vast, vloeibaar of gas.
• We gaan deze fasen uitleggen aan de hand van het deeltjesmodel.
VA S T E S T O F
• Een stof kan voorkomen in de vaste fase.
• De moleculen in een vaste stof hebben allemaal een vaste plaats. Ze trekken elkaar zo hard aan
dat ze niet makkelijk kunnen bewegen. Maar moleculen willen wel graag bewegen. Hierdoor
zullen ze trillen op hun vaste plek.
• Een vaste stof heeft een vast volume en een vaste vorm omdat de moleculen heel dicht tegen
elkaar zitten, als een soort rooster
VLOEISTOF
• Een stof kan voorkomen in de vloeibare fase.
• De moleculen in een vloeistof hebben geen vaste plaats, ze bewegen langs elkaar. De
aantrekkingskracht is kleiner dan in de vaste fase. Doordat de aantrekkingskracht minder is dan in
de vaste fase is de afstand tussen de moleculen groter geworden.
• Doordat ze bewegen heeft een vloeistof geen vaste vorm meer. Maar de moleculen zitten nog
wel dicht genoeg bij elkaar om een vast volume te hebben.
GAS
• Een stof kan voorkomen in de gasfase.
• De moleculen in een gas hebben geen vaste plaats meer. Dit komt omdat de
aantrekkingskracht tussen de moleculen heel klein is. Ze zitten nu los van elkaar en bewegen op
afstand van elkaar. Door de gehele beschikbare ruimte. De afstand tussen de moleculen is groot.
• Een gas heeft geen vaste vorm en geen vast volume meer dit komt omdat er veel lege ruimte
tussen de moleculen zit.
ZUIVERE STOFFEN EN MENGSELS
OP MICRONIVEAU
• Op macroniveau kunnen we zeggen dat een zuivere stof bestaat uit 1 soort stof en dat een
mengsel bestaat uit meerdere soorten stoffen.
• We kunnen op microniveau verklaren dat een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul.
• We kunnen op microniveau verklaren dat een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen
door elkaar heen.
ZUIVERE STOFFEN EN MENGSELS
OP MICRONIVEAU
• We gaan een oplossing (mengsel) maken van suiker en water. We gaan zowel op macroniveau als
op microniveau uitleggen wat er dan gebeurt.
• Macroniveau: Als we wit suiker in de vaste vorm toevoegen aan vloeibaar kleurloos water zien
we dat na verloop van de tijd de suiker niet meer zichtbaar is. De suiker is opgelost in het water.
• Microniveau: Suiker bestaat uit suikermoleculen en water bestaat uit watermoleculen. Als we
deze bij elkaar voegen en de suiker laten oplossen zullen de suikermoleculen los van elkaar
tussen de watermoleculen zitten.
ZUIVERE STOFFEN EN MENGSELS
OP MICRONIVEAU
• Ook als de bestandsdelen niet goed met elkaar mengen kunnen we dit uitleggen op macroniveau
en op microniveau.
• We gaan nu een mengsel maken van water met olijfolie. We gaan zowel op macroniveau als op
microniveau uitleggen wat er dan gebeurt.
• Macroniveau: Als we water en olijfolie bij elkaar voegen dan vormt zich een emulsie. En de
ontmengt weer waardoor de olijfolie op het water gaat drijven.
• Microniveau: Als we water en olijfolie bij elkaar voegen dan zullen de watermoleculen en
olijfoliemoleculen zich niet mooi verspreiden maar vormen zich twee lagen van verschillende
moleculen. De onderste laag bestaat uit de watermoleculen en de bovenste laag bestaat uit de
olijfolie moleculen.
D E E LT J E S M O D E L
• Stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes die we met het blote oog niet kunnen zien. Daarom is het
nodig om een zichtbare voorstelling te maken, dit kan met een model.
• Een model is een versimpelde weergave van de werkelijkheid, bij scheikunde gebruiken we het
deeltjesmodel om iets uit te leggen op microniveau. Het eenvoudigste deeltjesmodel ziet er als volgt uit:
o Iedere stof is opgebouwd uit moleculen.
o Iedere stof heeft zijn eigen soort molecuul.
o Moleculen bewegen voortdurend.
o Moleculen trekken elkaar aan.
o Tussen de moleculen zit afstand.
HUISWERK M A A K D E O P D R A C H T E N

1 T O T E N M E T 1 5

H O O F D S T U K 2 , PA R A G R A A F 1

B L A D Z I J D E 4 4 E N 4 5

You might also like