You are on page 1of 59

372. Wat is acne?

= Acne vulgaris, kortweg acne genoemd, is de medische term voor


jeugdpuistjes.
373. Hoe ontstaat acne? = huid ziekte ontstaat doordat hormonen, talg en bacterien die op huid
aanwezig zijn op elkaar inweken.
374. Wat is het verschil tussen een zwarte en een witte mee-eter? = Als de porie gedeeldtelijk
afgesloten dan ontstaan zwaarte mee-eter. als de porien geheel is afgesloten, ontstaaneen
witte mee-eter.
375. Wat is de medische term voor talg?= sebum
376. Wat is de medische term voor mee-eter? = Een mee-eter, ook wel comedo genoemd, is een
verstopte talgklier.
377. Wat is acne rosacea? = Rosacea is een veelvuldig voorkomende chronische
huidaandoening, met name bij mensen met een lichte huid. De aandoening kenmerkt zich
door een erythemateuze uitslag (rode vlekken) in het gelaat, voornamelijk op de wangen, de
neus, de kin en het voorhoofd. Rosácea é uma condição crônica da pele que ocorre
frequentemente, especialmente em pessoas com pele clara. A condição é caracterizada por uma
erupção eritematosa (manchas vermelhas) na face, principalmente nas bochechas, nariz, queixo e
testa.
378. Wat is couperose? = wanneer als gevolg van blijvende vasodilatatie alleen roodheid
optreedt, spreekt mens van couperose
379. Wat is rhinophyma? = Het is een aandoening aan de neus waardoor deze er rood en misvormd
uitziet. Aadbeineus.
380. Wat is atrofie van de huid? = een zeer dunne, kwetsbare, fijn gerimpelde huid.
381. Wat is candidiasis? = is een schimmelinfectie van de huid of slijmvliezen.
382. Waardoor kan candidiasis ontstaan? =door de gistachtige schimmel Candida
383. Welke schimmel veroorzaakt vaginale candidiasis? =door Candida Albicans
384. Wat is spruw? = wanneer een candida-infectie in de mondholte optreedt
385. Wat is perlèche? = is candidiasis van de mondhoeken.
386. Wat is een cicatrix?= medische term voor litteken
387. Wat is een crusta? = Korst op de huid, slijmvlies of wonden.
388. Wat is decubitis? = Decubitus (doorliggen) is een beschadiging van de huid en/of het weefsel
onder de huid.
389. Wat is dermatitis? = is de medische term voor huidontsteking.
390. Wat betekent dermatologie? = is medische term voor leer van de huidziekten.
391. Wat is dermatose? = algemene medische term voor huidaandoeningen
392. Wat is een reactieve dermatose? =eczeem
393. Welke vormen van eczeem worden onderscheiden?= exogeen eczeem en endogeen eczeem.

394.Welke onderverdeling van eczeem kun je maken?=een eczeem kan toxisch of allergisch zijn
395.Wat is toxische dermatitis?= toxisch eczeem
396.Wat is allergische dermatitis?= Contactallergie wordt in medische termen ook wel allergische
contactdermatitis of contacteczeem genoemd. De huid raakt geïrriteerd of ontstoken door
bijvoorbeeld het contact van de huid met een specifieke stof.
397.Noem voorbeelden van allergische dermatitis?= nikkel- chroom en jodiumallergie
398.Welke categorie eczemen komt vaak voor als beroepsziekte?= exogene dermatitis
399.Wat is constitutioneel eczeem?= endogeen eczeem
400.Wat is dauwworm?= Deze huidziekte komt voor bij 5-15% van de zuigelingen en peuters. De
ziekte is ook bekend onder de namen atopische dermatitis, atopisch eczeem en constitutioneel
eczeem.
401.Wat wordt bedoeld met efflorescentie?= elke vorm van huiduitslag - erupcao cutanea
402.Welke twee vormen van efflorescentie ken je?= primaire en secundaire efflorescentie
403.Noem voorbeelden van de twee vormen van efflorescenties. =primaire – maculae, pustulae en
tumoren. Secundaire littekens,korsten e excoriaties.
404.Wat is erosie van de huid?= lichte beschadiging van de huid.
405.Wat is erysipelas?= is een infectie van de huid en het onderhuids bindweefsel die bijna altijd
wordt veroorzaakt door een bepaald soort bacterieen.
406.Noem twee Nederlandse namen voor erysipelas.= belroos or Wondroos
407.Wat is een excoriatie?= dit is een schaafwond- de bloedvaatjes zijn hierbij beschadigd en er
ontstaat een korst.
408.Wat is folliculitis?= is een ontsteking van haarzajes door besmetting met stafylokokken.
409.Wat zijn furunkels?= is een steenpuist. Het is een acute pijnlijke ontsteking van een haarzakje,
veroorzaakt door een infectie met bacteriën.
410.Wat zijn karbunkels? =zijn meervoudige steenpuisten.
411.Wat is recidive?= terugvallen
412.Wat is herpes zoster?= wordt meestal gordelroos genoemd.
413.Waarom wordt herpes zoster ook wel gordelroos genoemd?= deze naam heeft me temaken met
de vorm van uitbraak. De uitbraak doet zich namelijk voor in een of meer dermatomen.
414.Wat is het verband tussen waterpokken en herpes zoster?=varicella-zoster virus dat ook
waterpkken veroorzaakt.
415.Wat is postherpetische neuralgie?= Postherpetische neuralgie (PHN) is een zenuwpijn
(neuralgie) die achterblijft nadat een infectie door gordelroos is genezen. Als de pijn weggaat en op
een later tijdstip terugkeert, dan heet dit ook PHN. Gordelroos is een infectie van een zenuw die een
huiduitslag veroorzaakt.
416.Wat is een koortslip?= Een koortslip of herpes labialis is het gevolg van een infectie door het
herpes simplexvirus, meestal Type I.
417.Wat betekent de afkorting HSV-l met betrekking tot virussen?= Herpes simplex virus
418.Welk virus veroorzaakt herpes genitalis?= HSV-II, herpes simplex virus Type II
419.Voor wie zijn herpes besmettingen zeer gevaarlijk?=zuigeling en kleine kinderen
420.Wat is impetigo?= Impetigo is een oppervlakkige infectie van de huid door bacteriën.
Kenmerkend voor de infectie is het ontstaan van gelige korstjes. Er kunnen ook blaartjes ontstaan.
Het komt vooral bij kinderen voor, en het zit vaak in het gezicht. Het wordt ook wel
'krentenbaard'genoemd. Impetigo is zeer besmettelijk, het kan snel worden overgebracht op andere
kinderen in de omgeving.
421.Wat is lichen?= dit betreft een verdikte huid die grof en ruw is met diepe groeven en rimpels
422.Waaraan herken je lichen?=eczeem
423.Wat is een macula?= is een ongespecificeerde verkleuring in de huid
424.Noem voorbeelden van maculae.= levervleken, moedevlekken, wijnvlekken en sproeten.
425.Wat is een naevus?=moedervlekken
426.Wat is een naevus vinosus?=is een blauwrode moedervlekken die meestal wijnvlek wordt
genoemd.
427.Wat is een levervlek?= is de populaire benaming voor verschillende soorten geelbruine vlekken
in de huid zonder dat de huid te plekke verdikt is.
428.Wat is een nodulus? =nodulus is een verkleinwoord van nodus
429.Wat is een nodus?= is een knobbel als gevolg van weefselvermeerdering in de huid.
430.Wat is een papula?= Een kleine oppervlakkige verhevenheid, maximaal 1 tot 2 centimeter groot.
De verhevenheid is niet wegdrukbaar en bevat geen vocht.
431Wat is de Nederlandse naam voor papula?=papel
432.Noem voorbeelden van papulae.=wratten, huidaanhangsel.
433.Wat is psoriasis? = Psoriasis is een veelvoorkomende, chronische aandoening van de huid.
Psoriasis kan over het gehele lichaam voorkomen, afhankelijk van de vorm en ernst.
434.Hoe ziet psoriasis eruit?= Kenmerken van de ziekte zijn scherp begrensde rode en zilverwitte
schilferige verdikkingen van de huid, soms gepaard met jeuk en/of pijn.
435Wat is erytrodermie met betrekking tot psoriasis?= wanneer over de het hele lichaam zijn
aangedaan dit wordt erytrodermie genoemd.
436.ls psoriasis besmettelijk?=Nee
437.Wat is arthritis psoriatica?= Artritis psoriatica (AP) is een auto-immuunziekte waarbij de
gewrichten chronisch zijn ontstoken bij mensen met de huidziekte huid- en/of nagelpsoriasis.
438.Waarom is arthritis psoriatica geen reuma?=er zijn geen reumafactoren in het bloed.
439.Wat is psoriasis pustulosa?= Psoriasis pustulosa is een zeldzame vorm van psoriasis, die wordt
gekenmerkt door (steriele) pusblaasjes op de huid.
440.Wat is een pustula?= Een holte gevuld met pus
441.Geef een voorbeeld van pustulae.=Acne
442.Wat is ragade?= Kloofjes (rhagaden, fissuren) in de mond zijn defecten in de huid of het
slijmvlies, waardoor het onderliggende weefsel bloot komt te liggen. Meestal is een klein, gescheurd,
pijnlijk plekje het resultaat.
443.Wat veroorzaakt ringworm?= Het kan door diverse schimmels wordt veroorzaakt.
444.ls er bij ringworm ook sprake van invloed van wormen?=nee
445.Waardoor ontstaat de ringvorm?= Schimmels-fungi
446. Wat is de medische term voor ringworm?=tinea corporis
447. Wat is scabiës?= Schurft (scabiës) is een sterk jeukende huidafwijking die wordt veroorzaakt
door een kleine mijt, Sarcoptes scabiei.
448. Wat is een metazo?= het is een meercellige dierlijke organismen die veel groter zijn dan micro-
organismen.
449. Wat is squama?= huidschub, door afschilfering of vervelling gevormde schubjes van de bovenste
huidlagen
450. Wat is teleangiëctasie?= Teleangiëctasieën zijn kleine bloedvaatjes (capillairen) die blijvend
verwijd zijn. Deze vaatjes zitten net onder de huid. De plekjes zien eruit als lichtrode tot
donkerpaarse verkleuringen van de huid. Teleangiëctasieën kunnen overal op het lichaam ontstaan.
451. Wat is de ziekte van Rendu-Osler?= De ziekte van Rendu-Osler-Weber is een erfelijke
aandoening. Ze wordt gekenmerkt door het ontstaan van directe verbindingen tussen aderen en
slagaders, waarbij de haarvaten ontbreken. Neusbloedingen zijn de meest voorkomende klacht van
mensen met deze aandoening
452. Wat is een verruca vulgaris?=wratten
453. Wat is een verruca senilis?= Ouderdomswratten zijn ronde of ovale, geelbruine tot bruinzwarte,
ruwe, halfbolvormige, wratachtige plekken op de huid.
454. Waar komen in de huid carcinomen voor?=In de basaalcellen en de plaveiselcellen van de
epidermis
455. Waar komt een basaalcelcarcinoom meestal voor?= mestaal op de gelaat boven de mondhoek-
oorlellijn.
456. Hoe wordt een basaalcelcarcinoom ook wel genoemd?=basocellulair carcinoom
457. Hoe ziet een basaalcelcarcinoom eruit?= Een BCC heeft meerdere verschijningsvormen. In de
meeste gevallen gaat het om een rood glazig asymmetrisch bultje met een opgeworpen rand met
een totale afmeting tussen 0.5 en 2.0 cm die al meer dan 6 weken bestaat. Soms ontstaat er een niet
genezend zweertje,.
458. Waarom moet een basaalcelcarcinoom radicaal verwijderd worden?= omdat hij naastgelegen
structuren en diepere langen kan aantasten.
459. Welke omstandigheid is een factor bij basaalcelcarcinomen?= teveel blootstelling aan zonlicht
460. Waar komen plaveiselcelcarcinomen voor?= deze komen op uitgebreide schaal voor : het gelaat,
de onderarmen, en de handen
461. Hoe ziet een plaveiselcelcarcinoom eruit?= Een PCC begint meestal als een langzaam groeiend
rozerood of huidkleurig knobbeltje met soms een schilferkorstje erop. Wanneer dit korstje loslaat,
blijft er een oppervlakkig slecht genezend zweertje achter.
462. Welke knopen raken aangedaan door metastasering van een plaveiselcelcarcinoom?
=lymfeknopen
463. Welke omstandigheid is een factor bij plaveiselcelcarcinomen?= teveel zonlicht
464. Waar ontstaan sarcomen in de huid?= in de dermis en subcutis
465. Waarom geven sarcomen in de huid een slechte prognose?= Omdat ze metastaseren snel via de
bloedsomloop en door deze snele verspreiding is de bestrijding er moeilijk
466. Hoe ziet het Kaposisarcoom in de huid eruit?= Deze huidafwijkingen zien eruit als kleine
blauwrode vlekken of verdikkingen op de huid of de slijmvliezen
467. Wat is een melanoom?= Melanoom is een agressieve vorm van huidkanker die ontstaat uit
pigmentcellen in de opperhuid: de meest oppervlakkige laag van de huid.
Vaak zat er al een moedervlek op de plek waar het melanoom ontstaat, maar soms ontstaat een
melanoom in een volstrekt ‘gave’ huid. .
468. Waarom moet je alert zijn op melanomen?=omdat ze metastasert snel enn is zeer gevaarlijk
469. Welke vijf symptomen kunnen betrekking hebben op een melanoom?= kleurveranderingen van
een bestaande moedervlek bij of rondom een bestaande moedervleke optredende rode of blaw
pigmentatie of witte vlekjes. Een pigmenteerde vlek die groter wordt met name donkerblauwe en
zwarte vlekken. veranderingen in de huid van een gepigmeenteede vlek. irritatie of ontsteking van de
huid rond bestaande moedervlek.
470. Wat is een varix?= spatader
471. Wat is een ulcus cruris?= Een Ulcus Cruris is een slecht genezende wond (zweer) aan het
onderbeen. Het is meestal een chronische, terugkomende aandoening op basis van een
(bloed)circulatiestoornis.
472. Waardoor ontstaat een verruca vulgaris?= door een virus
473. Wat is een andere benaming voor verruca senilis?= verruca seborrhoica
474. Wat zijn condylomen?= Condylomen of genitale wratten zijn wratjes op de geslachtsorganen of
rond de aars. ... De wratten zijn symptomen van een besmetting met bepaalde types van het
seksueel overdraagbare en erg besmettelijke humaan papillomavirus (HPV).
475. Wat is een vesicula?= Een vesikel of blaasje is een van de efflorescenties in de dermatologie. Het
is een holte in de opperhuid, gevuld met helder vocht. Een vesikel is kleiner dan een blaar, meestal
wordt een grens van 1 cm gehanteerd. ...
476. Wat is een bulla?=blaar
477. Wat is een ulcus?= zweer, het is een plaatselijk weefselverlies in de huid die slecht geneest.
478. Noem twee oorzaken voor het ontstaan van een ulcus cruris.= het kan ontstaan als gevolg van
spataderen maar ook door een slecht gereguleerde diabetes mellitus.
479. Wat is een open been?= ulcus cruris
480. Wat is urticaria?= het is een jeukende huiduitslag met bleekroze licht gezwollen vlekken
481. Wat is de Nederlandse naam voor urticaria?= netelroos
482. Wat is een urtica?= Galbult
483. Noem twee Nederlandse benamingen voor een urtica.=galbult en kwaddel
484. Wat is zwemmerseczeem?= voetschimmel
485. Wat is de medische term voor zwemmerseczeem?= tinea pedis
486. Wat zijn de verschijnselen van zwemmerseczeem?= De huid van de voeten, vooral tussen de
tenen, gaat schilferen Kloven. Jeuk, pijn of een branderig gevoel. De huid kan soms week aanvoelen.
Er kunnen blaasjes verschijnen waar helder vocht uitkomt. Onder de schilfers kan de huid rood en
pijnlijk zijn.

Vragenlijst pathologie deel 3 hoofdstuk 11 elv


2015/2015

1. Wat is de medische term voor hersenvliezen=meninges


2.Wat is de medische term voor een ontsteking van de hersenvliezen?= meningitis
3.Welke twee micro-organismen veroorzaken meestal ontsteking van de hersenvliezen?= virus en
bacterien.
4.Welk micro-organisme is bekend om zijn hersenvliesontsteking bij kinderen?= Influenza virus
5.Welke hersenvliesontsteking heeft meestal geen ernstige gevolgen?=virale menigitis
.6.Welk soort micro-organisme veroorzaakt vaak een ernstige hersenvliesontsteking?= bacterie-
bacteriele meningitis
7.Welke van de soort bedoeld onder vraag 6 is met name bekend als veroorzaker van
hersenvliesontsteking?= meningokok
8. ls een kok een virus, bacterie of protozo?= bacterie
9. Bij welke aandoeningen kan hersenvliesontsteking als complicatie ontstaan?= van een bijholte- of
middenoorontsteking
10. Wat is de medische term voor ontsteking van de vliezen van het ruggenmerg?= spinalis meningiti
s

11.1.2 Tumoren

1. Wat is de meest voorkomende tumor van de hersenvliezen?= het is meningeoom


2. ls de tumor bedoeld onder vraag 1 meestal goed- of kwaadaardig?= het is goedaardig tumor
3. Waardoor komt een patiënt eventueel te overlijden als gevolg van een tumor bedoeld
onder vraag 1?= overdruk in de hersenen
4. Wat zijn de symptomen van overdruk in de hersenen?=hoofdpijn, misselijkheid, braken
5. Waarom treden de symptomen van overdruk in de hersenen vooral in de ochtend op?=
Omdat dan de druk in de hersenen het hoogst is

11.2 Aandoeningen van het CZS


1.Wat is de medische term voor ontsteking van hersenweefsel?=encefalitis
2.Wat is de medische term voor ontsteking van ruggenmerg?=myelitis
3.Welke soort van ontsteking van de hersenen komt regelmatig voor?= encefalitis
4.ls de ontsteking bedoeld onder vraag 3 meestal onschuldig of juist ernstig?= meestal onschuldig
5.Wat is de algemene benaming voor virussen die zich speciaal richten op het CZS?=neurotrope
virussen.
6.Veroorzaken de virussen bedoeld onder vraag 5 ernstige of onschuldige ontstekingen?=
onschuldige
6.Welke twee soorten ontstekingen kunnen de virussen bedoeld onder vraag 5
veroorzaken?= ze kunnen chronische en acute ontstekingen veroorzaaken.

11.2.1.1 Kinderverlamming

1.Wat is de volledige medische benaming voor kinderverlamming?= Poliomyelitis anterior acuta


2.Wat is de alternatieve benaming voor kindenverlamming?= Heine-Medin
3.ls de veroorzaker van kinderverlamming een virus, een bacterie of iets anders?= virus- poliovirus
4.ln welkjaargetijde komt kinderverlamming het meest voor?= zomertijde
5.Waarom ontstaan er in Nederland geen epidemieën van kinderverlamming?=Omdat in Nederland
is opgenomen in het vaccinatieprogramma DKTP.
6.Waar staan de letters DKTP voor?= Difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis.
7. Hoeveel verschijningsvormen van kinderverlamming worden onderscheiden?= de stadium a, b,c
en d
8. Wat zijn de symptomen van de verschillende verschijningsvormen van kinderverlamming?=
Poliomyelitis zelf geeft griepachtige verschijnselen met niet-specifieke symptomen, zoals:Algehele
malaise; Vermoeidheid;Prikkelbaarheid;Braken;Hangerigheid;Soms koortsig;Pijnlijke
keel;Neusverkoudheid;Lichte hoofdpijn;Klachten van het maag- darmstelsel.
9.Wat is panencefalitis?= het is een ontsteking in het hele hersengebied.
10.Bij welke ziekte ontstaat soms als complicatie panencefalitis?= mazelen
11.Wat is een persisterende mazeleninfectie?= wanneer de mazelenvirus actief blijf
12.Wat is SSPE?=subacute sclerotiserende panencefalitis
13.Wat is rubella?= rode hond, het is een onschuldige kinderziekte die door een virus is
veroorzaakt.
14.Wat treedt een enkele maal op als complicatie bij rubella?=encefalitis
15.Wat zijn de symptomen van rubella?=rode vlekjes in de huid, koorts en lymfeknoopzwellingen
11.2.1.4 Gordelroos

1. Wat is de medische term voor gordelroos?= herpes zoster


2. Welk micro-organisme veroorzaakt gordelroos?=varicella-zostervirus
3.Welke aandoening wordt ook door dit micro-organisme veroorzaakt?=waterpokken
4.Het micro-organisme dat gordelroos veroorzaakt heeft als eigenschap dat het
neurotroop is. Wat betekent neurotroop in dit verband? = richt zich specifiek op centrale
zenuwstesel
5. Waar nestelt het micro-organisme dat gordelroos veroorzaakt zich na de eerste
infectie?= in de sensibele ganglia van het ruggenmerg
6. Wat is kenmerkend voor locatie van een uitbraak van gordelroos?=
11.2.1.5 Hondsdolheid `

1. Wat is de medische benaming voor hondsdolheid.=rabies

2. Welke dieren kunnen onder andere hondsdolheid verspreiden?= Honden, vossen, katten en
vleermuizen.

3.Hoe verspreiden de dieren genoemd onder 2 hondsdolheid?= door de beet van een besmet dier

4.Welk soort micro-organisme veroorzaakt hondsdolheid?= virus

5.Wat is het meest in het oog springende symptoom van hondsdolheid?= drinken wordt onmogelijk

6.Komt hondsdolheid veel in Nederland voor? =nee,

7.Wat moet er meteen gebeuren als iemand is gebeten door een hondsdol dier? Moet de dier
onderzocht wordt en als het onderzoek positief uitvalt, moet de patient meteen gevacineerd wordt

11.2.1.6 Tetanus

1.Waardoor wordt tetanus veroorzaakt?= door bacil clostridium tetani

2.Door welk soort micro-organisme wordt tetanus veroorzaakt?= bacterie

3.Wat is de naam van het micro-organisme dat tetanus veroorzaakt?= clostridium tetani

4.Noem een opvallende eigenschap van de veroorzaker van tetanus.= spierspasmen

5.Wanneer moet men bedacht zijn op tetanus als er een wond ontstaat?= besmetting met deze
bacterie vindt met name plaats als de wond verontreinigd is met mest of straatvuil.

6.Veroorzaakt het micro-organisme zelf tetanus of ontstaat de ziekte door iets anders?= tijdens het
groeiprocess scheidt de bacterie een toxine af dat zeer schadelijk is voor het zenuwstelsel.

7.Wat zijn de symptomen van tetanus? spierspasmen

8.Waardoor worden de symptomen van tetanus veroorzaakt?=kaakspierem

9. Welke problemen kunnen hierbij ontstaan?=ook slik – en ademhalingsproblemen kunnen onstaan

10. Hoe wordt tetanus in de volksmond ook wel genoemd?= klem of kaakklem

11. Waarom komt tetanus in Nederland weinig voor?= vacinatie

12. Wat betekenen de letters DKTP in de gelijknamige prik?= Difterie, kinkhoest, tetanus en
poliomyelitis

11.2.1.7 Toxoplasmose

. Welk micro-organisme veroorzaakt Toxoplasmose?= protozo

. Wat is een protozo?= eencelige parasiet


. Welke dieren zijn de dragers van de veroorzaker van Toxoplasmose?= katten

Hoe vindt besmetting van mensen plaats?= door etenvan onvoldoende verhit besmet vlees of door
direct contact met uitwerpselen van katen.

Waarom is het belangrijk dat een zwangere voorzorgsmaatregelen neemt tegen een

mogelijke besmetting met Toxoplasmose?= de ongeboren kind ook kan besmet worden

6. Wat is hydrocefalie?= waterhoofd

7. Wat is een congenitale aandoening?= is een afwijking of aandoening waarmee men geboren
wordt.

8. Wat ontstaat er vaak als aidspatiënten Toxoplasmose krijgen?=encefalitis

11.2.2 Demyeliniserende aandoeningen

1. Wat is het kenmerk van een demyeliniserende aandoening?= is in de neurologie verlies van
myeline

2. Wat is het gevolg van demyelinisatie?=door demyeliniserende ziekte gaat de isolatie veloren en
kan er kortsluiting optreden.

11.2.2.1 Multipele sclerose

1. Wat is multipele sclerose? Is de meeste voorkomende demyeliniserende ziekte

2. ls de oorzaak van multipele sclerose vastgesteld?= oorzaak het is niet bekend

3. Van welke aandoening wordt verondersteld dat het de oorzaak van multiple sclerose

zou kunnen zijn.=virusinfectie een reactie van het immuunsysteem bewerkstelligt waardoor de eigen
myeline in de hersenen en het ruggenmerg wordt aangevallen.

4. Wat is de afkorting voor multipele sclerose?=MS

5. Wat betekent multiple sclerose letterlijk? =Meervoudige verhardingen.

Wat sclerotiseert bij MS?

Waarvan zijn de symptomen van MS afhankelijk?= van de plaats waar MS optreedt

Wat gebeurt er als motorische zenuwbanen door MS aangetast worden?= bewegingprobleem

9. Wat is het gevolg van aantasting van sensibele zenuwbanen door MS?= stornissen in de zintuiglijke
waarnemen

10. Wat is een exacerbatie van een aandoening?= is een medische term voor toename van
ziektesymptomen

11. Wat is een remissie van een aandoening?= als de toestand van de patiënt tijdelijk verbetert.
12. Wordt de levensverwachting van een MS-patiënt ernstig bedreigd? Min of meer
levensverwachting

11.2.3 Circulatiestoornissen in de hersenen

. Wat gebeurt er eerst als de hersenen geen zuurstof meer krijgen?= stoppen met functioneren

. Wat gebeurt er bij zuurstofgebrek binnen 10 minuten met de hersenen?= ze zijn zwaar or
onhestelbaar beschadigd

. Wat gebeurt er als een deel van de hersenen van bloed verstoken raken?= ontstaat een infarct

. Kunnen verloren gegane neuronen worden vervangen?= neuronen niet kunnen reageren

Waardoor kan in de acute fase van een herseninfarct de patiënt komen te overlijden?=door het
oedeem en de druk in de schedel

6. Als de patiënt overleeft, verbetert de toestand na de acute fase sterk. Wat is hiervan

de oorzaak?=zal de toestand na de acute fase sterk verbeteren

7. Welke vormen van circulatiestoornissen in de hersenen worden onderscheiden?=

- Geleidelijk vernauwende arteriën als gevolg van atherosclerose;

- Relatief snelle afsluiting van een bloedvat als gevolg van een trombus in een

sclerotische arterie;

- Sterke bloeddrukdaling gecombineerd met een sclerotische arterle. Bijvoorbeeld

bij shock na een hartinfarct;

- Embolie als gevolg van een losgelaten trombus elders in het lichaam;

- Bloeding als gevolg van een zwakke plek in een arterie.

8. Wat is apoplexie?= beroerte-herseninfarct of hersenbloeding (apoplexie)

9. Welke vier vormen van hersenbloeding worden onderscheiden.

- intracerebrale bloeding;

- subarachnoïdale bloeding;

- subdurale bloeding;

- epidurale bloeding.

10. Waar vindt een intracerebrale bloeding plaats.= in de hersenen


11. Wat is het eerste symptoom van een intracerebrale hersenbloeding? = plotesilng optredende
hoofdpijn

12. Wat is het gevolg van een intracerebrale bloeding?= Functieverlies.

13. Waardoor wordt het soort functieverlies bepaald?=Door de plaats van de bloeding.

14. Waar vindt een subarachnoïdale bloeding plaats.= arachnoidea en de hersenen

15. Waar vindt een subdurale bloeding plaats.= arachonoidea e dura mater

16. Waar vindt een epidurale bloeding plaats?=ruimte tussen dura mater en scheldeldak

17. Waardoor worden hersenbloedingen vaak veroorzaakt?= hypertensie

18. Wat is een aneurysma?= Een aneurysma is een plaatselijke verwijding of uitstulping van een
slagader. Um aneurisma é uma dilatação local ou protuberância de uma artéria.

19. Wat is een aneurysma miliare?=bestaat ui een groot aantal zeer kleine verwijdigen in de basale
slagaders van de hersenen. consiste em um grande número de dilatações muito pequenas nas
artérias basais do cérebro.

20. Hoe wordt apoplexie ook wel genoemd?= Hemorragisch CVA.

21. Wat is een cerebrovasculair accident?= een aandoenigen die ontstaat als gevolg van een
circulatiestoornis in de hersenen.

22. Wat is de afkorting van cerebrovasculair accident?= CVA

23. Waardoor ontstaat het verschijnsel dat symptomen zich bijna altijd op één zijde van

het lichaam voordoen?= een CVA doet zich meestal in een hersenhelft voor

24. Waardoor ontstaat het verschijnsel dat een verlamming als gevolg van een CVA zich V

in het lichaam altijd op de andere zijde voordoet dan waar het CVA zit?= omdat de motorische
zenuwen kruisen in de decussatio pyramidum zullen eventuele verlammingen optredenop de
contralateralezijde/ porque os nervos motores se cruzam na razão decus pyramidum, qualquer
paralisia ocorrerá no lado contralateral

25. Beperken de symptomen van een CVA zich tot verlammingen?= verlamming komt voor, maar ook
afasia, gevoels-en evenwichtsstoornissen.

26. Wat is atherosclerotische dementie?= ontstaat de schade aan de hersenen door verminderde
doorbloeding. Dit hangt meestal samen met atherosclerose (slagaderverkalking).

1. Waarvan is TIA de afkorting?= transient ischemic attack

Wat betekent TIA?= het is een tijdelink verstoring in de hersenfuncties als gevolgs van een
voorbijgaand tekort in de bloedaanvoer naar de hersenfuncties of een deel daarvaan
Waardoor wordt een TIA in het algemeen veroorzaakt?= door atheromen, bloedstolsels of
samengeklonterde bloedplaatjes.

. Waardoor kan een TIA waarschijnlijk ook ontstaan?= vaatkramp/ cãibra vascular

Hoe lang duurt en TIA in het algemeen?= niet lang dan 30 minuten

Hoe lang kan in zeldzame gevallen een TIA duren?= 2 uren

. Waarvan kan een TIA een voorbode zijn?= van een CVA

Wat zijn de symptomen van een TIA?= de symptomen zij zeer uiteenlopend, van een tijdelijke
eenzijde verlamming tot het niet kunnen herkenen van eigen lichaamsdelen

11.2.4 Stofwisselingsstoornissen in de hersenen

Welke twee stofwisselingsstoornissen in de hersenen worden onderscheiden?= congenitale e


verworven

Wat is de oorzaak van een aangeboren stofvvisselingsziekte in de hersenen?= enzymdeficientie

Wat is het gevolg van het gebrek bedoeld onder 2?= het gebrek aan een bepaald enzym is er de
orzaak van dat bepaalde stoffen niet verwerkt kunnen worden. Als gevolg daarvaan woren deze
stoffen opgeslagen

Welke aandoening hebben patiënten met de ziekte van Niemann-Pick?= cogenitale

. Wat is het gevolg van de ziekte van Niemann-Pick?= kinderen die deze ziekte hebben , slaan
vetachtige stoffen waaronder cholesterol op in de hersenen, lever en milt.

Welke aandoening hebben patiënten met de ziekte van Wilson?= hierbij treedt koperstapeling op
( acumulacao de cobre

Waaraan wordt de ziekte van Wilson herkend?=is hekenbaar aan de groene ring van kayser-
fleischer- dit is een groen/bruin ring in het hoornvlies van het oog

. Wat is het gevolg van de ziekte van Wilson als die niet wordt behandeld?=bij vrouwen treden
herhaalde abortussen op.

9. Waardoor ontstaan verworven stofvisselingssoorten?= zij gevolgen van vergiftiging of tekorten.


Intoxicaties en deficienties

10. Waardoor ontstaat koolmonoxidevergiftiging?= door inademen der koolmonoxide

11. Hoe ontstaat koolmonoxide?= door onvolledige verbranding van materiaal dat koolstof bevat

12. Wat is de chemische formule voor koolmonoxide?=CO

13. Hoe wordt koolmonoxidevergiftiging ook wel genoemd?=kolendampvergifting

14. Welke eigenschap van hemoglobine maakt koolmonoxide zo gevaarlijk?= het bloed roze gekleurd
15. Wat is hypoxemie?= zuurstofgebrek in bloed

16. Wat is hypoxie?= zuurstofgebrek in de weefsels

17. Welke kleur heeft het bloed bij een koolmonoxidevergiftiging?= roos

18. Wat valt op aan het gezicht van iemand met koolmonoxidevergiftiging?= rozekleur van het
gezicht en rode lippen

19. Waardoor komt iemand met koolmonoxide feitelijk te overlijden?= zuurstofgebrek - hypoxemie

20. Welk deel van de hersenen wordt ontregeld bij alcoholvergiftiging?= kleine hersenen

21. Wat zijn de symptomen van alcoholvergiftiging?= slecht gecoordineerd manier van lopen en
moelijk praten.

22. Wat is de medische term voor de symptomen van alcoholvergifiting?= ataxie

23. Wat betekent passagère?= voorbijgaand/ tijdelijk

24. Waardoor ontstaat de ziekte van Korsakov?=als gevolg van chronische alcoholisme/Door gebrek
aan vitamine B1.

25. Waarom ontstaat de ziekte van Korsakov speciaal bij alcoholisten?= deze hersenziekte is een
gevolg van een tekort vitamine B1 dat ontstaat bij chronische alcoholisme.

Omdat alcoholisme kan leiden tot een tekort aan vitamine B1.

26. Kan de ziekte van Korsakov ook bij geheelonthouders ontstaan?=ja

27. Wat wordt bedoeld met auto-immuungastritis?= is een aandoeningen waarbij het eigen
immuunsysteem de gastrale intrinsic factor producerende kliercellen aanvalt en beschadigt. é uma
condição na qual o próprio sistema imunológico ataca e danifica o fator intrínseco gástrico,
produzindo células glandulares

28. Waarvan is GIF de afkorting?=gastrale intrinsic factor

29. Wat wordt gestoord als GIF niet wordt aangemaakt?= ontstaat een tekort vitamine B12

30. Welke vitamine is onontbeerlijk (indispensavel) voor de aanmaak van erytrocyten?= Vitamine B12

31. Welke aandoening is het gevolg van een tekort aan erytrocyten?= bloedarmoede

32. Waarom wordt bij auto-immuungastritis gesproken van pernicieuze anemie?=vroeg was deze
aandoening dodelijk

33. Waarom komt auto-immuungastritis voor in een hoofdstuk over ziektes van het CZS?= tekort
vitamine B12 tast het ruggenmerg aan/ deficiência de vitamina B12 afeta a medula espinhal

34. Wat wordt soms ook wel bedoeld met GIF?= Groeihormone inhibiting factor. Dit is een hormoon
dat door de hypothalamus en de eilandjes van Langerhans wordt gevormd. Het remt de productie
van groeihormoon in de hypofyse.
11.2.5 Ziekte van Huntingdon '

1. Hoe wordt de ziekte van Huntingdon ook wel genoemd?=chorea

. Wat zijn de zichtbare symptomen van de ziekte?= bestaat uit min or meer gecoordineerde,
abnormale spontane bewegingen

Wat betekent het woord chorea?= het dansen

Welke delen van de hersenen vertonen afwijkingen bij de ziekte?= basale ganglia

Welke stof is in te grote hoeveelheden aanwezig bij de ziekte?=te hoge dopaminespiegel(Dopamine


is een neurotransmitter die je het gevoel van beloning geeft wanneer het vrijkomt. Dopamine geeft
je een gevoel van genot en blijdschap.)

Waarom hebben kinderen van lijders aan de ziekte van Huntingdon een kans van één op twee om de
ziekte ook te krijgen?= omdat er een erfelijke ziekte is als gevolg van een afwijking van een
dominant geen

7. Wat zijn de onzichtbare symptomen van de ziekte van Huntingdon?= prikkelbaarheid en


vermindering van belangstelling voor de dagelijke gang van zaken.

8. Wanneer worden de symptomen van de aandoening in het algemeen zichtbaar?= motorische


afwijkingen en geestelijke verandering.

9. Wanneer overlijden lijders aan de ziekte van Huntingdon in het algemeen?= in het algemeen ron
15 jaar na het optreden van de eerste symptomen

11.2.6 Ziekte van Parkinson

Wat is de medische term voor de ziekte van Parkinson?= paralysis agitans

Wat betekent idiopatisch?= zonder aanwijsbare oorzak

Wat wordt bedoeld met: langzaam progressieve, degeneratieve aandoening?= langzaam erger wordt

Wat zijn de twee in het oog springende symptomen van de ziekte?= tremoren en hypokinesie(Bij
hypokinesie is er sprake van een gedeeltelijk of volledig verlies van spierbewegingen, dat wordt
veroorzaakt doordat de basale kernen in de hersenen verstoord zijn.)

Wat betekent hypertoon met betrekking tot spieren?= een hoge spanning hebben

Waarom vermindert de mimiek bij de ziekte van Parkinson?= door de verstijven van de spieren van
het gelaat

Welke zenuwcellen verdwijnen bij de ziekte?= de zenuwcellen in de substantia nigra

Van welke stof ontstaat een tekort als gevolg van het verdwijnen van de betrokken

zenuwcellen?= een tekort aan dopamine in de thalamus


Welk evenwicht verdwijnt als gevolg van het tekort bedoeld bij 8?= het evenwicht tussen dopamine
en acetylcholine

10. Wanneer worden de symptomen van de ziekte duidelijk waarneembaar?= de symptomen


worden manifest nadat circa 70% van zenuwcellen in de substantia nigra is afgestorven.

11.2.7 Tumoren van het CZS

. Wat is vaak de oorzaak van een tumor van het CZS?= zijn vaak het gevolg van mestastasen van
tumoren op andere plaatsen in het lichaam.

Hoe worden tumoren aangeduid die zelfstandig in het CZS ontstaan?= gliomem

Waar ontstaan tumoren in het CZS?= in de glia

Hoe is het karakter van tumoren in het CZS?= het kan zijn zeer verschillen, van goedaardig tot zeer
kwaadaardig.

.Wat zijn de symptomen van tumoren binnen de schedel?= hoofdpijn,ochtendmisselijkheid, braken

Waar is het type van symptoom van afhankelijk? = De plaats van de tumor.

7. Welke symptomen ontstaan als gevolg van een tumor in een frontale kwab?=
karakterveranderingen

8. Welk symptoom kan ontstaan als een tumor in het ruggenmerg ontstaat?= verdringen de
ruggenmerg en veroorzaken symptomen die lijken op de symptomen van een dwarslaesie. deslocar a
medula espinhal e causar sintomas que se assemelham aos sintomas de uma paraplegia

9. Wat is een dwarslaesie?= Een dwarslaesie is een onderbreking van de zenuwbanen die in het
ruggenmerg lopen.

Een breuk in het ruggenmerg waardoor de zenuwortels caudaal van de breuk de


functionele verbinding met de hersenen hebben verloren. Als gevolg daarvan zijn de
functies die door de getroffen zenuwwortels worden aangestuurd, gestoord.
Verlammingen en onvermogen om blaas en rectum willekeurig te beïnvloeden zijn het
gevolg.
11.2.8 Spina bifida

1. Waardoor ontstaat spina bifida?= tijdens de 24 tot met de 26 dag na de bevruchting wordt in het
embryo de neurale buis. Als op de 26 dag de neurale buis niet compleet gevormd is, stop het
process. Dan ontstaat de spina bifida.

Wat is een spina bifida aperta?= Spina bifida aperta ”open rug” is meteen na de geboorte zichtbaar.
De rug is daadwerkelijk open en er zit een soort wond.

Hoe wordt een spina bifida aperta ook wel genoemd?= open ruggtje

Hoe ziet een spina bifida aperta eruit?= De rug is daadwerkelijk open en er zit een soort wond.
Wat zijn de gevolgen van spina bifida aperta?= een paralytische verlamming van de spieren van het
onderlichaam; gevoelloosheid van het onderlichaam; problemen met mictie en defecatie.

9. Wat kan als complicatie bij spina bifida aperta ontstaan?= waterhoofd ontstaan.

10. Wat wordt gedaan tegen de onder 9 bedoelde complicatie?=meestaal wordt een drain
aangelegd

11. Waardoor ontstaat circa de helft van de gevallen van spina bifida aperta?= door een gebrek aan
foliumzuur.

12. Wat kan een aanstaande zwangere als voorzorg tegen spina bifida ondernemen?= voor de
bevruchting begint met het innemen van extrafoliumzuur.

13. Wat is mictie?= Urineren, ook wel plassen, wateren of mictie genoemd, is het lozen van urine via
de urinebuis.

14. Wat is defecatie?= Defecatie is het via de anus laten gaan van ontlasting, in het vernaculair wordt
dit poepen genoemd.

11.2.9 Epilepsie

1. Hoe wordt epilepsie ook wel genoemd?=vallende ziekte

2. Waardoor wordt epilepsie veroorzaakt?= door een storing in de elektrische activiteit van de
hersenen

3. Wat is de medische term voor een aanval van epilepsie?= Insult

Welke twee typen aanvallen worden onderscheiden?= de aanvallen kunnen gegeneraliseerd of focaal
zijn

Tot welk type behoort het grand mal?= gegeneraliseerde

Tot welk type hoort het petit mal?= focaal

Wat is een grand mal?= is een ernstige aanval met convulsies en bewustzijnsverlies.

Wat zijn convulsies?= Een convulsie, ook wel stuipen genoemd, is een abnormaal, ritmisch
afwisselend aanspannen en ontspannen van de spieren van het lichaam, wat kan leiden tot
verkramping en schokken door het gehele lichaam.

Hoe worden convulsies ook wel genoemd?=stuipen

Wat zijn de oppervlakkige lichamelijke gevolgen voor de patiënt?=

Hoe moet een patiënt met epilepsie neergelegd worden?=

Wat is aspiratiepneumonie?= Aspiratiepneumonie. Vaste stoffen (zoals voedsel) en vloeistoffen


(zoals water of braaksel) kunnen in de luchtwegen terechtkomen.

Waar kan het bij epilepsie door ontstaan?= Aspiratiepneumonie


Wat is de tonische fase bij een insult?=

Wat is de clonische fase bij een insult?=

Wanneer ontstaat de tongbeet?=

Wat is de status epilepticus?=

Welke omstandigheden en verschijnselenkunnen een insult in gang zetten

Wat zijn de symptomen bij een petit mal?= kortdurende bewustzijnsdalingen

Wat zijn absences?

Wat is een petit-malstatus?

Hoe worden focale aanvallen ook wel genoemd?

Wat is het kenmerk van een focale aanval?

Waardoor worden de functiestoornissen bepaald bij een petit mal?

Waaruit kunnen de afwijkingen bij een petit mal bestaan?

Waar ontstaat een partieel-complex insult?

Wat zijn de symptomen bij een partieel-complex insult?

11.2.9.1 Afasie

Wat is afasie?= Afasie is een taalstoornis veroorzaakt door hersenletsel waardoor de communicatie
wordt belemmerd. (a=niet, fasie=spreken) Afasie is géén spraakstoornis.

Kunnen patiënten met ernstige afasie praten?

Kunnen patiënten met ernstige afasie lezen?

Kunnen patiënten met ernstige afasie schrijven?

Kunnen patiënten met ernstige afasie gesproken taal verstaan?

11.2.9.2 Hallucinatie

Wat is hallucineren?

Hoe ervaart iemand de waandenkbeelden als gevolg van hallucineren?

Welke functies kunnen getroffen worden door hallucinaties?

Wat is een akoestische hallucinatie?

Wat is gustatorische hallucinatie?

Wat is een haptische hallucinatie?


Wat is een olfactorische hallucinatie?

Wat is een optische hallucinatie?

Wat is een visuele hallucinatie?

Waar kunnen hallucinaties door ontstaan?

Wat is een delirium?= Een delirium is een plotseling optredende verwardheid. Um delírio é uma
confusão súbita.

Waardoor kan een delirium ontstaan?= Deze verwardheid is tijdelijk en komt meestal door een
lichamelijke ziekte.

1.Waar vindt bloedvorming plaats?=in het rode beenmerg – medula ossea


2.Wat is de medische term voor bloedvorming?=hematopoese
3. Wat gebeurt er met (een deel van) het gele beenmerg als er op oudere leeftijd een
bloedtekort ontstaat?= kan het gele beenmerg omgezet in rood beenmerg, waardoor de capaciteit
om bloedcellen aan te maken, wordt vergroot.
4.Wat is de medische term voor aanmaak van rode bloedcellen?=erytropose.
5.Wat is de medische term voor aanmaak van witte bloedcellen?= leukopese
6.Wat is de medische term voor aanmaak bloedplaatjes?= trombopoese
2.1 Erytrocyten
7.Hoeveel erytrocyten zitten er ongeveer in een mm bloed?vijf milijoen rode bloedcellen.
8.Welk belangrijk onderdeel van cellen in het algemeen bezitten rode bloedcellen niet? Kern- Rode
bloedcellen hebben geen kern.
9.Wat is de functie van hemoglobine?= CO2 naar de longen vervoert en zuurstof van de longen na
weefsels brengt.
10.Welke 5 stoffen zijn nodig voor de aanmaak van hemoglobine?= het eiwit globina, enzymen,
foliumzuur, vitaminne B12 en ijzer.
11. Wat is de intrinsic factor in verband met vitamine B12?=Om vitamineB12 te kunnen opnemen is
zogenaamde gastrale intrinsic factor nodig en deze Intrinsic factor is een eiwit dat in het
maagslijmvlies wordt geproduceerd.
12.Hoe wordt (gastrale) intrinsic factor wel afgekort? =GIF
13.Wat gebeurt er met vitamine B12 als GIF niet aanwezig is?=zonder GIF wordt vitamine B12
uitgescheiden( excretada).
14.Voor welke periode ligt GIF normaliter in de lever opgeslagen?= voor circa drie jaar
15.Hoe lang leven erytrocyten?= 120 dagen
16.Waar worden erytrocyten voornamelijk afgebroken?=In de milt
17.Welke twee stoffen uit erytrocyten worden hergebruikt?= de globine en ijzer
18.Onder welke naam worden de resterende afbraakproducten van erytrocyten
uitgescheiden?= komen als bilirubine en in de gal
19.Langs welke weg worden de stoffen bedoeld onder 12 uitgescheiden?= Lever en gal
12.1.1 Anemie
20.Welke stof is bij anemie niet voldoende aanwezig?= tekort hemoglobine
21.Wat is hypochrome anemie?=ijzertekort
22.Welke vier oorzaken worden onderscheiden bij het ontstaan van een tekort aan
hemoglobine?= hemolyse, acuut bloedverlies, chronische ziekte, verminderde aanmaak in aantallen
erytrocyten.
23.Wat is hemolyse?=Versnelde bloedafbraak.
24.Wat zijn de vijf oorzaken van kwalitatieve of kwantitatieve verminderde aanmaak van
erytrocyten?= ijzer tekort, een afwijkende vorming van hemoglobine, een tekort aan vitamine B12
of folium zuur, beenmergaandoeningen,nierfunctiestoornis
12.1.1.1 IJzertekort
23.Hoeveel ijzer gaat er per etmaal bij een mens door uitscheiding verloren?= 1 mg
24. Welke categorieën van mensen hebben extra ijzer nodig?= kinderen gedurende eerste twee
levensjaren en pubers
25. Waarom hebben de verschillende categorieën extra ijzer nodig?=de jongen vanwege de sterke
toename vande spiermassa en de meisjes als gevolgen van het beginnen van de mestruatie
12.1.1.2 Afwijkende vorming van hemoglobine
26.Wat is sikkelcelanemie?= afwijkende vorming van hemoglobine
27.Wat betekent recessief erfelijk?= Een genetische eigenschap is recessief als bij een diploïd
organisme deze eigenschap alleen tot uiting (expressie) komt, wanneer een dominant allel ontbreekt.
In een diploïd organisme betekent dit, dat beide kopieën van het chromosoom de recessieve variant
van het gen moeten bevatten. De aandoening komt alleen tot uitdrukking als het recessieve gen
homozygoot wordt.Een mens heeft altijd twee genen voor een bepaald eigenschap. Eén van de
moeder en één van de vader. Eén van de twee komt slechts tot uitdrukking. Als zowel van de vader
als van de moeder een ziek gen wordt geërfd, is het defecte gen homozygoot aanwezig en komt de
ziekte tot uitdrukking.
28.Bij wie komt sikkelcelanemie voornamelijk voor?= voornamelijk bij mensen van het negroïde ras
29.Wat is de aanduiding van de afwijkende molecuulstructuur van de hemoglobine van
iemand met sikkelcelanemie?= hemoglobine-S
12.1.1.3 Tekort aan vitamine B12 en foliumzuur
30.Waardoor ontstaat een tekort aan vitamine B12 en foliumzuur?= door afwezigheid van de
gastrale intrinsic fact - GIF
31.Waardoor ontbreekt de intrinsic factor?= de meeste patienten waarbij de intrinsic factor niet
wordt aangemaakt, hebben in hun bloed antistoffen tegen dit eiwit
32.Welk proces wordt gestoord als vitamine B12 en foliumzuur afwezig zijn?= de celdelingen niet
plaatsvinden waardoor er na verloop van tijd te weinig erytrocyten zijn
33.Welke drie celsoorten nemen in aantal af bij tekorten aan vitamine B12 en foliumzuur?=
erytrocyten, leucocyten em trombocyten
34.Wat is pernicieuze anemie?= bloedarmoede die door tekort vitamine B12 en foliumzuur is
veroorzaakt.
35.Hoe worden de benodigde stoffen bij patiënen toegediend?= regelmatige injecties de vitamines
12.1.1.4 Beenmergaandoeningen
36.Uit welke cellen in het beenmerg ontstaan bloedcellen?=stamcellen
38. Wat moet er gebeuren als de cellen bedoeld onder 1 geen goede bloedcellen kunnen
vormen?= beenmergtransplantatie
39.Hoe is de afloop als geen therapie wordt toegepast?= de aandoening is fataal
12.1.1.5 Nierfunctiestoornis
40.Welk hormoon van de nieren reguleert de aanmaak van erytrocyten?= erytropoetine
41.Wat ontstaat als er te weinig van het hormoon bedoeld onder 1 wordt geproduceerd?= dit
hormoon reguleert de aanmaak van erytrocyten, bij gebrek aan dit hormoon worden er te weinig
erytrocyten aangemaakt. Anemie is het gevolg
12.1 .1 .6 Hemolyse
42.Wat gebeurt er bij hemolyse?= de erytrocyten zijn versnelde afbraak buiten het beenmerg.
43.Waardoor ontstaat er niet meteen anemie als gevolg van hemolyse?=erytropoese
44.Waardoor kan hemolyse ontstaan?= door sepsis, een grote milt of medicijnen
45.Wat is de medische term voor bloedarmoede als gevolg van hemolyse?=hemolystische anemie
12.1.1.7 Acuut bloedverlies
46.Waardoor verminderd het aantal bloedcellen per eenheid bloed bij acuut bloedverlies?
12.1.1.8 Chronische ziekten
47.Waarom leiden chronische ziekten tot anemie?=Alle aandoeningen die met
ontstekingsverschijnselen gepaard gaan, leiden per definitie tot verminderde aanmaak van
erytrocyten. Dit proces, gecombineerd met versnelde afbraak van erytrocyten, bloedverlies,
resorptiestoornissen en gebrek aan erytropoëtine leidt afname van de erytrocyten.
48.Wat zijn voorbeelden van chronische ziekten die kunnen leiden tot anemie?=reumatoide
artritis,colitis ulcerosa en ziekte van Crohn
49.ls extra inname van ijzer een oplossing?=extra ijzerinname is geen oplossing
50.Wat kan wel een oplossing bieden? = Het toedienen van erytropoëtine.
12.1.1.9 Polycytemie
51.Wat is polycytemie?= het is een sterke vermeerdering van de erytocyten per mm3 bloed.
52.Waarmee gaat polycytemie meestal samen?= met een verhoogd hemoglobinegehalte en een
verhoogde viscositeit van het bloed.
53.Waarom komt ook vaak hypertensie voor bij polycytemie?= de verhoogd viscositeit heeft vaak
hypertensie tot gevolg.
54.Hoe wordt primaire polycytemie ook wel genoemd?=ziekte van Vaquez
55.ls de oorzaak van polycytemie bekend? = nee de oorzaak is niet bekend
56.Waarom hebben patiënten een grotere kans op trombose?= omdat het aantal trombocyten ook
is verhoogd
57.Welke bloedcellen zijn bij polycytemie ook in aantal toegenomen?= Leucocyten
58.Waardoor ontstaat een secundaire vorm van polycytemie?= wordt veroorzaakt door een
zuurstoftekort in het bloed.
59.Waarom maken sommige duursporters gebruik van secundaire polycytemie?= ze maken gebruik
van door voor een belangrijke wedstrijd een paar maanden op hoogte te gaan trainen.
60.Bij welke chronische aandoening kan ook secundaire polycytemie ontstaan?= bij chronische
longaandoeningen kan bij patienten door de aanhoudende hypoxemie ook secundarie polycytemie
onstaan
12.2 Leukocyten
61.Hoeveel leukocyten bevat een mm3 bloed?= vijf tot tienduizend witte bloedlichaampjes.
62.Welke drie soorten leukocyten worden onderscheiden?=granulocyten, lymfocyten en monocyten
63.Wat is leukocytose?= het is een benigne toename van het aantal leukocyten als reactie op
bijvoorbeeld een bacteriele infectie.
64.Wat is lymfocytose?= het is een benigne toename van lymfocyten als gevolg van bijvoorbeeld
een virale infectie.
65.Wat is het verschil tussen leukocytose en lymfocytose? = Lymfocytose is per definitie ook
leukocytose maar leukocytose is niet per definitie lymfocytose.
66.Zijn leukocytose en lymfocytose benigne of maligne?= Het is benigne
67.Wat is leukopenie?= het is de afname van het aantal leukocyten.
68.Waar kan leukopenie bij voorkomen?= Dit komt voor bij paratyfus, sommige virale infecties,
sepsis en een te grote of te actieve milt.
69.Wat is paratyfus?= Een ziekte veroorzaakt door de Salmonella bacterie
70.Wat is sepsis? = Een sepsis is een reactie van het lichaam op een infectie.
71.Wat zijn cytostatica?= Een cytostaticum (meervoud: cytostatica) behoort tot de medicijnen die
gebruikt worden bij de behandeling van kanker. Het toedienen van cytostatica wordt chemotherapie
genoemd.
72.Wat is leukemie?= het is een maligne woekering van leukocyten
73.Wat is het eerste gevolg van leukemie?=anemie- bloedarmoede
74.Wat is het secundaire gevolg van leukemie?=granulocytopenie en trombopenie
75.Welke vier vormen van leukemie worden onderscheiden?= acute lymfatische, acute
myeloide,chronische lymfasche leukemie, chronische myeloide leukemie
12.2.3.1 Acute lymfatische leukemie
76.Welke voorlopercellen rijpen niet uit bij acute lymfatische leukemie?=lymfoblasten
77. Waaruit bestaat de woekering bij acute lymfatische leukemie?= lymfocyten
78. Wie worden het meest getroffen door acute lymfatische leukemie? kinderen
79. Hoe is de prognose van acute lymfatische leukemie?= circa 85% van de patienten overleeft de
aandoening.
80. Welke voorlopercellen gaan woekeren bij acute myeloïde leukemie?= die wordt gekenmerkt door
een woekering van witte bloedcellen, vooral granulocyten.
81.Wat is het gevolg van de woekering?= als gevolg rijpen myoblasten en monoblasten niet uit tot
granulocyten en monocyten.
82.Welke bloedcellen ontstaat uit de cellen bedoeld onder 1?= granulocyten
83.Wat zijn de symptomen bij acute myeloide leukemie?= algemene malaise, zwakte,
kortademigheid en koort.
84.Waarom ontstaan gemakkelijk infecties?=als gevolg van granulocytopenie(Tekort aan
granulocyten of korrelcellen in het perifere bloed)
85. Waarom kunnen bloedingen ontstaan?= door trombopenie.
86.Hoe is de prognose?= de prognose is slecht. De behandeling slaagt in minder dan 50% van de
gevallen
87.Wat zijn myelocyten?= Een myelocyt is in de ontwikkeling van myeloblast naar granulocyt en
monocyt een tussenvorm.
90.Ontwikkelt zich uit elke lymfoblast of myeloblast een lymfocyt of granulocyt of
monocyt?=Nee, de blasten vermenigvuldigen zich en een deel ontwikkelt zich verder tot de
functionele eindcellen.
91. Geldt het antwoord van 9. voor alle blasten? =Nee, sommige cellen worden niet opnieuw
aangemaakt. Een voorbeeld hiervan is de myoblast. SpiercelIen worden niet vervangen. Als ze
beschadigd raken en de beschadiging kan niet ongedaan worden gemaakt, gaan ze te gronde en
worden ze vervangen door bindweefsel.
12.2.3.3 Chronische lymfatische leukemie
92.Wat is chronische lymfatische leukemie?= Chronische lymfatische leukemie is een vorm van
bloedkanker. Deze vorm van kanker ontstaat in de lymfeklieren.
93.Wat is het verschil tussen acute en chronische lymfatische leukemie?= Acute lymfatische leukemie
(ALL) is een vorm van bloedkanker. Deze vorm van kanker ontstaat in het beenmerg. En Chronische
lymfatische leukemie is een vorm van bloedkanker. Deze vorm van kanker ontstaat in de
lymfeklieren
94.Wat is, afgezien van de woekering, gestoord bij chronische lymfatische leukemie?= lymfocyten
95.Waar begint de aandoening? = in de lymfeknopen.
96.Waar breidt de aandoening zich vervolgens naar uit?= in later stadium verspreiden ze zich ook
naar de milt en de lever.
97.Wat gebeurt er met de aangedane organen?= ze gaan zwellen
97.Wat zijn de symptomen?= vermoeidheid, verlies van eetlust en kortademingheid bij inspanning
98.Hoe is de prognose?= de prognose is afhankelijk van de aard van aandoening. Patienten me B-cel
leukemie hebben na diagnose nog levensverwachting tot 20 jaar.
99.Waar lijkt de aandoening op?= vanwege het feit dat de aandoenigen zich eerst manifesteet in de
lymfeknopen, zou de ziekte ook beschreven kunnen worden als een Non-Hodgkin-lymfoom.
12.2.3.4 Chronische myeloïde leukemie
100.Welke cellen veroorzaken chronische myeloide leukemie?= Chronisch myeloïde leukemie (CML)
is een kanker van het bloed en het beenmerg, die wordt gekenmerkt door een woekering van witte
bloedcellen, vooral granulocyten. Deze cellen hopen zich op in het beenmerg en verstoren de
aanmaak van andere bloedcellen.
101.Welke cellen worden in te grote aantallen aangemaakt.= granulocyten
102.Zijn de cellen bedoeld onder 2. normaal of abnormaal?= abnormale
103.Hoe is de prognose van chronische myeloïde leukemie?= het is slecht, minder dan 50% van de
patienten is na de diagnose nog vier jaar in leven.
12.3 Tromobcyten
104. Hoeveel trombocyten bevat een mm3 bloed?= 2000 tot 4000 trombocyten
105.Wat is de Nederlandse benaming voor trombocyten?=bloedplaatjes
106.Waar ontstaan trombocyten?= in het rode beenmerg uit grote stamcellen die megakararyocyten
worden genoemd.
107.Hebben trombocyten een kern?= nee, ze hebben geen kern
108.Wat is de functie van trombocyten?= ze zorgen ervoor dat het eiwit fibrinoggen in het bloed
wordt omgezet in fibrine waardoor bloedstolling optreedt.
109.Hoe komt bloedstolling tot stand?=
12.3.1 Aandoeningen van de trombocyten
110.Wat is de medische term voor bloedstolling? = hemostase
111.Wat zijn bloedstollingsfactoren? = 13 bloedstollingsfactoren
113.Met welk soort getalsaanduiding worden bloedstollingsfactoren aangegeven?= Romeinse
getalsaanduiding
114.Welk nummer heeft de stollingsfactor fibrogeen?=Het nummer I
115.Welk nummer heeft de stollingsfactor protrombine?= Het nummer II
116.Welk nummer heeft de stollingsfactor tromboplastine?= Het nummer III
117.Welk nummer heeft de antihemofiliefactor?-= Het nummer VIII
118.Welk nummer heeft tromboplastinogeen?= het nummer IX
119.Wat zijn twee alternatieve benamingen voor tromboplastinogeen?= Plakfactor of
Christmasfactor
12.3.1.1 Hemostase
120.Wat gebeurt er het eerst als een wond ontstaat?= treedt er eerst een lokale vasoconstritie op
121.Wat doen de trombocyten daarna?= vervolgens hechten de trombocyten zich aan de randen van
de wond en vervolgens aan elkaar. as plaquetas aderem às bordas da ferida e depois umas às outras.
122.Wat gebeurt er vervolgens met de trombocyten? Ze gaan stuk.
124.Wat is trombine?=Een enzym dat er voor zorgt het bloedeiwit fibrogeen wordt omgezet in
fibrine.
125.Wat doe fibrine?= vormt een netwerk in de wondopening waarin bloedcellen worden gevangen
zodat een stolsel ontstaat.
126.Waardoor worden de wondranden naar elkaar toe getrokken?= door uitdroging
127.Wat gebeurt er als de wond gesloten is?= stopt de plaatselijke vaatvernauwing.
128.Wat is vasodilatatie?= Vasodilatatie is het verwijden (dilatar) van de bloedvaten door de daar
aanwezige spieren.
129.Wat is granulaatweefsel?= Litteken
12.3.2 Hemofilie
129. Hoe wordt hemofilie ook wel genoemd?= bloederziekte
130.Wat is hemofilie?= Hemofilie is een erfelijke bloedingstoornis die de bloedstolling belemmert.
131.Op welk chromosoom bestaat een gendefect bij hemofilie?= recessief X-chromosoom
132.Waarom hebben mannen met het gendefect altijd de ziekte en vrouwen niet?= Het gendefect zit
op een recessief X-chromosoom. Dus als een vrouw ook een gezond chromosoom heeft, is het
gezonde chromosoom dominant. Een man heeft maar één X-chromosoom. Dat komt dus altijd tot
uitdrukking.
133.Kunnen vrouwen ook hemofilie hebben? =Ja, als ze zowel van de vader als van de moeder een
ziek X-chromosoom erven.
134.Welke stollingsfactoren zijn betrokken bij hemofilie?= Stollingsfactoren VIIi of IX
135.Welke stollingsfactor mist een patiënt met hemofilie type A?= stollingsfactor VIII
136.Welke stollingsfactor mist een patiënt met hemofilie type B?= stollingsfactor IX
12.3.3 Hemorragische diathese
138.Wat is hemorragische diathese?= het is een stoornis in het bloedstollingsmechanisme.
139.Wat zijn de vijf oorzaken van hemorragische diathese?=hemofilie; trombopenie;vaatalwijkingen;
tekort aan vitamine K;medicijgebruik
139.Wat is trombopenie?= er te weinig bloedplaatjes (trombocyten) in het bloed aanwezig zijn
140.Wat is scorbuut?= Scheurbuik is een ziekte ten gevolge van een langdurig vitamine-C-tekort
(ascorbinezuurdeficiëntie)
141.Wat zijn anticoagulantia?=dit zijn antibloedstollinsmiddelen. ;
142.Welk veel gebruikt huismiddel kan bloedingen verergeren?=Aspirine
143.Welk veel gebruikt huismiddel verergert bloedingen niet?=Paracetamol
144.Welke verschijnselen kunnen ontstaan als gevolg van hemorragische diathese?= petechiëen,
ecchymosen en hematomen.
145.Wat zijn petechieën?= Petechiën, ook wel purpura genoemd, zijn kleine paarse verkleuringen
van de huid. Ze worden veroorzaakt door een bloeding in de huid.
156.Wat zijn ecchymosen?= Een ecchymose is een kleinvlekkige bloeding in de huid of in een
slijmvlies.
147.Wat is een hematoom?= Een hematoom is een plaatselijke ophoping van gestold bloed in
weefsel. Verreweg de meeste hematomen ontstaan in de huid maar kunnen in principe in alle
organen van het lichaam optreden
12.3.4 Trombocytose
148.Wat is trombocytose?= er is een vermeerdering van het aantal trombocyten(plaquetas) per mm3
bloed
149.Wanneer kan trombocytose ontstaan?=dit kan optreden na een ernstige bloeding of een
operatie.
150. Wat is polycytemie?= Polycytemie is een bloedaandoening die wordt gekenmerkt door een
abnormale toename van het aantal rode bloedcellen in het bloed. A policitemia é uma doença do
sangue que se caracteriza por um aumento anormal do número de glóbulos vermelhos no sangue.
12.3.5 Trombopenie
151.Wat is trombopenie?= het aantaal trombocyten per mm3 bloed sterk verlaagd. (=
trombocytopenie, trombocyt = bloedplaatje, penie = tekort)
152.Hoe wordt trombopenie ook wel genoemd?= trombocytopenie
153.Wat zijn de pathologische oorzaken van trombopenie?= leukemie of beenmergmetastasen
154.Welke therapieën veroorzaken trombopenie?= toepassing van cytostatica en rontgenstraling
155.Gebrek aan welke stoffen veroorzaakt trombopenie?= gebrek aan vitamine B12, en foliumzuur
156.Kan er een verband bestaan tussen het immuunsysteem en trombopenie?= soms worden de
trombocyten aangevallen door het eigen immunsysteem
157.Wat is de voornaamste oorzaak voor hemorragische diathese?=trombopenie

13 Aandoeningen van de ADEMHALINGSORGANEN


1.Wat zijn de drie belangrijkste functies van de ademhaling?= ventilatie, difussie en perfusie
2.Wat is ventilatie? =het is uitwisseling van lucht tussen de longen en de buitenlucht.
3.Wat is diffusie?=het is gaswisseling in de alveolen tussen de lucht in de longen en het bloed in de
capillairen van de wanden van de alveoli.
4.Wat is perfusie?= het is de doorbloeding van de longen
3.1 Hyperventilatie
5.Wat is compensatoire hyperventilatie?= Hyperventilatie betekent ‘versnelde ademhaling’
6.Bij welke functiestoornis gaat men compensatoir hypenentileren?=dyspnoe
7.Wat is dyspnoe?= dyspnoe or Benauwdheid is het gevoel te weinig lucht binnen te krijgen
8.Welk gas is in overmatig in het bloed aanwezig bij een diffusiestoornis?= bij diffusiestoornis stijgt
het niveau van kooldioxide (CO2)
9.Wat is de chemische code voor kooldioxide?=CO2
13.1.1 Pijn en emotie
10.Hoe kan men hyperventilatie bij pijn en angst bestrijden?= Een eenvoudigste manier om dit te
bestrijden is door de person in kwestie in een dichte plastic of papieren zak tel laten ademen tot de
verschijnselen voorbij zijn.
11.Wat kan er gebeuren als tengevolge van hyperventilatie het zuurstofniveau in het bloed verhoogd
wordt terwijl het niveau van CO2 daalt?= de patienten duizelig worden en flauwvallen.
13.2 Hypoventilatie
12.Wat kan er gebeuren bij een hersenbloeding in de medulla oblongata?= Onderdrukken of zelfs
stilstand van de ademhaling.
13.Welke aandoeningen kunnen de ademhalingsspieren aantasten?= poliomyelitis anterior acuta,
Myasthenia gravis en spierdystrofie van Duchene.
14.Wat is het gevolg van overdruk in de pleuraholte?= ventilatie belemmert.
15.Tengevolge van welke aandoening kan vocht of lucht in de pleuraholte voorkomen?= door infectie
met de bacterie Mycobacterium turberculosis
16.Welke vormen van obstructie in de luchtwegen ken je die hypoventilatie veroorzaken?= spasmen,
van de bronchien, tumor, of een corpus alienum.
17.Wat is een corpus alienum? corpus alienum of vreemd lichaam is een term uit de fysiologie en
geneeskunde die duidt op een voorwerp dat zich in een lichaam bevindt, maar daar oorspronkelijk
niet thuishoort.
13.3 Diffusiestoornissen
18.Wat zijn drie belangrijke oorzaken van diffusiestoornissen?= longfibrose, longoedeem en
emfyseem
19.Wat is longfibrose?= De medische term hiervoor is fibrose. Het toenemen van bindweefsel in een
orgaan is meestal het gevolg van een ontstekingsproces. Wordt bindweefsel gevormd in de wand van
de alveoli
20.Wat is longoedeem?= bevindt zich vocht in de alveolen waardoor diffusie niet kan plaatsvinden.
21.Wat is emfyseem? =vermindering van het aantal alveoli.
3.4 Perfusiestoornissen
22.Wat is er aan de hand bij een perfusiestoornis?= de diffusie is niet mogelijk
23.Wat is een belangrijke oorzaak van perfusiestoornissen?= de capillairen worden niet van bloed
voorzien.
3.5 Symptomen van longaandoeningen
24.Wat is een dyspnée d'effort?= Kortademig bij geringe inspanning (dyspnoe d'effort) De oorzaak
van kortademigheid (dyspnoe) is in de meeste gevallen te vinden in de luchtwegen of longcirculatie.
Falta de ar com pouco esforço (dispnéia de esforço) A causa da falta de ar (dispneia) é encontrada na
maioria das vezes nas vias aéreas ou na circulação pulmonar.
25.Wat is dyspnoe?= kortademigheid
26.Wat is het verschil tussen dyspnoe en dyspnée d'effort?=
27.Wat is cyanose en waar wordt het door veroorzaakt?= Cyanose is een blauwe of paarse
verkleuring van de huid. Het kan optreden aan de vingertoppen, de lippen, in het gezicht, en in
ernstige gevallen kunnen de gehele huid en de slijmvliezen een blauwe kleur aannemen. Een gebrek
aan zuurstof veroorzaakt cyanose.
28.Wat is prikkelhoest?= Kriebelhoest – ook bekend als prikkelhoest of droge hoest Het is een vorm
van hoesten veroorzaakt door irritatie (ontsteking) van de slijmvliezen en/of luchtwegen. Wanner er
geen sputum wordt geproduceerd.
29.Wat is productieve hoest?= Kriebelhoest – ook bekend als prikkelhoest of droge hoest Het is een
vorm van hoesten veroorzaakt door irritatie (ontsteking) van de slijmvliezen en/of
luchtwegen.wanneer slijm wordt opgegeven.
30.Wat is een expectorans?= dit is eem middel dat het ophoesten van het slijm bevordert.
31.Wat is hemoptoë?= het ophoesten van bloed wordt wordt hemoptoe (tossir sangue)
32.Waarvan kan hemoptoë een symptoom zijn? = Bronchiëctasieën, longcarcinoom, longembolie,
longoedeem, longontsteking en tuberculose.
33.Wat zijn ectasieën? =Verwijdingen.( dilataçao)
34.Wat is sputum?= het is het slijm dat, vermengd met speeksel, uit de diepe luchtwegen wordt
opgehoest in geval van een luchtweginfectie, zoals longontsteking of bronchitis; het bevat witte
bloedcellen, fibrine, bloed en micro-organismen.
3.6 Rhínitis
35.Wat is rhinitis?=het is een acute ontsteking van het neusslijmvlies.
36.Waardoor wordt rhinitis veroorzaakt.= de aandoening wordt meestal verozaakt door een
rhinovirus.
37.Wat is de gangbare benaming voor rhinitis?=Verkoudheid
38.Waarom ontstaat er vaak een bacteriële infectie als gevolg van rhinitis?= door virale ontsteking
raakt het neusslijmvlies beschadigd en kan gemaakelijk een secundaire bacteriele infectie onstaan.
39.Waar kunnen uitbreidingen van rhinitis ontstaan?= middenoorontsteking
40.Wat is de medische term voor middenoorontsteking?= otitis media
41.Hoe noemt men rhinitis als gevolg van allergenen?=hooikoorts
42.Wat is conjunctivitis?= dit is binvliesontsteking van ogen.
3.7 Laryngitis
44.Welke mensen worden het meest getroffen door laryngitis?= het treft voraal mensen die veel
roken of hun stem overmatig gebruiken.
45.Wat kan een symptoom van laryngitis zijn?= heesheid ( rouquidao)
46.Wanneer moet en larynx-extirpatie worden toegepast?= bij ernstiger larynxcarcinoom
47.Wat is een tracheastoma?= Een tracheostoma is een kunstmatige opening in de luchtpijp
(trachea), net onder de adamsappel, waardoor een keelpijpje (tracheacanule) naar binnen wordt
gebracht. Via de tracheacanule wordt de beademingsslang ingebracht en opgehoopt slijm
weggezogen
48.Waarvan is CARA de afkorting?= chronische aspecifieke respiratorie aandoeningen.
49.Welke vier aandoeningen worden tot CARA gerekend?=Astma, chronische bronchitis, emfysee, en
longfibrose.
13.8.1 Astma
50.Wat is de medische term voor astma?=astma bronchiale
51.Welke delen van de luchtwegen worden door krampen getroffen bij een astma-aanval? =tijdens
een aanval is de ademhaling belemmerd door spasmen van het gladde spierweefsel van de
bronchien en bronchioli.
52.Wat is een spasme? = Een spierspasme is een onwillekeurige samentrekking van een spier. Een
verkramping dus, maar dan totaal onwillekeurig.
53.Hoe lang kan een astma-aanval duren?= kan enkele uren duren
54.Wat is een status asthmaticus?= het is een levensbedreigende, acute astma-aanval die niet wordt
afgelost door inhalers of andere gemeenschappelijke behandeling maatregelen.
55.Waar heeft een astmapatiënt tussen de aanvallen last van?= klachtenvrij
56.Welke eigenschap gaat vaak gepaard met astma?= Allergische constitutie.
57.Wat is een allergische constitutie?= een genetisch dispositie voor de aandoening
58.Waar werden patiënten met astma als pasgeborene meer dan gemiddeld door
getroffen? =Dauwworm. Dauwworm is een veel voorkomende huidaandoening, die naar schatting
voorkomt bij 3-5% van de zuigelingen tussen de leeftijd van 4 weken tot 1 jaar. “Dauw” geeft aan dat
de huiduitslag vochtig is; “worm” betekent dat de uitslag vaak ringvormig is. Met wormen heeft
dauwworm dus helemaal niets te maken. Dauwworm is hetzelfde als atopisch eczeem, maar dan op
zuigelingen- en babyleeftijd.
58.Waar werden patiënten met astma op wat oudere leeftijd als kind meer dan gemiddeld
door getroffen?= Constitutioneel eczeem.
59.Hoe wordt constitutioneel eczeem ook wel genoemd?= droog eczeem
60.Wat is hyperreactiviteit van longen en luchtwegen?= Bronchiën zijn je luchtwegen. In je longen
zitten longblaasjes en deze kunnen geïrriteerd raken op het moment dat ze veel geprikkeld worden
bijvoorbeeld door een verkoudheid of een virus. In sommige gevallen reageren deze longblaasjes
over actief en zijn ze dus overgevoelig. Dit noemen ze hyperreactiviteit. Hierdoor vernauwen de
luchtwegen zich en geven deze meer weerstand bij inademing.
61.Waardoor kan een astmatische aanval opgewekt worden?= contact allergene stoffen zoal
voedingsbestanddelen, stuifmeel, huismijt en haren van dieren
62.Wanneer is er sprake van een psychosomatische aandoening bij astma?= wanneer emoties een
belangrijke rol spelen bij astma-anvallen.
63.Wat speelt vaak een belangrijke rol als astma op latere leeftijd ontstaat?= psychosomatische
factoren
13.8.2 Chronische bronchitis
64.Wat is verhoogd bij chronische bronchitis?= de slijmproductie van de bronchien is verhoogd.
65.Wat is een waarschijnlijke oorzaak van productie van veel sputum?= een bijkomende bacteriele
infectie
66.Waardoor treden soms spasmen in de bronchiën op?= door astmatische factor
67.ln welke richting ontwikkelt chronische bronchitis soms?=emfyseem
13.8.3 Emfyseem
68.Wat is longemfyseem?= het is een aandoeningen waarbij de alveoli groter zijn geworden en de
wanden van een deel van de alveoli beschadigd of verdwenen zijn.
69.Welke aandoening komt vaak samen met longemfyseem voor?= het komt vaak voor in
combinatie met chronische bronchitis.
70.Waar hebben patiënten met emfyseem last van?= ze hebben last van benauwdheid
71.Waarom hebben patiënten met emfyseem last van benauwdheid?= voraal als ze activiteiten
ondernemen.
72.Wat is een dyspnée d`effort?= benauwdheid tengevolge van een inspanning.
73.Waarom wordt de thorax na verloop van tijd tonvormig?=door de voortdurende inspanning.
13.8.4 Longfibrose
74.Wat is longfibrose?= De medische term hiervoor is fibrose. Het toenemen van bindweefsel in een
orgaan is meestal het gevolg van een ontstekingsproces. Bij longfibrose, een zeldzame chronische
aandoening, wordt te veel bindweefsel in de longen gevormd. Het gevolg is minder goed
functionerende longen die onvoldoende zuurstof kunnen opnemen.
74. Wat kunnen oorzaken voor het ontstaan van longfibrose zijn?= infectueuze en allergische
longaandoeningen, collageenziekten en het inademen van bepaalde stoffen.
13.8.4.1 Stoflongen
75.Wat is de medische term voor stoflongen?= pneumoconiose
76.Wat ontstaat bij alle vormen van stoflongen?= bij alle pneumoconiosen treedt verbindweefseling
(fusao)op van de wanden van de alveoli.
77.Welk proces wordt door het verschijnsel bedoeld bij 2. bemoeilijkt?= de diffusie
78.Waardoor ontstaat de afwijking?= door de fibrose
79.Wat zijn de vier meest bekende vormen van stoflongen?= silicosis,
asbestosis,anthracosis,boerenlong
80.Waardoor ontstaat anthracosis?= door de inademing van koolpigment
81.Welke klachten ontstaan door anthracosis?= anthracosis veroozaakt echter geen fibrose en dus
ook geen klachten.
82.Waardoor ontstaan diffusieproblemen bij mijnwerkers?= door de inademing van koolpigment
83.Waardoor ontstaat silicosis?= door het inademen van silica
84.Veroorzaakt silicium ook problemen?= silicium veroorzaakt geen problemen.
85.Waardoor ontstaat de boerenlong?= door een afweerreactie tegen sporen van een schimmel die
in de vochtig hooi voorkomt.
86.Waar werd asbest voor gebruikt? =bij de productie van isolatiemateriaal en brandwerende
materialen.
13.8.5 COPD
88.Waarvan is COPD de afkorting?= Chronisch Obstrutive Pulmonary Disease
89.ls COPD hetzelfde als Cara?= nee, maar CARA wordt de laatste jaren vervangen door COPD
90.Welke aandoeningen worden tot COPD gerekend?= emfyseem en hardnekkige(hardnekkige
verkoudheid die maar niet overgaat),chronische bronchitis
91.Welke twee oorzaken kunnen bij COPD de luchtstroom belemmeren?= door het bij de
uitademing inklappen van de alveoli bij emfyseem of de overmaat aan slijm bij bronchitis wordt de
luchtstroom ernstig belemmerd.
13.9 Difterie
92.Wat is difterie?= keelontsteking
93.Waardoor wordt difterie veroorzaakt?= Het is veroorzaakt door de bacterie Corynebacterium
diphteriae
94.Wat is de prognose als de ziekte niet behandeld wordt?= onbehandeld leidt de ziekte vaak tot de
verstikkingsdood
95.Waarom kan bij sommige typen difterie het hart en zenuwstelsel beschadigd raken?= sommige
typen van bacterien produceren een toxine waardor het hart en het zenuwstelsel beschadigd kan
worden.
96.Waarom komt difterie in Nederland niet meer voor?= omdat de kinderen hiertegen met DKTP-
prik worden ingeent.
97.Wat betekenen de letters DKTP?= Difterie, kinkhoest,tetanus en polio
13.10 Kinkhoest
98.Wat is de medische term voor kinkhoest?=pertussis
99.Waardoor wordt kinkhoest veroorzaakt?=door de bacterie Bordetella pertussis
100.Wat wordt aangetast bij kinkhoest?= de bacterien tasten de slijmvliezen van de luchtwegen
101.Hoe lang duurt het ziekteproces bij kinkhoest?= duur circa de zes weken
102.Welke stadia worden bij kinkhoest onderscheiden?= catarrale- paroxismale-
reconvalescentiestadium
103.Wat zijn de kenmerken van de stadia bij kinkhoest? = catarrale- dit stadium zijn de symptomen
vergelijkbaar met verkoudheid. Paroxismale – dit stadium gaat gepaard met zeer ernstige
hoestbuien. Reconvalescentiestadium- dit stadium treedt een geledelijk herstel op.
104.Wat kan bij zuigelingen ontstaan als gevolg van kinkhoest?= kan bij zuigelingen stuipen ontstaan
105. Waarom komt kinkhoest in Nederland niet meer voor?= omdat de kinderen hiertegen met
DKTP-prik worden ingeent.
1 3.11 Longembolie
106.Wat is longembolie?=het is het geheel of gedeeltelijk afsluiten van een bloedvat als gevolv van
het verslepen van materiaal door de bloedstroom.

107.ls longembolie acuut of chronisch?= het is altijd acute.

108.Waaruit kan een embolus bestaan?= de afsluitende prop kan uit diverse materialen bestaan
maar meestal is de embolus een losgelaten trombus of een deel van een trombus.

109.Waar kan een embolus in de longen vandaan komen?= venen van de grote bloedsomloop;
rechter helft van het hart; arterien van de kleine bloedsomloop.

110.Waarvan hangt de ernst van longembolie af?= hangt sterk samen met de grootte van de
embolus

111.Waarom is een afsluiting van de arteria pulmonalis dodelijk?= achter de verstopping necrotiseert
het weefsel o tecido necrosiza após o bloqueio

112.Wat ontstaat er als een kleinere slagader in de longen wordt afgesloten?=longinfact

113.Wat gebeurt er met het weefsel achter de afsluiting?= achter de verstopping necrotissert het
weefsel

114.Waardoor ontstaat een hemorragisch infarct achter een afsluiting?=

115.Wat is een hemorragisch infarct in de longen precies?= wanneer de bloedsomloop wegvalt,


wordt het betrokken deel van de longen doordrenkt met het bloed van de grote bloedsomloop.
Quando a circulação do sangue é perdida, a parte afetada dos pulmões é encharcada com o sangue
da grande circulação.

116.Leidt een kleine embolie tot een hemorragisch infarct?= nee, maar veroorzaken bloedinkjes
( sangramentos).

13.12 Longoedeem

117. Waar hoopt zich vocht op bij longoedeem?= in de alveoli

118.Welk proces wordt daardoor bemoeilijkt?= diffusie

119.Bij welke hartafwijking kan longoedeem ontstaan?= linksdecompensatie van het hart.

120.Bij welke omstandigheden anders dan hartklachten kan longoedeem ontstaan?= longontsteking
of na een ernstig trauma.

13.13 Longontsteking

121.Wat is de medische term voor longontsteking?=pneumonie

122. Wat is het kenmerk van een aspecifieke longontsteking?= als deze verschillende soorten
ontsteking bij microscopische onderzoek eenzelfde beeld opleveren.

123.Wat is het kenmerk van een specifieke longontsteking?= als een duidelijk onderscheidend beeld
optreedt.
124.Wat kan men uit de structuur van ontstekingsweefsel van een specifieke longontsteking
afleiden?= de oorzaakt vaststellen.

13.13.1 Aspecifieke longontstekingen

125. Welke drie soorten aspecifieke longontstekingen worden onderscheiden?= kroeupeuze


pneumonie, bronchopneumonie en interstitielle pneumonie.

126. Wat is een kenmerk van kroepeuze longontsteking?= zijn altijd een of meerdere hele kwabben
aangedaan

127.Welk micro-organisme is meestal de oorzaak van kroepeuze longontsteking?= wordt bijna altijd
veroorzaakt door pneumokokken

128.Hoe wordt kroepeuze longontsteking ook wel genoemd? =Lobaire pneumonie.

129. Wat is bronchopneumonie?= is dus een longontsteking die ontstaat vanuit een
luchtpijpvertakking (bronchus)

130. Wat is het kenmerk van bronchopneumonie? =Ontstekingshaarden zonder scherpe begrenzing
rond de bronchiën in meerdere kwabben.

131. Hoe wordt bronchopneumonie ook wel genoemd?=lobulaire pneumonie

132. Wat is hypostatische pneumonie?= teveel bloed in de onderste longvelden, als het gevolg
van een longontsteking

133. Wat is atelectase? =Atelectase of longatelectase is een aandoening waarbij (een deel van) de
long geen lucht meer krijgt en daardoor samenvalt (collaps). Atelectase wordt meestal veroorzaakt
door een obstructie (afsluiting) van een bronchus, één van de twee hoofdtakken van de trachea
(luchtpijp) die rechtstreeks naar de longen leiden.

134. Wat is aspiratiepneumonie?= dit is het dichtklappen van delen van de longen. Een andere
oorzaakt is verslikking.

135. Door welke soort micro-organismen wordt bronchopneumonie veroorzaakt?= diverse sorten
bacterien

136. Waardoor ontstaat interstitiële pneumonie?= virus infectie

137. Wat is interstitële pneumonie?=Ontsteking van het bindweefsel van de longen.

138. Wat zijn andere benamingen voor interstitiële pneumonie?=Viruspneumonie en primaire


atypische pneumonie.

139. Waardoor kan de prognose van een viruspneumonie ernstig verslechteren?=Door een
secundaire infectie met een bacterie.

140. Wie hebben een grotere kans om influenzapneumonie te krijgen?= mensen met een verlaagde
weerstand.
141. Hoe wordt een secundaire infectie als gevolg van een primaire infectie genoemd?=
gesuperponeerde infectie.

13.13.2 Tuberculose

142.Welk micro-organisme veroorzaakt in' de meeste gevallen tuberculose?= mycobacterim


tuberculosis

143.Tuberculose is een specifieke pneumonie. Wat betekent specifiek in dit geval?= er zijn specifieke
verschijnselen of de symptomen zijn duidelijk.

144.Hoe vindt besmetting plaats?= wanneer een patient met open longtuberculose door middel van
hoeten in de fijne hoestdruppeltjes de bacterien verspreidt.

145.Leidt iedere besmetting tot infectie?= lang niet iedereen besmetting leidt tot infectie

146.Bij welke aandoening leidt besmetting vaak wel tot infectie?= HIV

147.Hoe wordt een ontstekingshaard van TBC genoemd?=tuberkel

148.Wat is verkazing bij TBC?= het centrum van de ontstekingshaard wordt vervolgen necrotisch

149.Wat is een caverne bij TBC?= een holte

150.Wat is caverneuze TBC?= uiteindelijk kan de kaas gaan vervloeien waardoor een holte ontstaat

151.Wanneer spreekt men van open TBC?= wanneer een holte een verbinding heeft met een
bronchus

152.Welke bacil die bij rundvee voorkomt kan ook tuberculose veroorzaken?= mycobacterium bovis
en mycobacterium africanum.

153.Van welk woord is bovien het bijvoeglijke naamwoord?= rundvee

154.Waar komt de tuberculose veroorzakende bacil Mycobacterium africanum voor?= komt alleen
regional in west en centraal Afrika voor.

155.Wat is tering? besmettelijke infectieziekte in de longen

156.Wat is consumption?= tering

157.Wat is tuberculine?= het is een toxine van de tuberkelbacil

158.Wat is PPD?= eiwit uit tuberculine.

159.Wat wordt bedoeld met de reactie van Mantoux?= Door middel van een mantoux-test
(tuberculine huidtest) kan een infectie met de tbc-bacterie worden opgespoord. Hierbij wordt door
middel van een klein prikje in de linkeronderarm een kleine hoeveelheid vloeistof in de huid
gespoten.

160.Wat wordt bedoeld met de reactie van Pirquet?= Pirquet-reactie: vertraagd type huidreactie
waarbij antigeen (tuberculine) via scarificatie in de huid wordt gebracht.
13.14 Bronchiëctasieën

161.Wat zijn bronchiëctasieën?= Bij bronchiëctasieën zijn de wanden van de bronchiën (de
vertakkingen van de luchtpijp tot diep in de longen) bijna voortdurend ontstoken en geïrriteerd. Dit
komt omdat de bronchiën bij deze ziekte plaatselijk verwijd zijn, wat bacteriën de kans geeft om zich
er gemakkelijk in te nestelen.

162.Wanneer ontstaan bronchiëctasieën vaak?=

163.Wat is dilateren?

164.Wat is het gevolg van bronchiëctasieën?

13.15 Mucoviscidose

165.Hoe wordt mucoviscidose ook wel genoemd?

166.Wat voor soort aandoening is mucoviscidose?

167.Wat zijn de symptomen van mucoviscidose? 1

168.Waarom wordt mucoviscidose ook wel pancreasfibrose genoemd?

169.Wat zijn de gevolgen voor de bronchieën en de longen.

170.Hoe is de prognose voor patiënten met mucoviscidose?

13.16 Sarcoïdose

171.Hoe wordt sarcoïdose ook wel genoemd?

172.Wat zijn de verschijnselen van sarco`idose?

173.Waarop wordt ook altijd getest bij sarcoïdose?

174.Op welke leeftijd ontstaat de ziekte meestal?

175.De ziekte is idiopatisch. Wat betekent dat?

176.Wat is de prognose voor het overgrote deel van de patiënten?

177.Wat is vaak de oorzaak als patiënten komen te overlijden.

13.17 Longcarcinomen

wewwe

Waar ontstaat een longcarcinoom meestal?

Hoe wordt een longcarcinoom in relatie met 1. daarom ook wel genoemd?

\_/

Wat is het meest in het oog springende symptoom? V


Welke symptomen kunnen ook ontstaan?

Wat verandert aan de symptomen bij een patiënt met chronische bronchitis die een

longtumor ontwikkelt?

Wat gebeurt er als er een carcinoom in een grote bronchustak ontstaat?

Welke anatomische afwijkingen kunnen in de bronchi ontstaan achter een obstructie?

Wat is wheezing?

Waar lijkt het complex aan symptomen van een bronchuscarcinoom.

Welke twee typen bronchuscarcinomen onderscheidt men?

Wat zijn typische eigenschappen van kleincellige longcarcinomen?

ls chirurgisch ingrijpen vaak een optie?

Welke twee hormonen kunnen kleincellige longcarcinomen produceren?

Wat zijn de gevolgen van de aanmaak van de hormonen bedoeld onder 13?

Welk carcinoom komt het meest voor?

Waardoor ontstaat het carcinoom bedoeld onder 15 vaak?

17. Welke consequenties kan het carcinoom bedoeld onder 15 voor de samenstelling van

het bloed hebben?

18. Waaruit kunnen adenocarcinomen ontstaan?

19. Welk carcinoom ontstaat in de longen zelf?

20. Metastaseren tumoren van de longen?

21. Zijn de longen gevoelig voor metastasering van tumoren elders in het lichaam?

14 Nieren

1. Hoe belangrijk zijn nieren voor het leven van een mens?

2. Wat wordt door de nieren gereguleerd?

3. Wat is nierdialyse?

Nierinsufficiëntie

Welke algemene indeling van nierziekten wordt wel gemaakt?

Wat betekent extrarenaal in extrarenale aandoeningen?


Wat is een renale aandoening?

Wat zijn twee belangrijke oorzaken van nierinsufficiëntie bij extrarenale

aandoeningen?

5. Wat zijn twee belangrijke oorzaken van nierinsufficiëntie bij renale aandoeningen?

6. Wat is een hypovolemische shock?

7. Wat is pyelitis?

Nierbekkenontsteking.

Wat is een antilichaamlantigeencomplex?

Van welk onderdeel in de nier maken tubuli deel uit?

Wat betekent het woord interstitium?=Tussenruimte.

Wat betekent interstitieel?=Meestal bedoelt men de ruimte tussen de cellen. Die ruimte noemt men
ook wel extracelulaire ruimte. Hierin bevindt zich vocht waarmee de cellen stoffen uitwisselen.

Ook wordt het begrip interstitieel weefsel gebruikt voor het bindweefsel dat structuur biedt in
organen.

Wat zijn tubulo-interstitiële aandoeningen?

Wat zijn toxische stoffen?

Waarvan is ureum een restproduct?

Hoeveel ureum wordt gemiddeld per dag uitgescheiden met urine?

Wat is uremie?= Uremie is een niervergiftiging, een vergiftiging door ophoping van afbraakproducten
van de stofwisseling (onder andere ureum), die normaliter door de nieren worden uitgescheiden, in
het bloed.

17. Wanneer ontstaat uremie?

18. ls uremie een op zichzelf staand probleem? Nee, bij uremie is er sprake van een verschillende
factoren die leiden tot uremie. Niet alle factoren treden noodzakelijken/vijs tegelijkertijd op.

Wat gebeurt er als de nieren de urine niet voldoende kunnen concentreren?

Wat gebeurt er als de nieren zout en water vasthouden?

Waarom produceren de nieren renine als water en zout worden vastgehouden?

Wat ontstaat er als restproducten onvoldoende worden uitgescheiden?

Wat kan er ontstaan als de elektrolytenbalans gestoord is?


Om welke ionen gaat het bij vraag 23 met name?

Wat kan er ontstaan als de zuurgraad van het bloed te hoog is?

Hoe worden de H+-ionen venlvijderd?

Wat zijn mogelijke bijkomende afwijkingen en symptomen bij nierfunctiestoornissen?

Nefrotisch syndroom= Bij het nefrotisch syndroom ligt de oorzaak in de nier en dan vooral in de
filtertjes (glomeruli). Normaal functionerende nieren lekken geen eiwit in de urine. Bij het nefrotisch
syndroom lekken de nieren meer dan 3.5 gram eiwit per dag. Dit eiwitverlies kan het lichaam
onvoldoende aanvullen en er ontstaat een tekort aan eiwit (albumine) in het bloed.

Hoe wordt het nefrotisch syndroom ook wel genoemd?

2. Wat verliest een patiënt met het nefrotisch syndroom met de urine?

3. Waardoor ontstaat vervolgens oedeem?

4. Wat is een verouderde benaming voor nefrotisch syndroom?

14.4 Congenitale aandoeningen van nieren

1. Hoe wordt het verschijnsel genoemd waarbij nieren zich niet voldoende hebben

ontwikkeld?

2. Wat is een hoefijzernier?

3. Wat ontstaat als gevolg van stenose in de ureter?

14.4.1 Cystennieren=. Cystenieren zijn dus nieren waarin zich een groot aantal vochtblazen hebben
gevormd.

1. Wat is een cyste?= Cysten zijn vochtblazen

2. Bij welke twee gendefecten ontstaan cystennieren?=

3. Waarom moet een defect op een recessief gen homozygoot aanwezig wil het tot

problemen leiden?=

4. Waarom behoeft een dominant defect gen niet homozygoot aanwezig te zijn om tot

problemen te leiden?

5. Wanneer ontstaan problemen met cystennieren op basis van een recessief

homozygoot gen?=

6. Wat is een autosomaal gen?

7. Wanneer ontstaan problemen met cystennieren op basis van een dominant gen?
14.5 Acute glomerulonefritis

1. Hoe wordt acute glomerulonefritis ook wel genoemd?

. ls een nefrotisch syndroom hetzelfde als acute glomerulonefritis?

_ Wat zit er in het bloed bij acute glomerulonefritis?

Wat laten de nieren door bij het acuut nefritisch syndroom?

_ Wat is het verschil tussen het nefrotisch syndroom en het acuut nefritisch syndroom? = Bij het
acuut nefritisch syndroom is er sprake van ontsteking van de glomeruli en bloed in de urine. Bij het
nefrotisch syndroom is dat niet het geval.

6. Waardoor ontstaat het acuut nefritisch syndroom?

7. Wat is het acuut nefritisch syndroom?

8. Wat zijn de symptomen van het acuut nefritisch syndroom? Donkere urine, weinig

urine, oedeemvorming, hoge bloeddruk en hoofdpijn.

9. Komen alle symptomen altijd bij alle patiënten voor?

10. Welk micro-organisme speelt een rol bij het acuut nefritisch syndroom?

11. Hoe wordt het acuut nefritisch syndroom daarom ook wel genoemd?

12. Hoe ontwikkelt de aandoening zich soms?

13. Hoe is de prognose bij de meeste patiënten?

u1g>o›r\›

14.6 Progressieve glomerulonefritis = Snel progressieve glomerulonefritis kan onder andere optreden
als complicatie van een streptokokkeninfectie (een bacteriële infectie) van de keel of het onderhuids
bindweefsel. De nieraandoening ontwikkelt zich één tot drie weken na de infectie en is meestal te
wijten aan afwijkende immuunreacties.

1. Hoe wordt progressieve glomerulonefritis ook wel genoemd?

. Komt progressieve glomerulonefritis vaak voor?=nee

. Wat is progressieve glomerulonefritis?

. Wat ontstaat als gevolg van het progressief nefritisch syndroom?=niereninsuficitie

_ Door welke twee oorzaken kan het progressief nefritisch syndroom ontstaan?

. ls de oorzaak van het progressief nefritisch syndroom altijd bekend?

_ Wat zijn de symptomen in het beginstadium van de ziekte?


Wat kun je zeggen over de voorgeschiedenis in ongeveer de helft van de gevallen?

Hoe is de prognose van het progressief nefritisch syndroom?

14.7 Anti-GBM-glomerulonefritis= Het afweersysteem maakt antistoffen tegen eigen cellen van het
lichaam aan. Bij Anti-GBM-glomerulonefritis raken den nieren beschadigd. In de nierfilters ontstaan
ernstige en acute ontstekingen. De nieren produceren steeds minder urine en de nierfunctie gaat
snel achteruit.

Hoe wordt anti-GBM-glomerulonefritis ook wel genoemd?=membraneuze glomerulonefritis

Wat is anti-GBM-glomerulonefritis?= Het afweersysteem maakt antistoffen tegen eigen cellen van
het lichaam aan. Bij Anti-GBM-glomerulonefritis raken den nieren beschadigd. In de nierfilters
ontstaan ernstige en acute ontstekingen. De nieren produceren steeds minder urine en de
nierfunctie gaat snel achteruit.

Wat is de algemene benaming van een Auto-ímmuunziekte.

Welke afwijking ontstaat als gevolg van

dergelijke ziekte?

de aandoening?

Welke functionele stoornis ontstaat als gevolg van de aandoening?

Wat gebeurt uiteindelijk met de glomeruli?

Waardoor ontstaan schrompelnieren?

Welke aandoening ontwikkelt zich uiteindelijk?

4.8 Chronische glomerulonefritis

Hoe wordt chronische glomerulonefritis

ook wel genoemd?

ls chronische glomerulonefritis een primaire aandoening?

Welk onderdeel van de nieren wordt als gevolg van de primaire aandoening

aangetast?

Zij de symptomen meteen bij het begin van de ziekte duidelijk waarneembaar?

Wat kan in het verloop van de aandoening ontstaan?

Wat zijn de symptomen die zich daarbij

kunnen voordoen? V

Hoe zien de nieren er na verloop van tijd uit?


Hoe is de prognose?

Waar is de patiënt uiteindelijk op aangewezen?

14.9 Andere secundaire glomerulusaandoeningen

Welke drie afwijkingen komen in de nieren voor bij diabetes mellitus?

Welke stof ontstaat bij ontstekingsprocessen zoals reuma en TBC?

Waardoor ontstaat deze stof?

Waar wordt deze stof voornamelijk afgezet?

Wat ontstaat als gevolg van dit proces?

Welke aandoeningen ontstaan uiteindel

14.10 Renale rachitis

Wat is renale rachitis?

2. Waardoor ontstaat renale rachitis?

3. Wat is de basis van de afwijking bedoeld bij vraag 2?

ijk in de nieren?

14.11 Acute tubulusnecrose z/

Door welke twee voorvallen kan acute tubulusnecrose ontstaan?

2. Wat zijn shocknieren?

Wat gebeurt er met de nieren als gevolg van een vergiftiging?

Welke stoffen staan in de syllabus als zeer giftig aangegeven?

PF-°

14.12 Acute pyelonefritis

wewwe

Waardoor ontstaat acute pyelonefritis?


Waarmee begint de aandoening?

Wat gebeurt er vervolgens?

Wat wordt aangedaan na het pyelum?

Wat is het interstitium?

Als je het niet weet, zie vraag 10 en 11

Waarom komt acute pyelonefritis meer

§ 14.1.

bij vrouwen voor dan bij mannen?

Wat zijn de symptomen van acute pyelonefritis?

14.13 Chronische pyelonefritis

Waardoor ontstaat chronische pyelonefritis?

Wat is daarbij een complicerende factor?

Wat gaat op den duur verloren als de urine niet zonder problemen afgevoerd kan

worden?

Wat is het gevolg?

14.14 Nierstenen

Wat is de medische term voor een niersteen?

Wat is de medische term voor de aandoening waarbij nierstenen ontstaan?

Bij wie komen nierstenen het meest voor?

Welke stoffen komen vaak in een te hoog gehalte in het bloed voor bij nierstenen?

Welke drie omstandigheden bevorderen de toename in het bloed van de onder 4.

bedoelde stoffen?

Wat wordt beschadigd door nierstenen?

Wat kan ontstaan als gevolg van nierstenen?

Wat zijn niersteenkolieken.

Welke soort nierstenen kunnen bij jicht ontstaan?


14.15 Tumoren van de nieren

Ontstaan niertumoren vaak bij kinderen?

Als ze voorkomen, wat is dan de meest voorkomende tumor?

Wat is de algemene benaming voor deze tumor?

Wat zijn de symptomen van deze tumor?

Hoe metastaseert de tumor?

Hoe is de prognose?

Welke niertumor komt het meest bij volwassenen voor?

Wat is de algemene benaming van deze tumor?

Waar ontstaat deze tumor?

Wat is hematurie?

Wat zijn de symptomen?

Hoe metastaseert deze tumor?

Wat is de prognose?

Wat is de meest voorkomende tumor in de urinewegen?

Gezien de afkomst, wat is het voor een tumor?

ls de tumor goedaardig of kwaadaardig?

Wat is een poliep. Zie ook 7.6.27.

Wat is een belangrijke risicofactor bij papilloma in de blaas?

Wat zijn de symptomen?

Welke aandoeningen lijken in dit verband op elkaar?

Wanneer wordt blaaskanker vermoedt?

Komen tumoren van de urethra vaak voor?

Wat is een carunkel?

Hoe wordt een carunkel ook wel genoemd?

15 Aandoeningen van Geslachtsorganen en Mammae

15.1 Mannelijke geslachtsorganen


1. Waar wordt sperma aangemaakt?

Wat zijn de Nederlandse benamingen van testes?

Wat is het enkelvoud van testes?

Wat is de medische benaming van een geslachtsklier?

. Wat is de medische term voor de vorming van sperma?

_ Wat is een spermatozo?

. Wat betekent spermatozo letterlijk?=Spermadiertje.

8. Wat is de epididymis?

9. Hoe wordt de epididymis ook wel genoemd?

10. Waaruit bestaat de epididymis eigenlijk?

Een bijeengefrommelde buis van 5 meter lengte.

11. Wat is de medische benaming van de afvoerbuis van de epididymis?

12. Wat is de Nederlandse benaming van de afvoerbuis van de epididymis?

13. Waar mondt de afvoerbuis van de epididymis in uit? V

14. Wat is de vesicula seminalis?

15. Wat is de Nederlandse naam van de vesicula seminalis?

16. Wat produceert de vesicula seminalis?

17. Wat wordt door de spermatozoën als energiebron gebruikt?

18. Wat komt samen net voor de prostaat?

19. Welke drie substanties bevat het ejaculaat?

20. Wat wordt waar toegevoegd aan het zaad?

21. Welke orgaantjes produceren testosteron?

22. Waar liggen de orgaantjes bedoeld bij vraag 21?

23. Welke twee functies heeft testosteron?

15.1.2 Cryptorchisme= Cryptorchisme is een aandoening/toestand waarbij een of beide testikels wel
aanwezig zijn, maar niet op de juiste plaats, namelijk in het scrotum.

1. Waar worden de testes in eerste instantie aangelegd?

2. Via welk kanaal dalen de testes voor de geboorte af naar het scrotum?
15.1 Mannelijke geslachtsorganen

1. Waar wordt sperma aangemaakt?

Wat zijn de Nederlandse benamingen van testes?

Wat is het enkelvoud van testes?

Wat is de medische benaming van een geslachtsklier?

. Wat is de medische term voor de vorming van sperma?

_ Wat is een spermatozo?

. Wat betekent spermatozo letterlijk?

Spermadiertje.

8. Wat is de epididymis?= De bijbal of epididymis is het orgaan dat bij de man achter de teelbal
(testis) in de balzak (scrotum) is gelegen. Het is een langwerpig orgaantje dat bestaat uit de
afvoergangen die vanuit de teelbal komen. Hier verzamelen zich de rijpe spermacellen (spermatozoa)
tot de eerstvolgende zaadlozing (ejaculatie).

9. Hoe wordt de epididymis ook wel genoemd?

10. Waaruit bestaat de epididymis eigenlijk?

Een bijeengefrommelde buis van 5 meter lengte.

11. Wat is de medische benaming van de afvoerbuis van de epididymis?

12. Wat is de Nederlandse benaming van de afvoerbuis van de epididymis?

13. Waar mondt de afvoerbuis van de epididymis in uit? V

14. Wat is de vesicula seminalis?

15. Wat is de Nederlandse naam van de vesicula seminalis?

16. Wat produceert de vesicula seminalis?

17. Wat wordt door de spermatozoën als energiebron gebruikt?

18. Wat komt samen net voor de prostaat?

19. Welke drie substanties bevat het ejaculaat?

20. Wat wordt waar toegevoegd aan het zaad?

21. Welke orgaantjes produceren testosteron?

22. Waar liggen de orgaantjes bedoeld bij vraag 21?

23. Welke twee functies heeft testosteron?


15.1.2 Cryptorchisme

1. Waar worden de testes in eerste instantie aangelegd?

2. Via welk kanaal dalen de testes voor de geboorte af naar het scrotum?

Wat is de Nederlandse benaming voor het kanaal bedoeld bij 2? Lieskanaal.

Wat is het scrotum?

. Wat is cryptorchisme?

_ Wat gebeurt er met een niet afgedaalde testis?

_ Wat is het gevaar van een niet afgedaalde testis?

15.1.3 Epididymitis

_ Wat is epididymitis?

Wat is meestal de primaire oorzaak van epididymitis?

Welke twee oorzaken zijn soms ook primair?

Wat is de Nederlandse benaming van epididymitis?

Wat kunnen er ontstaan als epididymitis chronisch wordt?

Wat is extirpatie?

. Wanneer wordt extirpatie toegepast bij epididymitis?

15.1.4 Phimosis= De medische term voor de voorhuid is preputium. De medische term voor
vernauwing van de opening van de voorhuid is phimosis.

_ Wat is phimosis? =Fimosis of voorhuidsvernauwing is een aangeboren of (door infectie) verkregen


vernauwing van de voorhuid (praeputium).

Wat is het preputium?

Wat is de glans penis?

Hoe kan phimosis ontstaan?

Waarom moet phimosis chirurgisch gecorrigeerd worden?

15_1_5 Prostaatcarcinoom

1. Komen prostaatcarcinomen veel voor?

2. Waarom veroorzaken prostaatcarcinomen vaak geen symptomen?

_ Overlijden veel patiënten aan prostaatcarcinomen?


_ Komt het vaak voor dat prostaatcarcinomen dezelfde symptomen geven als

prostaathypertrofie?

_ Komen prostaatcarcinomen en prostaathypertrofie ook tegelijkertijd voor?

_ Hoe vindt screening op prostaatkanker plaats?

. Waarvan is PSA de afkorting?

Geven de onderzoeken zoals hiervoor gevraagd, definitief uitsluitsel?

9. Op grond van welk onderzoek kan een definitieve diagnose worden gesteld?

10. Welke remedies tegen prostaatkanker kunnen worden toegepast?

11. Waarop is de hormonale behandeling gericht?

12. Wat is orchidectomie?

13. Wat wordt uitgeschakeld door orchidectomie?

14. Waan/an is orchis een synoniem?

15_1.6 Prostaathyperplasie

_ Vanaf welke leeftijd treedt hyperplasie van de prostaat op?

_ ls deze hyperplasie goedaardig of kwaadaardig?

_ Waar vindt de hyperplasie met name plaats?

_ Waardoor ontstaan mictieproblemen?

_ Wat zijn mictieproblemen?

. Wat ontstaat als gevolg van mictieproblemen in de ureters en het nierbekken?

_ Waarom ontstaat een verhoogde kans op ontstekingen?

Hoe wordt het probleem opgelost?

15_1.7 Seminoma testis

1. Wat zijn de belangrijkste aandoeningen van de testes?

2. Wanneer komt de aandoening bedoeld bij 1. het meest voor?

3. Wat is de meest voorkomende maligne tumor in de testes?

4. Wat is een seminoma testis?

Een tumor van het kiemepitheel.


5. Waar ontstaan de metastasen van seminoma testis?

6. Hoe vinden de metastasen naar de longen plaats?

7. Hoe vinden de metastasen naar de lymfknopen langs de aorta plaats? =Lymfogeen.

8. Welke therapieën worden toegepast?

9. Hoe is de prognose?

10. Hoe is de prognose van andere maligne tumoren van de testes?

15.1.8 Torsio testis

1. Wat is torsio testis?= is een pijnlijke aandoening waarbij de zaadstreng naar de zaadbal (testikel) is
gedraaid (torsio betekent draaiing). Hierdoor wordt de bloedtoevoer naar de zaadbal afgekneld.

2. Wat is het vas deferens?= kanaal dat mannelijke zaadcellen naar de voortplantingsorganen voert

3. Wat zijn de symptomen van een torsio testis?

Heftige pijn aan het sorotum, zwelling, misselijkheid en braken.

4. Op welke termijn moet chirurgisch worden ingegrepen? V

Binnen vijf uur.

15.1.9 Tumoren van de penis

1. Komt peniskanker veel voor?

2. Als ze voorkomen, welke carcinomen betreft het dan meestal?

Waaruit ontstaan de carcinomen van de penis meestal?

Waardoor kunnen kleine, onregelmatige verdikkingen aan de binnenzijde van het

preputium ontstaan?

5. Wat zijn de verdikkingen bedoeld bij vraag 4?

6. Zijn ze goedaardig of kwaadaardig?

P?

15.2 Vrouwelijke geslachtsorganen

1. Waaruit bestaan de vrouwelijke geslachtsorganen?

Wat is de Nederlandse benaming voor een ovarium?

. Wat is een ovarium?

Wat is de medische term voor geslachtsklier?


Wat is de Nederlandse benaming voor een tuba?

. Welke vorm heeft het begin van een tuba? V.

_ Wat bevindt zich in het begin van een tuba?

Waar sluit het einde van een tuba op aan?

9. Wat is de Nederlandse benaming voor uterus?

10. Wat is de vorm en de grootte van de uterus?

11. Hoe wordt het brede deel boven de ingangen van de tubae genoemd?

12. Hoe noemt men het grote middendeel van de uterus?

13. Wat is de naam van het smalle onderstuk van de uterus?

14. Hoe noemt het gedeelte van de uterus dat in de vagina uitsteekt?

15. Wat is de cervixprop?

16. Tussen welke twee onderdelen van de geslachtsorganen ligt de vagina als verbinding?

17. Waaruit bestaat de vulva?

18. Wat is het preputium?

19. Waardoor blijven de inwendige geslachtsorganen van de vrouw op hun plaats?

20. Waarom vervult de cervixprop en belangrijke functie?

21. Wanneer worden de vrouwelijk eicellen gevormd?

22. Hoeveel eicellen heeft een meisje aan het begin van de puberteit?

23. Waar bevinden de eicellen zich?

24. Wat is bijzonder aan de celnesten waarin de eitjes liggen?

25. Onder invloed van welk hormoon ontwikkelen celnesten zich tot follikel?

26. Hoeveel follikels komen normaliter per maand tot rijping?

27. Welk hormoon produceren follikelcellen?

28. Wat wordt hierdoor in de uterus gestimuleerd?

29. Wat gebeurt met de ruimte waarin de eicel zich bevindt?

30. Wat is de ovulatie?

31. Onder invloed van welk hormoon vindt ovulatie plaats?


32. Welke reis onderneemt de eicel vervolgens?

33. Wat is het corpus luteum?

34. Onder invloed van welk hormoon wordt het corpus luteum gevormd?

35. Wat is luteïne?

36. Waar komt de naam geel lichaampje vandaan?

37. Welke hormonen produceert het corpus luteum?

38. Wat zijn de twee taken van progesteron?

39. Tot hoe lang blijft in geval van zwangerschap het corpus luteum functioneren?

40. Wat gebeurt er als er geen zwangerschap ontstaat?

41. Wat is de medische term voor menstruatie?

15.2.1 Climacterium

1. Welke periode wordt het climacterium genoemd?

2. Wat is de menopauze?

3. Wat zijn opvliegers?

15.2.2 Endometriose

. Wat is -endo-?

. Waarvan is metra een synoniem?

. Wat betekent -ose-?

_ Wat is endometriose?= Wat is endometriose? Een aandoening die zich uit in hevige menstruatie
klachten. Endometriose is een ziekte waarbij weefsel dat lijkt op baarmoederslijmvlies
(endometrium) buiten de baarmoederholte voorkomt. Dit weefsel zit op het buikvlies en/of andere
organen in de onderbuik. Het “groeit” daar, en zorgt voor een chronische ontsteking met een scala
van klachten.

_ Waar komt endometriose het meest voor?

. Wat kan na verloop bij deze aandoening ontstaan?

. Hoe reageert het endometriumweefsel op hormonen?

. Wat zijn daan/an de gevolgen?

Wat zijn endometriosecysten?

15.2.3 Menopauze
1. Wanneer treedt in het algemeen de menopauze op?

2. Wat is een Nederlandse naam voor menstruatie?

15.2.4 Ontstekingen

. Wanneer ontstaan de meeste ontstekingen van de vulva en de vagina?

_ Waardoor ontstaan deze infecties juist in die periode?

Wie hebben een groter risico op ontstekingen van de vulva?

Wat is endometritis?

Waardoor komt endometritis weinig voor?

Wat kan optreden na een abortus?

Wat is salpingitis?

Wat zijn twee oorzaken waardoor salpingitis kan ontstaan?

9. Waarvan is salpinx een synoniem?

10. Wat is meestal de primaire oorzaak als de ovaria ontstoken raken?

15.2.5 Tumoren van de vrouwelijke geslachtsorganen

1. Zijn tumoren aan de ovaria zeldzaam?

2. Wanneer komen tumoren van de ovaria het meest voor?

3. Waardoor ontstaan erin de ovaria verschillende typen tumoren?

Omdat de ovaria zelf uit verschillende celtypen zijn opgebouwd.

_ Wat zijn adenomen?

. Waarom hebben de carcinomen van de ovaria vaak een slechte prognose?

. Wat zijn dermoïdcysten?

. Waar ontstaat het corpuscarcinoom?

. Waarom is het corpuscarcinoom een adenocarcinoom?

9. Bij wie komt het corpuscarcinoom het meest voor?

10. Wanneer is de prognose gunstig?

11. Wat is het gevolg van (te) late ontdekking van een corpuscarcinoom?

12. Wat is in de menopauze verdacht?


13. Waarvan is hystera een synoniem? J

14. Welke drie benamingen ken je voor baarmoeder?

Uterus, metra en hystera.

15. Wat is hysterectemie?

16. Welke organen worden bij hysterectemie vaak ook venlvijderd?

17. Welke tumoren ontstaan in de wand van de uterus?

18. Wat kan er optreden als tumoren in de wand van de uterus erg groot worden?

19. Waarom is een goedaardige tumor in de wand van de uterus een leiomyoom?

20. Wat is een cervixcarcinoom?

21. ls een cervixcarcinoom zeldzaam?

22. Wat voor soort tumor is een cen/ixcarcinoom meestal?

23. Waar ontstaat baarmoederhalskanker meestal?

24. Hoe noemt men het deel van de cen/ix dat in de vagina uitmondt?

25. Hoe ver van te voren ontstaan er al atypische cellen als voorbode van een

cervixcarcinoom?

26. Hoe worden deze symptomen genoemd?

27. Wat is een Pap-test?

Er wordt een beetje weefsel van de portio geschraapt dat vervolgens wordt onderzocht

op tumorcellen. V

28. Wat betekent Pap-1.

29. Wat betekent Pap-2.

30. Wat betekent Pap-3.

31. Wat betekent Pap-4.

32. Wat betekent Pap-5.

33. Waar komt het woord Pap-test vandaan?

Van de Grieks-Amerikaanse patholoog Papanicolaou. Het uitstrljkje wordt ook wel

Pap-smear genoemd.
34. Wat ontstaat soms bij vrouwen die last hebben van witte vloed?

35. Zijn de verschijnselen bedoeld bij 34. goedaardig of kwaadaardig?

36. Waardoor worden ze meestal veroorzaakt?

37. Komen carcinomen van de vagina en de vulva vaak voor?

(X)\lO)U`I-5

15.2.6 Tubaire graviditeit

1. Wat is extra-uterlene-graviditeit?

. Waar heeft de bevruchte eicel zich genesteld bij tubaire graviditeit?

_ Wat is een risico bij tubaire graviditeit?

Wat is een ruptuur?

_ Wat kan er ontstaan als gevolg van een tubaire ruptuur??

15.3 Mammae

1. Wat wordt bedoeld met de stelling dat borstklieren bij mannen rudimentair zijn?

_ Waarin ligt het klien/veefsel van de vrouwelijke borst ingebed?

Vormt het klierweefsel een groot of een klein deel van de borst?

_ Wat bepaalt de omvang van de borst?

_ Wat bepaalt de stevigheid van de borst?

_ Wanneer worden de borstklieren melkklieren?

_ Waardoor wordt de melk in de melkgangen voortgestuwd?

15.3.1 Mastopathie

1. Wat is mastopathie?

Wat is dysplasie?

Waaruit kunnen de veranderingen bestaan die mastopathie veroorzaken?

Wat is hyperplasie?

Wat is atrofie?
Tast mastopathie altijd de hele borst aan?

15.3.2 Tumoren van de borst

1. Welke tumoren komen het meest voor bij jonge vrouwen?

_ Hoe voelen deze tumoren aan?

Wat is een melkgangpapilloom?

Wat kan een melkgangpapilloom veroorzaken?

Wat is bij vrouwen de meest voorkomende maligne tumor?

Wat is de medische term voor een borsttumor?

. ln welk weefsel ontstaan de meeste tumoren in de borst?

Waar komt borstkanker het meest voor?

Aan de buiten/bovenkant van de borst. Dat is het laterocraníale kwadrant.

9. Waarheen metastaseren borsttumoren meestal het eerst?

10. Welke organen worden in een later stadium vaak getroffen door metastasen van

borstkanker?

11. ls borstkanker in de familie een reden tot waakzaamheid?

12. Wat betekent het tijdstip van de diagnose voor de prognose?

13. Wat is de prognose van borstkanker bij mannen?

15.4 Gynecomastie _

1. Wat is gynecomastie?

2. ls gynecomastie tijdens de puberteit abnormaal?

Waardoor kan gynecomastie op hoge leeftijd ontstaan?

Door welke andere oorzaken kan ook gynecomastie ontstaan?

15.5 Gonoroe

1. Wat is een SOA?

2. Welk micro-organisme veroorzaakt gonoroe?

3. Hoe wordt gonoroe ook wel genoemd?

Druiper.
4. Welke delen van de anatomie kunnen geïnfecteerd raken?

5. Wat zijn de syymptomen?

6. Zijn de symptomen bij mannen en vrouwen gelijk?

15.6 Syfilis

1. Hoe wordt syfilis ook wel genoemd?

Door welk micro-organisme wordt syfilis veroorzaakt?

Waar vindt de besmetting plaats?

Welke stadia kent syfilis?

Waar komt de naam -harde sjanker- vandaan?

Wat is de medische term voor de pijnloze zweer tijdens het eerste stadium?

. Hoe noemt men het eerste stadium?

_ Welke periode omvat het tweede stadium?

9. Hoe noemt men het tweede stadium?

10. Wat zijn de symptomen tijdens het tweede stadium.

11. Voelen de patiënten zich tijdens het tweede stadium ziek?

12. Wanneer ontstaat het derde stadium?

13. Hoe wordt het derde stadium genoemd?

14. Wat is de latente periode?

15. Hoe lang kan de latente periode duren?

16. Wat ontstaat er tijdens het derde stadium?

17. Welke organen worden aangedaan tijdens het derde stadium?

18. Wat is congenitale syfilis?

19. ln welke periode verkeert de moeder als de vrucht met syfilis wordt besmet?

20. ln welke periode is de prognose bij syfilis ook na behandeling slecht?

21. Waarom is de prognose slecht?

15.7 Herpes genitalis

1. Welk micro-organisme veroorzaakt herpes genitalis?


2. Wat kan het ongeboren kind van een besmette moeder oplopen?

3. Wanneer moet een geboorte bij een moeder met herpes genitalis met de keizersnede

worden uitgevoerd?

4. Wat is de medische term voor keizersnede?

Sectio caesarea. De naam komt van de Romeinse keizer Julius Caesar van wie wordt

gezegd dat hij na de dood van zijn moeder is geboren door middel van deze

chirurgische ingreep.

5. Wat kunnen de gevolgen zijn als de baby tijdens de geboorte wordt besmet met het

herpes virus?

6. Zijn er medicijnen tegen het herpes virus?

15.8 Chlamydia

1. Welk micro-organisme veroorzaakt chlamydia?

. Wat is kenmerkend voor dit micro-organisme?

. Waarom is het geen virus?

. Wat zijn na besmetting de symptomen bij de man?

. Wat zijn bij de vrouw de symptomen?

. Komen de symptomen altijd voor?

_ Waar kan besmetting plaats vinden?

Binnen welke periode verdwijnen de klachten bij een groot aantal patiënten?

_ Wat zijn ernstige complicaties die kunnen voorkomen?

Bij' vrouwen chronische pijnklachten, buitenbaarmoeder/ijke zwangerschappen en

onvruchtbaarheid.

10. Wat is zo verraderlijk aan chlamydia bij vrouwen?

1. Wat ontstaat soms als complicatie bij mannen?

6 Aandoeningen van het Endocriene Systeem

. Wat is het verschil tussen endocriene klieren en diffuse endocriene organen?

_ Wat zijn twee voorbeelden van diffuse endocriene organen?


. Wat vormen het zenuwstelsel en endocriene systeem voor het lichaam?

_ Door middel van welke klier zijn het zenuwstelsel en het endocriene systeem met

elkaar verbonden?

6.1 Algemene endocriene hyperfunctie

. Welke hormoonklier heeft een centrale rol in het endocriene systeem?

. Welke systeem heeft grote invloed op de hypofyse?=

_ Via welke klier wordt de hypofyse beïnvloedt?= hypothalamus

_ Wat zijn glandotrope hormonen?=

Wat is de medische term voor klieren?

Welk gevolg heeft afwijkend functioneren van de hypofyse?

Wat wordt bedoeld met de constatering dat een klier secundair hyperplastisch is?

Wanneer is een klier primair hyperplastisch?

ls de oorzaak van primaire hyperplasie altijd duidelijk? -

Waardoor wordt een hyperfunctie soms veroorzaakt?

16.2 Algemene endocriene hypofunctie

Welke vier mogelijkheden zijn er om een hypofunctie van een endocriene klier wel of

niet te verklaren?

Waardoor kan atrofie van een klier ontstaan?

Wat is synthese?

Welke klier maakt thyroxine?

Wat is substitutietherapie?

Kun je een voorbeeld geven van substitutietherapie? Ja is niet voldoende!

16.3 Hypofyse

Welke afwijking leidt tot reuzengroei? J

Wat is acromegalie?= Acromegalie is een niet-aangeboren en zeer zeldzame aandoening van de


hypofyse. De hypofyse is een klein kliertje onder aan de hersenen. ... Als in een bepaald deel van de
hypofyse een - meestal - goedaardige tumor zich ontwikkelt, kan overmatige groei van lichaamsdelen
ontstaan en spreken we van acromegalie.

Wat ontstaat door overproductie van ACHT?

Welke vorm van dwerggroei wordt hypofysaire dwerggroei genoemd?

Wat is achondroplasie?

Wat is het syndroom van Sheehan?

ls het syndroom van Sheehan een veel voorkomend probleem?

Bij welke gebeurtenis ontstaat het syndroom van Sheehan soms?

16.3.1 Tumoren van de hypofyse

Welke carcinomen van de hypofyse worden beschreven?

Welke drie typen adenomen van de hypofyse worden onderscheiden?

Wat zijn de gevolgen van het adenoom dat geen hormonen produceert?

Wat is het gevolg van het adenoom van de hypofyse dat groeihormoon produceert?

Wat is het gevolg van het adenoom van de hypofyse dat ACTH produceert?

16.4 Aandoeningen van de Bijnieren

Wat is de medische term voor bijnieren?

ls een hyperfunctie van de bijnieren primair of secundair? V

Welke drie afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van een hyperfunctie van de

bijnieren?

Waardoor ontstaat het syndroom van Cushing?

Wat zijn de kenmerken van het syndroom van Cushing?

Door welke afwijking ontstaat het syndroom van Cushing meestal?

Waardoor ontstaat het syndroom van Conn?

Wat is het gevolg van een te hoge aldosteronspiegel?

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Conn?

Wat is virilisatie?

Welke hyperfunctie leidt tot virilisatie?


Wat kan als gevolg van virilisatie bij vrouwen ontstaan?

Komt ernstige virilisatie bij vrouwen vaak voor?

Wat is de belangrijkste aandoening als gevolg van hypofunctie van de bijnieren?

Waardoor ontstaat het syndroom in de meeste gevallen?

16. Welke stoffen worden bij het syndroom van Addison te weinig door de bijnieren

aangemaakt?

17. Wat houden de nieren bij het syndroom van Addison teveel vast.

18. Wat scheiden de nieren bij het syndroom van Addison teveel uit?

19. Wat zijn de symptomen van het syndroom van Addison?

Lage bloeddruk, zwakte, vermoeidheid, duizelig, pigmentatie en blauwzwarte

verk/euringen rond lippen, tepels, geslachtsorganen en rectum.

16.4.1 Tumoren van de bijnieren

1. Komen carcinomen van de bijnieren veel voor?

. Komen benigne tumoren van de bijnieren veel voor?

Wat is het feochromocytoom?

. Welke stoffen produceert het feochromocytoom?

. Wat is het gevolg van de toegenomen productie van de stoffen bedoeld bij vraag 4?

. Welke twee oorzaken veroorzaken soms in de bijnieren een verhoogde productie van

corticosteroïden?

7. Welk syndroom ontstaat als gevolg van overproductie van corticosteroïden?

16.5 Schildklier

1. Wat is de medische term voor schildklier?

_ ls de behoeft aan thyroxine stabiel?

ls de omvang van de schildklier altijd hetzelfde?

Wat is struma?

. Hoe wordt struma ook wel genoemd?

. Welke twee functies zijn mogelijk bij struma?


Waarom kan bij een hypofunctie struma ontstaan?

Omdat de schildklier toch zijn best blijft doen om voldoende thyroxine te produceren.

8. Wanneer ontstaat bij struma soms wel een hyperfunctie?

Als de schildklier hyperplastisch wordt zonder dat daar een noodzaak toe bestaat. Dit

kan primair of secundair zijn.

9. Wanneer is de schildklier secundair hyperplastisch?

10. Wat is een niet-toxisch struma?

11. Wat is onontbeerlijk voor de productie van thyroxine?

16.5.1 Hyperthyreoïdie

1. Wat is hyperthyreo'idie?

_ Wat zijn de symptomen van hyperthyreoïdie?

. Komen alle symptomen altijd tegelijkertijd bij alle patiënten voor?

. Wat is een toxisch struma?

. Wat is de ziekte van Graves-Basedow?

Wat is exoftalmus? `

. Wat voor soort ziekte is de ziekte van Graves-Basedow?

. Waarom de ziekte van Graves-Basedow een toxisch struma?

Welke aandoening ontstaat als de hypofyse teveel TSH produceert?

Wat is het gevolg als het terugkoppelingsmechanisme van de hypofyse ten opzichte

van thyroxine niet werkt?

16.5.2 Hypothyreo'|'die

1. Wat is hypothyreoidie?

2. Wat weetje over congenitale hypothyreoïdie?

Welke symptomen wijzen op hypothyreoïdie?

Wanneer spreekt men bij hypothyreoïdie van myxoedeem?

Wat is myxoedeem?

Hoe ziet myxoedeem er uit?


Waarin verschilt myxoedeem van “gewoon"oedeem?

Welke ziekte veroorzaakt de meeste gevallen van hypothyreoïdie?

Waardoor ontstaat deze ziekte?

Bij wie komt de ziekte bedoeld bij vraag 8 het meest voor?

Bij welke therapie ontstaat ook vaak hypothyreoïdie?

16.5.3 Tumoren van de schildklier

1.

o›o14>ç.or\›

Wat produceert een adenoom van de schildklier?

ls een adenoom goedaardig of kwaadaardig?

Wat is een toxisch adenoom?

ls een toxisch adenoom kwaadaardig?

Bij wie komen de meeste schildkliercarcinomen voor?

Produceren schildkliercarcinomen in het algemeen gesproken thyroxine?

16.6 Bijschildklieren

Wat is de medische benaming van bijschildklieren? V

Welke stofwisseling reguleren de bijschildklieren?

Welk hormoon produceren de bijschildklieren?

Welke uitscheiding stimuleert het parathormoon?

Wat is de primaire functie van de bijschildklieren.

Het op peil houden van het calciumgehalte in het bloed?

Hoe bewerkstelligt het parathormoon het juiste niveau aan calcium in het bloed?

Door en/oor te zorgen dat voldoende calcium in de darmen wordt opgenomen. Zo

nodig kan ook calcium aan de botten onttrokken worden om het niveau in het bloed te

verhogen.

Hoe “weten"de bijschildklieren of het niveau aan calcium in het bloed voldoende is?
Door een terugkoppelinsmechanisme.

16.6.1 Hyperparathyreo'|'die

Wat is hyperparathyreo'|'die?

Waardoor kan overproductie van het parathormoon ontstaan

- primaire hyperplasie;

- adenomen;

- secundair door nierinsufficiëntie. V

Welke toestand ontstaat in het bloed door hyperplasie en adenomen?

Wat gebeurt er met de botten bij hyperplasie en adenomen?

Wat is demineralisatie van het bot?

Wat is osteomalacie?

Wat is osteoporose?

Waardoor kunnen in dit verband nierstenen ontstaan?

Waarvan zijn nierstenen vaak het eerste symptoom?

Waarom ontstaat hyperplasie bij nierinsufficiëntie?

Wat is hypercalciëmie?

Waartoe leidt chronisch calciumverlies in de nieren?

Wat is hypocalciëmie?

16.6.2 Hypoparathyreo'|'die

Een ileus is een plotselinge verstoring in de passage van voedsel door de darm. Een ileus wordt ook
wel een darmafsluiting genoemd. Voedsel kan het lichaam dan niet als ontlasting verlaten. ... Een
ileus kan zowel in de dunne als in de dikke darm optreden. 64

Levercirrose is een aandoening waarbij het normale leverweefsel vervangen wordt door
littekenweefsel (bindweefsel ofwel fibrose). Het proces van verlittekening verloopt meestal
geleidelijk. Het littekenweefsel tast de normale structuur en de aangroei van de levercellen aan.

You might also like