You are on page 1of 14

HOOFDSTUK 2

HET GENETISCH MATERIAAL

2.1 Inzoomen op het DNA


De isolatie van DNA uit cellen is een eerste stap in heel wat biotechnologisch onderzoek, zoals bij een
vaderschapstest.
Voor deze isolatie maak je eerst het weefsel en dus ook de cellen mechanisch stuk door ze te pletten.
Daarna breek je de membranen die rond de cel en de celkern zitten af met behulp van een zeepoplossing.
Zo kan het DNA uit de celkern vrijkomen.

Onderzoeksvraag
Hoe ziet DNA eruit?
Hypothese
■■ als een lange gekleurde streng
■■ als een lange witte streng
■■ als een gekleurd bolletje
■■ als een wit bolletje
Benodigdheden
rijpe kiwi – scherp mes – snijplank – warmwaterbad van 60 °C – maatbeker van 500 ml – maatcilinder –
thermometer – glazen roerstaaf – filtreerpapier – trechter – ethanol 95° – natriumchloride (NaCl) –
ijswaterbad
Werkwijze
• Schil een rijpe kiwi.
• Snijd de kiwi in heel kleine stukjes.
• Voeg 90 ml gedestilleerd water toe.
• Weeg 3 g NaCl af en voeg die toe, samen met 10 ml vloeibare afwaszeep of detergent.
• Roer tot je een homogeen mengsel hebt. Vermijd schuimvorming!
• Warm een waterbad op tot 60 °C en plaats het mengsel gedurende 15 minuten in het waterbad.
• Plaats het mengsel 5 minuten in een ijswaterbad en roer voortdurend.
• Filtreer het mengsel en giet het filtraat in een reageerbuis tot ongeveer 4 cm hoog.
• Houd de reageerbuis schuin en laat 9 ml ijskoud ethanol langs de wand van de reageerbuis lopen,
zodat je twee lagen krijgt. Meng het ethanol en het filtraat zo weinig mogelijk.
• Laat de reageerbuis een dag staan.
Waarneming
1. duidelijke scheiding tussen het filtraat en het ethanol
2. vorming van slijmerig, wit ‘spinsel’
3. DNA duidelijk zichtbaar in ethanollaag
Besluit
DNA ziet eruit als witte strengen.

HooFDStUK 2 - HEt gEnEtiSCH MatEriaal 17


In deze witte strengen zit je DNA verborgen. Als je het DNA van één cel van de mens zou uitrafelen, dan
zou het een lengte van twee meter in beslag nemen. In die vorm kan DNA onmogelijk in een celkern
gestopt worden! De cel moet het DNA dus op compacte wijze verpakken, zodat het in de celkern past.

De DNA-molecule is op een zodanige manier gedraaid dat ze een dubbele helix vormt. Het DNA wordt in
de celkern opgerold rond eiwitten. Samen zijn ze compacter dan het DNA apart. Deze opgerolde structuur
wordt chromatine genoemd.

celkern
chromatine

eiwit

eiwit DNA

DNA chromatine

Je kunt dit vergelijken met hoe jij jouw oortjes uit de knoop houdt. Je rolt
ze op, zodat ze minder ruimte innemen.
Het genetisch materiaal wordt op dezelfde manier compact gemaakt,
namelijk door het op te rollen of te spiraliseren.

Dit chromatine kan op een nog compactere manier opgerold worden tot
een chromosoom. Dat gebeurt enkel bij cellen die zich voorbereiden om te gaan delen.

a Plaats de volgende begrippen op de juiste plaats.


Kies uit: DNA dubbele helix, eiwit, chromatine en chromosoom.

chromosoom

chromatine

eiwit

DNA dubbele helix

18 Voortplanting
b Plaats de volgende begrippen in de juiste kolom.
Kies uit: DNA dubbele helix, eiwit, chromatine, chromosoom, celkern en cel.
lichtmicroscopisch zichtbaar submicroscopisch zichtbaar niet microscopisch zichtbaar

celkern chromatine DNA dubbele helix


cel chromosoom eiwit

c Rangschik van klein naar groot door een cijfer toe te voegen van 1 tot 3. Het cijfer 1 duidt de kleinste
structuur aan.
3 1 2

chromosoom DNA chromatine

Je kunt de dubbele helix vergelijken met een wenteltrap. Voor het bou-
wen van de treden van de DNA-helix heb je nucleotiden nodig. Er zijn vier
verschillende nucleotiden om de wenteltrap te maken. Elk nucleotide
is opgebouwd uit een fosfaatgroep, een suikergroep en een kenmerken-
de base: A, C, T of G. Deze basen vormen de treden van de wenteltrap of
DNA-molecule. Het zijn net puzzelstukken. Elke trede bestaat uit twee
puzzelstukken of basen die perfect in elkaar passen.

C
T
A
G
C
A
T

T A
base
T
A
C
fosfaatgroep
suiker G C
G
G

nucleotide DNA dubbele helix

d Bekijk de volgende figuur. Verbind de basen van het nucleotide die samen een trede van de dubbele
helix vormen.

A C
G T
De puzzelstukken die perfect in elkaar passen, zijn complementair.
De basen A & T en C & G zijn complementair en vormen op die manier de treden van de dubbele helix.
De volgorde van deze treden zorgt voor een unieke code, die noodzakelijk is voor het doorgeven van
commando’s aan de cel. Die unieke code bestaat uit verschillende genen. Een gen is een stuk DNA dat de
code voor één eiwit bevat.

HooFDStUK 2 - HEt gEnEtiSCH MatEriaal 19


e Duid op de figuur de volgende begrippen aan.
Kies uit: DNA, base en gen.

gen gen gen

base

DNA

f Vul de volgende DNA-keten aan met een complementaire streng.

C T G C T G C A C
G A C G A C G T G

2.2 Het DNA in kaart brengen


Hieronder zie je een voorstelling van de chromosomen van een menselijke cel. Het gaat hier over de
chromosomen in één celkern. Deze manier van voorstellen heet een karyogram.

a Hoeveel chromosomen tel je hier? 46

b Zijn dat allemaal verschillende chromosomen?


Nee, doordat ze in paren gerangschikt zijn heb je maar 23 verschillende types
chromosomen die elk twee keer voorkomen.

c Hoeveel chromosomen krijg je van je mama? Hoeveel van je papa? 23 en 23

d Omcirkel de chromosomen die je van één ouder gekregen hebt in het blauw.

20 Voortplanting
De normale lichaamscellen zijn diploïd. Dat betekent letterlijk dat elk type chromosoom twee keer
(diploïd) voorkomt: dus 23 paar of symbolisch 2n.

e Geef drie voorbeelden van lichaamscellen.


spiercel, huidcel, haarcel
De voortplantingscellen bezitten maar de helft van de chromosomen in vergelijking met de normale
lichaamscel.
De voortplantingscellen van de mens bevatten 23 chromosomen. Dat noem je haploïd, want voor elk
type chromosoom is er maar één exemplaar aanwezig. Symbolisch stel je dit voor als n.

f Welke voortplantingscellen bestaan er?


eicellen en zaadcellen
Wanneer de kernen van de haploïde voortplantingscellen versmelten, vormen ze een bevruchte eicel met
46 chromosomen. Vanuit deze diploïde cel kan opnieuw een organisme groeien. Hiervoor zijn ontzettend
veel celdelingen nodig.

g • Zet de begrippen op de juiste plaats.


Kies uit: eicel, zaadcel, bevruchte eicel, haploïde cel (2x) en diploïde cel.
• Noteer bij elke cel het aantal chromosomen.

cel cel
celkern celkern
zaadcel eicel
haploïde cel haploïde cel
23 chromosomen 23 chromosomen

celkern
bevruchte eicel
diploïde cel
46 chromosomen
cel

• Het DNA bevat onze erfelijke informatie.


• De DNA-molecule is gedraaid tot een dubbele helix. Die dubbele helix wordt op zijn beurt rond
eiwitten gedraaid tot chromatine. Die chromatine kan verder spiraliseren tot chromosomen als de
cel gaat delen.
• De DNA-molecule is opgebouwd uit nucleotiden. Er zijn vier verschillende nucleotiden met elk
een specifieke base: A, T, G en C.
• De basen A & T en C & G zijn complementair.
• Een gen is een stuk DNA dat de code voor één eiwit bevat.
• Een karyogram is een voorstelling van de chromosomen van een cel.
• Lichaamscellen zijn diploïd; voortplantingscellen zijn haploïd.

HooFDStUK 2 - HEt gEnEtiSCH MatEriaal 21


2.3 Celdeling
Een mens ontstaat uit de versmelting van twee voortplantingscellen met elk hun unieke DNA. Uiteindelijk
groeit die samengesmolten cel uit tot een volwassen persoon. Hiervoor zijn celdelingen nodig.

a Kruis aan wat er op de foto gebeurt.

x ■ groei en herstel
■ x ■ groei en herstel
■ ■■ groei en herstel x ■ groei en herstel

■■ voortplanting ■■ voortplanting x ■ voortplanting
■ ■■ voortplanting

x ■ groei en herstel
■ ■■ groei en herstel x ■ groei en herstel

■■ voortplanting x ■ voortplanting
■ ■■ voortplanting

Cellen moeten delen om zich te vermeerderen of om voortplantingscellen aan te maken.


De celcyclus bestaat uit een voorbereidingsfase en een delingsfase.

delingsfase

celcyclus

voorbereidingsfase

Er zijn twee verschillende delingen mogelijk in de delingsfase: de mitose, met als doel groei en herstel, en
de meiose, die de vorming van de voortplantingscellen als doel heeft.

2.3.1 De voorbereidingsfase: DNA-replicatie

a Je bent met de klas op excursie geweest en je hebt beloofd om je foto’s met je beste vriend te delen.
Wat is de slimste manier om dat te doen?
■■ Je bewaart de ene helft van de foto’s en geeft hem de andere helft.
x ■ Je kopieert alle foto’s en geeft hem de gekopieerde versie.

• Beargumenteer je keuze.
Als je de helft van je foto’s weggeeft, heb je zelf niet meer alle foto’s.
22 Voortplanting
Vooraleer een cel deelt, is het noodzakelijk dat het genetisch materiaal verdubbeld wordt, waarna het kan
verdeeld worden over de dochtercellen. Het verdubbelen van het DNA heet DNA-replicatie.
Als dat niet gebeurt, dan zou het genetisch materiaal telkens gehalveerd worden tot er niets meer overblijft.

Tijdens de DNA-replicatie zal de DNA-helix uit elkaar gaan. De complementaire basen worden uit elkaar
gehaald, nieuwe nucleotiden worden aangevoerd en tegenover de complementaire basen geplaatst.
Zo ontstaan er uiteindelijk twee identieke DNA-strengen.

CG
G C
G C
T A

b • Vul de bovenstaande figuur aan door de complementaire basen te tekenen.


• Wat stel je vast in verband met de twee verkregen DNA-strengen?
Ze zijn identiek.
Het resultaat is dat de celkern nu delingschromosomen bevat. Dat zijn chromosomen die klaar zijn om te
gaan delen. Het chromosoom heeft twee identieke beentjes. Er zijn nog steeds maar 46 chromosomen in
de celkern aanwezig, maar hun informatie is wel verdubbeld.
De celkern bevat nu een kopie van het volledige DNA (in de vorm van
delingschromosomen) en kan beginnen aan de deling.

Chromosoom wordt Karyogram van cel in rust Karyogram van cel in


delingschromosoom. voorbereidingsfase

• In de voorbereidingsfase wordt het genetisch materiaal verdubbeld tijdens de DNA-replicatie. Het


resultaat is dat er delingschromosomen ontstaan waarin de informatie verdubbeld is. De cel is nu
klaar om te delen.

HooFDStUK 2 - HEt gEnEtiSCH MatEriaal 23


2.3.2 Groei en herstel van lichaamscellen: mitose

a • Hoe kan je haar groeien?


Cellen moeten vermeerderen in aantal.
• Bevat elke haarcel hetzelfde DNA? ja

• Vul het groeiproces van de haarcellen aan op te tekening.

• Kijk naar het eindresultaat. Zijn de cellen identiek? ja

Het groeiproces is een delingsproces waarbij het aantal cellen toeneemt en ze genetisch identiek zijn.
Deze celdeling bij groei heet mitose.
Door vermeerdering van het aantal cellen is er groei of herstel van weefsels mogelijk (bijvoorbeeld bij bot-
breuken of wonden). Als een cel niet meer deelt, dan gaat ze in de rustfase van de celcyclus, want een cel
deelt natuurlijk niet constant. Dat is afhankelijk van het celtype.

• Bij de gewone celdeling of mitose ontstaan er genetisch identieke cellen. Dit proces zorgt voor de
celvermeerdering bij groei en herstel van weefsel.

2.3.3 Halveringsdeling bij voortplantingscellen: meiose

a • Hoe komt het dat je de ogen van je papa hebt, maar de haarkleur van je mama?

Je krijgt informatie van je beide ouders. Je bent geen exacte kopie van je
mama of papa.
• Hoeveel procent van jouw genetisch materiaal krijg je van je mama? Hoeveel procent van je papa?

Je krijgt 50 % van je mama en 50 % van je papa.


Een eicel mag dus net als een zaadcel maar 23 chromosomen bevatten.
Als je deze kernen van de voortplantingscellen laat versmelten, krijg je een constant aantal van 46 chromo-
somen voor elke lichaamscel.

24 Voortplanting
In onze voortplantingsorganen, de teelballen en de eierstokken, vindt een bijzondere celdeling plaats,
namelijk de meiose, die ervoor zorgt dat elke zaad- en eicel maar 23 chromosomen bevat.
De voortplantingscellen of de gameten zijn het resultaat van meiose. Ze bezitten slechts de helft van de
erfelijke informatie.
Je bent niet identiek aan je broer of je zus (tenzij je deel bent van een eeneiige meerling). Nochtans heb-
ben jullie dezelfde ouders … Hoe komen die verschillen dan tot stand?
Jouw zus/broer is ontstaan uit een andere eicel en zaadcel afkomstig van dezelfde ouders. Die eicel en
zaadcel zijn niet identiek aan de eicel en zaadcel waaruit jij ontstaan bent. Je ouders beschikken dus over
unieke zaad- en eicellen.

Door een proces van crossing-over tijdens het eerste deel van de meiose ontstaan deze unieke voort-
plantingscellen. Bij dit proces gaan chromosomen dicht bij elkaar liggen en erfelijke informatie uitwisselen,
zodat ze elk een unieke combinatie krijgen.

Er ontstaan vier genetisch verschillende haploïde cellen.

b Teken zelf bij de volgende figuur het resultaat van de meiose.

• Bij de halveringsdeling of de meiose ontstaan unieke zaad- en eicellen die haploïd zijn. Deze cel-
deling vindt enkel en alleen plaats in de voortplantingsorganen.

HooFDStUK 2 - HEt gEnEtiSCH MatEriaal 25


2.3.4 Wat als er iets fout loopt?
De gemene deler: kanker! tief effect hebben en ervoor zorgen dat er toch fouten
Het lichaam gebruikt voortdurend het proces van ontstaan in de celdeling, zodat de celvermeerdering
mitose om cellen te laten vermeerderen en weefsels te geen rem meer kent. Bij kanker kun je spreken van zo’n
herstellen. Er zijn verschillende ‘controles’ op die de- ongecontroleerde celdeling. De tumorcellen zijn zoda-
lingen, zodat er maar weinig fouten insluipen. Helaas nig veranderd en ze weten van geen ophouden meer.
kunnen uitwendige of inwendige invloeden een nega- Ze blijven steeds verder delen.

Chemotherapie versus radiotherapie


Medicijnen die de celdeling stoppen, vind je bijvoorbeeld terug in de che-
motherapie ter bestrijding van kanker. Men probeert de tumorcellen een halt
toe te roepen door ze niet meer te laten delen. De medicijnen komen via het
bloed overal in het lichaam terecht. Een nadeel is dat andere snel delende
cellen (zoals de haarcellen) ook afgeremd worden om te delen. Hierdoor heb-
ben kankerpatiënten vaak te kampen met haarverlies. Na de chemotherapie
begint het haar opnieuw te groeien.
Bij radiotherapie worden de tumorcellen bestraald met radioactieve straling.
Ze worden op die manier verhinderd om verder te delen. Radiotherapie is
een lokale bestrijding van de tumorcellen.

a Geef enkele uitwendige of inwendige invloeden die een negatief effect kunnen hebben op de celdeling.
roken, alcohol, drugs, genetische aanleg, fijnstof, radioactiviteit …
• Welke behandelingen bestaan er tegen kanker?
chemotherapie, bestraling (radiotherapie), het chirurgisch wegnemen van de
tumor
• Wat is het doel van die behandelingen?
Bij die behandelingen van kanker probeert men de celdeling een halt toe te
roepen.

2.3.5 Factoren die de celdeling beïnvloeden


De celdeling kan positief of negatief beïnvloed worden door allerlei factoren.

a Zet de volgende factoren in de juiste kolom.


Kies uit: hoge temperatuur, lage temperatuur, radiotherapie, chemotherapie en groeihormonen.
celdeling stimuleren celdeling afremmen celdeling stoppen
hoge temperatuur lage temperatuur chemotherapie
groeihormonen radiotherapie

b Waarom bewaar je voedsel het best bij koude temperaturen?


De celdeling van eventuele bacteriën wordt op die manier afgeremd, waar-
door het voedsel langer vers blijft.
c Waarom groeien je nagels sneller in de zomer?
Bij een hogere temperatuur wordt de celdeling gestimuleerd, waardoor je
nagels sneller groeien.

26 Voortplanting
• Er zijn verschillende factoren zoals temperatuur, straling en medicijnen die de celdeling positief of
negatief kunnen beïnvloeden.

2.3.6 Vergelijking mitose/meiose

a • Schrijf de begrippen haploïd en diploïd op de juiste plaats op de figuur.


mitose meiose
diploïde diploïde
lichaamscel lichaamscel

voorbereidingsfase: voorbereidingsfase:
DNA-replicatie DNA-replicatie

diploïde diploïde
lichaamscel lichaamscel

delingsfase: mitose delingsfase: meiose

diploïde diploïde haploïde haploïde haploïde haploïde


lichaamscel lichaamscel voortplantingscel voortplantingscel voortplantingscel voortplantingscel

• Vergelijk het resultaat van beide delingen.


Bij mitose zijn de twee dochtercellen genetisch identiek en diploïd. Bij meio-
se zijn de vier dochtercellen genetisch uniek (dus verschillend) en haploïd.

2.3.7 Ongeslachtelijke voortplanting versus geslachtelijke voortplanting

Ongeslachtelijke voortplanting
Een kloon is een identieke kopie van een organisme.
Je kunt een volledig organisme klonen of enkele cel-
len, die dan een weefsel vormen.

Als men een volledig nieuw individu maakt, spreekt


men van reproductief klonen. Het schaap Dolly was
het eerste schaap dat een kloon was van zijn moeder.
Bij de techniek van klonen wordt een genetisch identiek
organisme gemaakt van een moederorganisme zonder
dat er een zaadcel aan te pas komt! Dolly had dus geen
vader. Reproductief klonen is een techniek met een
lage efficiëntie. Je hebt heel veel pogingen nodig om
uiteindelijk een dier te klonen. Het klonen van mensen
is verboden vanwege ethische bezwaren.

HooFDStUK 2 - HEt gEnEtiSCH MatEriaal 27


Een andere vorm van klonen is therapeutisch klonen. Hierbij kloont men lichaamseigen cellen zodat
nieuwe weefsels ontstaan. Het zou een oplossing kunnen bieden voor het orgaantekort en de lange
donorwachtlijsten. Bovendien is de kans op afstoting uitgesloten, aangezien de patiënt met lichaamseigen
cellen/weefsels behandeld zou worden.

Als er bij de vorming van een nieuw individu geen versmelting van gameten nodig is, dan spreek je van
ongeslachtelijke voortplanting.

Het proces van klonen komt wel onder vuur te liggen door een aantal ethische kwesties.

a Vink de stellingen aan waarin jij je kunt vinden en bedenk argumenten.


■■ Klonen is onnatuurlijk.
■■ Klonen kan leiden tot ‘rasverbetering’.
■■ Klonen vermindert de huidige genetische uniekheid.
■■ Klonen kan leiden tot meer misvormingen.
■■ Ziektes zoals parkinson zouden genezen kunnen worden door zieke cellen te vervangen door nieu-
we ‘gezonde’ lichaamseigen gekloonde cellen.

Geslachtelijke voortplanting
b • Teken de chromosomen in de voortplantingscellen na de meiose.
• Maak alle mogelijke combinaties tussen de eicellen en de zaadcellen.

• Wat stel je vast?


Er zijn veel unieke combinaties mogelijk.
Een willekeurige en unieke eicel vormt samen met een willekeurige en unieke zaadcel een uniek individu.
Meiose heeft als doel variatie te brengen binnen een populatie. Dat is belangrijk voor het voortbestaan van
een soort. Een soort waarin meer verscheidenheid zit, is een sterkere soort en kan beter overleven in een
veranderende omgeving.

Je spreekt van geslachtelijke voortplanting als er een versmelting van gameten is voor het vormen van
een nieuw individu. Bij meiose zullen er unieke gameten gevormd worden, die zullen versmelten tot een
uniek individu.

28 Voortplanting
Samenvatting
Maak zelf een schematische samenvatting van het hoofdstuk.
DNA dubbele
opbouw: nucleotiden met complementaire basen (A&T, C&G)
helix
informatie: genen

chromatine

chromosomen

mitose groei en herstel resultaat: 2 identieke,


lichaamscellen diploïde cellen
celdeling

meïose voortplantingscellen resultaat: 4 verschillende,


of gameten haploïde cellen

beïnvloedende
factoren

ongeslachtelijke voortplanting geslachtelijke voortplanting

Het DNA bevat onze erfelijke informatie. De DNA-molecule is gedraaid tot een dubbele helix. Die dubbele
helix wordt op zijn beurt rond eiwitten gedraaid tot chromatine. Die chromatine kan verder spiraliseren tot
chromosomen als de cel gaat delen.
De DNA-molecule is opgebouwd uit nucleotiden. Er zijn vier verschillende nucleotiden met elk een speci-
fieke base: A, T, G en C. De basen A & T en C & G zijn complementair. Een gen is een stuk DNA dat de code
voor één eiwit bevat. Een karyogram is een voorstelling van de chromosomen van een cel.
De lichaamscellen zijn diploïd. De voortplantingscellen of gameten zijn haploïd.
Cellen moeten delen om zich te vermeerderen of om voortplantingscellen aan te maken. Hiervoor heeft
iedere cel een celcyclus. Die celcyclus bestaat uit een voorbereidingsfase en een delingsfase.
In de voorbereidingsfase wordt het genetisch materiaal verdubbeld tijdens de DNA-replicatie. Het resultaat
is dat er delingschromosomen ontstaan waarvan de informatie verdubbeld is.
Bij de gewone celdeling of mitose ontstaan er genetisch identieke cellen. Dit proces zorgt voor de celver-
meerdering bij groei en herstel van weefsel.
Bij de halveringsdeling of de meiose ontstaan unieke zaad- en eicellen die haploïd zijn. Deze celdeling
vindt enkel plaats in de voortplantingsorganen. Deze unieke cellen kunnen ontstaan door een proces van
crossing-over.
Er zijn verschillende factoren die de celdeling positief of negatief kunnen beïnvloeden, zoals temperatuur,
straling en medicijnen. Chemotherapie en radiotherapie hebben als doel de celdeling van kwaadaardige
tumorcellen te stoppen.
Als er bij de vorming van een nieuw individu geen versmelting van gameten nodig is, dan spreek je van
ongeslachtelijke voortplanting. Je spreekt van geslachtelijke voortplanting als er een versmelting van ga-
meten is voor het vormen van een nieuw individu.

HooFDStUK 2 - HEt gEnEtiSCH MatEriaal 29


Wat zijn de nieuwe begrippen? Vul eventueel zelf aan.
de dubbele helix de celcyclus de kloon
de chromatine de DNA-replicatie reproductief klonen
het chromosoom het delingschromosoom therapeutisch klonen
de nucleotiden de mitose de ongeslachtelijke voortplanting
complementair de meiose de geslachtelijke voortplanting
het gen de gameten
het karyogram crossing-over
diploïd de chemotherapie
haploïd de radiotherapie

Wat wordt er minstens van je verwacht? Vul eventueel zelf aan.


■■ Verklaar de structuur en de bouw van DNA.
■■ Verklaar het belang van de DNA-replicatie en situeer die in de celcyclus.
■■ Vergelijk de mitose en de meiose en interpreteer het resultaat.
■■ Verklaar dat het proces van crossing-over noodzakelijk is voor het verkrijgen van unieke voortplan-
tingscellen.
■■ Licht het belang van geslachtelijke voortplanting toe.
■■ Verklaar het verschil met ongeslachtelijke voortplanting.
■■ Verklaar de noodzaak om het aantal chromosomen constant te houden bij geslachtelijke voortplanting.
■■ Plaats kanker in het verhaal van de celdeling.
■■ Som enkele factoren op die de celdeling beïnvloeden.

■■

■■

■■

■■

■■

■■

■■

■■

■■

■■

30 Voortplanting

You might also like