Professional Documents
Culture Documents
Onderzoeksvraag
Hoe ziet DNA eruit?
Hypothese
■■ als een lange gekleurde streng
■■ als een lange witte streng
■■ als een gekleurd bolletje
■■ als een wit bolletje
Benodigdheden
rijpe kiwi – scherp mes – snijplank – warmwaterbad van 60 °C – maatbeker van 500 ml – maatcilinder –
thermometer – glazen roerstaaf – filtreerpapier – trechter – ethanol 95° – natriumchloride (NaCl) –
ijswaterbad
Werkwijze
• Schil een rijpe kiwi.
• Snijd de kiwi in heel kleine stukjes.
• Voeg 90 ml gedestilleerd water toe.
• Weeg 3 g NaCl af en voeg die toe, samen met 10 ml vloeibare afwaszeep of detergent.
• Roer tot je een homogeen mengsel hebt. Vermijd schuimvorming!
• Warm een waterbad op tot 60 °C en plaats het mengsel gedurende 15 minuten in het waterbad.
• Plaats het mengsel 5 minuten in een ijswaterbad en roer voortdurend.
• Filtreer het mengsel en giet het filtraat in een reageerbuis tot ongeveer 4 cm hoog.
• Houd de reageerbuis schuin en laat 9 ml ijskoud ethanol langs de wand van de reageerbuis lopen,
zodat je twee lagen krijgt. Meng het ethanol en het filtraat zo weinig mogelijk.
• Laat de reageerbuis een dag staan.
Waarneming
1. duidelijke scheiding tussen het filtraat en het ethanol
2. vorming van slijmerig, wit ‘spinsel’
3. DNA duidelijk zichtbaar in ethanollaag
Besluit
DNA ziet eruit als witte strengen.
De DNA-molecule is op een zodanige manier gedraaid dat ze een dubbele helix vormt. Het DNA wordt in
de celkern opgerold rond eiwitten. Samen zijn ze compacter dan het DNA apart. Deze opgerolde structuur
wordt chromatine genoemd.
celkern
chromatine
eiwit
eiwit DNA
DNA chromatine
Je kunt dit vergelijken met hoe jij jouw oortjes uit de knoop houdt. Je rolt
ze op, zodat ze minder ruimte innemen.
Het genetisch materiaal wordt op dezelfde manier compact gemaakt,
namelijk door het op te rollen of te spiraliseren.
Dit chromatine kan op een nog compactere manier opgerold worden tot
een chromosoom. Dat gebeurt enkel bij cellen die zich voorbereiden om te gaan delen.
chromosoom
chromatine
eiwit
18 Voortplanting
b Plaats de volgende begrippen in de juiste kolom.
Kies uit: DNA dubbele helix, eiwit, chromatine, chromosoom, celkern en cel.
lichtmicroscopisch zichtbaar submicroscopisch zichtbaar niet microscopisch zichtbaar
c Rangschik van klein naar groot door een cijfer toe te voegen van 1 tot 3. Het cijfer 1 duidt de kleinste
structuur aan.
3 1 2
Je kunt de dubbele helix vergelijken met een wenteltrap. Voor het bou-
wen van de treden van de DNA-helix heb je nucleotiden nodig. Er zijn vier
verschillende nucleotiden om de wenteltrap te maken. Elk nucleotide
is opgebouwd uit een fosfaatgroep, een suikergroep en een kenmerken-
de base: A, C, T of G. Deze basen vormen de treden van de wenteltrap of
DNA-molecule. Het zijn net puzzelstukken. Elke trede bestaat uit twee
puzzelstukken of basen die perfect in elkaar passen.
C
T
A
G
C
A
T
T A
base
T
A
C
fosfaatgroep
suiker G C
G
G
d Bekijk de volgende figuur. Verbind de basen van het nucleotide die samen een trede van de dubbele
helix vormen.
A C
G T
De puzzelstukken die perfect in elkaar passen, zijn complementair.
De basen A & T en C & G zijn complementair en vormen op die manier de treden van de dubbele helix.
De volgorde van deze treden zorgt voor een unieke code, die noodzakelijk is voor het doorgeven van
commando’s aan de cel. Die unieke code bestaat uit verschillende genen. Een gen is een stuk DNA dat de
code voor één eiwit bevat.
base
DNA
C T G C T G C A C
G A C G A C G T G
d Omcirkel de chromosomen die je van één ouder gekregen hebt in het blauw.
20 Voortplanting
De normale lichaamscellen zijn diploïd. Dat betekent letterlijk dat elk type chromosoom twee keer
(diploïd) voorkomt: dus 23 paar of symbolisch 2n.
cel cel
celkern celkern
zaadcel eicel
haploïde cel haploïde cel
23 chromosomen 23 chromosomen
celkern
bevruchte eicel
diploïde cel
46 chromosomen
cel
x ■ groei en herstel
■ x ■ groei en herstel
■ ■■ groei en herstel x ■ groei en herstel
■
■■ voortplanting ■■ voortplanting x ■ voortplanting
■ ■■ voortplanting
x ■ groei en herstel
■ ■■ groei en herstel x ■ groei en herstel
■
■■ voortplanting x ■ voortplanting
■ ■■ voortplanting
delingsfase
celcyclus
voorbereidingsfase
Er zijn twee verschillende delingen mogelijk in de delingsfase: de mitose, met als doel groei en herstel, en
de meiose, die de vorming van de voortplantingscellen als doel heeft.
a Je bent met de klas op excursie geweest en je hebt beloofd om je foto’s met je beste vriend te delen.
Wat is de slimste manier om dat te doen?
■■ Je bewaart de ene helft van de foto’s en geeft hem de andere helft.
x ■ Je kopieert alle foto’s en geeft hem de gekopieerde versie.
■
• Beargumenteer je keuze.
Als je de helft van je foto’s weggeeft, heb je zelf niet meer alle foto’s.
22 Voortplanting
Vooraleer een cel deelt, is het noodzakelijk dat het genetisch materiaal verdubbeld wordt, waarna het kan
verdeeld worden over de dochtercellen. Het verdubbelen van het DNA heet DNA-replicatie.
Als dat niet gebeurt, dan zou het genetisch materiaal telkens gehalveerd worden tot er niets meer overblijft.
Tijdens de DNA-replicatie zal de DNA-helix uit elkaar gaan. De complementaire basen worden uit elkaar
gehaald, nieuwe nucleotiden worden aangevoerd en tegenover de complementaire basen geplaatst.
Zo ontstaan er uiteindelijk twee identieke DNA-strengen.
CG
G C
G C
T A
Het groeiproces is een delingsproces waarbij het aantal cellen toeneemt en ze genetisch identiek zijn.
Deze celdeling bij groei heet mitose.
Door vermeerdering van het aantal cellen is er groei of herstel van weefsels mogelijk (bijvoorbeeld bij bot-
breuken of wonden). Als een cel niet meer deelt, dan gaat ze in de rustfase van de celcyclus, want een cel
deelt natuurlijk niet constant. Dat is afhankelijk van het celtype.
• Bij de gewone celdeling of mitose ontstaan er genetisch identieke cellen. Dit proces zorgt voor de
celvermeerdering bij groei en herstel van weefsel.
a • Hoe komt het dat je de ogen van je papa hebt, maar de haarkleur van je mama?
Je krijgt informatie van je beide ouders. Je bent geen exacte kopie van je
mama of papa.
• Hoeveel procent van jouw genetisch materiaal krijg je van je mama? Hoeveel procent van je papa?
24 Voortplanting
In onze voortplantingsorganen, de teelballen en de eierstokken, vindt een bijzondere celdeling plaats,
namelijk de meiose, die ervoor zorgt dat elke zaad- en eicel maar 23 chromosomen bevat.
De voortplantingscellen of de gameten zijn het resultaat van meiose. Ze bezitten slechts de helft van de
erfelijke informatie.
Je bent niet identiek aan je broer of je zus (tenzij je deel bent van een eeneiige meerling). Nochtans heb-
ben jullie dezelfde ouders … Hoe komen die verschillen dan tot stand?
Jouw zus/broer is ontstaan uit een andere eicel en zaadcel afkomstig van dezelfde ouders. Die eicel en
zaadcel zijn niet identiek aan de eicel en zaadcel waaruit jij ontstaan bent. Je ouders beschikken dus over
unieke zaad- en eicellen.
Door een proces van crossing-over tijdens het eerste deel van de meiose ontstaan deze unieke voort-
plantingscellen. Bij dit proces gaan chromosomen dicht bij elkaar liggen en erfelijke informatie uitwisselen,
zodat ze elk een unieke combinatie krijgen.
• Bij de halveringsdeling of de meiose ontstaan unieke zaad- en eicellen die haploïd zijn. Deze cel-
deling vindt enkel en alleen plaats in de voortplantingsorganen.
a Geef enkele uitwendige of inwendige invloeden die een negatief effect kunnen hebben op de celdeling.
roken, alcohol, drugs, genetische aanleg, fijnstof, radioactiviteit …
• Welke behandelingen bestaan er tegen kanker?
chemotherapie, bestraling (radiotherapie), het chirurgisch wegnemen van de
tumor
• Wat is het doel van die behandelingen?
Bij die behandelingen van kanker probeert men de celdeling een halt toe te
roepen.
26 Voortplanting
• Er zijn verschillende factoren zoals temperatuur, straling en medicijnen die de celdeling positief of
negatief kunnen beïnvloeden.
voorbereidingsfase: voorbereidingsfase:
DNA-replicatie DNA-replicatie
diploïde diploïde
lichaamscel lichaamscel
Ongeslachtelijke voortplanting
Een kloon is een identieke kopie van een organisme.
Je kunt een volledig organisme klonen of enkele cel-
len, die dan een weefsel vormen.
Als er bij de vorming van een nieuw individu geen versmelting van gameten nodig is, dan spreek je van
ongeslachtelijke voortplanting.
Het proces van klonen komt wel onder vuur te liggen door een aantal ethische kwesties.
Geslachtelijke voortplanting
b • Teken de chromosomen in de voortplantingscellen na de meiose.
• Maak alle mogelijke combinaties tussen de eicellen en de zaadcellen.
Je spreekt van geslachtelijke voortplanting als er een versmelting van gameten is voor het vormen van
een nieuw individu. Bij meiose zullen er unieke gameten gevormd worden, die zullen versmelten tot een
uniek individu.
28 Voortplanting
Samenvatting
Maak zelf een schematische samenvatting van het hoofdstuk.
DNA dubbele
opbouw: nucleotiden met complementaire basen (A&T, C&G)
helix
informatie: genen
chromatine
chromosomen
beïnvloedende
factoren
Het DNA bevat onze erfelijke informatie. De DNA-molecule is gedraaid tot een dubbele helix. Die dubbele
helix wordt op zijn beurt rond eiwitten gedraaid tot chromatine. Die chromatine kan verder spiraliseren tot
chromosomen als de cel gaat delen.
De DNA-molecule is opgebouwd uit nucleotiden. Er zijn vier verschillende nucleotiden met elk een speci-
fieke base: A, T, G en C. De basen A & T en C & G zijn complementair. Een gen is een stuk DNA dat de code
voor één eiwit bevat. Een karyogram is een voorstelling van de chromosomen van een cel.
De lichaamscellen zijn diploïd. De voortplantingscellen of gameten zijn haploïd.
Cellen moeten delen om zich te vermeerderen of om voortplantingscellen aan te maken. Hiervoor heeft
iedere cel een celcyclus. Die celcyclus bestaat uit een voorbereidingsfase en een delingsfase.
In de voorbereidingsfase wordt het genetisch materiaal verdubbeld tijdens de DNA-replicatie. Het resultaat
is dat er delingschromosomen ontstaan waarvan de informatie verdubbeld is.
Bij de gewone celdeling of mitose ontstaan er genetisch identieke cellen. Dit proces zorgt voor de celver-
meerdering bij groei en herstel van weefsel.
Bij de halveringsdeling of de meiose ontstaan unieke zaad- en eicellen die haploïd zijn. Deze celdeling
vindt enkel plaats in de voortplantingsorganen. Deze unieke cellen kunnen ontstaan door een proces van
crossing-over.
Er zijn verschillende factoren die de celdeling positief of negatief kunnen beïnvloeden, zoals temperatuur,
straling en medicijnen. Chemotherapie en radiotherapie hebben als doel de celdeling van kwaadaardige
tumorcellen te stoppen.
Als er bij de vorming van een nieuw individu geen versmelting van gameten nodig is, dan spreek je van
ongeslachtelijke voortplanting. Je spreekt van geslachtelijke voortplanting als er een versmelting van ga-
meten is voor het vormen van een nieuw individu.
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
■■
30 Voortplanting