Professional Documents
Culture Documents
https://www.eoswetenschap.eu/gezondheid/nobelprijs-chemie-voor-g
enetische-schaar
https://www.eoswetenschap.eu/technologie/hoe-werkt-crispr-cas
‘Genetica is niet zwart of wit. Er zal altijd een grijze zone blijven. We
kunnen nooit alles te weten komen over onze genen. Er zullen ook nog
altijd ziektes zijn die we nooit kunnen doorgronden. Genetica helpt wel,
maar we moeten nog steeds leven met wat onzekerheid.’
Nucleus = celkern
100 biljoen cellen in een Chromosoom
menselijk lichaam
Het menselijke genoom leest als een boek
23 paar 23 hoofdstukken
chromosomen
~20.000
gen gen verhalen/recepten
Paragrafen advertenties
Woorden
nucleoside
N-bevattende basen:
• Cytosine (C) en thymine (T) (pyrimidines)
• Adenine (A) en guanine (G) (purines)
• fosfaatgroep
DNA-nucleotiden zijn opgebouwd uit 3 onderdelen
desoxyribose
5’
cc
4’
3 fosfaatgroepen, waarvan er 2 c O
verwijderd worden tijdens de
opbouw van het DNA
c c
3’
1’
c
2’ organische base:
- Adenine
- Guanine
- Thymine
- Cytosine
http://www.allesoverdna.nl/woordenboek/dna-replicatie.html
De organische basen waaruit de nucleotiden zijn opgebouwd
De nucleotiden waaruit het DNA is opgebouwd
Nucleotiden kunnen paren vormen via hun basen
pyrimidine + purine
purine + pyrimidine
nucleotiden polymeriseren via 3’-5’
fosfodiësterbindingen in polynucleotideketens
5’
5’ 3’
3’
DNA is opgebouwd uit 2 ketens van nucleotiden
2 polynucleotideketens in
tegenovergestelde richting
vormen een dubbele helix
(J Watson and F Crick - 1953)
Francis Harry Compton Crick, James Dewey Watson
and Maurice Hugh Frederick Wilkins
Nobel Pijs voor Fysiologie of Geneeskunde 1962
"for their discoveries concerning the molecular structure of
nucleic acids and its significance for information transfer in
living material".
Rosalind Franklin
1920 – 1958
X-ray diffraction images of DNA which led to the discovery of
the DNA double helix
Watson suggested that Franklin would have ideally been
awarded a Nobel Prize in Chemistry, along with Wilkins, but
the Nobel Committee does not make posthumous
nominations
DNA = deoxyribonucleïnezuur
20 Å (= 2 nm)
http://en.wikipedia.org/wiki/File:ADN_animation.gif
DNA, dubbele helix
Adenine Thymine
(baseparen/bp)
Cytosine Guanine
Fig.: Wikipedia
Chromosoom: bijzonder sterk opgewonden DNA streng
nucleosoom nucleosoom- chromatine- chromatinevezel vormt lussen door te binden op een centrale as (“scaffold”)
vezel vezel
Fig.: Wikipedia
Chromatine structuur
nucleosoom-
vezel
chromatine-
vezel
Chromatine structuur
30 nm
30 nm
Chromatin Metaphase
scaffold
loops chromosome
Transcriptie Translatie
DNA mRNA Eiwit
Replicatie
DNA replicatie: tijdens de S-fase van cel cyclus
Voorafgaand aan de celdeling dient het DNA in de kern gekopieerd te worden.
• Helicase breekt de waterstofbruggen tussen de twee strengen van de dubbele helix, zodat de strengen elkaar
loslaten door hydrofobe interacties
• Elke enkele streng vormt nu een sjabloon/template voor een nieuw te maken streng, doordat elke base alleen met
de complementaire base kan paren.
“stemvork”
http://www.allesoverdna.nl/woordenboek/dna-replicatie.html
DNA replicatie
Stap 2: met de hulp van DNA polymerase worden nieuwe ketens gemaakt
• Op de plek waar de replicatie moet beginnen (“origin of replication”-ORI), hecht zich een klein stukje
RNA-primer
• DNA-polymerase beweegt vanaf de RNA primer langs de sjabloonstreng, en leest de streng af van de 3’-
kant naar de 5’-kant van die streng, en koppelt nucleotiden aan elkaar tot een nieuwe streng
• DNA-polymerase brengt de 3’-5’ fosfodiësterverbinding tot stand en voegt dus telkens nieuwe
nucleotiden toe aan de 3’-kant van de nieuwe streng
Leading strand
5’ Leidende streng 3’
Okazaki
fragment
3’ Okazaki fragment: 100-200 nt 5’
Lagging strand
Volgende streng
DNA replicatie: lagging strand
Lagging strand
Volgende streng
DNA replicatie
origin of replication
template 3’-5’
template 5’-3’
DNA replicatie:
Leading vs lagging strand
DNA replicatie
■ gedurende de S fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd en als
chromosomen verdeeld over 2 dochtercellen
■ de complementaire DNA strengen gaan op de origins of replication uit elkaar
onder invloed van DNA helicase
■ DNA polymerase zorgt voor aanmaak nieuwe streng
■ DNA polymerase brengt 3’-5’ fosfodiësterbindingen tot stand
■ op één streng: continu proces (leading strand)
■ op andere streng: Okazaki fragmenten (lagging strand)
■ DNA ligase verbindt de Okazaki fragmenten
■ resultaat van DNA-replicatie = twee DNA-moleculen bestaande uit een nieuwe en
een oude keten van nucleotiden DNA-replicatie is semi-conservatief, de helft
van de keten maakt deel uit van het oorspronkelijke DNA-molecule, de helft is
nieuw
■ Er gebeuren weinig fouten: van elke 109 gekopieerde basen is er gemiddeld
slechts 1 fout
youtube
Amoeba Sisters
https://www.youtube.com/watch?v=5qSrmeiWsuc
Het centrale dogma/hypothese van de moleculaire biologie
Transcriptie Translatie
DNA mRNA Eiwit
Replicatie
Eukaryoot (mens): DNA in kern ↔ prokaryoot (bacterie)
EIWITTEN cytoplasma
Wat
Genen;
is een eiwitten
gen (“verhaal”)?
GEN = afgebakend stuk DNA op een chromosoom dat informatie bevat voor één of meerdere specifieke
eiwitten; m.a.w. een gen codeert voor een eiwit. Elk gen heeft een vaste plaats op een chromosoom (locus).
Op die plaats kunnen van hetzelfde gen verschillende varianten voorkomen (allelen).
EIWIT = genproduct dat een erfelijke eigenschap tot uiting kan brengen; bijv, bloedgroep, kleur ogen
Product:
- structurele eiwit van de extracellulaire matrix
- membraaneiwit
- transportermolecule
- enzym
- transcriptiefactoren
Regulatie van
- embryogenese
- ontwikkeling en groei
- stofwisseling
- reproductie
RNA DNA
• ribonucleïnezuur • deoxyribonucleïnezuur
• suiker: ribose • suiker: deoxyribose
• enkelstrengig • dubbelstrengig
• purines: adenine; guanine • purines: adenine; guanine
• pyrimidines: uracil; cytosine • pyrimidines: thymine; cytosine
youtube
Amoeba Sisters
https://www.youtube.com/watch?v=0Elo-zX1k8M
Het centrale dogma/hypothese van de moleculaire biologie
Transcriptie Translatie
DNA mRNA Eiwit
Replicatie
Van DNA naar RNA: transcriptie
http://www.youtube.com/watch?v=WsoH466lqk
Van DNA naar RNA: transcriptie
Transcriptie
transcriptiefactoren
cis-acting elementen
trans-acting elementen
Posttranscriptionele modificaties van mRNA
1) capping en 2) polyadenylatie
RNA polymerase
Posttranscriptionele modificaties van mRNA
3) RNA splicing
Splice sites
1) Capping (5’)
blokkeren van het 5’ uiteinde (kop) van het mRNA transcript door
toevoegen van 7-methylguanosine aan de eerste nucleotide
2) Polyadenylatie (3’)
toevoegen van een polyA staart aan het 3’ uiteinde (staart)
van het mRNA transcript
3) RNA splicing
Het centraal dogma/hypothese van de moleculaire biologie
Transcriptie Translatie
DNA mRNA Eiwit
Replicatie
Van RNA naar eiwit: translatie
Translatie (“vertaling” van mRNA naar eiwit)
Waar?
aan de ribosomen – in het cytoplasma
Wat?
de nucleotidenvolgorde van het mRNA
wordt herkend, en de bijbehorende
aminozuren worden aan elkaar gekoppeld tot
een eiwit.
Translatie
ribosoom = groot eiwitcomplex (1/3 deel) en essentiële rRNA’s (ribosomaal-RNA, 2/3 deel). Er zijn ongeveer 10
miljoen ribosomen aanwezig in één cel. Er zijn dus super veel ribosomen aanwezig om al die eiwitten te maken. De
ribosomen zijn ongeveer 20 seconden tot een paar minuten bezig om een mRNA te vertalen in aminozuren.
DNA
kern 5’ 3’
cytoplasma
mRNA
Initiatie van translatie
E = exit
P = peptidyl
A = acceptor
Elongatie van de polypeptideketen
http://www.bio.miami.edu/dana/250/250SS13_9print.html
Terminatie van translatie
http://www.phschool.com/science/biology_place/
biocoach/translation/term.html
Translatie
■ per codon (3 basen) wordt een aminozuur ingebouwd aan het carboxyterminaal uiteinde
van de groeiende eiwitketen
■ het codon op het mRNA wordt herkend door het anticodon op het tRNA
■ het genetisch alfabet telt vier letters (A;T/U;G;C); en er zijn 20 soorten aminozuren
(AZen).
DUS: 43 mogelijke codons voor 20 AZ: ‘the genetic code is degenerate’
Mogelijke modificaties:
98%
70%
Mens:
- beperkt aantal genen!
- genoom met complexe structuur
Eva Mouton
Nucleair genoom
25% 75%
intronen; UTR;
pseudogenen
Wat kunnen we leren uit ons genoom?
Variaties in het genoom bepalen
normale kenmerken
Variaties in het genoom dragen bij tot normale kenmerken
Variaties in genomen kunnen ziekte veroorzaken
Variaties in genomen kunnen ziekte veroorzaken
dementie obesitas
mucoviscidose
(taaislijmziekte)
albinisme
dementie obesitas
mucoviscidose
(taaislijmziekte)
albinisme
6. Structuur van een gen: gebieden belangrijk voor regulatie van transcriptie/translatie