Thema 1

Voortplanting

HB p. 5-41
B13 De leerlingen leggen de bevruchting bij de mens uit.

B14 De leerlingen bespreken bij de mens de invloed van gezondheidsgedrag en

leefmilieu op de ontwikkeling van embryo en foetus aan de hand van een aantal
voorbeelden.
 Voortplanting

Geslachtsgemeenschap Invloeden op de
leidt tot een nieuwe mens ontwikkeling van het
kind

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
WERKBUNDEL –
CHECK-IN
Hoofdstuk 1
Hoe leidt geslachtsgemeenschap tot een nieuwe
mens?

P.7-26
 A. PRIMAIRE
GESLACHTSKENMERKEN P.8
A.1 MAN - BOUW

(blaas)

zaadleider

prostaat
zwellichame
n
penis met zwellichamen
zwellichame
n
urinebuis zaadblaasjes

eikel bijbal
voorhuid balzak teelbal
A.1 MAN - FUNCTIE
Zaadcel
= mannelijke voortplantingscellen die het
erfelijk materiaal van de man bevatten
(blaas)

zaadleider

zwellichame
n
zwellichame
n
urinebuis

eikel
voorhuid balzak
 WEG DIE ZAADCELLEN AFLEGGEN
IN DE MAN

1. Teelbal
Zitten in de balzak
(buiten het lichaam)
2. Bijbal

3. Zaadleider Zaadblaasjes
Prostaat

4. Urinebuis

5. Penis
A. PRIMAIRE
GESLACHTSKENMERKEN P.11
A.2 VROUW - BOUW

eileider
eileidertrechter
eierstok
baarmoeder

baarmoeder-
hals
vagina

schaamlippen
A.2 VROUW - FUNCTIE

Benaming Functie
Eierstok Aanmaak van vrouwelijke hormonen en rijping van
eicellen
Eileidertrechter Opvangen van rijpe eicellen (vanuit de eierstok)
Eileider Vervoer van eicel naar de baarmoeder en plaats van
bevruchting
Baarmoeder Ontwikkeling van de embryo en foetus
Baarmoederhals Barrière met de buitenwereld d.m.v. slijmprop.
Vagina of schede Orgaan voor geslachtsgemeenschap
Schaamlippen Fysische bescherming van de vagina

Eicel
= vrouwelijke voortplantingscellen die het erfelijk materiaal van de vrouw bevatten
 WEG DIE EICELLEN AFLEGGEN IN
DE VROUW

1. Eierstok

2. Eileidertrechter

3. Eileider Eventuele
bevruchting door
zaadcel

4. Baarmoeder

5. Baarmoederhals

6. Vagina
B. DE
GESLACHTSGEMEENSCHAP
P.7+16

Tijdens geslachtsgemeenschap kan de man

ejaculeren in de vagina van de vrouw

Zaadcellen in het lichaam van de vrouw

C. DE WEG VAN DE
VOORTPLANTINGSCELLEN
P.17
C. DE BEVRUCHTING
P.18
= de versmelting van de kern van de zaadcel met de kern van de eicel
 ° bevruchtte eicel
= zygote

Stap 1: Stap 2: Stap 3:

 D1. VERDERE ONTWIKKELING
TOTDelende
EMBRYO P.19
Delende eicel
bevruchtte
Bevruchtte eicel van eileider naar baarmoeder
(onderweg gaat de cel delen)
Bevruchtt
Bevruchtt Embryo
e eicel
e eicel
Vanaf aankomst in baarmoeder
= embryo (een hoopje cellen)

Innesteling in het baarmoederslijmvlies

Ontstaan van organen

 D2. VAN EMBRYO TOT FOETUS
P.21
Vanaf 9+ weken : een minimensje
placenta

Voeding vanuit de placenta

via de navelstreng

Groei en in werking treden van aangelegde

navelstreng organen
D. VERDERE ONTWIKKELING VAN
ZYGOTE
TOT EMBRYO (P.19) EN FOETUS (P.21)

Embryo = van 3 tot 9 weken  aanleg van organen

Foetus = van 9 weken tot geboorte  groei en in werking treden van organen
Hoofdstuk 2
Waardoor kan de ontwikkeling van je kind
worden beïnvloed?

P.27-39
1. INVLOED VAN JE GEDRAG OP
ZWANGERSCHAP P.27
EN ONTWIKKELING VAN ONGEBOREN
KIND

Roken
Verstoorde ontwikkeling organen
Laag geboortegewicht
Vroeggeboorte
Overlijden bij geboorte
 Ongezond voedingspatroon

Onvoldoende voedingsstoffen Ongezonde voedingsstoffen tot bij

voor ontwikkeling en groei embryo en foetus
 negatieve invloed op ontwikkeling
 Alcohol Drugs (geneesmiddelen)

Miskraam Miskraam
Afwijkingen Afwijkingen
Groeiachterstand
Neurologische afwijkingen
Gevolg van Softenon gebruik
(medicatie tegen
ochtendmisselijkheid) tijdens
zwangerschap
2. INVLOED VAN DE OMGEVING P.33
OP DE ONTWIKKELING VAN
ONGEBOREN KIND
Ziekteverwekkers

Bv. cytomegalovirus Bv. toxoplasmose

Groeiachterstand Miskraam
Neurologische, visuele en Neurologische en visuele
auditieve afwijkingen afwijkingen
Giftige stoffen in omgeving

Bv. pesticiden
Vroeggeboorte
Laag geboortegewicht
Lager IQ