2. Uur, half uur, kwartier, 10 voor en over - fiche a
DOEL:
Ik kan een analoge klok lezen en vormen tot op een uur , half uur en kwartier. Ik kan een analoge klok lezen en vormen tot op een 10 min. (10 voor en over)
Ik werk samen met mijn schoudermaatje of kniemaatje.
Ik lees een klok voor en controleer of mijn maatje het goed doet. Daarna leest mijn maatje een klok en vorm ik het uur op de juiste manier.