You are on page 1of 1

Voorlopig probeer ik een antwoord te formuleren op de hierboven gestelde vragen door te

verwijzen naar twee soorten van klankbenadering die afgelopen decennia hun ingang heb-
ben gevonden in de gecomponeerde muziek.

gecategoriseerd. De ver-
spreide opstelling van instrumenten en uitvoerders is geen nieuw fenomeen, maar zoals al
eerder gesteld, kan het effectvol gebruik van de uitvoeringsruimte in de historische voor-
beelden eerder als een ingreep van secundair belang bestempeld worden. Pas onder invloed
van een serieel gedachtegoed zijn sinds de jaren vijftig van vorige eeuw talrijke composities
ontstaan die de ruimtelijke opstelling van muzikanten en instrumenten als primaire composi-
torische parameter gingen uitspelen. In dezelfde periode werd vanuit een andere invalshoek
de concrete ruimte betrokken als theatraal element van de muziekuitvoering (John Cage,
Mauricio Kagel, Dieter Schnebel en anderen). In afgelopen decennia lijkt het vooral de toe-
gankelijkheid van techno
die componisten inspireert tot het organiseren van de ruimtelijkheid van klanken. Aangezien
we deze technieken van ruimtelijke distributie van klank vanuit het standpunt van de com-
ponist kunnen beschouwen als een formele verdeling en toewijzing van de uitvoeringsruim-
daar

n-
crete instrumen e-
lijke oorsprong, naar de manier waarop ze tot stand zijn gekomen. In de instrumentaal akoes-
tische muziek betekent dat doorgaans een emancipatie van het potentiële ruisscala dat het

Duitser Helmut Lachenmann. De futuristische 'intonarumori', de dadaïstische performances,

voorlopers beschouwd worden van deze intussen ingeburgerde praktijk. Het inzetten van
eriaal zullen we opvatten als
hier

muziek van daar

Een klank(sterkte) die snel opeenvolgend herhaald wordt in verschillende luidsprekers die
naast elkaar staan opgesteld, kan de illusie teweegbrengen van beweging of verplaatsing.
Illusie omdat er in realiteit geen beweging is van een klank van luidspreker A naar B (waarbij
de reële ruimte tussen de luidsprekers letterlijk zou worden overbrugd), maar simpelweg een
klinken van B na A. Gelijkaardige technieken van klankspatialisatie zijn gemeengoed in de

akoestische of gemengd akoestisch - elektronische muziek. Het illusionnaire aspect van deze
klankbewegingen, zou kunnen betekenen dat het oproepen van fantasmatisch ruimtelijke
bewegingen niet is voorbehouden tot de muzikale ruimte van het ergens, maar ook kan op-
treden als resultaat van technieken waarbij de reële ruimte muzikaal-structureel wordt inge-
zet. Het is echter lang niet zo zeke gelijkbaar zijn.
Want wat is de betekenis van de over de hoofden van de luisteraars heen en weer zoevende
klank? Is het een zo realistisch mogelijke simulatie van een heen en weer gaan? In dat geval
is het onderscheid met de muziek van ergens duidelijk: het opwekken van auditieve illusies
door het uitspelen van de (enorm toegenomen) kennis van auditieve perceptie, hoort eerder

34

You might also like