You are on page 1of 1

modelleerd naar een menselijke handgreep en armbeweging.

Maar iemand die geen weet


heeft van de sonore mogelijkheden en de speelwijze van strijkinstrumenten, zal wellicht
meer instructies en experiment nodig hebben om te komen tot een 'juiste' relatie tussen
strijkstok en viool, laat staan tot een goede 'stokhouding' (dat die houding voor verandering
vatbaar is weten we uit de historische uitvoeringspraktijk).

Een nog sterker voorbeeld van contextgebonden instructies vinden we in de muzieknotatie.


De muzikale symbolen zijn in hun typografie gericht op communicatieve transparantie en
hebben voor hun gebruikers binnen eenzelfde muzikale cultuur een eenduidige betekenis.
Maar die betekenis gaat verder dan de expliciete referenties van symbolen naar concrete
muzikale tonen en instrumentale acties. Tot haar contextuele gebruiksinstructie behoren ook
aspecten die niet uitdrukkelijk in de symboliek van toonhoogten, toonduren en articulaties
zitten vervat, maar die geacht worden in de uitvoering te worden toegevoegd3.

De instrumentele ruimte van de muziek is in belangrijke mate een zichtbare, aanwijsbare en


representeerbare ruimte. Het vormt daarmee, in tegenstelling tot de ruimte rondom de mu-
ziek, de meest concrete ruimtelijke categorie. Het is ook een ruimte van muzikale techniek en
kennis die in haar expliciteerbaarheid onderwijsbaar en uitbreidbaar is. Nochtans maakt haar
aanwijsbaarheid geen deel uit van de muzikale ervaring zelf. De ruimte voor de muziek heeft
een mediërende of kanaliserende functie. Als medium verdwijnt ze tijdens het musiceren
naar de achtergrond. Ze is impliciet aanwezig als datgene wat het expliciete situeert. Ze func-
tioneert als een veld dat de muzikale gebeurtenissen op de voorgrond stabiliteit verleent. De
ruimte voor de muziek is een begrensde ruimte kleiner dan de wereld, maar altijd meer dan
de gebeurtenissen die erin kunnen plaatsvinden. De instrumentele ruimte is in dat opzicht
intermediair: het is de specifieke vorm van opening of toegang die je hebt vanuit de wereld-
ruimte tot het muzikale speelterrein4.

van de muziek

Dat speelterrein tenslotte, is de ruimte van de muziek. Het onderscheid tussen de instrumen-
tele ruimte en het muzikale speelterrein is een onderscheid tussen statische en dynamische
karakteristieken. De instrumentele ruimte kan haar mediërende rol slechts spelen dankzij
een voldoende mate van vertrouwdheid en instructies die niet ter discussie staan. Zodra de
instructies van de instrumentele omgeving hun transparantie verliezen omdat de oorspron-
kelijke gebruikscontext verdwenen is of omdat ze niet meer gerespecteerd worden, verliest
de instrumentele omgeving haar intermediërende functie en komt ze zelf in het centrum van
de belangstelling te staan. Historische partituren en notatieconventies kunnen dan onder-
werp worden van interpretatie en debat. In het meest radicale geval behoort het niet-
transparante tot de instructie zelf. Achtergrond wordt dan voorgrond, de ruimte voor de mu-
ziek wordt een muzikaal speelterrein. In de grafische partituren van John Cage, Cornelius

3
In de evolutie van het muziekschrift in afgelopen eeuwen kunnen we, parallel met het ontstaan van een per-
soonlijke en subjectieve muziekcultuur, een tendens herkennen van een steeds dichter en 'vollediger' worden van
de notatie. Dat de vroege muzieknotatie veel meer stof tot interpretatie biedt, betekent echter geenszins dat het
om een openheid zou gaan die te vergelijken valt met de openheid die we terugvinden in sommige grafische of
conceptuele partituren van de jaren '60 en '70 van vorige eeuw. De naar onze maatstaven 'open' oude notatie was
stevig ingebed in een sterk geconditioneerde, en veelal collectieve auraal-muzikale cultuur.
4
Deze intermediaire omgeving zouden we in Don Ihde's fenomenologische terminologie (Ihde, [1977]2007) als
'veld' kunnen benoemen. Om echter verwarring te vermijden met wat ik hierna het 'muzikale speelterrein' zal
noemen, verkies ik de wat omslachtiger term 'instrumentele ruimte'.

21

You might also like