You are on page 1of 1

verschillende richtingen weerkaatst.

De richtingskarakteristieken van het geluid (waarvoor


het oor wel relatief gevoelig is8) worden hierdoor afgezwakt, maar bovendien voegt die acti-
viteit een tweede vorm van informatie toe aan het geluid: weerkaatst geluid vertelt niet al-
leen iets over de gebeurtenis van haar oorsprong, maar ook over de ruimte waarin de klank-
gebeurtenis plaatsvindt.
Geluiden zijn geen objecten maar sonore gebeurtenissen die wel richting hebben, maar niet
absoluut lokaliseerbaar zijn9. Als het in de auditieve ervaring lijkt alsof we klanken kunnen
lokaliseren, dan gaat het meestal niet om een strikt auditieve waarneming, maar om een
samenwerking tussen oog, oor en begrip. Of zoals Pierre Schaeffer het stelt:

croyions entendre
(Pierre Schaeffer in Kane, 2005/93).

Dat instrumenten in de beluistering van een symfonisch orkest erg goed lokaliseerbaar zijn,
berust minstens voor een stuk op de standaardisering en vertrouwdheid met het instrumen-
tarium en hun sonoriteit, op de kennis van plaats van de instrumenten in het orkest die je als
luisteraar vooraf al hebt (of die je geleverd wordt door de visuele verschijning van de muzi-
kanten aan het begin van het concert).
Bovenal is het de richtingsgevoeligheid van het oor (zie voetnoot 8) die in combinatie met
het vernoemde visuele en cognitieve begrip van de situatie een suggestie van auditieve loka-
lisatie biedt. Het oor is tegelijk erg nuttig in het inschatten van de grootte en de aard van een
binnenruimte (door de reflectietijd van de weerkaatste geluidsgolven en de spectrale karak-
teristieken van de reflectie). Het is ook in staat om, in tegenstelling tot het oog, 360° rondom
te luisteren en zelfs gebeurtenissen te detecteren die door een hindernis afgeschermd blijven
van het oog. Het auditieve apparaat blijkt over het algemeen een grotere temporele resolu-
tie te bezitten dan het visuele systeem (erg nuttig om naderend gevaar snel te interpreteren),
daar waar het visuele systeem met een veel hogere resolutie en wellicht ook op een directe-
re wijze10 ruimte in kaart weet te brengen. Hier begint de natuurlijke en reflexmatige sa-
menwerking tussen oor en oog: het oor presenteert, maakt ruimtelijk aanwezig en wekt en
richt het oog. Het oog lokaliseert wat auditief al aanwezig is.
Uiteraard is dat een uiterst schematische voorstelling van zaken die in temporele zin soms

8
Het menselijke gehoor mag dan wel beperkt zijn in het inschatten van afstanden tot een klankbron, dankzij het
tijdsverschil en luidheidsverschil waarmee een klank het linker -of rechteroor bereikt, is het in staat richting aan
klanken toe te kennen (Moore, 2004/233-66).
9
Casey O'Callaghan verdedigt in zijn boek Sounds (2007) een enigszins afwijkende mening: volgens hem zijn
geluiden gebeurtenissen die op zichzelf al gelokaliseerd zijn, namelijk dichtbij of aan hun klankbron, en kunnen
geluiden niet als geluidsgolven begrepen worden. Er valt beslist iets te zeggen voor dat laatste argument. Het
eerste argument is naar mijn mening problematischer. Callaghan gaat met de lokaliseerbaarheid van geluiden 'op
zichzelf' in tegen de opvatting dat we de plaats van geluiden horen als de plaats van hun klankbron, en dat gelui-
den in dat opzicht 'secundaire' kwaliteiten zijn van resonerende objecten. Het leidt geen twijfel dat ons gehoor
richting- en ruimtegevoelig is, maar wat betreft het inschatten van afstand zijn we toegewezen op interzintuiglij-
ke of contextuele kennis (bv. de wetenschap hoe specifieke klankbronnen vanop afstand of van dichtbij klinken).
Al bij al is het vanuit fenomenologisch standpunt verdedigbaar aan geluiden intrinsiek richting toe te kennen
maar hun lokalisatie toe te schrijven aan een multimodale waarneming. Zie ook voetnoot 10.
10

and equivalent points on the retina. This correspondence is well preserved through cellular organization through-
out much of the physiology of the visual pathway... in the auditory system...the correspondence between spatial
position and neuronal representation is not nearly as detailed as that of the visual system. Instead, spatial position
is calculated using a number o

26

You might also like