Professional Documents
Culture Documents
0
bedrijventerrein RijnPark
(voorheen Westervoortsedijk)
Inhoudsopgave
Bijlagen
Doel
Met de visie 2.0 RijnPark levert StAB door een breed
gedragen platform van betrokkenen geactualiseerde
plannen, ideeën en wensen aan als input voor het nieuwe
bestemmingplan bedrijventerrein RijnPark Oost (met een
Bestemmingsplannen (in ontwikkeling) procedure te willen brengen. De resultaten van deze visie
Voor het bedrijventerrein RijnPark zijn de volgende bestem- 2.0 worden betrokken bij de uitwerking van het nieuwe
mingsplannen of (plan)ontwikkelingen relevant (zie ook het bestemmingsplan.
kaartje van RijnPark op bijlage 2).
Ook zal bij de uitwerking van dit bestemmingsplan het
Voor het westelijk deel RijnPark ’nieuwe plandenken’ voor het eerst toegepast worden. In
De gemeenteraad heeft op 30 mei 2016 een Voorberei- 2015 heeft de Raad een amendement aangenomen waarin
dingsbesluit genomen voor het westelijk gedeelte. Achter- zij het nieuwe plandenken, zoals verwoord in toekomstvisie
grond van dit besluit is de omstandigheid dat er een kans van StAB, overneemt. In het raadsamendement is dit als
bestaat dat de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad volgt verwoord. ’’De gemeente laat de bedrijvenlijst los bij
van State het besluit tot vaststelling van het bestemmings- bestemmingsplannen en kiest voor een ja-tenzij-aanpak. De
plan Fluvium Midden-Westervoortsedijk West (FMWW) zal lijst van bedrijven die zijn toegestaan zal komen te vervallen
vernietigen in het kader van de beroepsprocedure tegen en vervangen worden door een omschrijving van wat op het
dit plan. Mocht dit gebeuren dan zal het voorgaande plan betreffende bedrijventerrein niet is toegestaan. Het doel
bedrijventerrein Westervoortsedijk weer gaan gelden, dat is knellende bepalingen weg te nemen of te versoepelen,
ruimere gebruiksmogelijkheden voor bedrijven kent dan zodat het bestemmingsplan vraaggericht wordt ingevuld’’.
beoogd is bij het bestemmingsplan FMWW. Daardoor Hoe dit in de praktijk vorm te geven wordt een uitdaging
ontstaat er een mogelijkheid dat via aanvragen voor om- omdat, voor zover bekend, een dergelijke aanpak in Ne-
gevingsvergunningen zodanige uitbreiding van de milieu- derland nog niet eerder is toegepast. Waar het in essentie
gebruiksruimte ontstaat dat dit leidt tot strijdigheid met om gaat is dat, uitgaande van een bepaalde koers voor het
de door de gemeenteraad uitgestippelde koers van trans- gebied, meer flexibiliteit wordt ingebouwd.
formatie van het gebied. Ook zou de beoogde woningbouw Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een negatieve
op het Fluviumterrein in gevaar kunnen komen. bedrijvenlijst. Deze zou de categorieën 5 en 6 van de
Mocht het bestemmingsplan echter in stand blijven dan huidige VNG-bedrijvenindeling kunnen bevatten. Op deze
kan de mogelijkheid worden bezien om het voorbereidings- wijze gelden er in beginsel geen beperkingen vanuit een
besluit weer in te trekken. bedrijvenlijst voor bedrijven die passen in de lagere cate-
gorieën van bedrijvenindeling. Wat overigens niet geheel
Voor het oostelijk deel RijnPark uitsluit dat in het bestemmingsplan functies en/of catego-
Voor het oostelijk deel van RijnPark is, exclusief het rieën aan worden gegeven in lagere milieu categorieën die
deelgebied Dr. C. Lelyweg – in de huidige situatie nog het ook niet gewenst zijn op de bedrijventerreinen.
bestemmingsplan bedrijventerrein Westervoortsedijk –
vastgesteld op 14 november 2002/onherroepelijk 7 juli Het deelgebied Dr. C. Lelyweg dat aan het bedrijventerrein
2004, van toepassing. In 2014 is een eerste aanzet gegeven RijnPark is toegevoegd valt in de huidige situatie nog
voor een nieuw bestemmingsplan Westervoortsedijk Oost onder het bestemmingsplan bedrijventerrein Het Broek
(werktitel). Aan die eerste aanzet in 2014 is in de afgelopen vastgesteld op 30 maart 2008 en onherroepelijk op
jaren geen vervolg gegeven. De gemeente heeft te ken- 16 december 2009. Dit gedeelte wordt in het nieuwe
nen gegeven begin 2017 een nieuw (conserverend) plan in bestemmingsplan van Rijnpark-Oost opgenomen.
Om die nieuwe uitstraling te realiseren zal een langjarig Per deelgebied van RijnPark wordt hierna aangegeven
-vernieuwingsproces op gang moeten komen. Essentieel welke van de hiervoor genoemde vernieuwingsaspecten
voor het vernieuwingsproces is dat er mogelijkheden ont- een uitwerking verdienen. Daarbij is tevens aangegeven in
staan voor vestiging van nieuwe gebruiksfuncties passend welke periode gerekend vanaf begin 2017 die uitwerking
binnen het karakter van het overgangsgebied zonder daar- zijn beslag zou moeten krijgen.
bij het bedrijfsfunctionele karakter van het gebied uit het
Oost
West
Zuid-west
Deelnemers Transitieplatform
NS Stations mevrouw S. Beckers, de heer S. Janszen
Prorail Public Affairs mevrouw E. Hegeman
Peja Vastgoed mevrouw T. van den Brink,de heer R. Lusing
Kuiper Bouw de heer R. Winters, de heer S. Mol
Mach4Metal de heer B. Klein Herenbrink, de heer W. Eilering (adviseur)
De Hoge Dennen/Winkelcentrum de Lely de heer M. Tesselhoff (Strijbosch Thunnissen)
Van Amerongen Berging de heer R. van Amerongen/BC-lid RijnPark
Gemeente Arnhem mevrouw L. Hendriks, de heer A. Meijers
Oost N.V. mevrouw C. Aarnoudse, de heer F. Geerlings
StAB de heer B. Kobessen, voorzitter Transitieplatform en auteur visie 2.0
Overige betrokkenen
PostNL Real Estate de heer N. J van Hermon
Mourik Groot Ammers/MOGO de heer T. Oud
Vastgoedeigenaar MTSA de heer en mevrouw A. Kokke
Van Wijnen de heer I. Bouwman
Volkshuisvesting de heer H. van Ramshorst
Henk Scholten Volvo de heer H. Scholten
CCV mevrouw M. Hommersom
K3 Delta de heer R. Koekkoek, de heer I. Reerink
6
4
5
3
2
1
Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in een Omgevingstype bepalend voor de daadwerkelijk te hanteren afstanden
bestemmingsplan vast te leggen, wordt vaak gebruik De gewenste afstand tussen een bedrijfsactiviteit en
gemaakt van een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt woningen (of andere gevoelige functies zoals scholen)
ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en wordt mede bepaald door het type gebied waarin de
milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig gevoelige functie zich bevindt. Conform de VNG-publicatie
ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde worden daarbij twee omgevingstypen onderscheiden:
milieuzonering is gekoppeld aan een bedrijvenlijst. Dit is rustige woonwijk en gemengd gebied. De vermelde richt-
een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en afstanden gelden ten opzichte van een rustige woonwijk
bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten (of een vergelijkbaar omgevingstype). Voor een gemengd
belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal cate- gebied (en daarmee te vergelijken gebieden) gelden
gorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de ruimte- kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering
lijk relevante milieuaspecten: geluid, geur, stof, gevaar rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van
(met name brand- en explosiegevaar). eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein.
www.stab-arnhem.nl